Z. D. H. MGR. P. HOPMANS
No. 3643
Maandag 21 Jnli 1930
45ste Jaargang
NIEUWS-
ER ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
PAUS PIUS XI.
Het Gebeim van den
Voddenraper.
Uit de stad van het Vaticaan.
Buitenland
logezoDden Mededeeling
(Wordt vervolgd.)
~~G x
DE
E RI ER
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-GENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,;
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling
Advertentiën 20 cent pee.regel, bij contract lager
frTP«KR.NQRAfflHT,°f VERSCHIJNT ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND
fBSTKEKEHIHB Ho. 52418.
Iluisprelaat van Z.H. den Pajus. Assistent-Bis
schop bij den Pauselijken Troon.
Bij Pauselijke Breve van 17 Juni is Z.D.H. Mgr.
PHopmans, Bisschop van Breda, benoemd tot
Huisprelaat van Zijne Heiligheid Assistent-Bis
schop bij den Pauselijken Troon.
Naar „Sancta Maria" meldt, luidt de Pause
lijke Breve vertaald als volgt::
Eerwaarde Broeder, heil en apostolischen ze
gen. De Vicaris Generaal van het Bisdom van
Breda, Proost van het Kapittel en de Ple
baan der Kathedrale Kerk. Kanunnik, vragen
Ons. in naam van het diocees, U, ter gelegen
heid van het veertigste jaar van uw priester
schap, duidelijk blijk te geven van Onze wel
willendheid, om aldus uw verdiensten jegens de
Kerk naar waarde te beloonen.
En inderdaad, bekend zijn ons, door en door,
uw schitterende gaven van hart en geest, be
kend ook de zorgen en de arbeid door U in 't
besturen van dit bisdom ten beste gegeven; en
daarom hebben Wij dan ook, ten volle goed
keurend de piëteit, waarmede de uwen voor U
zijn gestreden, spontaan en van harte goedge-
.vonden aan hun verlangens te voldoèn.
Om U dan, nu de blijde herdenking, zooeven
aangeduid, hiertoe de gelegenheid biedt, een
bewijs te geven van onze bijzondere genegen-
FEUILLETON.
i Naar het Fransch van
RAOUL DE NA VERY.
90)
Dat weet ik al niet. 't Is niemands schuld
dat ik niet rijk ben. Ik geloof niet dat de maat
schappij verplicht is iemand te onderhouden
en te voeden, die voor zich zelve kan zorgen.
Ik ben arm geboren, dat is zoo; maar sinds
mijn twaalfde jaar had ik een handwerk kun
nen uitoefenen, en ieder handwerk voedt zijn
man. In plaats daarvan ben ik een toonbeeld
van een straatslijper; ik speur de zwaluwen
hun vlucht na en verlustig mij in het zien
voortkabbelen van het water. Naar alle muziek
.van welken aard ook blijf ik staan luisteren,
zoowel naar het gegons van een insekt, als
naar de luidruchtige straatmuziek. Waarlijk,
het zou een onbillijkheid zijn als ik, die drie
vierde van den tijd met de handen in (Jen zak
rondloop, zou willen eten en wonen als een
prins.
Maar Bigorneau, vriend, verander dan van
levenswijze.
Nooit! Zie, meester, gij hebt u een beroem
den naam gemaakt, men kan u dat zonder
vleierij in het aangezicht zeggen; binnen een
uur zal het atelier gevuld zijn met lieden, die
heid, verleenen Wij, met Ons apostolisch gezag
U Eerwaardige Broeder, krachtens dit schrijven
de voorrechten en eeretitels der Assistent-Bis
schoppen bij den Pauselijken Troon. Daarom
nemen Wij U op onder Onze Huisprelaten en,
terwijl Wij U eveneens uit kracht van dat Ons
gezag, tot adel verheffen, sieren wij U tevens
met den titelvan Graaf voor uw persoon. Om
U echter ook te gerieven en uw geestelijk voor
deel te bevorden, -verleenen Wij U eveneens 't
voorrecht van privé-kapel, opdat het U geoor
loofd zij dagelijks de H. Mis op te dragen en
ook een tweede H. Mis in uwe tegenwoordig
heid te doen opdragen, vooral als dankzeg
ging voor het door U opgedragen Sacrificie, in
de huizen van katholieken van uw of van 'n an
der bisdom, als deze huizen door Apostolische
volmacht het voorrecht van een huiskapel ge
nieten, zelfs als Gij daarin niet als gast ver
blijft (want zijt Ge er als gast opgenomen, dan
kunt Ge dit uit hoofde van het algemeen recht
rechtmatig doen), zoodat men daar dan vol
strekt niet handelt in strijd met dat indult.
Ook is elk dezer beide H. Missen voor ieder der
huisgenooten en voor uw personeel op alle
feestdagen voldoende ter volbrenging van het
kerkelijk gebod.
Verder machtigen Wij U de zijden prelaats-
kleedij te dragen en geven U ook het recht in
de Pauselijke Kapellen de plaats in te nemen
voor de Assistent-Bisschoppen bij den Pause
lijken Troon gereserveerd.
Ten slotte bepalen Wij, dat van deze aan U
verleende waardigheid officieel mededeeling
worde gedaan aan de registratie van het Col
lege der Assisten-Bisschoppen bij den Pause
lijken Troon.
Al wat hiermede in strijd mocht zijn ls niet
van kracht.
Gegeven te Rome bij Sint Pieter, onder den
Visschersring, den XVII der m. Juni v. h. jaar
MCMXXX, het negende van Ons Pausschap.
Den Eerwaardigen Broeder
Petrus Adrianus Wilhelmus HOPMANS.
Bisschop van Breda.
(get.) E. Card. Pacelli.
Staatssecretaris
Op de keerzijde: Apostolische Breven No 679
De Kanselier der Breven
(get.) Mons. Domenico Spada
In de vergadering van het Hoogwaardig Ka
pittel op 16 Juli heeft Mgr. J. M. van Oers, Vi
caris Generaal en Proost van het Kapittel,
deze Pauselijke onderscheidingen aan Z. D. H.
medegedeeld en de Breve overhandigd, Z. D. H.
gelukwenschend in naam van het Kapittel, van
Geèstelijkheid en Geloovigen van het Bisdom
van Breda.
De Redactie van De Zeeuwsche Koerier stelt
er hoogen prijs op te dezer plaatse zijn eerbie
dige gelukwenschen te voegen bij de vele, welke
Z. D. H. dezer dagen zullen hebben bereikt.
Door Prof. FRANS XAVER ZIMMERMAN.
ROME, 15 Juli 1930.
De groote uittocht is begonnen. Alles wat
vacantie heeft, ontvlucht de Eeuwige Stad,
waar de snikheete zomerlucht trillend boven
straten en pleinen hangt. De examens zijn be
eindigd, de colleges gesloten, de departemen
ten liggen verlaten: alleen de ambtenaren die
de loopende zaken hebben af te wikkelen, zijn
op hun post gebleven.
De hitte is ondragelijk geworden en men
zou blij zijn, als men aan het koele zeestrand
van Dalmatië tot rust kon komen in de ver
kwikkende stilte van het kalme water, waar
ieder geluid in de oneindige verte verloren
gaat. Want uit het moderne Rome is die kalme
rust en serene stilte der klassieke oudheid ver
dwenen, sinds het moderne verkeer zoo op
dringerig en misschien onbewust-gewelddadig
beslag gelegd heeft op alle pleinen en straten
der Eeuwige Stad.
Zeker zijn er nog enkele plekjes aan den
rand der Stad, waar de onwelriekende dampen
der moderne vervoermiddelen nog niet zijn
doorgedrongen en de betrekkelijk weinig-tal
rijke bewoners zouden hier rustig kunnen ge
nieten van een heerlijk panorama, als ten
minste de pruttelende luidspreker van een
buurman de avondstilte niet komt storen. Ook
de Stad van het Vaticaan is vanaf de Piazza
del Risorgimento en de Via della Porta An
gelica door een zee van groot-stads-rumoer
omgeven, maar zij heeft zich toch in ieder ge
val door dikke, grijze muren tegen al te groote
opdringerigheid weten te beschermen. De be
woners van het Quirinaal zijn niet zoo geluk
kig, want de auto's rijden bij voorkeur door de
Via del Quirinale; alleen de vertrekken van
het Koninklijk Paleis, die langs de tuinzijde
gelegen zijn, genieten een betrekkelijke rust.
De koninklijke familie verblijft dan ook slechts
zelden in 't Quirinaal, maar bij voorkeur in de
Villa Savoia, die te midden van heerlijke tui
nen gelegen is. De gewone sterveling krijgt
hier echter nooit iets van te zien, want hooge
muren onttrekken dit lustoord aan de nieuws
gierige blikken van wandelaars en toeristen.
Sinds enkele maanden geleden de autobus
de electrische tram ten deele verdrongen heeft,
is Rome de meest lawaaierige stad van de hee
le wereld geworden. Met voetgangers wordt
haast geen rekening meer gehouden: het aan
tal verkeersongevallen is ontzettend toege
nomen in de laatste maanden: in den regel
heeft de chauffeur geen schuld want in 't
algemeen rijden de Italiaansche chauffeurs
heel voorzitchig, maar de oorzaak is gelegen
in de wanverhouding tusschen de enge straten
der oude stad en de voorgeschreven snelheid
der autobussen die een groote kracht moeten
ontwikkelen om de groote hellingen te nemen.
Men wilde de electrische tram uit de binnen
stad doen verdwijnen om rond de oude eer-
u zulks in gekunstelde bewoordingen maarniet
welgemeender zullen herhalen. G bezit twee
hoofdvoorwaarden om te slagen: het talent en
de oefening. Mijnheer Gontran is een alchimist
hij zoekt den steen der wijzen op zijn manier;
zal hij dien vinden? En als hij hem vindt, zal
hij dan nog begrepen worden? Ik voor mij zoek
niet, ik laat mij met geen droomerijen in, maar
geniet eenvoudig van het leven. Gij houdt mij
in uw atelier, ik maak de paletten schoon, be
reid den achtergrond, schilder kleine snuiste
rijen, die de vreugde en de verrukking der bur
gers van Amerika gaan uitmaken, en als ik vijf
franc in mijn zak heb, ben ik even fier als de
millionnair met zijn schatten. Lucht en voe
ding, ziedaar alles wat ik behoef. Nooit zal ik
genie en talent bezitten, wijl ik niet werk;
maar dat is mij om het even. Ik blijf arm, en
blijf er vroolijk bij. Er zijn menschen die van'
verdriet over hun armoede wegkwijnen; en
ik zou, geloof ik, van verdriet de tering krij
gen als ik rijk werd!
Een gelukkig karakter! zei Gontran tot Ver-
nac.
Inderdaad, antwoordde deze, juist het tegen
overgestelde van dien ongelukkige, die zooeven
mijn atelier is binnengeslopen. Dat is een zon
derling karakter. Ik houd mij alsof ik hem niet
zie. Lazaro, door zijn vrienden Lazaro de Vee
hoeder genaamd wegens zijn overdreven be
wondering voor dat drama, bezit geen greintje
talent. Zijn stukken wekken ieders lachlust op.
Ik heb een paardenmarkt van hem gezien,
waarop al de kleuren van den regenobog voor
komen. Hij verkladt wat oker en vermiljoen,
terwijl gij, Gontran, voor uw doek zittend, de
groote en verhevene zielskwellingen lijdt van
den artist omdat gij de natuur niet kunt we
dergeven, zooals gij haar ziet en gevoelt. Paul
Bigorneau, dat groote kind, dat met zijn ar
moede lacht, zal een der caricatuurteekenaars
van onzen tijd worden, doch meer ook niet.
Lazaro de Veehoeder is niet alleen arm en af
gunstig, maar mist ook talent en moed en bij
elke gelegenheid spreekt hij zijn afkeuring uit
over de werken zijner vrienden en ambtsbroe
ders. Hij zal het, vrees ik, nooit zoover brengen
om een fatsoenlijk uithangbord te schilderen.
Hij boezemt mij geen medelijden maar afkeer
in. Ik zou hem wel een aalmoes geven, maar
geen goeden raad, want ik ben overtuigd dat
hij mij dat zeer kwalijk zou nemen.
Inderdaad, Lazaro nam achtereenvolgens de
beide stukken van Vernac in oogenschouw, en
zeide op onverschilligen toon, als achtte hij
zich welstaanshalve verplicht toch iets te zeg
gen:
Zeer lief! zeer lief!
O ja, niet kwaad, niet waar? viel Bigorneau
in. En hoe staat het met uw groot schilder
stuk „De paarden van Diomedes?" Een moei
lijke taak, niet waar? Maar voor uw veelom
vattend talent heeft dat niets te beduiden!
Vooral die rijke kleurenschakeering der paar
den is meesterlijk!
Afgunstige! beet Lazaro de Veehouder hem
toe.
Nu, ik heb daar alle reden toe. Wat dunkt
u, als ik eens een stukje inzond, bijvoorbeeld,
drie ajuinen met een bokking op een rooster!
biedwaardige kerken en paleizen een kring van
volkomen stilte te leggen, maar dat is een ab
solute mislukking geworden: van een derge
lijke stilte is niets te bemerken. Rome is een
groote heksenketel van lawaai en benzinestank
geworden. Aleen de late avonduren en de
korte nacht gunnen den bewoners der stad
eenigen tijd om hun ramen open te zetten en
eenige verfrisschende koelte te laten waaien
in hun oververhitte huizen. Maar aan rustig
slapen valt dan niet te denken, want het
nachtelijk rumoer pleegt een aanslag op de
gehoorzenuwen van den rustigen burger. Om
12 uur worden de café's met veel lawaai van
de zijde der bezoekers gesloten. Rond 12 uur
gaat het Theater uit dat volgens Romeinsch
gebruik eerst om 9 uur begint: een half uur
lang rijden auto's af en aan, en weerklinken
de afscheidsgroeten. Nauwelijks heeft de onge
lukkige bewoner van de Corso Umberto z'n
oogen dicht gedaan of om 1 uur worden de
sociëteiten en clubgebouwen gesloten: weer
hetzelfde drukke lawaai. Om drie uur worden
de politiewachten afgelost: druk pratend gaan
zij groepsgewijze naar huis. Om vier uur raast
een dozijn motorrijders van den openbaren
veligheidsdienst met open knalpot over het
gladde asfalt: een half uur later begint het
licht te worden, en de bewoner van de Corso
Umberto heeft zoogenaamd zijn nachtrust ge
noten. Zoo is het haast overal. Een dokter ver
klaarde onlangs dat men, om in een gekken
huis terecht te komen, niets anders behoeft te
doen dan op een druk tijdstip op en neer te
gaan wandelen tusschen het Paleis der Pre
fectuur en de Via del Plebiscito. Toen de trams
nog mochten rijden was het rustig op de
Piazza Cavour, maar nu s het er een echte
hel geworden. Is het wonder dat de Romeinen
hun stad ontvluchten?
De Russische Communistische partij.
De zittingen van Russische communistische
partij werden te Moskou gesloten. Een nieuw-
centraal-comité werd gekozen, dat uit 71 leden
en 67 plaatsvervangende leden bestaat. Van dit
comité maken o.a. deel uit Stalin, Rykow, Toms
ki en Buchanin.
Geen vrouwen in het Engelsche Hoogerhuis.
Het Britsche hoogerhuis heeft met 53 tegen
Ik ben arm en de eerzucht verteert mij niet.
Zou ik toegelaten worden?
Waarom niet, sprak Lazaro de Veehoeder.
Het is voldoende dat men iets alledaags, iets
bont maakt, wat voor een kermisten zou kun
nen dienen.
En gij, Lazaro?
Ik behoor tot de onverzoenlijken; ik weet
vooruit dat ik afgewezen word.
Men kan maar in één ding uitmunten en gij
schijnt het talent te bezitten u te laten afwij
zen.
Ik maak u wel mijn compliment! zei Lazaro
tot Vernac, terwijl hij Bigorneau den rug toe
keerde, het ziet er lief, zeer lief uit!
Meester, fluisterde Bigorneau Vernac toe, ik
zou dien hansworst wel een poets willen spelen
Houd den mond! viel Vernac lachend in.
Schilderstukken! ging Bigorneau voort,
schitterend scheppingen! ze zijn lief, zeer lief
te noemen! Geen besef te hebben van de
grootschheid der opvatting, de zuiverheid van
de teekening, de tooverkracht der kleuren. Ik
moet mij wreken!
Zoo sprekend nam Bigorneau een vel grijs
papier en een potlood, en begon met stoute
trekken een caricatuur van Lazaro te schetsen
Gabriël Vernac moest onwillekeurig lachen.
Komaan, groot kind, zeide hij, vergun mij
het te zeggen, dat is je roeping.
Het caricatuurschilderen?
Inderdaad!
-