No. 3678
Maandag 13 October 1930
45ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSOH-VLAANDEREN
Brief uit Engeland.
Set Geheim van den
Voddenraper.
VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
PQSTREKEHIKE He. 52419.
FEUILLETON.
(Wordt vervolgd.)
DE ZEEUWSCHE KOERIER
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advortentien 20 cent per regelbij contract lager
ZEER KOOPKRACHTIGE
lEZERSKR INQ C'
IT8TEKEND GESCHIKT
VOOR PUBLICITEIT
Uit de memories van 'n slavenhandelaar
't Verval van 't Anglicanismc
Londen, 2 Oct. 1930.
Onder den naam „handel '/n zwart ivoor"
\erschool zich vroeger 't weerzinwekkende ge-
jacher, dat nog in de vorige eeuw gedreven
werd met negers, juist in 'n tijd, dat men in de
beschaafde wereld den mond vol had van
choone leuzen als „aesthetica" e d. bereikte t
zijn hoogsten bloei. Met welke ongehoorde
wreedheden die handel gepaard gin wordt ons
opnieuw geopenbaard in ,n onlang: te I.onden
verschenen boek.
Dat werk is daarom zoo interess. it, omdat
men 't zou kunnen beschouwen als dc memoi-
ïes van 'n slavenhandelaar, 't Werd reeds ge-
:chreven in 1854 door 'n zekeren kapitein Theo
door Canot, maar door allerlei omstandigheden
werd de uitgave van deze „Avonturen van 'n
Afrikaanschen slavenhandelaar" meer dan 75
jaar vertraagd.
Canot had tot taak, om de slaven, die hem
aan de kust van Guijiea door zwarte of Ara
bische handelaars waren verkocht, naar Ameri
ka te transporteeren en te trachten ze daar
aan den man te brengen. Hij vertelt ons op el
i:e manier de Afrikaansche opperhoofden in t
bezit kwamen van de zwarte menschenwaar. 't
was voor deze koningen vanzelfsprekend, dat
b.v. krijgsgevangenen eenvoudig als slaaf wer
den verkocht. Maar omdat er nu eenmaal niet
altijd oorlog was, ontlastten de zwarte poten
taten hun gevangenissen van hun bevolking,
wanneer er 'n slavenhandelaar was gearriveerd.
Op die manier losten ze dus 't probleem der be
.straffing op de eenvoudigste en voordeeligste
wijze op. Maar het kwam ook dikwijls voor. dat
er geen gevangenen waren. Zoo overkwam 't
een blanken handelaar eens, dat hij z'n leve
rancier in zulk 'n verlegenheid aantrof. Maar
de zwarte wist zich te behelpen. Hij had 'n goed
geheugen en wist zich precies te herinneren
welke mannelijke en vrouwelijke onderdanen
in den loop van 't jaar z'n misnoegen hadden
opgewekt, zonder dat 't hem toen was inge
vallen, hen om zulke nietigheden te bestraffen
Maar thans moesten die futiliteiten dienen als
voorwendsel, om al deze ongelukkigen door z'n
lijfwacht uit hun hutten te laten sleepen en al
dus verliet de handelaar deze residentie met
een groot slavenconvooi.
Aan de kust namen de gezagvoerders der sla
venschepen 't zwarte ivoor in ontvangst. Maar
lang niet elke neger was geschikt voor den over
ocht nar Amerika. Daarom werden ze allen,
en voor een, door de kapiteins onderzocht;
lke spier, elk gewricht, elke tand werd ge
keurd. Velen kwamen in zulk 'n ellendigen toe-
tand aan de kust aan dat ze als onbruikbaar
werden afgekeurd. Om dit echter te voorkomen
hielden de meeste leveranciers er 'n dokter op
na, 'n man doorgaans, die in z'n vaderland een
Naar het Fransch van
RAOUL DE NAVERY.
123)
Zou mijnheer het eens willen natellen? vroeg
Jean.
Nerval telde het geld op de tafel uit.
Er ontbreken acht honderd franc! sprak hij.
Dat mijnheer zich daarover niet ongerust
make, hernam Jean, wij hébben ze daar straks
uit de zakken van Charengon teruggenomen.
Zoo! luidde het koele antwoord van Ner
val.
Moet ik den commissaris van politie halen,
mijnheer?
Nerval scheen zich te bedenken.
Neen, Jean, nog niet; breng Charengon
hier!
Zou mijnheer hem vergiffenis schenken?
Misschien zijn er verzachtende omstandig
heden, die im zijn voordeel pleiten.
Misbruik van vertrouwen! Wij konden alle
maal verdacht worden!
Ik ken jou en je kameraden genoeg, Jean,
dat gij daarover geen vrees behoeft te hebben;
ga nu en haal den misdadiger.
Een minuut daarna stond Charengon alleen
tegenover Nerval.
scheeve schaats had gereden. Zoo'n individu
wist dan de zwakken en zieken wel zóó op te
knappen met kruiden, dat de negers de strenge
keuring doorstonden. Maar gedurende de vaart
stierven ze spoedig
Aan boord van 'n slavenschip moest elke vier
kante meter ruimte benut worden, om zooveel
mogelijk zwart ivoor te kunnen vervoeren. En
daarom werden de negers in 't ruim verpakt
als haringen in 'n ton, zoodat 't hoofd van den
eene kwam te liggen tusschen de beenen van
den andere, zoo maar op de harde planken. Op
sommige schepen" zoo schrijft Carot woorde
lijk, konden ze niet eens liggen. Ze zaten gedu
rende de heele vaart bij elkaar op den schoot"
Soms echter dreven de kapiteins de barm
hartigheid dan toch wel zoover, dat ze den on
gelukkigen kleine houtrollen gaven om met hun
hoofd op te kunnen rusten. Maar dat gebeurde
pas, wanneer de zwarten zoo uitgeput waren,
dat er geen kans meer bestond, dat ze de rollen
als wapen zouden kunnen keeren tegen hun pij
nigers. Voor 't rechtopzeitten zorgden de boots
gezellen, die er met zweepen onder sloegen. Ook
koos de kapitein op elke t^en slaven wel de
meest geschikte uit, om de wacht te houden
over zijn lotgenooten, waarvoor hij dan iets
menschwaardiger behandeling genoot. Zoo'n be
voorrechte moest dan de knoet hanteeren! Vóór
de slaven in het ruim werden gestouwd, ont
nam men hun de lompen, die als kleeding had
den gedund, om te voorkomen, dat 't daar bin
nen nóg smeriger zou worden! Maar ook zon
der dat, heerschten er aan boord van zoo'n
schip zulke ontzettende toestanden, dat iedere
matroos van 'n oorlogsboot in allen ernst ver
klaarde, dat hij 'n slavenschip reeds op vijf mijl
afstand aan den stank kon onderscheiden.
Onder zulke omstandigheden moesten.wel
allerlei ziekten uitbreken. Gemiddeld overleef
den twintig procent der ongelukkigen den ever
tocht niet. De meest-gevreesde ziekte was wel
de pokken. De kapitein zelf onderzocht dage
lijks eiken zwarte, of hij op de huid geen roode
vlekken of puntjes kon ontdekken: daaraan was
de ziekte te kennen. Als hij iets meende te zien,
dan werd de lijder oogenblikkelijk geïsoleerd.
Bleek na eenige dagen, dat de verschijnselen
n;et waren toe te schrijven aan pokken, dan
probeerde men hem als handelsartikel weer in
zoo goed mogelijken staat te brengen. Was de
ongelukkige wezenlijk aangetast, dan werd hij
met 'n dosis morphine in 't lichaam over boord
geworpen. Op schepen, waar pokken waren uit
gebroken, vielen doorgaans 60 a 70 procent van
de slaven als slachtoffer. En de haaien waren
er goed mee!
Om tenminste iets in het belang der zinde
lijkheid te doen werden de stakkers op dagen
dat de zeegang het toeliet aan dek gedreven.
Daar moesten de aan elkaar geketenden elkaar
afwasschen met zout water. Kapiteins, die nog
een greintje menschehjkhe?|d bezaten, veroor
loofden hun dan, dat ze hun eten, rijst of paar
deboonen op het dek mochten gebruiken, ze
mochten zich koesteren in de zon en zelfs va-
derlandsche liederen zingen. Maar meer nog
Gij zijt een dief voegde deze hem gestreng
toe.
Ik kon aan de verleiding geen weerstand
bieden; het is uw schuld. Ik ben arm, er lag
hier te veel goud binnen mijn bereik.
De gelegenheid om goud te stelen doet zich
telkens voor, en of het dus bij mij of bij een
ander zij, een dief zult gij altijd blijven.
Misschien wel, antwoordde Charengon; wat
kan ik het helpen; een stijer wordt woedend,
als hij iets roods ziet. En ik, als ik goud zie
Zult gij een aanklacht tegen mij indien /n? liet
'hij er angstig op volgen.
Ik zou het moeten doen.
Heb medelijden met mij; heb medelijden
mijnheer.
Gij zoudt opnieuw beginnen.
O neen: dat zweer ik u!
Uw misdaad moet nochtans gestraft wor
den.
Leg mij de straf op, die gij wilt, maar niet
de gevangenis.
Goed, de gevangenis zal je gespaard worden,
maar gij moet u voor een onbepaalden tijd ge
heel van den omgang met de menschen ont
houden.
Wat bedoelt gij, mijnheer?
Een ellendige en krankzinnige, wfen ik nog
eenige genegenheid blijf toegedragen, heeft ge
dreigd mij te vermoorden, en hij zal het doen
ook. Zoudt gij u willen belasten hem in een
alleenstaand huis te bewaken en zonder hem
leed te doen, hem ni de onmogelijkheid stel
len mij te schaden?
Ik zal dit met erkentelijkheid op my nemen,
dan de epidemieën, vreesden de slavenkapiteins
de Engelsche oorlogsschepen, want wanneer de
bemanning aan boord van een schip zwarten
aantrof, dan maakte zij korte metten. Onbe
grijpelijkerwijze echter was er in de Engelsche
wet, een maas, waardoor de kapiteins hun le
ven konden behouden, ook al verloren ze de
lading. Immers een slavenkapitein kon eerst,
dan veroordeeld worden, wanneer 'n aan boord
aangetroffen slaaf kon worden meegebracht
als bewijs. En dus troffen de oorlogsschepen op
zoo'n zeilschip ook nooit een gevangen neger
aan. In dit verband vertelt Canot van den val
van Kap',tein Homan. Zonder schaamte noemt
hij dit. beest in menschengedaante z'n vriend
Homan bevond zich eens met een groote la
ding midden op zee, toen hij van verschillende
kanten Engelsche oorlogsschepen op zich zag
afkomen. Doordat er maar weinig wind was,
konden de Engelschen het slavensch p echter
eerst tegen het vallen van de duisternis na
deren. Ze maakten zich klaar om bij te draaien.
Toen ljet Homan de 600 slaven die nij aan
boord had aan dek drijven. De zware anker
ketting werd langs de reling omhoog gehesehen
en op de dekplanken gelegd. Daarna Londen
de matrozen de negers er met hun boeien aan
vast. Reeds klonken de riemslagen van de
eerste der vier booten, waarmee de Engelschen
op het schip afkwamen. Toen liet Homan de
ankerketting aan het uiterste einde afkappen,
't anker viel en trok de zeshonderd ongelukki
gen met zich mee in het water. Minutenlang
klonken de ontzettende kreten der verdrinken
den de Engelsche roeiers in de oorenToen
werd 't volkomen st'J. En een paar minuten la
ter klommen de matrozen aan boord. Homan
ontving hen met hoongelach. En ze konden
hem niets maken, wanter was geen enkele
levende slaaf meer aanwezig.
Vast staat, dat de leden van t Anglicaansche
Episcopaat de gevolgen van hun Lambsth-en-
cycliek niet hebben voorzin. De onder bepaal
de voorwaarden toegestane geboortebeperking
staat in het middelpunt der openbare belang
stelling. Er wordt heftig over gedebatteerd:
onder de clerus, onder parlementsleden, aan
de universiteiten wordt het voor en tegen over
wogen. Hartstochtelijk wordt van gedachten ge
wisseld ijn kranten en tijdschriften: 't is duide
lijk, dat er iets zeer ernstigs op til is, dat de
grondslagen van de kerk zal doen beven.
Er zijn vooraanstaande geestelijken, die plei
ten voor een nog radicalere doorvoering van
de aanpassing der christelijke moraal aan de
moderne levensverhoudingen. Zoo wil men een
.tijdelijk huwelijk" door den Staat erkend, ge
lijk stellen met 't in de kerk ingezegende en on
ontbindbare huwelijk. Men beroept zich daarbij
zelfs op den Bijbel. Op 't congres van de „Mo
dern Church Men" werd het recht verdedigd
van den zieke, om 'n eind aan zijn leven te ma
ken, indien hij dat verkiest. Kortom er lijkt
geen houden meer aan. En 't zijn geen mode
snufjes, waarvan men over eenigen tijd wel
weer terug zal komen. Ofschoon de Engelsche
mijnheer.
Onder deze voorwaarden zal ik zwijgen van
den diefstal, waaraan gij u schuldig gemaakt
hebt. Nog hedenavond moet de man, dien ik u
zal aanduiden, onschadelijk gemaakt zijn. Hij
drinkt niet, dus behoeft gij er njiet aan te den
ken hem dronken te maken om u van hem te
verzekeren; maar hij rookt en gij moet hem
van deze tabak laten rooken
Nerval onderhield zich nog een groot kwar
tier fluisterend met Charengon, waarna deze
den fabrikant verliet, voorzien van de nauw
keurigste aanwijzing.
Twee uur later verscheen Charengon in Ca-
mourda's woning en vernam van Bestiole dat
haar vader even te voren was uitgegaan.
Hij gaf den moed echter niet op; "nij onder
vroeg de buren, volgde het spoor, en belandde
ten laatste in de herberg de Zingende Pad aan.
Het was dien avond stampvol en men vloekte
en schreeuwde er om het hardst, naar ouder
gewoonte.
Camourdas zat met e ensomber gelaat te roo
ken bij een tafel vol flesschen en glazen, in
gezelschap van onze oude bekenden, den Wil
deman, den Snaak, den Guit en den Tabaks
pot.
Iets verder stond Caoutchouc, de paljas van
de familie Laurier, op een tafel, en hield een
toespraak, welke algemeen gelach verwekte.
Eensklaps klonk de roep.:
Stilte.
Al de glazen werden gevuld en bleeker en
afschuwwekkender dan ooit stond Bibi op:
Gij verlangt een nieuw lipd, ving hij aan:
Z.D.II. MGR. P. HOPMANS
BISSCHOP VAN BREDA,
die gisteren zijn 40-jarig priesterfeest mocht
vieren.
Kerk heel wat van haar dogmatische beginse
len heeft prijsgegeven toch heeft ze steeds
haar moreele principes gehandhaafd, zelfs tij
den de dwalingen van den Victoriaanschen tijd
Maar nu dreigt zelfs deze groote kerkelijke tra
ditie te worden prijs gegeven. Nu heeft de bis
schop van Londen wel verklaard, dat de Lam
beth- encycliek niet zoo ernstig gemeend was.
Maar het publiek heeft haar wel degelijk au
sérieux genomen, zoodat er zelfs spoedig in
Engelsche kranten advertenties, verschenen van
anti-conceptioneele middelen, met- verwijzing
naar de conferentie der bisschoppenIn Indie
heeft de Engelsche regeering toegestaan dat
in de vier grootste hospitalen zulke middelen
aan de bevolking worden uitgedeeld, dat in het
gebruik onderricht wordt verstrekt, dat opera
tief ingrijpen geoorloofd is. Zelfs zijn ze in de
zakken van Engelsche schoolkinderen aange
troffen. En dat wordt dan door den Disschop
van Londen een vloek genoemd. Waar blijft
de consequentie? Nog in 1929 had de wereldcon
ferentie der Anglikaansche bisschoppen gewaar
schuwd tegen de moderne theorieën en prak
tijken in het huwelijksleven. Hoe zijn Je tijden
intusschen veranderd, 't Lijkt onmogelijk, dat
de Angljkaansche kerk haar eenheid op den
duur zal kunnen handhaven. Als staatskerke
lij k systeem gaat ze haar einde tegemoet, maar
gelukkig werken er nog edele religieuze krach
ten. Waarmee niet gezegd is, dat de Oxfordsche
beweging er ooit in slagen zal de hereeniging
met de Roomsch-Kathol'eke Kerk te bewerken.
(Nadruk verboden)
'n lied dat met „de verloofde ven de Petroleuse
gelijk staat? Goed ik heb juist iets wat u lijkt
en als i khet gezongen heb, verkoop ik het bij
opbod en de hoogste bieder zal het recht heb
ben het op de straten van de hoofdstad te zin
gen. Laat dien Italiaan zoolang ophouden met
op zijn doedelzak te blazen, anders kan ik mijn
eigen woorden niet verstaan. Geeft nu acht,
mijn lied heet: Weg met de rijken.
En nu hief hij een lied aan, waarvan de woor
tien niets dan plundering, moord en "orandstich
t'jig ademden.
Toen hij geëindigd had weergalmde de zaal
van een dönderend bravo, en brulde de oende
in koor:
Leve de vrijheid, dood aan de rijken.
Op onze fortuin, riep de Guit.
Leve de werkman, krijschte de Staak.
Op de wraak, leve het nieuwe Frankrijk galm
den de Tabakspot en de Wildeman.
En gij? vroeg Camourdas aan Charencon, die
naast hem plaats genomen had, wat roept
gij?
Op den ondergang van Nerval, den vijand
van den ambachtsman! was zijn luidruchtig
antwoord.
Aha! hernam Camourdas, gij schijnt een
hekel aan hem tc hebben?
Twijfelt gij eraan?
Wat heeft nij u gedaan?
Hij heeft mij weggejaagd.
Waarom!
Onder een gezocht voorwendsel