BERICHT. No. 3669 Maandag 22 September 1930 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN mmnmiic «1. 52419. Binnenland Buitenland. Het Geheim van den Voddenraper. Landb enVeeteelt FEUILLETON. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling Advertontiën 20 cent per regelbij contract lager LEZERSKRING - VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND - IT8TEKEND GE8CHIK1 VOOR PUBLICITEIT ZIJ, DIE ZICH PER 1 OCTOBER A.S. OP DE ZEEUWSCHE KOERIER ABONNEEREN, ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM VER- I SCHIJNENDE NUMMERS GRATIS. Den len October hoopt de heer J. R. J. Abels, chef van den technischen dienst van „De Maas bode" te Rotterdam zijn 25-jarig jubileum te herdenken. De jubilaris zal op Zondag den 5en October recipieeren in het gebouw van „De Maasbode" van 34y2 uur. De jubilaris in zijn werkkamer. i X- Z.D.H. Mgr. L. Schrijnen. De „Tijd" verneemt, dat Z. D. H. Mgr. L. Schrijnen, Bisschop van Roermond, lijdt aan verkalking der bloedvaten. De doop van prins Boudewijn. De plechtige doop van prins Boudewijn zal rond 10 October a.s. te Brussel plaats hebben in de St. Gudulekerk of in de kerk van den. H. Jacob op Coudenberg. Naar alle waarschijnlijkheid zal Z. Em. Kar dinaal van Rooye de plechtigheid leiden. Koning Albert zal peter zijn van zijn klein zoon. De meter blijkt nog niet aangezocht te zijn. i Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 115) Die beste Vernac, sprak hij, wat heeft hij goed zijn belofte gehouden. Zijn heerlijk pen seel heeft al de roerende bijzonderheden van aat tooneel nog aangrijpender gemaakt, met nog meer leven bezield, ni(ets is aan zijn ge heugen ontgaan. Aan zijn geheugen? herhaalde de vodden raper. Ja, vader Falot, antwoordde Maximiltaan, met een van aandoening bevende stem, alles wat gij daar ziet, is waar, maar al te waar, helaas! En als ik op het doek het bleeks en dierbare gelaat van die doode beschouw, voel ik mijn hart week worden en mijn oogen vol tranen schieten. Gij kendet dip doode dus, mijnheer, vroeg Aurillac met een onvaste stem. Dat tooneel is derhalve geen verdichtsel? Het is dus wel de gelijk gebeurd, en het engelachtige aangezicht van die vrouw Die vrouw, die heilige, die martelares was, voor zoover mijn geheugen als kind het mij voor de oogen toovert, mijn moeder! Uw moeder! riep Aurillac uit, uw moeder? Gij begrijpt mijn droefheid, mijn aandoe- EEN ANTI-ROMMEL CAMPAGNE. In Hampshire is men een actie begonnen om alle prullen en picnicrestanten te verzamelen, die het landschap on tsieren. Een voorbeeld, dat navolging verdient. De executies in Rusland. Volgens een bericht uit Moskou zijn opnieuw 8 doodvonnissen uitgesproken wegens het op- koopen van zeveren en gouden munten, waar in propaganda tegen het sovjetstelsel wordt ge zien. Voorts zijn in hetzelfde proces 483 personen tot interneering in concentratiekampen ver oordeeld. Bestrijding mond- en klauwzeer. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft: met ingang van 21 September 1930: A. ingetrokken zijne beschikkingen van 4 en van 7 Augustus 1.1., waarbij het vervoeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens werd verboden naar kringen, resp. om vattende de provinncie Limburg en aaneenge sloten de provinciën Frisland, Groningen, Drenthe, gedeelten der provinciën Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant, alsmede de pro- ning! Gij hebt een goed hart en stelt belang in mij, ik wil u derhalve, als aan een vriend, mededeelen welke herinneringen dat doek in mijn geheugen opwekt. Spreek, spreek! ze*, Aurillac in de hevigste spanning. Ik mis bewijzen, zekerheid; ik heb slechts aanduidingen, maar zij zijn voor mijn hart voldoende. Het toeval deed mij bij een schilder, een mijner vrienden, de schets ontdekken, wel ke gij thans afgewerkt voor u ziet. Zij boezemde mij zooveel belangstelling in, dat ik er de ge schiedenis van wilde vernemen. Ik verbeeldde mij, dat zij met de mijne in verband stond. Ziehier wat Gabriël Vernac mij verhaalde: op zekeren morgen werd de jonge doode, die gij daar ziet, in het dorpje Bryant, in Bretagne, verstijfd en zielloos op de kar gevonden, welke gij daar op den achtergrond kunt zien staan. Dood! Was zij werkelijk dood? vroeg Aurillac met een doffe stem. Ja, en er lag een klein, schrei/end kind in een korfje aan haar zijde. Een klein kind?.... Ontzettend! Ja, het moet ontzettend geweest zijn. De pastoor bestelde de overledene ter aarde en nam het kind, een engel van een meisje, op dat door een boerin uit het dorp werd opge voed. Dus hebt gij een zuster? Die ik slechts zeer kort gezien heb. De eerw. heer Bernard zal mij ongetwijfeld van dienst kunnen wezen, om haar op het spoor te komen; maar hij is uijfc de stad en tot aan zijn terug komst moet ik mij vergenoegen voor Colqmba vincie Zeeland. B. Het vervoeren of doen vervoeren van her kauwende dieren en varkens verboden naar kringen, omvattende: I. de provincie Limburg; II. Aaneengesloten de provijncie Zeeland, het gedeelte der provincie Noord-Brabant, voor zoo veel in het Noord-Westen begrensd door en met inbegrip van het Hollandsch Diep, de Amer, de Bergsche Maas tot aan het lichtpunt boven Heusden, begrensd ten Westen door en met in begrip van het Heusdensche Kanaal, de Maas van af het Heusdensche Kanaal tot waar deze bij Woudrichem in de Waal uitmondt en ten Noorden door en met inbegrip van de Waal van af Woudrichem, tot waar deze aan de Duitsche grens onder de naam Rijn ons land binnen komt. Onder dit verbod is niet begrepen: lo. de doorvoer van herkauwende dieren en varkens in gesloten en verzegelde spoorwagens, alsmede in andere openbare middelen van ver voer (per schip of tram) mits dan de doorvoer geschiedde onder politietoezicht of in gesloten en verzegelde tramwagens, een en ander op té bidden. Heet uw zuster Columba? Ja; altijd volgens de herinneringen van Ga briël Vernac. Maar volgens de uw? Gelijk ik u reeds gezegd heb, zijn de mijne zeer nevelachtig. Het beeld van die vrouw was echter zoo diep in mijn hart gegrift dat j,k haar terstond herkende en haar den naam van moeder gaf. Maar waarom waart gij van haar geschei den? Waarom? dat zult ge vernemen. Het staat mij duidelijk voor den geest dat wij op zekeren dag uit een groote stad vertrokken, mijn moe der en ik, in een kar beladen met levensmid delen en koopwaren. Voor de kar was een oud paard gespannen, dat Cesar heette. Waar gin gen wij heen? Naar mijn vader! Mijn moeder herhaalde mij dat telkens. Maar waar mijn vader woonde dat zei zij mij niet. Ik kon alleen u*t haar woorden opmaken dat mijn vader on gelukkig was en ons beiden tot zich riep. Zij leerde mij voor hem bidden en zei nooit anders dan deze woorden: Laat ons voor den marte laar bidden! Voor den martelaar! herhaalde Aurillac als een echo. Helaas! mijn moeder zou het einddoel harer reis niet bereiken. Eens bleven wij onderweg verscheidene dagen in een dorp, hoe lang weet ik niet meer, en toen wij de reis weer voort zetten, plaatste mijn moeder mijn zusje in een korfje aan haar zijde. Daags daarna, als ik mij wel herinner, werden wij door een zeldzaam kosten van belanghebbenden; 2o. de invoer van slachtvee met een openbaar middel van vervoer, voor zooveel per spoor jjp gesloten en verzegelde wegens en voor zooveel per ander openbaar middel van vervoer onder politietoezicht, mits de dieren van af de los sing onder politietoezicht worden gesteld en binnen 2 maal 24 uur na aankomst ter plaatse van bestemming worden geslacht, een en ander eveneens op kosten van belanghebbenden. Z. L. M. Onder leiding van den voorzitter, Mr. P. Die- leman, hield het dagelijksch bestuur der Z.L.M. op 15 September zijne gewone maandelijksche vergadering te Middelburg. Bij de opening wenschte de voorzitter, den heer D. J. Dees geluk met zijne koninklijke on dersche'fling en deelde mede, dat de heer J Welleman bedankt had als voorzitter van den Kring Oost Zuid-Beveland en als lid van het dagelijksch bestuur der Z. L. M. Door den Kring is als voorzitter benevens als lid van het hoofdbestuur aangewezen de heer P. Scheele-de Putter te Biezelinge en als plv. hoofdbestuurslid de heer P. A. Lindenberg Ezn. hevig onweder op den weg verrast, terwijl de avond reeds gevallen was. Met ontzetting denk ;k nog terug aan dien vreeselijken avond. Ik was bang voor het gerommel van den donder, het felle licht der bliksemstralen, de spook achtige armen der door den wind gezwiepte boomen, bang voor de eenzaamheid van den weg, bang vooral voor het lijden mijner moe der, die mij zenuwachtig aan haar hart drukte en mij met kussen overlaadde. En ik was nog nog zoo klein, vader Falot, nog zoo klein! Ik was pas zes jaar! Aurillac zag Max',miliaan in ademlooze span ning aan, waarvan deze niets gewaar werd, ge heel verdiept als hij Was in de door het doel van Gabriël Vernac opgewekte herinneringen Anita's echtgenoot vroeg zich af, of hij nie' de speelbal was van een droom. Met een klop pend hart wachtte hij het eind van d:p hart verscheurende mededeeling af, gereed om een vreugdekreet te slaken en Maximiliaan in zijn armen te sluiten. Mijn moeder was intusschen in zwijm ge vallen, vervolgde Maximiliaan zijn verhaal, en toen ik in een woning terzijde van den weg een Ljcht zag branden, sprong ik van den wa gen om hulp te gaan vragen. In mijn afwezig heid was het paard met de kar doorgegaan en viel voor dp pastorie van Bruyants neer, waar het droevig drama zijn ontknooping vond. Mijn moeder had onderweg den geest gegeven en ik zag haar nooit weder. Maximiliaan verborg het aangezicht Jd zijn •\anden. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1