No. 3691 Woensdag 12 November 1930 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN POSTRFKFNIHC Ka. 524 19. Ontwikkelingsavonden. let Geheim van den Voddenraper. S"""1"- VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND F E UI LL ETON Salarisverhoging en malaise. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentiën 20 cent per regelbij contract lager ZEER LEZER8KRINQ IT8TEKEND GESOHIKT VOOR PUBLIOITEIT (nadood*!» M^dAdeellno (27) L - 't J i iii ïi v-„ J' H-'- f'y 8: SHAW EN DE FILM. Bernard Shaw geeft zijn instructies bij de opname van een En- gelsche film, waarvan hij voor het grootste gedeelte de leiding heeft. Aan ons verzoek om gegevens te zenden over tie ontw;kkelingsavonden (programma, onder werpen en namen van sprekers) hebben nog gevolg gegeven de besturen der Werklieden- vereenigingen te Eindhoven, Nijmegen (kring), Nijmegen (stad), Roermond (kapel in c Zand) en Dieteren (L.) Waar blijven de anderen? De Werkl'jedenvereeniging van Eindhoven toont zich bizonder actief. Zij gaf een program boekje uit van cursussen, voordrachten cn too- neeluitvoeringen, alleen voor het winterseizoen 1930-1931. Hierin zijn tevens opgenomen alle gegevens omtrent de aan de Vereeniging, *ak- vereenigingen en instellingen. Een navolgens waardig voorbeeld! De in het boekje vermelde cursussen, welke in vijf verschillende lokalen gehouden worden, zijn de volgende: 1. De standsorganisatie en het Zedelijk- heidsvraagstuk. Spreker: Prof. H. F. Heezemans te Haaren N.-Br. 2. Het Leekenapostolaat in onze Arbeiders beweging. Spr. Pater J. Jacobs-M.S.C. te Heer len. 3. In hoeverre doet de katholieke arbeider3- beweg'jng aan politiek? Spr. A. C. de Bruyn, voorz. R. K. Werkliedenverbond te Utrecht. 4. De Kerk als beschermster der arbeiders. Spr. Pater J. Colsen te Nuth (L.) 5. Rationalisatie, trust en kartelwezen. Spr. F. van Brussel, te Den Haag. 6. De funeste gevolgen van den fabrieksar beid der vrouwen in godsdienstig-zedelijk en .sociaal opzicht. Spr. Prof. Koenraadt te Hoe ven (N.-B.) 7. De Vakorganisatie. Spr. A. J. Prein, Eind hoven. 8. Onze instellingen. Spr. F. v. Vliet en W. Jongeneelen. 9. De coöperatie. Spr. H. Rommers te Eind hoven. 10. De taak der standsorganisatie op gods dienstig-zedelijk gebied. Spr. Rector van Dijk, aalmoezenier van den Arbeid te Eindhoven. 11. De taak der standsorganisatie op sociaal gebied. Spr. W. de Natris te Eindhoven. 12. De Sociale Wetten. Spr. idem. Een aardig programma van bij uitstek prac- tische en voor dezen tijd belangrijke enderwer pen. Op twee Declamatie- en Voordrachtavonden laat genoemde Werkliedenvereeniging nog op- 1 reden: de heeren Bern. Verhoeven te Arnhem en Anton van Duinkerken. De eerste zal opre ken over „Guido Gezelle", en de tweede over Dichtkunst en maatschappelijk leven". Hier wordt dus ook gelegenheid gegeven, om zijne kennis te verruimen op literair gebied. Ongetwijfeld zal dit door velen op hoogen prijs worden gesteld. Aan het einde van het programma worden Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 136) Het geldt de toekomst van uw zoon en de uweToen gij ijn het huwelijk traadt zette uw echtgenoot een huwelijksgift op u vast van tweemaal honderd duizend frank Mijn echtgenoot hield veel van mij, mijn heer. Die huwleijksgift behoort u toe; niemand heeft het recht u die te ontnemen. Indien mijn echtgenoot geruïneerd sterft, ben ik arm, antwoordde mijn moeder eenvoudig. Vergeef mij, gij behoudt die huwelijksgift. Des te beter dan voor Mederic. Verlangt gij, dat w£1 dat geld terstond los maken? Handel hierin naar goedvinden, mijnheer, maarliet zij er aarzelend op volgen, als mijn geliefde Leo nog tweemaal honderddui zend franken bezat, was er niets verloren! Wat sprak hij dan toch van bankroet! Hij heeft mij nochtans bekend, dat zijn pas sief overgroot was. Iedereen kende hem als: een rechtschapen man. En mij, mijnheer, houdt gij mij voor een eer lijke vrouw? i J dan nog vermeld een zestal ontspanningsavon den met tooneel. Twee avonden worden gege ven door de eigen Tooneelvereeniging. Deze zal o.a. opvoeren het sociaal spel „De Anar chist". De overige avonden spelen het R. K. Tooneel te Rotterdam en het ensemble van Frits Bouwmeester. H. DE MAASBODE is het familieblad bij uitnemendheid. Wie zou daaraan durven twijfelen? antwoord de mijnheer Clairvaux. Gij zelf, mijnheer! gij en de schuldeischers van mijn echtgenoot, gij hebt gemeend dat ik tweemaal honderdduizend franken zou behou den. Die som komt U met volle recht toe. Mij? Hoe, mijn echtgenoot zou van vertwij feling gestorven zijn, omdat hij in de onmo gelijkheid verkeerde, zijn zaken met eere voort te zetten, en gij wilt, mijnheer, dat ik de we duwe van djen rechtschapen man, voor den prijs van tweemaal honderdduizend francs de schande van mijn zoon zou koopen... Tweemaal honderdduizend franken! Indien ik ze aannam, zou ik een fatsoenlijk mensch niet meer onder de oogen durven treden Goed gesproken, moeder! riep ik uit, terwijl ik haar in mijn armen sloot. Mijnheer Clairvaux boog zonder te spreken. Is deze som toereikend om de schulden mijns vaders af te doen? vroeg ik. Helaas neen, antwoordde de notaris. Hoeveel bedraagt het passief? Na aftrek van deze som nog honderdvijftig duizend franc. Welnu! zeg aan de schuldeischers dat de zoon den schuldenlast zijns vaders overneemt; zij zullen tot den laatsten cent betaald wor den. Mijn moeder scheen zich niet over mijn woorden te verwonderen. Gij weet niet waartoe gij u verbindt her nam de notaris. O Ja! gaf ik hem ten antwoord; ik verbind Men schrijft aan de Tern. Crt.: In alle deelen van Zeeland gaan thans de stemmen op van hen, die Ged. Staten er een verwijt van maken, dat dit college in dezen tijd van malaise het durft wagen te komen met een voorstel tot verhooging der salarissen van burgemeesters, secretarissen en ontvan gers. Het zyn niet slechts particulieren, die zoo spreken, ook openbare lichamen laten zich in mij door die belofte om reeds met den dag van morgen een leven van onafgebroken arbeid te beginnen, om als een slaaf te werken, zonder mij een enkel oogenblik van uitspanning cf rust te gunnen; om in het zweet mijns aan- schijns geld bijeen te gaan rapen, gelijk een vrek; mijn jeugdig leven ten offer te brengen en vóór mijn tijd oud te zijn, teneinde de eer mijns vaders te redden. Mederic, gij zijt de waardige zoon van onzen geliefden doode! sprak mijn moeder ontroerd. De oude priester zegende mij in stilte en verliet ons met den notaris. Hij kwam ons la ter nog menigmaal bezoeken. Soortgelijke tooneelen en aandoeningen zijn te plechtig, dan dat zij niet een duurzamen indruk zouden achterlaten. Na zoovele jaren, is het mij nog, als doorleef ik het tooneel, dat over mijn lot beslate. Wij betrokken een woning in de rue Des cartes en betaalden vierhonderd francs huur. Ons huisraad was ons te mooi voor onzen nieu wen stand; wij verkochten er het grootste ge deelte van en van de opbrengst konden wij le ven tot ik bezigheid gevonden had. Mijn moeder was zeer bedreven in allerlei handwerken; zij borduurde vuurschermen, ca napékussens, pantoffels en dergelijke artike len voor de voornaamste magazijnen, en daar haar werk zeer gezocht was, werd zij tamelijk goed voor haar arbeijd betaald. Mijnheer Clairvaux gaf mij akten om over te schrijven; ik verbeterde drukproeven voor een uitgever, en gaf les aan eenige jongelie den om hen voor hun examen voor te berei denzelfden geest uit en zelfs toonaa?igevende dagbladen meenen zich in dezen tot tolk van de openbare meening te moeten maken Toch mag de vraag gesteld worden, of zij, dis zoo spreken en schrijven, dit wel doen met voldoen de kennis van zaken? Men moet zich toch niet alleen blind staren op de enkele cijfers, doch tevens wei degelijk rekening houden èn met het fe'<t, dat de salarissen, waarin thans en nog niet eens over de geheele linie, een bescheiden verbetering wordt gebracht, sinds jaar en dag ten achter stonden bij die, welke in andere pro vincies in gelijksoortige gemeenten werden ge noten èn met het feit, dat straks de wet van 2«i Mei 1897 tot regeling van de financieele verhou ding tusschen Rijk en gemeenten staat te ver vangen te worden door de wet van 15 Juli 1929 waarin een geheel andere, eti voor de gemeen ten in vele gevallen gunstiger, verdeeling der lasten tusschen het Rijk en de gemeenten is neergelegd. Het i,s hier niet de plaats het systeem van laatstgenoemde wet en hare financieele gevol gen tot in de uiterste kleinigheden uiteen te zetten; voor ons doel te trachten een naar onze meening onjuiste zienswijze te weerleg gen, zeggen enkele cijfers meer dan lange be- toogen. Zoo zou de gemeente Axel onder de werking der wet van 1897 en bij de ongewijzigde jaar- weddenregel^ng moeten betalen f 10,280, onder de werking der nieuwe wet en mèt de door Ged. Staten voorgestelde wijzigingen in de jaar weddenregeling zal zij moeten betalen f 8340, voordeelig verschil derhalve f 1940. Voor de gé meente Eede, vanwaar een vlammend protest tegen het snoode voornemen van Ged. Staten uitging, komt men met deze cijfers tot een den, daar men wist, dat ik de mijne raeo «lans had afgelegd; mijn moeder hield de boekon bij van een kruidenier, onzen buurman, die haar met w inkelwaren betaalde, kortom, niets was ons te veel, als wij er slechts geld mee konden verdienen. De grootschheid van ons doel maak te ons den arbeid licht. Tijdens het leven mijner moeder werkten wij echter nooit des Zondags; wij gingen haar de kerk en brachten het overige van den dag ge zellig met elkaar door, hetzij wij eene wande ling gingen maken, hetzij wij thuis eleven en over onze vooruitzichten en plannen voor de toekomst praatten. In de week zaten wij dikwijls uren achter een, ik over mijn schrijftafel, zij over naar bor ruurraam gebogen, zonder een woord met el kander te wisselen, maar onze blikken waren des te welsprekender, en als wij, des avonds onze berekening makend, meer verdiend had den dan gewoonlijk, omarmden wij elkander weenend. Wij dachten aan den geliefden doode. Twee jaren hadden wij reeds dat leven vol ontberingen en rusteloozen arbeid geleid, ons bijna het noodige ontzeggend, om te meer geld voor de schuldeischers over te houden, toen mijn moeder, die geen rekening gehouden had met haar krachten, op zekeren morgen een aanval van koorts gevoelde; ik wilde een dok ter laten roepen, maar zij weigerde dit: den volgenden dag moest zij te bed blijven. De dokter verscheen, doch hij gaf mij geen hoop meer. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1