No. 3686 Vrijdag 31 October 1930 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Eerste Bkti. Allerheiligen. Uit de Pers Kameroverzicht Buitent. Overzicht Binnenland VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND POSTREKENIWG Ho. 52419. HET HUWELIJK VAN KONING BORIS. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. ;r DE ZEEUWSGHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 TelegramadresKoerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,-^ of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -* Advertentiën 20 cent per. regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING ITSTEKEND GESCHIKT VOOR PUBLICITEIT Ingezonden Mededeellng Wanneer de wereld hoort, dat er een heilige m haar midden vertoeft, dan schrikt zij op. Zij heeft haar kring immers zoo fijntjes inge deeld, zij weet zoo precies, wat mogelijk is en wat nietzij voelt zoo precies wat men kan en wat nietzij heeft zoo scherp omlijnd wat mag en wat niet mag, dat er niets is, wat deze cirkel mag overschrijden. Alles moet op zijn plaats blijven en zóó dat het niemand er gens pijn doet. Alles moet heel „burgerlijk" zijn, d.w.z. middelmatig of juister gezegd lafhartig. Voor den drommelwaarom zou men het zich ook moeilijk maken? Het is al erg genoeg, dat er buiten dat nog dikwijls iets is, dat onze dagen versombert, en dat onmo gelijk kan ontgaan. Wanneer nu een heilige binnen dit eng om grensd kringetje binnentreedt, dan ontstaat er minstens een soort verlegenheid. Hij past eigenlijk nergens en staat overal in den weg en op den duur j$ dit zeldzame iets ontstel lends, omdat het alle gewoonten en gebruiken in het aangezicht slaat. Zekerheeft ie mand twee weken zijn „dwaze" dagen, dan geeft men daarvoor de noodige reden op, dat is zeer goed te begrijpenWaarom ook niet? Zoo is men toch niet. Maar het spreekt toch vanzelf, dat men uit buitensporigheden geen systeem en geen levensregel kan samenstellen. Gebeurt dat echter toch, nu, dan verandert in korten tijd de schrik in een hartgrondige er gernis die zich geheel in zijn recht gevoelt, wanneer hij dit gederailleerde exemplaar van een mensch het leven zoo zwaar mogelijk tracht te maken. Kortom, er treedt nu een toe stand in zooals die aangeduid wordt 5<n de laatste der acht zaligheden: „Zalig zij die ver volging lijden om wille der gerechtigheid want hunner is het Rijk der Hemelen". De Heilige is voor deze wereld dus de onbe grijpelijke mensch, omdat hij in allen ernst streeft naar dingen die de wereld onbegrijpe lijk vindt. Christus, de Heer, heeft in de acht Zaligheden al deze onbegrijpelijkheden opge somd. Men kan er uit nemen, wat men wil, het is alles om het hoofd er mee te schudden Of weet een „verstandig" mensch soms raad met iets zooals: „Zalig zij, die hongeren en dorsten?" Ha alsof niet alles in ons naar verzadiging schreeuwde Verzadigd wil ik worden, roept de zinnelijke mensch. Verzadigd wil ik worden, schreeuwt het oog, het oorVerzadigd wij ik worden. dat roept het heele lichaamVerzadigd verzadigdverzadigdZalig zijn zij die verzadigd zijn, want zij gaan op weeke zolen door het leven! Heeft echter werkelijk wel eens iemand een echt verzadigd exemplaar van 'n wereld- mensch gezien en was die dan nog beter en rijker dan Salomon? Hoort men n\et altijd de klacht, dat zoo'n mensch nu en dan nog hongeren moet omdat hem dit of dat nog ontbreekt? En wanneer hij ook dat zelfs zou hebben ge had wanneer hij allesallesbezat dan nog zou dat gevoel van honger hem niet los laten, noch dat gevoel van bedrogen zijn om zijn ik-weet-niet-wat! Er moeten ziekten zijn, die een voortdurend gevoel van honger met zich brengen. Op der gelijke manier zijn deze menschen ziek. Nu is het immers een oude ondervind'jng, dat men nooit verzadigd wordt door dingen van het uiterlijk bestaan d.w.z. men kan er nooit door verzadigd worden. Iedereen weet dat, want ieder kent de spreuk, die de wijsgeeren en wij zen aller eeuwen ons daar omtrent achterlieten En toch, njemand, gelooft het, tot hij het zelf ondervonden heeft en dan weigert hij het, om deze ondervinding te bevestigen. Voort gaat de jacht, altijd voort, tot de jager voor de deuren der eeuwigheid staat en alles moet laten staan hetzij weinig, hetzij veel waaraan hij zich trachtte te verzadigen. Neen, neen, men wil daar niet van hooren! En wanneer er nu iemand komt, die dezen dollen rit niet mee wil maken, dan slaat men naar hem, als naar een lastige hindernis, die iemand gek wil maken. De Heilige echter lacht of weent. Hij weet Immers maar al te goed, hoe beklagenswaardig de andere is. Want de eenige De eerste getelegrafeerde foto van het huwelijk te Assisië. Koning Boris met zijn echtgenoote in den bruidsstoet. verzadigde, d.w.z. hij die werkelijk verzadigd is, dat is immers alleen de Heilige, omdat zijn honger en dorst naar de gerechtigheid hem tot dingen leidde, d;£ alleen kunnen verzadigen „Zij zullen verzadigd worden" dit wfcord van Christus staat daar als een ijzeren rots, als een wet, die geen uitzondering duldt, ais een vesting, waartegen alle brand en storm, alie hoon en spot machteloos terugkaatsen. Waarom? Omdat het. geen willekeurige wet is, maar een wet van ons eigen zijn en wezen, een wet, die pas opgeheven zou kunnen wor den, wanneer wij ons zijn en wezen verloren, d.w.z. ophielden mensch te zijn, schepselen, die bedoeld en geschapen zijn voor het geestelijke, voor het hemelsche. Dus tenslotte heeft de Heilige voor on na gelijk met zijne onbegrijpelijkheid. Als slechts jaals slechts Ach, hij is zoo zwaar, de eerste schrede. Ook voor hen, die Allerheiligen nog in allen ernst viieren en daarin een belijdenis voelen, die een verplichting in zich sluit, wij nl. die ons Christenen voelen. Ware het toch nu eerst maar eens zoo met ons gesteld dat wij honger naar den waren honger en dorst naar den waren dorst hadden, dan zou het later wel zóó zijn, dat wij nog ge holpen konden worden. Zouden wij daarom niet bidden? Communistenkweekerij. In een verslag over een mode-show in „Hotel des Indes" schreef het „Handelsblad" o.a.: „Als een mannequin in een kort en wijd chinchilla-a vond jasje haar opwachting komt maken, deelt een der vertegenwoordi gers van de firma op luiden toon mede, dat die gestreepte mantel met zeventig dui zend Hollandsche guldens moet worden be taald; zeventig duizend gulden! Het bedrag wordt aan ieder tafeltje herhaald, het lokt verteederde blikken in de richting van den mantel, die niet eens door iedereen uit bundig kon worden bewonderd". Is het wonder, dat de „Tribune" hierboven zet: „Terwijl de werkloozen crepeeren (Van onze parlementaire medewerker. Wynkoop's échec. Het Pachtvraagstuk t Spreekt wel vanzelf, dat de Tweede Kamer niet inging op het verzoek van den heer Wijn koop om de regeering te mogen interpelleeren over „het vrijwaren van de rechten der leden van het parlement". Die rechten loopen heele- maal geen gevaar als de Kamerleden zich maar fatsoenlijk gedragen en niet zoo kwa jongensachtig brutaal als de communist De Visser het Vrijdag deed. Met 70 tegen 2 stemmen, die der beide com munisten, werd het verzoek van den heer Wijn koop afgewezen. De Tweede Kamer heeft vervolgens een aan vang gemaakt met de behandeling van een wijziging in het Burgerlijk Wetboek ten aan zien van de pacht en regeling van de pacht- commiss^es. De voornaamste nieuwigheid in de Pachtwet zal zijn het zoogenaamde continuatie recht - recht tot voortzetting van de pacht; het remissierecht, ofwel vergoeding voor scha de wegens buitengewone omstandigheden en het recht van vergoeding wegens door den pachter aangebrachte verbeteringen. Zooals steeds bij dergelijke wetsvoorstellen gaat het regeeringsontwerp volgens den een lang nipt ver genoeg, is het niet veel meer dan een wassen neus, terwijl de ander ach en wee roept over de aantasting van vrijheid en eigen domsrecht. Alleen al deze dubbele critiek op het ontwerp bewijst, dat de regeering getracht heeft het juiste midden te houden, misstan den zooveel mogelijk uit te roeien met handha ving van recht en billijkheid. Misstanden heb ben er natuurlijk bestaan. Maar één ding dient niet vergeten te worden: Niet alle eigenaars verpachters zijn welgedane rijkaards. Voor zeer velen is de pacht van wellicht zwaar verhy- potheekt land, dat ze zelf niet kunnen exploi- teeren, een onmisbare bron van een beschei den inkomen. Wel deed het allerpijnlijkst aan. te moeten hooren, dat voor zoover er misstan den bestaan, de grootste schuldige de Staat der Nederlanden is, die vaak verbeteringen eischt, doch die door de pachters zelf laat be talen en die het heillooze systeem der publieke verpachtingen met haar ongewenschte opdrij ving van pachtsommen huld'jgt Het spreekt vanzelf, dat in de wet het con tinuatie- en het remissierecht met allerhande beperkende bepalingen is omkleed. De revolutie in Zuid-Amerika. Een donder rede van Mussolini en haar gevolgen. De revolutie heeft ten slotte in Brazilië toch gezegevierd. Dat wil zeggen, op een gegeven oogenblik waren er twee revolut?onnaire groe pen, op de eerste plaats de Noordelijke en Zuidelijke aan welke de regeeringstroepen niet zonder succes het hoofd boden en een partij in de hoofdstad, welke de regeering dwong af te treden om aan het bloedvergieten een einde te maken, 't Is eigenlijk deze laatste groep welke aan de regeer'jng den doodsteek heeft gegeven. Zoodra het Kabinet en de president hun functies hadden neergelegd stelden deze hoofdstedelijke opstandelingen zich met de groepen in Noord en Zuid in verbinding en was in enkele uren tijds het succes van de revolutie reeds zoover bezegeld dat een nieuwe regeering tot stand was gekomen, die nog slechts door d'n nieuwen president haar mandaat bevestigd heeft te zien. Die nieuwe president zal vermoe delijk de bij de verkiezingen van dezen zomer verslagen candidaat Vargas zijn. Het is te hopen, dat wij nu in Zuid-Amerika waarvan elke staat vrijwel zijn beurt heeft ge had, eindelijk eens aan het ejnd zijn der re- volutionnaire woelingen. Om weer tot welvaart te komen vraagt de wereld rustigen arbeid. Mussolini heeft weer eens een donderrede gehouden, een rede die in Europa niet is mis verstaan en die in de pers al reeds commen taren heeeft gehad. De duce heeft nog eens in ondubbelzinnige taal gezegd, dat Italië niet zal nalaten zich te wapenen zoolang andere landen zulks ook doen en dat een expansie naar het Oosten den Balkan een gebie dende noodzakelijkheid is, waarvan Italië on der geen beding zal afzien! Feit is dat Italië op weg is, zich een sterke posjjtie in den Balkan te scheppen. Albanië is een Italiaansche vazel- staat; Hongarije verwacht van Italië alleen de verwezenlijking van zijn gerechte nationale aspiraties: hereeniging voor zoover nog moge lijk van de afgesneden Magyaren met het mee derlandRoemenië is met Italië grootelfjks bevriend en zal dat wel altijd blijven al was het alleen maar om denzelfden taalstam; en zoo juist is Bulgarije met den band van ko ningsbloed aan Italië verbonden, 'tls slechts Joego-Slavië dat zich tegen de verdere pene tratie van Italië op den Balkan verzeten eens, moet worden gevreesd, zal om de hegemo nie op den Balkan het bloed weer met stroo men worden vergoten. Over de Italiaansch-Fransche verhoudingen Frankrijk staat achter Joego-Slavfë werpt de rede van Mussolini weer nieuwe donkere schaduwen. Geruchten doen verluiden dat Amerika bezig is in die steeds scherper wordende verhoudin gen te bemiddelen. Het valt niet zoo gemakke lijk te gelooven. De Vereenigde Staten steken zich niet gemakkelijk in een wespennest. Na den grooten oorlog hebben ze nog niet anders gedaan, dan zich zooveel mogelijk van de Eu- ropeesche moeilijkheden, welke heel wat ge makkelijker zouden zijn op te lossen als Europa financieel niet dooc het rijke Amerika werd uitgemergeld, afzijdig te houden. De Ameri kaan is een man van zaken en het is nog niet voldoende tot hem doorgedrongen, dat er met verarmde landen geen zaken vallen te doen Maar dat weet hij wel, dat hij van de vuile wasch der Europeesche landen moet afblijven. Hij zou daarmee immers zakenvrienden kun nen verspelen Ir. L. A. Fruytier. De hoofdinspecteur van den arbeid ij. L. A. Fruytier is, met ingang van 1 December a s werkzaam gesteld in het 1ste district der ar beidsinspectie. ter standplaats Maastricht, en aangewezen als hoofd van den dienst der ar beidsinspectie in dat district. Bezoldiging van burgemeesters, secretarissen en ontvangers. In het V. V. der Tweede Kamer over de be grooting van Binnenlandsche Zaken en Land bouw werd gevraagd of de Minister bereid Is het tot stand komen te bevorderen van een al- geheele uniformiteit ün de salarieering van burgemeesters, secretarissen en ontvangers in de onderscheidene provinciën. VT IT (24) 9) r- te Sn e- ?e in •t ai in ;r ls 1» h - i - ï- ït >o ir el i- 't ie >t e n .r e n

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1