Ho. 3673 Woensdag 1 October 1930 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Denk aan de blok. Binnenland Buitenland. Stadsnieuwe Het Geheim vao den Voddenraper. VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND POSTREKENING Nd. 52413. Uit de R.-K. Staatspartij. FEU I LLETON. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Itedactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Aborfnementsprija 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling Advertentiën 20 cent per.regel, bij contract lager n, ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING IT8TEKEND GESCHIKT VOOR PUBLIOITEIT In den nacht van 4 op 5 October (Zaterdag nacht) eindigt de Zomertijd. Men zette dus Zaterdagavond vóór men iich ter ruste begeeft, de klokken ÉÉN UUR TERUG. De voorzitter der R,-K. Staatspartij, mr. G. Goseling, heeft te 's-Hertogenbosch zijn eerste rede gehouden na zijn verkiezing als voorzit ter. Koninklijk bezoek aan Rotterdam. De Koningin, Prinsès Juliana en Prins Ilen- (irlk hebben Maandag jl. een officieel bezoek i ebracht aan Rotterdam alwaar zij met groot i nthousiasme zijn ontvangen. Des avonds heeft de Kon. Familie een tocht f-emaakt door de havens, die fantastisch ge ïllumineerd waren. Prins Leopold van Beieren f. In den ouderdom van 85 jaar ;s tengevolge -> an ouderdomszwakte in het Leuchtenfcerg- aleis te Munchen overleden prins Leopold van Deieren, de tweede zoon van wijlen prins-regent Luitpold en prinses Augusta. Dc overledene heeft als artillerie-officier de veldtochten van 1866 en 1870-71 meegemaakt. In den wereldoorlog voerde hij, na Hinden- burg's benoeming tot opperbevelhebber over 't eheele leger, het opperbevel in het Oosten. De nachtelijke overvallen te Parijs. De prefect van politie, Chiappe, heeft maat regelen genomen ter onderdrukking van de in den laatsten tijd steeds vaker voorkomende nachtelijke overvallen op straat. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn in verschillende buurten der stad razzias gehou den, waaraan 76 auto's en 567 agenten niet rij wielen deelnamen. In totaal werden 41 perso nen gearresteerd, waaronder 22 buitenlanders. Algemeene ledenvergadering der R. K. Kies- vereeniging te Sas van Gent op Vrijdag 26 September 1930 des avonds ten half 8. Voorzitter de heer P. van de Ven. Aanwezig een 15 tal leden (bestuur inbegrepen). Inleiding. De voorzitter opent de vergaderirig op de ge bruikelijke wijze en constateert met leedwezen, Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 119) En mijnheer Nerval keurt ook uw plan goed? Het beste bewijs, dat hij mij van zijn goed keuring kan geven is, dat hij mij tot schoon zoon aanneemt. Hebt ge hem alles meegedeeld? Alles. Ik begrijp het, dacht Aurillac, hij ^s bang Het ontbijt was geeëindigd. Het sloeg negen uur. De advokaat moest zich naar het gerechts hof begeven en de voddenraper zag zich ver plicht de dierbare woning te verlaten, waar hij v/el zijn leven had willen eindigen. Juist wjlde hij van Maximiliaan afscheid ne men, toen hij op de tafel een portret van den jongen advokaat zag liggen. Mag ik u nog eenlaatste gunst verzoeken? sprak hij. Ik sta u die bij voorbaat toe. Welnu! schenk mij dit portret. Is u dat ernst? Ik bid er u om. Ziedaar. Dank u; maar dit is nog niet alles; gij moet dat de vergader ing weer slecht bezocht is. Hij wijst er nog eens op, dat de kiezers geen recht hebben te klagen over de „faits et gestes" van hunne vereeniging, zoolang zij zelf niet mee leven en op de vergaderingen aan den arbeid actief deelnemen. Zij missen dan zelfs het recht, zich een oordeel hierover aan te matigen. Misschien, zegt spr., is die absentie wel een teeken des tijds, een gevolg van den tijdgeest. Ook elders zijn de vergaderingen slecht be zocht. Nu kan men wel opmerken, dat men de vergaderingen aantrekkelijker zou moeten ma ken doch, zegt spr., men dient in aanmerking te nemen, dat men hier niet in Rotterdam of Den Haag is, waar de Tweede Kamerleden naast de deur wonen er> men dus gemakkelijk over sprekers kan beschikken. En zelfs daar laat het vergaderingbezoek nog veel te v/en- sclien over. Wij moeten roeien met de r'.emen, die we hebben en rekening houden met onze kas. Zelf zullen we moeten trachten onze ver gaderingen aantrekkelijk te maken. Intusschen Ingoionéen Mededoelinp (27) SCHOONHEID IN LOS ANGELES. Een der boulevards in de schoonste stad van Cali- fornië, geheel gereorganiseerd voor het 'imeri kaansche snelverkeer. er ook nog uw naam onder schrijven. Maar als gij mij genoegen wilt doen, moet gij dien ni,et voluit teekenen maar er alleen „Max" onder zetten. De advokaat ontroerde zooals altijd wan neer hij vader Falot dien naam hoorde uitspre ken, en hij schreef de drie letters, die de ver kleining van zijn naam vormden. Vaarwel, sprak Aurillac, vaarwel, en wees ge lukkig! Voor de laatste maal, drukte hij de hand van den advokaat en ging heen. XLII Het Kerkboek. Het was Zondagmorgen; Columba was altijd gewoon vroeg op te staan en die dag maakte daarop geen uitzondering bij haar. ij wilde haar kleine huishouding geheel ver zorgd hebben voor zij naar de kerk ging, en Petit-Ange hielp haar daarin naar zijn beste vermogen, Terwijl hij met den stoffer druk in de weer was om alle hoekjes van stof te zuive ren, stak de loopjongen zijn verwarden krulle- bol door de half-openstaande deur en vroeg lachend: Kunt gij soms ook mijn ragebol niet gebrui ken voor de spipnewebben, juffrouw Columba? Wel zeker! antwoordde Pet\t-Ange, daar ginds in den hoek, vlak tegen den zolder, zit een groote spin; ik heb mij al zooveel uitgerekt als ik kon, maar ik kan er toch niet bij, help mij maar. Toen de looper zich naar genoegen van Petit Ange van zijn taak gekweten had, zei,de hij tot Columba, die intusschen het ontbijt gereed ge zet had, waartoe hij, naar gewoonte, ook uitge- nooeïigd werd, met een zekere beschroomdheid: Ik heb gisteren uw vroegere vriendin gezien,, juffrouw Columba; gij weet wel,' de zangeres uit het café du Delta. Epine Vinette? Ju'Jst; zij stapte naar den winkel van oen ju welier en ging dien binnen. Ik denk dat het parelsnoer, dat in de winkelkast uitgestald wes haar aantrok.... Lieve hemel! wat zag zij er voornaam uit! Heeft zij u niet gezien? O. ja! en ik verbeeld mij zelfs dat zij bloosde. Des te beter, hernam Columba, degenen d'p blozen, zijn nog niet reddeloos verloren Dat komt juist goed; ik ben bnj, dat ik met den eigenaar van dit huis een contract heb gemaakt, waarbij hij mij de kamer van Epine Vinette voor honderd frank verhuurt. Ik wil dat die kamer altijd voor haar beschikbaar zij want ;k ben er vast van overtuigt, eenmaal zal zij terugkeeren. Verhuurt hij u die? riep de looper veront waardigd uit, kon die gemeene gierigaard die niet voor niets geven? Denkt gij dan dat hij zóó rij kis? Rijk! hij is een echte Nabob! Ik ken de ge- heele gesch^denis van vader Longus; mijn peetoom heeft mij die verteld. Ik wed dat hij millioenen bezit. Gij zijt gek jongen. In het geheel niet. juffrouw; dije oude geld wolf heeft drie geldkisten, die alle volgepropt zijn met effecten en bankbiljetten. Hij verteert niet het honderdste deel van zijn inkomsten; ontslaat een en ander de leden niet van hun plicht om, naar vermogen, mede te werken.' Notulen. Na deze inleiding leest de secretaris de no tulen der vorige ledenvergadering, gehouden op 26 Jan. 1930. Deze worden ongewijz gd goed keur a Hulde aan mej. Actla. Vervolgens herdenkt, de voorzitter met waar deer ende woorden het bestuurslid, mejuffrouw Acda, die ontslag nam. Spr. herinnert boe dit afgetreden bestuurslid in de moeilijke jaren, welke men heeft doorgemaakt steeds gereed stond om te helpen, waar zulks noodig was. Zij gaf haar geheele persoon aan de vereeni ging. Spr. blijft het dan ook betreuren dat /,:j ontslag genomen heeft, al kan hij begrijpen, 'at het, na het aftreden van mevr. Stevens, voor haar minder prett y was, als eenige dame in het bestuur zitting te hebben. Spr. eindigt met een dankwoord voor alles, wat mej. Acda in het belang der vereeniging heeft gedaan. Hij deelt dan nog mede, dat die dank door het bestuur namens de vereeniging ook reeds schr'f telijk is betuigd. De bestuursvacature. Er worden dan eenigen tijd vrij geanimeerde besprekingen gevoerd over de kwestie of men in de vacature een vrouwelijk of een manne lijk bestuurslid zal kiezen. De voorzitter ver dedigt de opvatting, dat het onjuist \s de vacature door een man to doen vervullen aan gezien de kiezeresscn ook krachtens de tra ditie een zeker recht hebben om één hnrer in het bestuur te zien opgenomen. Van andere zijde wordt daartegen aangevoerd, dat ten dui delijkste gebleken is, dat de vrouwelijke leden door het nimmer bezoeken der vergaderingen moeder Cagnotte kost hem niets; zij spaart ook en haar meester zet haar geld op renten. Zij leent geld bij de week met schandelijken woeker; eenigen tijd geleden leende een oude juffrouw, die in een oogenbl Jckelijke verlegen heid zat, vijf franc van haar op pand en die be stond, gij zoudt het nooit rader;uit een ou den papegaai. Welnu, toe nde vastgestelde termijn voor de teruggave van de vijf franc verstreken was en de juffrouw zich niet weer vertoond had, heeft Cagnotte den armen papegaai geplukt en er soep van gekookt. Toen de oude juffrouw ver scheen, o mhet geld af te lossen, was zij juist bez:jg met het afpeuzelen van den laatsten poot Maar buitendien, juffrouw, gij weet toch zeer goed, dat vader Longus u op straat wilde zet ten, omdat gij een termijn huur ten achter waart. O, die gierigaards! ik haat, ijc verfoei ze Op dat oogenblik werd er zachtjes aan Co- lumba's kamerdeur geklopt. Binnen! riep het meisje. Mederic verscheen. Gij hebt om een exemplaar verzocht van het laatste lied van Epine Vinette, sprak hij. Ver geet de arme n'pt; hier is het. Ach! mijnheer Mederic, hebt gij u de moeite gegeven het af te schrijven? Zeker heeft uw werk daaronder geleden? Neen, juffrouw, mijn werk niet, ten hoogste mijn slaap. Gij overwerkt u, mijnheer Mederic, want gij ziet er soms zeer ontdaan en afgemat uit; ik hoop, dat gij ten minste vandaag eens zult uit gaan! (Wordt vervolgd). (9) er- te en 3e- ige '<ën iet aal in je- '.er en als ?e- )r- n^>' n- ;e- ch li- li t- ;oó .er ar cel a- ïet we :e- ir- ,ret: n- ch te an »n ii- in >a. in Ie •n ir n n r i K 1 - t

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1