Stadsnieuws. WIE HELPT Misplaatste prap. Gisterenavond werd tusschen het douanekantoor alhier en de Belgische grens door twee jongelui aan een auto, bestuurd door den heer Staal, wethou der uit Stoppeldijk, met een zakdoek een sein gegeven om te stoppen. Toen de auto mobilist hieraan niet voldeed, werd er ge schoten. €en proef met „LESSI VIT E" tuigen, dat dit waschmiddel alle bezit, die men er aan toeschrijft. kan U over- eigenschappen 64 schot van f 64,300 krachtenns het Têrtiairë- wegenbesluit voor de gedeeltelijke verbetering van de Wilhelm'jnastraat. Het te verbeteren wegvak, ter lengte van 2,1 K.M., maakt deel uit van de 7,86 K.M. lange verbinding St. Andries St. Jansteen, welke in 1892 bekeid werd. De keien der oorspronkelijke verharding en de later ter herstelling daarvan gelegde zijn thans zóózeer versleten, dat zij voor keibaan niet meer bru'^baar zijn. Ged. Staten kunnen zich met het plan en de begrooting vereeni gen, maar meenen dat, met het oog op het da gelijksch toezicht op de uitvoering van het werk, het bedrag ware af te ronden tot f 65.000 In den onderhoudsplicht, thans berustende b- de gemeente St. Jansteen, komt door bovenge noemde verbetering geene verandering. Bijdrage kosten herstel Raadhuis te Veere. Het raadhuis der eens zoo bloe'ende handels stad Veere verkeert in een toestand van verval. Hetgeen in tijden van welvaart en rijkdom werd opgetrokken als uiting van burgertrots en gemeenschapszin, legt thans, onder zoo ge heel gewijzigde omstandigheden, op de ge meente zware en door haar welhaast niet te dragen lasten. Wordt hier niet tijdig '^gegre pen, dan laat het zich aanzien, dat het raad huis van Veere, als voorbeeld van den hoogen bloei van het handwerk in vervlogen tijden ook ver buiten de landsgrenzen bekend, ten ondergang is gedoemd. De regeering heeft dit ook 'ingezien, en heeft als eerste termijn in kosten van herstel, die globaal op f 100,000 worden geraamd, een be drag van f 10,000 uitgetrokken. De medewer king van het Rijk is evenwel niet verzekerd, zoolang ook niet zoowel de gemeente, als de Provincie naarmate van haar krachten haar aandeelbijdragen. Ged. Staten stellen voor de provinciale bijdrage te bepalen op f 10,000 en wel f 4000 in 1931, waarmede in verband de post „Subsidiën voor herstelling van monu mentale gebouwen" op de begrooting 1931 is verhoogd van f 5000 op f 10.000. De overige f 6000 stellen Ged. Staten voor over :1e volgen de jaren te verdeelen, in verband met andere bereids toegekende of nog toe te kennen bij dragen, evenwel met d^en verstande, dat de ge- heele bijdrage uiterlijk na de beë'diging van het dienstjaar 1934 zal zijn uitgekeerd. Ten slotte deelen Ged. Staten nog mede, dat het in hun voornemen ligt om genoemde be- grootingspost ook in de volgende jaren op f 10.000 te ramen. (Wordt vervolgd). De Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding. Naar wij vernemen, zal Donderdag a.s., 6 dezer, onder leiding van den Commissaris der Koningin te Ter Neuzen een vergadering worden gehouden van vertegenwoordigers der tot het nieuwe Waterleidingplan toege treden gemeenten en de commissarissen der N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding- Maatschappij teneinde den toestand te be spreken en over de verdere procedure te beslissen. Hieruit blijkt wel, dat men niet voorne mens is er gras over te laten groeien doch thans met voortvarendheid aan de oplossing van het voor ons gewest zoo belangrijke waterleidingvraagstuk gaat voortwerken. hij rekening houden met de wenschen van de Raadsmeerderhejd. Spr. betoogt, dat de finan- cieering van buitengewone werken door middel van leeningen aan de belastingbetalers ten goede zou komen. Wat betreft het plaatsen der gemeente in de 2e klasse der fondsbelasting zet spr. uiteen, dat de minder goed gesitueer den hiervan n;,et zoo'n overlast ondervinden als de heer Hamelink voorgeeft. Het financieel beleid is erop gericht om de gemeentekas zoo veel mogelijk te be voor deelen. Wat de malaise betreft, gelooft spr. niet dat't spookbeeld, dat de heer Scheele daarvan ophangt, juist is. Er i altijd een categorie van menschen, die in de positie blijft, waarin zij i,s, zoodat men zich van de gemeentefinanciën z.i. vooralsnog niet al te bezorgd behoeft te maken. Spr. doet dan nog enkele mededeelingen ter illustratie van den fjnancieelen toestand der gemeente. Wethouder Geelhoedt zegt, naar aanleiding van de opmerking van den heer Hamelink „dat het college niet werkt vol gens een vast plan", dat B. en W. bij hun weik wijze het algemeene belang der gemeente op het oog hebben. Hij acht het een voordeel, dat men niet gebonden is aan zekere politieke af spraken. Zoodoende kan men rustig doorwer ken. Spr. brengt in herinnering hetgeen in de afgeloopen zittingsperiode op het gebied van straten en wegen is tot stand gebracht kun nen worden, terwijl tegelijkertijd de belasting belangrijk omlaag ging, hetgeen ook een gevolg was van de betere economische omstandighe den. De oplossing der rioleer'jngkwestie is af gestuit op verschillende moeilijkheden. Of het oorspronkelijke plan een afdoende oplossing zal brengen kan spr, niet zeggen. De heer Hamelink repliceert in het kort, ver klarend o.a. dat het antwoord van wethouder De heer va nDriel brengt de rioolkwestie nog even ter sprake. Het is hem bekend, dat men op dezelfder oplossing nog wel 4 jaar zal kunnen wachten. Er zijn bezwaren van plaat selijken, persoonlijken en financieelen aard. Mèt den voorzitter is spreker het eens, dat deze aangelgenheid slechts voor commissoriale bespreking vatbaar is. Een reservoir kan geen oplossing brengen daar dat te duur zou ko men. De heer Scheele meent, dat de voorzitter te optimistisch is wat betreft den economischen toestand. Spr. citeert de onhoudbare toestan den in de bietencultuur en bepleit met kracht een betere oriënteering der autoriteiten inzake den noodtoestand ten plattelande. De heer Hamelink is het met den voorzitter niet eens, dat de cr,sis geen noemenswaardigen invloed zal hebben op de gemeentefinanciën. Het is niet alleen de landbouw, die eronder ge bukt gaat. Daarmee wil spr. niet zeggen, dat men in zak en asch moet zitten. Integendeel zal men naar middelen moeten omzien om de crisis het hoofd te bieden. De heer Bedet meent, dat de voorzitter veel te optimistisch is. Spr. wijst op de verlading van kunstmeststoffen als belangrijke factor voor de haven van Terneuzen en daarmee ook van de gemeentefinanciën. De voorzatter antwoordt nog dat vertrouwen in de toekomst met betrekking tot de gemeen te alleszins gerechtvaardigd is. De heer Colsen houdt vol, dat bij de ver breeding van den Kanaalweg van geen techni sche kwestie voor de gemeente sprake is. Wel van een financieele Spr. verwijst naar West- dorpe, dat wel wegverbetering uitvoert. De Wa terstaat presenteert, een zandbed te leggen. Wethouder Geelhoedt interrumpeert: Ook om alle veranderingen aan de woningen aan te brengen, die eruit voortvloeien? De heer Colsen verwijt B. en W., aan een uit noodiging van Ir. Witteveen tot een bespr- king van het vraagstuk geen gevolg te hebben gegeven. Wethouder Geelhoedt en de secretaris noe men dit laatste onwaar. Er is wel degelijk ge confereerd doch de uitvoering bleek financieel niet mogelijk over het zandbed is met geen woord gerept. De voorzitter constateert, dat B. en W. dus niet in gebreke gesteld kunnen worden en sluit daarna de algemeene beschouwingen. Na een korte pauze volgt nu de artikelsge- wijze behandeling der begrooting. Reeds post 1 geeft aanleiding tot een kleine schermutseling. De heer Colsen wenscht namelijk uit het ba tig slot van den gewonen dienst f 10,000 voor verbeteringen te Sluisky. De heer van Aken vraagt zelfs f 18,000 a f 20,000. Daartegen wordt o.a. aangevoerd, dat om gel den toe te kunnen staan, men eerst precies dient te weten, waarvoor ze besteed zullen wor den. Hier is zulks niet bekend. Zonder noemenswaardig oponthoud stevent men verder tot volgnummer 13. De hierbij voor gestelde verhooging van het presentiegeld der raadsleden van 3 tot f 4 geeft aanleiding tot vrij uitvoerige gedachtenwisselingen. De heer Dekker o.a. zal tegenstemmen wijl hij vroeger ook tegen verhooging der ambtenaarssalaris sen heeft gestemd. Men zou anders kunnen zeggen, dat hij op eigen voordeel uit was, meent hij. Ten slotte wordt de verhooging aan genomen met de stemmen van de heeren Be det, Scheele, Dekker en de Bruijne tegen. Volgnummer 14 vormt de volgende pleister plaats van beteekenis. 't Betrof de motorspuit. De heer Hamelinck meende, dat brenden als te Middelburg zoo zelden voorkomen, dat men hieraan geen motief kan ontleenen. Overigens wordt een samenwerking tusschen de gemeen ten nagestreefd. Tezamen met de brandkranen van de toekomstige waterleiding zal die Ui de toekomst voldoende beveiliging opleveren. De heer Scheele is er ook tegen op verschil lende gronden. O.a. zou de waterleiding de op lossing brengen, is gezegd. De heer de Bruijne meent, dat Driewegen er toch niet mee gebaat zou zijn, waar men daar niet voldoende water heeft. De voorzitter verdedigt nog in het kort de aanschaffing. Gezien de opslagplaatsen van licht ontvlambare stoffen (spr. noemt o.a. de Eltabazar) zijn rampen als te Middelburg ook te Ter Neuzen zeer goed denkbaar. Men moet niet wachten tot het kalf verdronken is. Slechts de heeren de Jager, de Bakker en Geelhoedt bleken voor deze motiveering te voe len. Het was derhalve verworpen. Bij volgnummer 92 bepleit de heer Colsen een j aarlijksche toelage voor den keurmeester voor vee etc. van f 400, gezien de toegenomen werkzaamheden. Voorts wenscht dit lid een uitkeering van hetgeen boven 10 pCt. aan winst wordt gemaakt aan de slagers (de consumen ten! interrumpeert de heer Hamelink ondeu gend).' De voorzitter adviseert den heer Colsen om B. en W. te verzoeken in een volgende vergade ring een voorstel te doen, den betrokkene over 1930 een toelage van f 400 te geven, waarbij interpellant zich neerlegt. De uitkeering aan slagers vindt geen steun bij andere raadsleden. De voorgestelde subsidie van f 6000 voor liet gemeenteziekenhuis kordt goedgekeurd terwijl op voorstel van den heer Colsen voor de R. K. verpleging te Sluiskil een subsidie van f 500 wordt gevoteerd. Met 9 tegen 3 stemmen besluit de Raad tot aanstelling van een nieuwen werkman in vas ten dienst. Een voorstel Colsen-de Bakker om verhoo ging der subsidie voor de R. K. Bewaarschool te Sluiskil van f 200 kon geen genade vinden. Opnieuw werd thans de zitting geschorst en wel tot 7 uur. Over een voorstel Bedet om een oproep te plaatsen voor een gemeentegeneesheer op een honorarium van f 800 staken de stemmen. Voor dit jaar wordt de vergoeding van f 650 voor halen en bezorgen van geneesmiddelen te Sluiskil gehandhaafd. Bij volgnummer 272 vormt het Burgerlijk Armbestuur weer een dankbaar onderwerp voor debat. De heer Hamelink is heelemaal niet tevreden over dit bestuur. Het moet z.i. verdwijnen. Er moet andere, meer democratische geest komen. Spr. wenscht een betere regeling. Niet alleen de allerarmste doch ook de maatschappelijk hulpbehoevenden moeten worden ondersteund. De heer Bedet weerspreekt, dat het B. A. niet met den tijd zou meegaan. De heer van Driel uit zich in gelijken geest als de heer Hamelink. De heer Colsen wenscht, dat B. en W. een voorstel zullen doen om het B. A. om te zetten in een Commissie voor Maatschappelijk Hulp betoon. De heer Hamelink wenscht, dat de raadsle den inzage krijgenn van de cijfers en wil het toezicht op het B. A. onder B. en W. brengen. Ten slotte wordt op voorstel van den voor zitter een Commissie van onderzoek benoemd, bestaande uit de heeren Hamelink, Colsen, Be det en Verlinde onder voorzitterschap van wet houder de Jager. Aan de veiling wordt f 500 inplaats van de gevraagde f 1000 subsidie toegekend. Besloten wordt ten slotte, de Markt e.a. met Koperslakkeien te bestraten. Ten circa kwart vóór 10 reeds!! gaat de be grooting er met algemeene stemmen door. de St. Vincentiusvereeniging alhier aan een bruikbare REGENJAS ten behoeve van een flinken jongen van ruim 14 jaar, die geregeld door weer en wind moet. Spoedige hulp zal zoer welkom zijn. Het adres van den secretaris is H. BOCKSTAEL, Schulpenpad. ,1*1 /r.£, f£< j Door den autobestuurder werd een en ander ten douanekantore gerapporteerd, van waaruit terstond een onderzoek werd inge steld met gevolg, dat de beide jongeman nen konden worden aangehouden. Een der jongelui bleek in het bezit te zijn van een sprekend op een echte browning gelijkend klappistool. Een procesverbaal wegens baldadigheid en het dragen van verboden wapenen zal wel het gevolg zijn, zoodat deze grap den be trokkenen nog duur te staan kan komen. De maréchaussée alhier heeft de zaak in handen. TER NEUZEN. Gemeenteraad. (Vervolg verslag vergadering 30 October. De heer Bedet reageert grootendeels op het geen door vorige sprekers is gezegd. Hij wijst er den heer Hamelink o.a. op, dat, al is de toestand gunstig er toch nog beleid noodig blijft om de financiën iji goede banen te lei den. De heer Dekker vertelt van een begrafenis stoet, die op Sluiskil niet kon keeren en ver zoekt aandacht voor verbetering van d»n be- treffenden hoek, wat door den voorzitter gaar ne wordt toegezegd. De heer Scheele meent, dat de heer Hame- link c.s. wel wat teveel eer voqr zich opeischen. Op vele punten hebben ook andere fracties meegewerkt. Spr. ontkent, dat Sluiskil veront- achtzaamd zou worden. Tot den heer Colsen zegt spr. dat deze zich weinig bemoeit net de gemeentebelangen in het algemeen doch meer speciaal met die van Sluiskil. Spr. wijst dan op de crisis welke z'jch aan het voltrekken is. Het heeft spr. ten zeerste gegriefd, dat men in zulke omstandigheden van ambtenaarszijde nog durft vragen om verhooging der salarissen Men moest voorzichtiger zijn. Spr. wijst r.ok op de tractementsverhooging voor burgemeesters en secretarissen, welke van Ged. Staten is af ge komen. Dat college moest rekening houden met den vrensch van den Raad, die daar niets van wilde hooren. Door bedoelde tractementsver hooging worden juist de gemeenten belast die boven den norm waren. Men zal goed hebben toe te zien, wie men het volgend jaar naar de Prov. Staten afvaardigt. En die afgevaardigden zullen er rekening mee dienen te houden, dat ze meer contact houden met het college van Ged. Staten. Volgens spreker's overtuiging wordt op deze wijze door de hoogere autoritei ten een gevaarlijke rol gespeeld. Zonder het te bedoelen kweeken ze een revolutionnairen geest. Spr. hoopt dat de organisaties der amb tenaren zullen inzien dat men in deze tijden over salarisverhooging rliet behoort te spreken. De heer de Bruijne kan zich met hetgeen de heer Scheele over de salarieering gezegd heeft ten volle vereenigen. Wethouder de Jager verklaart dat zijn per soonlijke zienswijze inzake leeningspolitiek nog geen wijziging heeft ondergaan. Echter moet de Jager wat betreft diens opvattingen van de leen'jngspolitek hem wel een beetje ontnuch terd heeft. Het rioleeringsplan noemt spr. een regeeringsfout. Men had zich tevoren van de uitvoerbaarheid moeten overtuigen. De heer de Bakker meent dat de begrooting een te hoog bedrag aangeeft voor nieuwe be strating. Spr. brengt een aantal wenschen naar voren o.a. een verbetering van de dokgelegen heid, centrale verwarming van de school te Sluiskil, Kindertoeslag voor het gemeenteper- soneel en verbetering van den toestand te Sluiskil. Hierna wordt gepauseerd. Als" we ten 2 uur weer in de Raadszaal ver schijnen, vernemen we, dat, hoewel tegen aan wezigheid van de pers geen bezwaar wordt gemaakt, de zitt'jqg geacht wordt niet publiek te zijn in verband met een voorbespreking over de brandspuitkwestie, waartoe ook de opper- brandmeester is uitgenoodigd. Laastgenoemde geeft een uitvoerige toelichting bij het voor stel tot aanschaffing van een motorspuit en beanwoordt verschillende vragen en opmerkin gen van de gemeenteraadsleden. Dan wordt de zitting weer openbaar en krij gen we een voorzetting van de algemeene be schouwingen. De voorzitter zegt, dat het hem spijt, dat de rioleeringskwestie niet in de afdeelingsverga- deringen naar voren is gebracht. B. en W. heb ben ten dezen niets te verbergen doch wen schen deze kwestie niet in een openbare ver gadering te behandelen. Spr. verdedigt voorts het financieel beleid van B. en W. Tot den heer Colsen zegt hij dat B. en W. niet het minste belang erbij hebben om hem te misleiden. Hij licht zijn vroeger afgelegde verklaring inzake den Kanaalweg nader toe. Wat de crisis betreft, verwondert spr, zich steeds over de groote onkunde, welke op dit terrein blijkt te bestaan. De crisis in den landbouw is voor de financiën van Ter- neuzen niet van overwegende beteekenis. Aan de hand van uitspraken van autoriteiten, op wetenschappelijk en handelsgebied betoogt spr voorts, dat er vooralsnog geenerlei aanleiding bestaat om aan de crisis een te groote betee kenis toe te kennen. Er is alleszins ruimte voor een zeker optimisme.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 2