WM mm
No. 3664
Woensdag iO September 1930
45ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSOH-VLAANDEREN
let Geheim vao den
Voddenraper.
De Ned* Jaarbeurs
9-18 September*
van
BERICHT.
FEUILLETON.
fOSTBEKEMIWfi Ui. 52418.
Naar het Franscl1 van
DE ZEEUWSCHE KOERIER
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advertentiën 20 cent per,regelbij contract lager
ZEER
LEZERSKR
8KRINQ - VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND VOOR PUBLIOITEIT
Maandag, de dag vóór de opening van de
23ste Jaarbeurs, heeft in het Gebouw van de
Industrieele Club te Utrecht de traditjoneele
bijeenkomst van journalisten uit binnen- en
buitenland plaatsgevonden, waarin door den
Secretaris-Generaal van de Ned. Jaarbeurs,
den heer W. Graadt van Roggen, ter inleiding
van de te houden beurs een informative voor
dracht werd gehouden.
Na afloop van deze rede volgde de gebruike
lijke rondgang over de „beurs-in-wording" en
tot besluit van het journalistiek voorbezoek
vereenigde men zich aan een keurigen maal
tijd in het Jaarbeursrestaurant, aangeboden
door het Jaarbeursbestuur. Hier spraken nog
de heeren Jhr. A. H. Op ten Noort, onder
voorzitter, namens den Raad van Beheer, Dr.
Rademakers namens de journalisten, de ver
tegenwoordiger van de Times namens de bui-
tenlandsche journalisten, de secretaris van den
Kamer van Koophandel te Utrecht en de heer
van Meurs, Indisch journalist.
Aan de rede van den heer Graadt van Rog
gen ontleenen wij nog het volgende:
Mijne Heeren,.
Wij bevinden ons met de XXIIIe Nederland-
sche Jaarbeurs wederom in een dichten econo
mischen nevel. De uitkijk is buitengemeen
moeilijk. Het melancholiek geluid van den mist
hoorn wordt van alle zijden gehoord. Een
juiste plaatsbepaling van de positie der we
reldmarkt is niet wel mogelijk. Bakens zijn
niet of nauwelijks meer z?phtbaar, wat des te
gevaarlijker is een tijd, dat vele bakens plegen
te worden verzet. De draadlooze aan boord
werkt nog wel, maar aan de berichten, die
doorkomen, is veelal geen touw vast te maken.
Beluistert men de publieke opinie, dan is men
geneigd aan te nemen, dat handel en industrie
en landbouw en ook de scheepvaart niet te
vergeten zich dichter bij het eiland Onrust
dan bij de Kaap de Goede Hoop bevinden. Al
les bijeen genomen is het een benarde tijd.
De zomer van 1929 was nog een economisch
„hoog-seizoen"; velen gingen welgemoed met
den Rheingold op reijs „a la hausse"; voor zoo
ver niet onderweg reeds wagenziek geworden
vonden tal van „rijs"-lustigen bij aankomst
hun doel gemist. Want de Gold-rush-express
was inmiddels van richting veranderd. De cri
sis begon op de fondsenmarkt. Aanvankelijk
maakte het den indruk, dat zij zi/ch slechts in
heperkte mate op de goederenmarkt zou doen
gelden en voor ons land trad de depressie veel
later in dan in andere landen. Dat bewijst de
statistiek van in- en uitvoer, die, wat het ge
wicht aangaat, zelfs in Maart 1930 voor ons
land nog topcijfers vertoonde; dat verklaart
tevens het destijds nfct aanstonds definieer
bare verschijnsel, dat onze Voorjaarsbeurs
1930 nog een opgewekt beeld van levendigen
handel vertoonde, terwijl verschillende buiten
landsche Jaarbeurzen, omstreeks denzelfden
tijd gehouden, een flauwe stemming, gebrek
aan kooplust en moedeloosheid in zaken sig
naleerden. In April kwam ook voor ons land
een merkbare omslag. Ons Hollandsche zaken
leven volgde snel de algemeene verzwakking
van de wereldmarkt. Zoo er nog vraag bleef
bestaan, betrof deze voornamelijk de woorden
crisis, depressie, malaise, débacle, contramine
en liquidatie, in welke woordenkeus het Ne-
derlandsche publiek zijn vroegere voorliefde
voor buitenlandsch fabrikaat nog eens kon uit
leven. Van Apr ijl af werd de toestand bij de
week moeilijker. Niemand had meer reden tot
- -
S7
OORLOGSSCHEPEN IN POTSDAM Duitsche flottjllebooten van de Oostzeevloot hebben een bezoek gebracht aan
Potsdam. Deschepen gemeerd tegen over het park. Op den achtergrond het slot van Potsdam.
RAOUL DE NAVERY.
110) Hf
Ware Angelie een van die Parijsche dame
tjes geweest, die meer gelijken op poppen dan
op menschen, en waarvan mevrouw Montra-
,vers een volmaakt type was, dan zou Maxi
miliaan haar alle dagen hebben kunnen zien,
eonder zelfs voor haar een gevoel van' gewone
vriendschap te koesteren. Maar hij kende de
godsvrucht van Angeli^, hij had haar in de
dakkamers der ongelukkigen ontmoet; zij was
hem verschenen, als een zichtbare vorm van
liefdadigheid, als een hemelsch wezen, wier
taak het was de noodlijdenden te vertroosten
Zoo dikwijls Maximiliaan haar had hooren
spreken, was hij verbaasd geweest over haar
gezond en vroeg gerijpt oordeel. Zelve zeer
streng van beginselen, toonde zij zich echter
zeer toegevend voor de fouten van anderen,
en trachtte die altijd te vergoelijken.
Onder haar zwak uiterlijk, ried men een
krachtige ziel, bereid tot offers, wanneer haar
zulks door haar plicht zou opgelegd worden.
Maar zoodra men met haar gesproken had,
kwam men tot de overtuiging, dat nooit di,e
onédele gewaarwordingen, welke men harts
tochten noemt, die edele ziel zouden kunnen
oproeren, of de kloppingen van dat reine hart
doen versnellen.
Niet dat Angelie koel was, zij bezat inte
gendeel al de beminnelijke hoedanigheden die
innemen en betooveren; maar haar ziel was
gelijk aan en diamant, waarvan niets de zui
verheid kan bezoedelen.
Was de omgang van twee edele wezens, ge
lijk Maximiliaan en Angelie, zonder gevaar,
uit hoofde zelf van hun deugd, het kon toch
niet missen of zij moesten voor elkander een
zekere genegenheid koesteren, ingeboezemd
door de overeenstemming van hun gevoelens.
Angelie begreep dit, wist dit. En tengevolge
der mededeelingen van Nerval, dat haar hu
welijk met den graaf de Nointel vastgesteld
was, achtte zij het dan ook aanvankelijk, beter
niet aan het diner te verschijnen, waar zij
Maxijmiliaan zou ontmoeten. Maar bij eenig
nadenken vond zij zulks een harer onwaardig
besluit, en Angelie gehoorzaamde, gelijk zij
wist te gehoorzamen, zonder eenige tegenwer
ping te maken.
Tijdens den maaltijd, nam het onderhoud
een wijsgeerige wending, in de christelijke be-
teekenis van dat woord; want wijsbegeerte wil
zeggen, verlangen om wijzer te worden.
Toen Angelie naar haar kamer terugkeerde,
gevoelde zij zich tot haar verbazing dan ook
veel minder bedroefd.
Het was met een zeker gevoel van erkente
lijkheid, dat Angelie den advokaat vaarwel
zeide.
Daar Nerval hem tegen den volgenden mor
gen ontboden had gebruikte de jonkman met
den fabrikant en Angelie het ontbijt.
Hij ontwaarde dat zij geweend had.
Wat kon haar droefheid veroorzaken?
Maxipiiliaan vroeg zich dit met bekomme
ring af.
Acht dagen verliepen. Nerval had meer dan
ooit behoefte aan den bijstand van zijn advo
kaat. De fabrikant was volleerff in de kunst
van veinzen; hij toonde zich vertrouwelijk en
gemoedelijk.
Men begrijpt mij niet, zeide hij, waarlijk,
men begrijpt mij niet; vele menschen ver
beelden zich dat ik trotsch ben op mijn vermo
gen, dat fe eniet zooIk maak er eeno nbekrom
pen gebruik van, zonder er mij op te beroemen
Mij dunkt daarbij, dat als men rijk wordt door
langzaam al de trappen van den arbeid op te
stijgen zulks eervol en niet laakbaar is. Mijn
voorbeeld kan tot spoorslag verstrekken aan
den knaap, die voor de eerste maal mijn werk
plaats betreedt, daar hij tot zichzelven kan
zeggen: de eigenaar van deze gebouwen, de pa
troon van dat leger van werklieden, is be
gonnen gelijk ik, en heeft zich door noeste
vlijt en onafgebroken arbeid tot deze hoogte
weten op te werken.
Men drijft d'jkwijls den spot met sommige
lieden, die er zich telken op beroemen, dat zij
op klompen in Parijs gekomen zijn! Welnu!
dat is de eenige trots, dien ik begrijp: want
ik heb mijn vermogen insgelijks in het zweet
mijns aanschijns verworven en ik schaam mij
evenmin om daar rond voor uit te komen. Ik
acht het geld als een hefboom, waarmee men
vele moeilijkheden in dit leven uit den weg
ZIJ, DIE ZICH PER 1 OCTOBER A.S. OP
DE ZEEUWSCHE KOERIER ABONNEEREN,
ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM VER
SCHIJNENDE NUMMERS GRATIS.
tevredenheid en van alle kanten werd luide
geklaagd. De schuldvraag werd gesteld: ge
stegen productiecapaciteit door reusachtige
verbetering der productiemiddelen had tot over
productie gele.'plaan afnemerszijde was een
oververzadigheid ingetreden bij gedaalde koop
kracht; groote wereldrijken Rusland en
China waren of hadden zichzelf nog
steeds van het normale productie- en contri
butie-proces buitengesloten. En wat den klein
handel en de klein'jidustrie betreft, deden
weer sterker de bezwaren zich gevoelen van te
hooge onkosten in handel en bedrijf. Toen
kwamen de snelle gevolgen: een stijging der
werkloosheid tot ongekende hoogte; een on
stuimige prijsdaling. De nadeelige gevolgen
werden te bestrijden getracht: de producent
ging over tot productiebeperking, tot stop-
dagen, tot ontslag van werkkrachten en bijna
overal werd de overhead aan het werk gezet
om door bijzondere maatregelen steun te ver-
leenen. Vreemdsoortige verschijnselen vertoon
den zich aan het economische uitspansel, spe
ciaal in de sferen van de handelspolitiek:
Amerika ging zeer drastisch te werk met een
beschermend recht zonder weerga; Engeland
kwam met beveil'gingsrechten voor den dag,
Nederland wierp in den vorm van een Suiker
wetje den bietenbouwers een zwemgordel toe.
Verhoogingen van invoerrechten waren sche
ring en inslag en tóch waren, heel kort te
voren, de meeste staatslieden, zoo geen Pool-
sche Landdag ware tusschenbeide gekomen,
het over de vrijhandelsgedachte in theorie
eens geworden. De praktijk echter ging lijn
recht tegen de theorie van Genève in. Tot
welk soort van maatregelen landen zich ge
noopt voelden hun toevlucht te nemen, heeft
ons de jongste geschiedenis van de Finsch—
Duitsche boter- en kaasovereenkomst geleerd.
Hoe zelfs de nuchtere Hollander daarop
reageerde, bewijst de boycotbeweging van den
Algemeenen Nederlandschen Zuivelbond. Er is
geen land en geen landje, dat niet bij deze
crisis betrokken is.
Het zakenleven staat, hier en elders, voor
heete vuren. De XXIIIe Nederlandsche Jaar
beurs valt midden in het vlammenspel van dit
zeer brandende vraagstuk.
Nochtans voel ik mij als Jaarbeursman niet
geroepen, en ook niet gerechtigd, van al deze
economische perikelen kond te doen met het
bekende gezicht van den Amsterdamschen aan
spreker. In tijden van tegenspoed worden he-
kan ruimen, en niet om zichzelf, en het bewijs
dat ik meen wat ik zeg is dit: ik acht mij rijk
genoeg om mijn dochter te veroorloven een
man naar haar keuze te huwen.
Gij zoudt mejuffrouw Angelie toestaan een
armen man te huwen. z
Men is nooit arm als men talent bezit en ik
ben volkomen omtrent dat punt gerust; mijn
dochter zal alleen een braven man met een hel
der verstand tot echtgenoot nemen. Ik ken
haar gevoelens dien aangaande.
Zóó! heeft mejuffrouw Angelie u gezegd
Zij heeft mij zooveel daarover gezegd, zoo
machtig veel. dat het wel een pleidooi geleek.
Zij wil, de eischen van de mannen zijn niets
?.n vergelijking van die van jongemeisjes.Zij
wil tot echtgenoot een jongen man; want zij
beweert, dat de echtenden samen moeten oud
worden en gemeenschappelijk de lasten des le
vens dragen f
Dat kan ik in haar niet misprijzen. Een meis
je van achttien jaren uithuwen aan een man
van veertig, is haar blootstellen aan veronge
lijkingen; de echtgenoot zal het kinderlijke
niet begrijpen, dat er nog in het karakter zij
ner vrouw aanwezig is; aanvankelijk zal hij er
zich over verwonderen en er zich dan aan er
geren. Van haar zijde zal de jonge vrouw den
man wel wat te ernstig, te ongemakkelijk en
te bedilziek vinden; een zekere verkoeling ?s
hiervan het gevolg en uit deze ontstaan on-
eenigheden. Angelie heeft gelijk, de echtgenoot
moet niet te vel in leeftijd verschillen met zijn
gade.
(Wordt vervolgd.)