No. 3706 Woensdag 17 December 1930 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN liet Geheim vao den Voddenraper. VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND k' PDSTBEKEHINB Na. 52419. IDe Adventstijd in Moscou. FEU I LLETON. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling Advertentiën 20 cent per regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING IT8TEKEND GE8GH IKT VOOR PUBLIOITEIT (Van een Russischen medewerker). „Kerstmis staat voor de deurzoo roept ie koetsier die paars en blauw ziet van de keu tot zijn niet-alledaagsche passagier, en hij rekt z'n versleten pelsmuts nog dieper over rijn half bevroren ooren. Lustig schellen de bellen aan het gareel van het vurige paardje en krakend glijdt de van voren omgebogen bak van de slede over de bevroren sneeuw "oorbij de kerken, die geen kerken meer zijn. Ja, 't is binnenkort Kerstmis in Rusland. In het bestuur van de werkende leden der vereeniging van godloochenaars heervht, een groote activiteit. Gisteren was het bestuur in olledige zitting bijeen en men heeft besloten om al het mogelijke in het werk te stellen om wat er toe kan bijdragen om een volledige over winning te bezorgen aan de anti-Kerstmis actie van den bond van godloochenaars. De directie van Bioscopen en theaters moeten er voor zorgen dat er thans alleen tooneelstuk- ken en filmen worden vertoond d'.e geschikt zijn om „het klasse-bewustzijn van het volk te verheffen en den nadruk te leggen op de ver derfelijkheid van den godsdienst". Ook de pers was op de vergadering vertegenwoordigd e.i zij kreeg tot taak toegewezen om de campagne van het bestuur te steunen door „Kerstbijla- gen" uit te geven. Ook de Radiodienst werd de verplichting opgelegd om reeds met de voor bereidende werkzaamheden te beginnen, en te zorgen dat er met de feestdagen een program ma wordt uitgezonden dat geheel voldoet „aan de eischen van den dag". De actieve loden der jeugdorganisatie hebben een zeer bijzondere zending te vervullen: want zij moeten demon straties houden, fakkeloptochten en dergelijke j vertooningen organiseeren. In de clubhuizen wordt iederen avond druk vergaderd en alle I leden werken zoo ijverig mogalijk. Overal Jig- j gen groote stukken rood katoen: er worden j groote ban jeren afgeknipt, op de vloer uitge- spreid en met opschriften beschilderd „Gods- dienst is opium voor het volk" is een phrase j geworden die alle beteekenis verloren ueeft er i moeten andere leuzen gevonden worden die scherper en dieper in het hart doordringen. Iedereen kan voorstellen indienen: het bestuur stelt een onderzoek in, keurt af of varwerpt de ingediende voorstellen. Het lijkt wel dat de jeugdorganisatie de leider en opbouwer is van de geschieden',s var- het Russische volk. „Petjka, schrijf op: „De kerk is de vijandin van den industrieelen opbouw" zoo roept een vijftienjarige jongen. Maar Petjka die in het bestuur z'.t denkt even na' en roept dan: „On~ zindat hebben we 'tvorig jaar ook al gehad. Wij moeten vooruitstrevend zijn en nieuwe banen inslaan. „Ik stel voor: de Kerk oelet de socia len opbouw! De Papen werken n--.ee aan de volksverdomming. Tegen de muur er mee!" Dat komt goed uit. Bovendien we moeten de gunstige tijdsomstandigheden in acht nemen: het Ramsin is pas achter den rug. Allen zijn het er mee eens en Petjka schrijft de leuze met groote letters op het roode doek. Daar naast in de zaal is een oude Iconenschilder be zig om een groot transparant te maken, 'n af beelding van „Christus met het gasmasker" vanGeorge Grosz. Tegen de muur staan levens groote „Madonnabeelden" in byzantijnschen stijl, die veel gelijkenis vertoonen met bekende publieke vrouwen uit Moscou, terwijl ze een bloeddorstig k'nd in hun armen houden Daar op den grond ligt een opschrift: de geboorte van zulke kinderen moet voorkomen worden?" en daarnaast: „Alleen kinderen van pxo'.eta- riërs en van roode boeren hebben recht om ge- „RUGGESPRAAK" IN DEN RIJKSDAG. De jongste debatten in den Duitschen Rijksdag hebben aanleiding gegeven tot vrij onverkwikkelijke tafreelen. Tijdens een dergelijk tooneel: de nazi's hebben zich allen omgekeerd en lezen ijverig bun dagblad, terwijl een communist aan het woord is. TW Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 3 49) Gij hield u overtuigd, dat hij den dood zou inden in den onderaardschen kerker, waar haren?on nu zijn plaats ingenomen heeft. 1 laar ik ben het wel, Camourdas in levenden ljve, mijn rekening met u kom ik vereffenen; t ïans si het mijn beurt, oog om oog, tand om t and! Genade! kreet Nerval ,en ik schenk u mijn veheele fortuin! Een ij dele belofte, di,e gij niet houden zult Spaar mij, laat mij leven! Had ik lust om te sterven toen gij mij in den leider deedt werpen? Gij bedreigdet mij en ik was bevreesd En gij hebt mij het bewijs ontstolen, dat mij lijk kon maken! In tusschen hadden de voorbijgangers den Irand bemerkt en alarm geroepen, de dienst- t oden waren opgestaan en er werd hevig aan ce deur van Nerval's slaapkamer gebonsd. Aha, men komt mij te hulp! riep de fabri- 1 ant. Te laat! brulde Camourdas, vaar ter helle En een mes trekkend, stiet hij het Nerval in ce borst, snelde de brandende voorkamer door en opende de deur, die op het portaal uitkwam om zich door de vlucht te redden, doch de in middels toeschietende bedienden, een vreemde te voorschijn ziende komen en onraad vermoe dend, wilden hme grijpen; verbijsterd van schrik, liep hij in den vuurpoel te rug en wierp de deur in het slot. Het was intusschen aan de vereenigde po gingen van de bedienden en Jan, Nerval s ge trouwen kamerdienaar, gelukt de deur der slaapkamer open te loopen. Zijn meester bewusteloos op den vloer ziende liggen, nam Jan hem in zijn armen en droeg hem de trappen af naar een huis aan den over kant der straat. Hier eerst ontdekte hij het mes, dat nog in de wonde stak en zag hij dat Nerval met bloed overdekt was. De tijding van den moordaanslag verspreid de zich met bliksemsnelheid onder de veront waardigde menigte, die intusschen ook verno men had, dat de bedienden een vreemden man gezien hadden, die op hun nadering in de brandende vertrekken was teruggekeerd. De inmiddels toegesnelde brandweerlieden begon nen reeds water te geven, toen zich plotseling voor een der bovenramen een menschelijke ge daante vertoonde, die smeekend de handen naar de menigte uitstrekte. Het was Camour das, die, waarschijnlijk door den schrik ver bijsterd, zich geen uitgang meer had weten te banen. Ijlings werd er een ladder tegen den muur geplaatst en vloog een brandweerman naar boven, maar juist toen hij het raam be reikte, viel de geaaante neer. Alleen aan zijn menschenliefde gehoor gevende, drong de moe dige brandweerman, ondanks den gloed en de rook, naar binnen, nam den man op zijn schouders en bereikte met zijn last gelukkig weer de straat. Camourdas was echter zoo deerlijk verbrand, dat hij weinig meer van een menschelijk we zen had, en weinige minuten later gaf hij dan ook den geest. Dank zij de doeltreffende maatregelen van de brandweer, werd de brand beperkt tot dat gedeelte van Nerval's woning, waar het vuur ontstaan was, doch de magazijnen en de werk plaatsen bleven gespaard. LIL In zijn eer hersteld. Zoodra de moordaanslag op Nerval ontdekt was, was een der bedienden Max Audoin en Angelie, die in een andere straat woonden, van het gebeurde gaan verwittigen. Doodelijk verschrikt spoedden zij zich naar 't huis, waar men Nerval had binnengebracht. Zij vonden hem op een bed liggen, de borst met bebloede doeken bedekt, terwijl een koud zweet op zijn voorhoofd parelde. Toen hij Max en Angelie ontwaarde, poogde hij zich op te richten en strekte hij zijn be vende handen naar hen uit. Liefste, sprak hij tot zijn dochter, ik ga u verlaten. Z'ich daarop tot zijn schoonzoon wendende, liet hij er op volgen: Een priester! den eerw. heer Bernard! Wees gerust! snikte Angelie, hij zal spoedig komen. Een rilling voer den gekwetste door de le den. Vader Falot, fluisterde hij, ik zou vader Fa- lot gaarne hier zien. Twee bedienden reden dadelijk in twee ver schillende richtingen uit, de eena naar de Sint Sulpiciuskerk, dê andere naar de rue de Puebla. Waar blijft de dokter toch? jammerde An gelie. Hier ben ik, mevrouw, antwoordde dokter Moreau, die juist binnenkwam. De dokter onderzocht de wonde, verbond ze, en bleef bedenkelijk voor zich zien, zonder iets te zeggen. Wel, mijnheer? vroeg de advocaat in angsti ge spanning. De dokter schudde het hoofd. Angelie begreep deze stomme veroordeeling door den man der wetenschap uitgesproken, en zonk op haar knieën vóór het bed neer. Ik blijf voorloopig her, mevrouw, zei de ge neesheer tot de jonge vrouw, en zal in de naaste kamer wachten, om uw dierbaren ge kwetste, zooveel in mijn vermogen is, te ver lichten en de vragen te beantwoorden, die het -recht tot mij zal moeten richten. Het gerecht! sprak Nerval als een echo. Hij sloot de oogen en bleef roerloos liggen. (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1