P R EMI E.
No. 3703
Woeosdag 10 December 1930
45ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Uit de stad van het Vaticaan.
let Geheim van den
Voddenraper.
VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
POSTREKEHIHE Nu. 52413.
FEUILLETON.
DE ZEEUWSCHE
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advertentiën 20 cent per regel, bij contract lager
ZEER KOOPKRACHTIGE
LEZERSKRING
UIT8TEKEND GESCHIKT
VOOR PUBLICITEIT
Wij leveren GRATIS en FRANCO EEN PRACH
TIG BLOC, BEVATTENDE 100 VELLEN PRIMA
SCHRIJFPAPIER aan ieder, die per 1 Januari
1931 een kwartaalabonnement voor „De Zeeuw-
che Koerier" aanwerft en EENZELFDE BLOC
BENEVENS 100 PRIMA WITTE ENVELOPPEN
aan ieder, die een jaarabonné aanwerft.
Toezending geschiedt terstond na voldoening
van de eerst abonnementsquitantie.
Zij, die zich per 1 Januari 1931 minstens
voor een kwartaal op De Zeeuwsche Koerier
abonneeren, ontvangen de nummers gedurende
de geheele maand December gratis.
De abonnementsprijs blijft OOK NA 1
JANUARI f.5,25 per jaar, f 1,50 per kwartaal
f.0,60 per maand.
Zegt het voort, dat „DE ZEEUWSCHE KOE
RIER" DE GOEDKOOPSTE, driemaal per week
verschijnende COURANT is en DE HOOGSTE
UITKEERINGEN waarborgt bij ongevallen.
'Men zie de bedragen, elders in dit blad;.
Roma Sacra Het Heilige Rome.
ROME, 2 December 1920.
Dr. Carl Sonnenschein heeft in een van zijn
boeken zoo ontzettend scherp, die gemoedelijk
droeve winterstemming geteekend die in dit
jaargetijde over zoo vele steden hangt ;;n het
Noorden van Europa: Een nuchtere morgen-
chemering. Zoo'n godverlaten nuchterheid!
Niets dan steenhoopen! Qement en betonblok
ben met gaten er tusschen! Nergens brandt er
een stil licht! Nergens roept er een verre viool.
Nergens schemert een vervaagde kleur! Steen
lioopen en nog eens steenhoopen! Geen bloe
men voor het venster. Geen grasprietje langs
de betonnen wegen! Maar huizen en huizen
en nog eens huizen, modern-heidensche ste
llen: ze zijn uitgehongerd als de droogte van
de woestijn. Dr. Sonnenschein wilde in deze
iroostelooze gemoedsstemming en in de dor
heid van de zuiver natuurlijke vorming en
techniek den lichtenden gloed van n geeste
lijk levend, sociaal-werkdadig en charitatief
katholicisme weldadig doen schijnen cm zoo
het troostelooze harde leven van iederen nieu
wen dag voor de terneergedrukte menschen
dragelijk te maken.
Die opgang uit die drukkende alledaagsch-
heid naar de eeuwige en onvergankelijke
schoondheid in den kringloop van het jaar
Naar het Fransch van
RAOUL DE NAVERY.
146)
Er waren drie kelders, één gedeeltelijk ge
vuld met ledige wijnvaten, één met brandhout
tén ledig, doch in een hoek lag een stelling,
die vroeger voor wijnvaten gediend had.
Bravo! dacht Charengon, deze kelder is als
voor mijn doel gemaakt, het kon niet beter;
hij komt aan den achterkant van het huis uyt,
het luchtgat is van stevige ijzeren tralies voor
zien ik heboef dus voor geen ontsnapping te
vreezen. Buitendien tot meerdere zekerheid zal
ik mijn kostganger het gebruik zijner armen
beletten. Er bigt nog wel geen stroo om een
fatsoenlijk bed te spreiden, maar dat komt er
eigenlijk niet op aan, hij zal zich nog meer aan
ontberingen moeten gewennen.
Daarop keerde hij naar het vertrek terug,
waar hij Camourdas had neergelegd, hief deze
onder de oksels op en sleepte hem, achteruit
gaand, de keldertrappen af,-er zach zeer weinig
om bekommeren/U of de beenen van de onge
lukkige door de schérpe kanten der steenen
gekneusd werden.
Men zou hem aangezien hebben voor een
moordenaar, die zijn; slachtoffer in een kelder
gaat begraven, om het bewijs zijner misdaad
OPROER IN RIO DE JANEIRO. - Tijdens de revolutionnaire woelingen in de hoofdstad van Braz:'iië. Oproerlingen
plunderen het parlementsgebouw.
is een oude, maar toch steeds nieuwe traditie
van het christelijke, van het katholieke Rome.
Roma Sacra! Het Heilige Rome. Ja deze tijd
van het kerkelijk jaar is zoo rijk aan stem
mingsvolle verheven kerkelijke feesten en de
natuur zelf bewaart djjt gezegende land, waar
over zich slechts zelden sombere nevels sprei
en, voor een zwaarmoedigheid die de menschen
in het koude Noorden, in het land van mist en
mest en regen, in koude stormachtige Novem
beravonden zoo zaak bevangt.
In de vroege namiddaguren spelen hier de
k'jnderén rond de muziekkiosk op Jeu Pincio
en wanneer de gouden bal van het hemellicht
in de purperen pracht der schemering ver
zinkt, dan staan er heel veel Romeinen be
wonderend naar dat schoone natuurtafereel
te staren en een groep touristen is verbaasd
over dien geweldigen koepel van den Sint Pie-
aan aller oogen te onttrekken.
Door Nerval onderricht omtrent den vermoe
delijken duur van den slaap van Camourdas
legde Charengon hem op de stellingen en bond
hem met 't gelaat naar de zoldering.
Het nauwe luchtgat, dat slechts een spaar
zaam licht doorliet, wierp ternauwernood een
vaal schijnsel op het bleek? voorhoofd van den
rampzalige. Hij scheen eerder een lijk, dan een
levend mensch, en voor de eerste maal van zijn
leven gevoelde Charengon een gevoel van
vrees.
Als hij eens dood was! vroeg hij bij zich-
zelven.
Hij boog zich over het roerlooze lichaam, en
beschouwde het oplettend, zonder het minste
teeken van leven te bespeuren.
Och! sprak hij, wij zullen wel zien, en als
Nerval hem bij vergissing vergiftigd had in
plaats van hem te bedwelmen, zou ik er niet
slechter bij varen.
Rustig verwijderde hij zich, sloot zorgvul
dig de deur en ging, daar hij doodmoe was,
wat in den tuin in het gras liggen slapen.
Het was reeds laat in den namiddag, toen
hij wakker werd, en hij ging toen in den
naasten winkel eenige levensmiddelen en tpin
gereedschap koopen, waarmee hij naar zijn
nieuwe woning terugkeerde.
Eerst den volgenden morgen begaf hij zich
weer naar den kelder. Hij vond Camourdas
nog goed gebonden op de stelling zitten.
De ongeluikkige had van lieverlede de ver-
doovende uitwerkselen van den opium voelen
verdwijnen, die zijn hersens benevelden en
ter die als een reusacht:g silhouet, afsteekt
tegen den brandenden horizon, die bngzaam
bleeker wordt en in schemering van den val
lenden avond vervaagt.
Wie vanaf den Pincio zijn blik over Rome
laat zweven, die begrijpt de innerlijke ziels
geheimen van deze stad, die ook in het mo
derne leven van een wereldstad steeds een aan
gename verkwikking biedt, een verpoozing in
de herinnering der Eeuwen, een overpeinzing
van de onvergelijkelijke heilige plaatsen, waar
de géschiedenis van het Christendom vaak in
bloed geschreven werd.
Daar rijzen de triumfbogen der Romeinsdhe
keizers en daarnaast de Basilieken, terwijl on
der de stad het helden tijdperk van het oude
Christendom in zijn catacomben een bronader
van zedelijk goud heeft aangeboord, waaraan
alle volgende geslachten geput hebben.
zijn ledematen verlamden. Het denkvermogen
keerde terug en met het denkvermogen het
gevoel van een machtelooze woede. Hij was
door Nerval misleid geworden, misleid als een
kind.
Hoe verwoed hij echter ook was, troostte
z;ch Camourdas, gewaar wordende, dat men
hem niet van zijn vest had beroofd, met de
gedachte dat alles misschien nog niet ver
loren was. Hij was als een gevangene, gebon
den, in een vunzig hol geworpen, maar hij
droeg het bewijs der eerloosheid van Nerval
bij zich.
Hij was evenwel beducht dat men hem zou
laten doodhongeren. Zijn gekluisterde beenen
beletten hem te staan, zijn gebonden armen
veroorloofden hem niet, ze op te heffen. Hij
was voornemens om hulp te roepen, maar hij
bedacht zich, misschien zou hij zich daardoor
aan een onmiddellijken dood blootstellen. Hij
wachtte. Met ongelooflijk veel inspanning ge
lukte het hem op de stelling overeind,te gaan
zitten, en luisterde met gespannen aandacht
of niet het gerucht van eenig menschelijk we
zen zich het hooren. Alles bleef doodstil. Op
die wijze verliep de nacht. Het was reeds lang
dag, toen hij het geluid van schreden op den
trap hoorde. Er kwam iemand tot hem.
Charengon trad binnen. Hij had een paar
bussels stroo onder den arm, in de hand droeg
hij een groote Waterkruik en een houten scho
tel.
Hij zette de kruik en den schotel neer, spreid
de het stroo op den grond, haalde een stuk
brood uit den zak, en zei spottend tol Camour
In de laatste Novemberdagen had in de Ca
tacomben van Callixtus een feestelijke plechtig
heid plaats onder leiding van Mgr. Resphigi,
Lie als secretaris der pauselijke commissie
voor Christelijke Archeologie, de H. Mis op
droeg. Daarna hield Prof. Maruchi, de be
kende Archeoloog, een lezing over de nieuwste
ontdekkingen, die in de Catacomben werden
gedaan. Tot slot wordt door de gangen van de
Catacomben een processie gehouden, waaron
der de litanie van Alle Heiligen gezongen wordt
Dat is iets, wat men heel z'n leven niet ver
geet. Men moet niet denken, dat hei telkens
terugkeeren van dien feestkring tot 'n ziellooze
gewoonte geworden ^s. Zeker, ook in het he-
dendaagsche Rome zijn levensmoede menschen
die 's morgens naar hun kantoor snellen en
's avonds afgemat in een autobus door de met
benzinestank-verpeste straten naar huis toe
das:
Hier is uw eten, ik volbreng mijn last,
slaap, eet en drink
Mijn armen! zei Camourdas, maak mijn Er-
men los!
Charengon zag hem met boosaardigfen spot
aan.
Gij zijt sterker dan ik kameraad, antwoord
de hij, en gij zoudt mij, vrees ik, doen ooeten
voor hetgeen u overkomen is.
Maar ik kan hier toch niet als een wild
dier vastgebonden blijven liggen!
Dat zult gij toch wel moeten, tot op den
dag, dat de meester mij zal bevelen u de vrij
heid te geven. Je beenen wil ik echter wel wat
Tosser binden, opdat gij kunt gaan.
Maar ik kan immers zelfs niet eten? klaag
de Camourdas.
O! wat dat betreft, hernam Charencon, de
menschen zijn in de wereld om elkander te
helpen.
Hij brak het brood in kleine stukken, legde
het op een der balken van de stelling en ging
heen.
Toen Camourdas weer alleen was, over
meesterde hem de wanhoop, en kwam het
voornemen in hem op, zijn hoofd tegen den
muur te pletter te stooten en zoodoende een
inde aan zijn leven te makèn.
Neen, dat niet! dacht hij eensklaps, ik zou
.iet gewroken zijn
(Wordt vervolgd).