De Zeenwsclie Koerier
Vrijdag 25 Juli 1930
Tweede Blad.
Onze gratis
ongevallen-verzekering.
„De Zeeuwsche Koerier"
Het Geheim van den
Voddenraper.
Sociaal Jïïeuws.
FEU 1 LLETON.
▼an
45e Oaargang. No. 3645.
f 600
f2250
f 600
f 600
f 100
f 100
f 30
(Wordt vervolgd)
ABONNEERT U OP
DE GOEDKOOPSTE DRIEMAAL PER WEEK
VERSCHIJNENDE COURANT IN ZEEUWSCHE
VLAANDEREN, WAARAAN VERBONDEN EEN
GRATIS-ONGEVALLENVERZEKERING MET
DE HOOGSTE UITKEERINGEN, VEEL HOO-
GER DAN DIE VAN EENIG ANDER BLAD IN
DIT GEWEST.
WIJ KEEREN UIT.
a. Indien het ongeval de eenige en recht-
streeksche oorzaak is van den DOOD van den
verzekerden abonné, hetzij onmiddellijk of bin
nen 90 dagen na den datum van het ongeval
b. Indien het ongeval de eenige en recht-
streeksche oorzaak is van het VERLIES door
afscheiding of door amputatie VAN BEIDE
VOETEN OF HANDEN DAN WEL EEN VOET
EN EEN HAND boven den enkel of pols of van
het onherstelbaar gezichtsverlies uit beide
oogen, een en ander binnen 90 dagen na den
datum van het ongeval
c. Indien hét ongeval de eenige en recht-
streeksche oorzaak is van het VERLIES door
afscheiding of door amputatie VAN EEN HAND
OF VOET boven den pols of enkel binnen 90
dagen na den datum van het ongeval
d. Indien het ongeval de eenige en recht-
streeksche oorzaak is van het onherstelbaar
GEZICHTSVERLIES UIT EEN OOG binnen 90
dagen na den datum van het ongeval
e. Indien het ongeval de eenige en rechtstreek
sche oorzaak is van het VERLIES door afschei
ding of amputatie VAN EEN DUIM binnen 90
dagen na den datum van het ongeval
f. Indien het ongeval de eenige en rechtstreek
sche oorzaak is van het VERLIES door afschei
ding of amputatie van een WIJSVINGER bin
nen 90 dagen na den datum van het ongeval
g. Indien het ongeval de eenige en recht-
streeksche oorzaak is van het VERLIES door
afscheiding of amputatie van een VINGER-,
geen duim of wijsvinger zijnde,- binnen 90 da
gen na den daf^um van het ongeval
EEN EN ANDER OVEREENKOMSTIG DE
VOORWAARDEN VAN VERZEKERING, WELKE
VOOR ONZE ABONNé'S TE ONZEN KANTORE
TER INZAGE LIGGEN
Deze verzekering wordt van kracht, op den
7en dag, na dien, waarop de abonné in het in-
schryvingregister werd ingeschreven, des mid
dags te 12 uur.
Bovenstaande bedragen zijn door ons her
verzekerd bij de N.V. Ongevallenverzekering-
Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage.
y Naar het Fransch van
RAOUL DE NAVERY.
92)
In den vroegen morgen had een kar voor de
pastorie stilgehouden, een paard, daarvoor ge
spannen, was van vermoeidheid en uitputting
neergestort. Bij dat gerucht snelde men toe en
vond in den wagen, op èenig stroo een jonge
vrouw uitgestrekt. Zij had opgehouden te leven
en haar leden waren bijna verstijfd. In een
korfje aan haar zijde lag een klein, schreiend
meisje.
Een jonge vrouw, een klein meisje! herhaal
de Audoin als in een droom
Men verzorgde het kleine kind, vervolgde de
schilder, en legde de moeder in een behoor
lijk doodskleed op een paar planken met schra
gen waar de dorpelingen bij haar lijk kwamen
bidden. O! die schets is zoo getrouw, dat bij
den aanblik daarvan mij nog de tranen in de
oogen schieten. Zie dat bleeke gelaat, die groote
blauwe oogen, welke de vinger des doods niet
gesloten had, de teere handen saamgevouwen
in een laatste gebed, en de lange zwarte haren
die een rouwfloers om het hoofd van de over
ledene vormden, dat alles zie ik daar nog le-
yendig voor mij
VOOR DE EUROPA-RONDVLUCHT. Tijdens de voorbereidingen van de Europa-rondvlucht, die
op het Berlijnsche tempelhof begint. Het vullen van een BFW machine.
R.-K. Werkliedenverbond
(Vervolg)
Dinsdagmiddag om half drie werd de ver
gadering voortgezet.
De voorzitter beëindigde de beantwoording
der algemeene beschouwingen over het jaar
verslag, dat hierna ongewijzigd werd vastge
steld.
Het financieel verslag bleef onbesproken en
werd goedgekeurd.
In het Verbondsbestuur werd herkozen ver
klaard de secretaris de heer J. A. Schutte. In
de vacature ontstaan door het aftreden van
den heer J. A. Kolkman werd de heer J. Veld
man gekozen.
De heer H. Brouwer en A. Th. van Rijen,
die door hun diocesane bonden waren herbé
noemd namen wederom in het Verbondsbe
stuur zitting, terwijl in de overige vacatures
in de Vakbondsvergadering voorzien zal wor
den.
Tot lid der commissie voor de volksgezond
heid werd de heer Ant. Aengenend herbenoemd
Een bespreking had hierop plaats over de
plaats van den uitgetreden heer J. A. Kolk
man.
Het Verbondsbestuur droeg het nieuw-be-
noemde bestuurslid den heer J. Veldman voor
de functie van vrijgestelde voor.
Uit de vergadering kwam hier tegen verzet,
en werd op schriftelijke stemming aangedron
gen.
De voorzitter verdedigde de zienswijze van
het Verbondsbestuur in dezen en drong er op
aan bij acclamatie den heer Veldman in de
functie van gesalarieerd vrijgestelde te be
noemen.
Van de zijde der vakorganisatie bleef men
hiertegen bezwaren inbrengen, zoodat tot stem
ming moest worden overgegaan.
Uitgebracht werden 50 stemmen, waarvan
de heer J. A. Veldman er 33 verwierf, zoodat
hij tot vrijgesteld was gekozen.
Door den voorzitter en den Verbondssadvi-
seur, den hoogeerw. heer J. G. van Schaik werd
de heer Veldman met zijn benoeming gecom
plimenteerd.
Verder, verder! sprak Maximiliaan koort
sig.
Dat is alles! In den loop van den dag werd
de overledene met al den luister welken een
dorp kan aanbieden en door schier al de dor
pelingen gevolgd, grafwaarts gedragen, Daar
men niet wist of het kleine meisje reeds het
H. Doopsel had ontvangen, werd het naar de
kerk gebracht en onder een toevloed van be
langstellenden voorwaardelijk gedoopt; ik druk
te pastoor Lormel de hand en vertrok
Een vrouw met een kindje naast zich! Mijn
God, welk een licht gaat daar voor mij op.
Wat deert u toch? vroeg Vernac, welke her
innering wekt dat tafereel bij u op, dat ge zoo
ontstelt?
De jonge advocaat rilde over geheel zijn li
chaam.
Wat mij deert? riep hij uit, dien wagen
meen ik te herkennen, en die vrouw met zwar
te haren, die gij dood gezien hebt, was ver
moedelijk mijn moeder!
XXXII.
Herinneringen uit de kindsheid.
Bij die woorden van Maxmiliaan: „die
vrouw was vermoedelijk mijn moeder" werd
Gabriël Vernac diep geroerd: zijn belangstel
ling voor den jongen advocaat werd er nog
door verhoogd, en hij schilderde hem met zul
ke warme bewoordingen wat er in zijn gemoed
omging, dat Maximiliaan de hand van den
schilder drukte en hem diep aangedaan de
volgende openbaring deed:
De bond van Overheidspersoneel „St. Pau-
lus" stelde voor den naam van het Verbond te
veranderen, omdat velen bij de organisatie be-
hooren, die in engeren zin niet tot de arbeiders
gerekend worden.
Het Verbondsbestuur verklaarde niet afwij
zend te staan tegenover een naamsverandering
an het Verbond en stelde voor deze kwestie
aan het Verbondsbestuur op te dragen ten
einde t.z.t. een voorstel dienaangaande te doen
De Textielarbeidersbond had een voorstel in
gediend inzake de uitgifte van een vrouwen
blad.
Het Verbondsbestuur erkende de wenschelijk
heid van een dergelijk blad en verklaarde, dat
het in het leven roepen daarvan op den weg
ligt van het Verbond.
Nadat door mej. Hutten de wenschelijkheid
van een speciaal vrouwenblad nog nader was
bepleit, werd aan het Verbondsbestuur op-
drach gegeven de mogelijkheid der uitgifte van
een vrouwenblad te bestudeeren.
Aan de orde kwam hierna een voorstel van
den Bouwvakarbeidersbond inzake bestudeering
van het vraagstuk der werkloosheid.
Het Verbondsbestuur adviseerde de vergade
ring een commissie te benoemen tot bestudee
ring van de kwestie.
In verband met dit voorstel werden eenige
vragen gesteld omtrent de taak en samenstel
ling der commissie, die door den voorzitter
werden beantwoord.
Hierop werden de concept-statuten behan
deld voor de N.V. Nederlandsche Arbeiders-
bank.
De heer van Tongeren achtte een oprichtings
kapitaal van f 30.000 en een aandeelenkapi
taal van f 250.000 veel te gering om goede
bankzaken te kunnen voeren. Verder was zijns
inziens de bevoegdheid der directie te groot en
het aandeelenkapitaal niet elastisch genoeg.
De heer Steinmetz verklaarde weinig onder
scheid te zien tusschen den opzet dezer Ar-
beidersbank en andere kapitalistische banken
Mr. van Maarseveen, rechtskundig adviseur
beantwoordde de gemaakte opmerkingen en
wees erop, dat men klein moet beginnen en
het geenszins in de bedoeling ligt om de allure
van een grootbank aan te nemen. Daarom
moet alles eenvoudig worden ingericht en heeft
Gij verlangt mijn verleden te kennen en te
weten wat mijn jeugd was; ik ga het u mede-
deelen. Daarvoor moet ik in mijn herinnerin
gen ver, zeer ver teruggaan, terug tot mijn eer
ste kinderjaren.
Parijs is ongetwijfeld mijn geboorteplaats;
want toen ik op den leeftijd van twintig jaren
kwam, scheen veel mij niet onbekend toe. De
monumenten had ik meer gezien; de naam
,an sommige straten en wijken had mij vroe
ger in het oor geklonken; ik meende zelfs eeni
ge huizen te herkennen. Ja, ik heb Parijs als
kind gezien, ik heb in zijn tuinen gespeeld, en
hoewel de golven des levens over mij zijn heen
gespoeld en mij als een schipbreukeling heb
ben meegevoerd, houd ik mij overtuigd dat ik
er gewoond heb. Ik herinner mij nog de twee
wezens die voor mijn legerstede waakten, mijn
dierbare ouders. Mijn vader was een groot
sterk gebouwd man, met een beminnelijk en
zacht gelaat. Als hij bevelen gaf, had hij een
zware stem, zonder ruwheid, en als hij tot mij
sprak, klonk zij vleiend en zoet.
Wij moeten rijk geweest zijnwant in de
bijna uitgewischte droombeelden van mijn
kinderjaren, zie ik nog de kanten van mijn bed
je. de pracht der tapijten, de kostbare meube
len. De bedienden kwamen en gingen, zon
der het minste gerucht te maken. Ik verbeeld
mij nog den lach mijner moeder te zien, en
de melodieuze klanken eener piano te hooren.
die haar zangen begeleiden.
Gij hebt mijn moeder gezien, Gabriël en he
den vind ik in haar op uw schets in die scha
mel gekleede vrouw, met haar lange loshan-
men geen kantoren enz. noodig. Spr. achtte
dan ook het maatschappelijk kapitaal voor den
opzet der Arbeidersbank voldoende.
Wat de aandeelen betreft, moeten deze niet
zijn in handen van particulieren, doch van
organisaties.
De concept-statuten werden aangenomen.
Nadat pastoor J. de Kroon een woord van
dank had gesproken voor de bij den aanvang
der vergadering tot hem gerichte gelukwen-
schen, werd de bijeenkomst verdaagd tot
Woensdagmorgen negen uur.
Door het gemeentebestuur van Breda werd
des avonds aan de congressisten een concert
aangeboden in de Sociëteit „Concordia".
(Zie vervolg Eerste Blad).
Steun verzocht
Het bestuur van den Ned. R.-K. Bouwvakar
beidersbond „St Joseph", afd. Amsterdam, ver
zoekt ons de aandacht te vestigen op een arti
kel, verschenen in „De Amstebode" van 21 de
zer, waarin meer dan schandelijke bejegening
wordt beschreven, welke de Roomsch-Katho-
liek georganiseerde steenzetters te Amsterdam
van syndicalistisch georganiseerd rapaille moet
ondervinden, een bejegening, welke haast de
indruk moet vestigen, dat het ook in Neder
land mogelijk is, tot op zekere hoogte het Sov
jet-regiem door te voeren.
Met kracht en klem wordt in bedoeld artikel
een beroep gedaan op den steun, moreel en
geldelijk, van Katholiek Nederland. Het slot
van het artikel luidt als volgt:
Omdat het hier gaat om de kracht en het
bestaansrecht eenere katholieke organisatie,
omdat het voor de geheele Roomsche arbei
dersbeweging zaak is, dat deze strijd wordt ge
wonnen en eens en voorgoed 't onbetwistbaar
recht, dat deze katholieke arbeiders de ge
legenheid moeten hebben rustig en ongestoord
hun werk te verrichten, wekken wij er gaarne
toe op en dringen wij er met klem op aan, dat
men goed nota neemt van en bijdragen stort
op het Rijksgiro-nummer van den R.-K. Bouw
vakarbeidersbond te Amsterdam of zijn bijdra
gen opgestuurt naar de 3e Hugo de Grootstraat
no 7 te Amsterdam.
Het Rijksgironummer is: No 55900
gende haren, op de binnenplaats van een dorps
pastorie liggende, diezelfde schoonheid terug,
die mij zoo aantrok toen ik nog heel klein was
Maar wat ik met geen woorden zou kunnen
beschrijven, is haar bevalligen gang, de wellui
dendheid harer stem, de kinderlijke blijdschap
waarmee zij mij in haar armen nam; mij haar
schat, haar lieveling noemde, en mij al die tee
dere benamingen gaf, welke alleen een moeder
kan scheppen. Ik was opgeruimd. Op zekeren
avond sliep ik onder zijden gordijnen in en
plotseling kwam mijn vader in het holle van
den nacht in doodsangst mij uit den slaap wek
ken, om mij in zijn armen weg te dragen. Ik
zag vlammen vonken, een vuurpoeldaarop
drukte mijn moeder mij in haar armen met
den uitroep:
Hij is gered! God zij geloofd
Ja, God zij geloofd! Anita, antwoordde mijn
vader.
Die naam van Anita is onuitwischbaar in
mijn geheugen gegrift gebleven. Ik vind dien
zoet en liefelijk. Heden herhaal ik dien met
een gevoel alsof ik er haar, die hem weleer
droeg uit den dood door kon doen opstaan.
Sinds dien rampzaligen nacht is er een leem
te in mijn herinneringen. Ik weet niet wat er
gebeurd is, doch er moet een groot onheil voor
gevallen zijn. Mijn vader verliet op een ge
heimzinnige wijze plotseling het huis. Mijn moe
der weende en omhelsde mij vuriger dan ooit.
Men zou gezegd hebben, dat ik alleen haar
troost en hoop uitmaakte