De Zeeuwsche Koerier Vrijdag 18 Juli 1930 Tweede Blad. Het Geheim vao den Voddenraper. ZOO IS NEW'YORK. FEU I LLETON. ▼an 45e öaargang. No. 3642. Is 't 'ii eiland-der-zaligen of 'n eiland-der-tranen? Als men zoo eens nagaat wat 't allemaal voor lieden zijn, die Amerika gelukkig willen maken met hun tegenwoordigheid, dan valt het te begrijpen, dat de Vereenigde Staten een stokje gestoken hebben voor de onbeperkte im migratie, zooals het die eenmaal kende, dat het den toevloed van Oost- en Zuid-Europe anen tot een minimum heeft teruggebracht. In 1921 heeft Amerika den eersten stap gezet op dezen weg tot inperking der immigratie. Men ging uit van de cijfers, die de volkstelling van 1910 had opgeleverd: stelde vast, hoeveel onder danen van elke natie toen in de Vereenigde Staten woonden en stond als immigratie-index toe 3 op de 100. Het is niet te verwonderen, dat bij dezen maatregel Engeland en Duitschland het meeste garen sponnen. Deze staten, die het grootste aandeel hadden gehad in den opbouw van Amerika, mochten jaarlijks respectievelijk 77000 en 67000 onderdanen „leveren" Maar reeds in 1924 kon deze wet aan de 100 pCt.-Ame rikanen niet meer voldoen. En daarom werd als basis genomen de uitkomst der volkstelling van nog weer 20 jaar terug, dus van 1890 en de index teruggebracht van 3 op 2 ten honderd. Het resultaat daarvan was, dat Groot-Brittan je jaarlijks 62.000 inwoners „invoeren", Duitsch land 51000, Zweden ongeveer 10,000, Noorwegen rond de 6000, terwijl Italië, Zuid-Europa en Rusland practisch totaal niets meer leverden. Deze wet was nauwelijks twee jaar van toe passing, toen Amerika plotseling ontdekte dat 't Duitsche element onder de immigranten nog steeds veel te sterk was in vergelijking met het Angel-Saksische. En nu nam men zijn toe vlucht tot een zeer radicalen maatregel en met een ongeloofelijke willekeur werd een nieuwe basis vastgesteld en wel de verhouding der verschillende rassen in Amerika, zooals die was in 1790. En dezen keer kreeg men 't ge- wenschte resultaat: door deze, in 1928 in wer king getreden wet, mocht Engeland-Ierland jaarlijks 81574 en Duitschland maar 25957 on derdanen naar Amerika laten emigreeren. Nu zal niemand aan de Vereenigde Staten 't recht betwisten, om naar eigen goeddunken hun grenzen open te stellen of te sluiten. Maar 't is toch voor Duitschland niet prettig te moe ten ervaren, dat 't Duitsch element opvallend wordt ten achter gesteld bij 't Angelsaksische en nog wel op grond van weinig-steekhoudende motieven. Zoo hebben de rustelooze voorvech ters voor 't 1001%-Amerikanendom zich niet ontzien te beweren, dat men in Amerika met de dienstplichtigen van Duitsche afkomst veel meer last heeft gehad dan met de dito van Engelsche origine.i Bij eiken feestmaaltijd, bij elke officieele ontvangst, bij elk bezoek van eenige beteekenis kan men hooren verkondi gen, hoeveel Amerika wel aan Duitschland te danken heeft. Maar de nieuwe wet op de im migratie toont daartegenover ten duidelijkste aan, hoe weinig er yan zulke betuigingen ge meend is. Over dit alles staat men te prakizeeren, ter wijl men in de hal van Ellis Island voor de reusachtige „Stars en Stripes" de Duitsche boe ren, hoofd- en handenarbeiders met negers en Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 89) De fabrikant begreep terstond dat Camour- das partij zocht te trekken van het medelijden dat de toestand van de ongelukkige gebrekki ge hem had schijnen in te boezemen; op dat oogenblik wilde hij tijd winnen, om 't middel te vinden zich van den druk van Camourdas te ontslaan. Bestiole kon hem van veel nut wezen, zonder dat het onschuldige schepsel 't zelve wist. Ik heb uw adres, gaf hij Camourdas ten ant woord, Angelie zal Bestiole bezoeken. Ik reken op u, antwoordde Camourdas. En na zijn hoed opgezet te hebben, ging de ellendeling, met beide handen in de zakken fluitend heen. Ik moet die adder verpletteren of sterven, mompelde Nerval. En sterven wil ik niet! liet hij er op volgen. XXXI. De werkplaats van Gabriël Vernac. De werkplaats van Gabriël Vernac had iets van een museum en van een paleis; het huis dat de vermaarde artist zich had laten bou wen, stond in de rue Laval, en werd begrensd kleurlingen ziet opgaan naar dezen geweldigen „smeltkroes der naties'. 'n Gedempt geroezemoes klinkt in de groo- te ruimte op, t is het teeken van de kwellende onrust, die vooraf pleegt te gaan aan gebeurte nissen van verstrekkende beteekenis. Want hier wordt het lot beslist van hen, die zoo juist voet aan wal hebben gezet. Zij allen moeten 'n soort ingewikkeld stelsel van hokkrige gangen door- loopen, tot de eene helft ten slotte terecht komt in de zaal, waar de afgewezenen worden teruggehouden, tot ze met de eerste de beste stoomboot, van dezelfde maatschappij, als die hen heeft gebracht, zullen wordenteruggestuurd De andere helft echter ziet den weg naar de vrijheid open voor zich liggen. Voor hen die niet zijn toegelaten hebben de dagen weinig bekoorlijks, er is geen comfort, 't is nauwelijks uit te houden. Nu moet men natuurlijk ook be denken, (waar dit aandoet, met wat voor volkje men ook soms te doen krijgt. Ja, er is weinig aantrekkelijks te zien in die groote zalen. Er spelen zich tooneelen af, die den toeschouwer diep ontroeren, immers hoe- velen zijn er niet onder, die ten koste van hun laatste bezittingen, de reis naar de Nieuwe We reld hebben ondernomen, naar 't Land van Be door gewone huizen, zoodat het te midden dier allerdaagsehe steenmassa's uitschitterde als een brillant onder valsche edelgesteenten. Het was in Noorschen stijl opgetrokken, en van boven tot beneden versierd met fijn beeld houwwerk, een waar juweel van bouwkunst. De gelukkige bezitter van het huis in de rue Laval, had zich reeds jong een groote ver maardheid verworven, hij dankte die aan zijn ijver en zijn vorderingen, en had ze niet nage jaagd of gebedeld. Men wane niet, dat Gabriël Vernac, zonder worsteling tot beroemdheid was gekomen. O, neen! Hij had evengoed als ieder ander, de verguizing, de miskenning van zijn genie moe ten ondervinden. Maar wel verre van den moed te laten zinken, had elke beproeving hem ge sterkt. Hij had de scherpe aanmerkingen der kunstrechters als lessen en niet als beleedigin- gen opgenomen; hij luisterde gaarne naar raad, bestudeerde de groote meesters, verwaar loosde niets waarvan hij iets kon leeren, be zocht de werkplaatsen van al de mannen van naam om achter de geheimen van het vak te komen, en verwierf zich daardoor spoedig een zeldzame bekwaamheid. Vele jongelieden zouden zich vergenoegd hebben met de hoogte, welke hij bereikt had, maar overtuigd, dat men slechts een vermaard artist wordt door een volledige kennis van het teekenen als men tenminste ooit de volmaakt heid in de wetenschap kan bereiken, bracht Gabriël Vernac meer dan drie jaren door met uitsluitend schetsen en teekeningen naar de natuur te maken van alles wat zijn aandacht lofte, van goud en dollarsZe hebben ge hoopt op 'n zonniger toekomst en nu: ze zul len armer dan ze gingen in 't vaderland terug- keeren. De diepste smart ligt te lezen op 't ge- zich van den eene, dat van den anderen drukt vertwijfeling en wanhoop uit, of verbeten woe de, stomme verslagenheid, zelfs moedeloosheid. Toch is er ook voor dezen nog n weg om te komen in 't vurig begeerde nieuwe vaderland, maar die weg is duur en levensgevaarlijk. Er zijn aan de grenzen van Mexico en Canada en langs de kusten smokkelaarsbenden, die hun winstgevend bedrijf uit oefenen, dat rijker bloeit naarmate de immigratie-wetten strenger, werken. Voor 100 tot 1000 dollar kan men in vliegtuigen, vracht en passagiersschepen, in doodskisten en in hooi verstopt, worden „geïm migreerd, in het Beloofde Land! Men schat het aantal menschen, dat op deze wijze, met ontduiking van de wet, het land binnenkomen op 100.000 per jaar maar dat is zeker te weinig want hoevelen deserteeren er niet van buiten- landsche schepen, die Amerikaansche havens binnenloopen, waarvan er echter weer velen worden opgevangen. En zoo is de fijne zeef van de Amerikaansche trok. Men zag hem dikwerf in een straat plot seling stilstaan, zijn schetsboekje voor den dag- halen en in weinige trekken een voorval, een persoon, die hem trof schetsen. Hij bezat schatten in dat soort, en als hij tusschen twee groote werken in, tot afwisseling een licht stukje wilde schilderen, was het hem genoeg even zijn album open te slaan om daarin be koorlijke onderwerpen te vinden, naar het le ven genomen. Een paar historiestukken legden den eersten grondslag van Gabriël Vernac's roem. Van toen af behoorde hij tot het getal der- genen, van wie men zes maanden te voren zei: „Wat zendt hij dit jaar in?' De kunste naar liet zich door zijn zegepraal niet bedwel men; hij begreep dat hij niet mocht rusten, want in de kunst op hetzelfde punt blijven staan is achteruit gaan; en bij elke tentoon stelling bewees Gabriël Vernac dat hij vooruit gegaan was. Het was in de maand Maart, een vreeselijke maand voor de schilders, dicht bij de tentoon stelling. Gabriël Vernac was wel niet moedeloos, maar hij was toch ongerust. Hij bezat te veel wezen lijk talent, dan dat hij een onwankelbaar ver trouwen in zichzelven zou gesteld hebben. Het is waar, terwijl hij alleen voor zijn schilders ezel zat en zijn scheppend brein de gedachte wedergaf, die hem bezielde, had hij de verru king van den artist gesmaakt, die begrijpt dat zijn hand gedwee aan zijn geest gehoorzaamt; doch naarmate het tijdstip naderde, om het werk aan het oordeel der kunstrechters te on- controle op de immigratie nog lang niet fijn genoeg, nog lang niet volmaakt, zooals trou wens niets op dit ondermaansche volmaakt is Er blijft een groot gat, dat practisch niet te stoppen valt en waardoor jaarlijks heel wat on gure elementen het land binnensluipen. Maan delijks worden er uit Amerika zoowat 1000 buitenlanders gedeporteerd, dat zijn dan vooral lieden zonder papieren, zonder pas, verder misdadigers, analpheten, geestelijk-abnorma- len en zij, die ten laste komen van de publieke liefdadigheid. En in de Amerikaansche gevange nissen verblijven 45000 buitenlanders, in de krankzinnigengestichten 37000, in de hospita len 14000 e nin de armhuizen 16000. Hartverscheurende tooneelen spelen zich af voor de tralies, waarachter de afgewezenen worden teruggehouden als in 'n kooi! 't Is 'n dicht gedrang van honderden menschen, famie lieleden dergenen, wien 't harde lot getroffen heeft van te zijn geweigerd. Ze hebben mis schien in groote ontbering het geld moeizaam bijeengespaard, om hun verwanten, hun ken nissen te laten overkomenEn nu moeten ze ondervinden, dat de vurigverwachten een voudig worden teruggezonden. Maar ze willen derwerpen, gevoelde hij die beduchtheid van de ware kunstenaars; de kunst vlood van hem weg, terwijl zij hare hemelsche vleugels plooi de; hij vroeg zich af of hij niet enkel een proe ve had voortgebracht van zijn bedrevenheid in het vak. Met een onrustig hart had hij zijn vrienden en bekenden verzocht, zijn werk te komen be oordeelen voordat hij het inzond. Hij wilde den indruk kennen, welken zijn stukken op het eerste gezicht maakten, en daarnaar desnoods zijn werk wijzigen. De voorname Parijsche wereld is zeer ge steld op dergelijke particuliere tentoonstellin gen. Te behooren tot hen, die iets mogen zien, wat nog onbekend is, wordt beschouwd als een hooggewaardeerd voorrecht. Dit verklaart ook de gretigheid, waarmede men een eerste voorstelling in een schouwburg wil bijwonen, waarom een boek zoo ijverig gezocht wordt. Zien, hooren, weten beteekent niets! Maar het eerst weten en hooren, dat is alles! Dien dag had de werkplaats van Gabriël Vernac een vroolijker voorkomen dan gewoon lijk anders. Zij was in feestdosch getooid en de geest zoowel als de oogen werden er aan genaam geboeid; de werkplaats was zeer ruim, vijftien meter lang en tien breed; de wanden waren bekleed met een behangsel van Beau- vais waarvan de zachte tinten het matte of schitterende vergulsel der lijsten fraai deden uitkomen; reusachtige vazen stonden in de hoeken, hier en daar zag men bronzen of mar meren standbeelden op prachtige voetstukken, kunstig ingelegd houtwerk, Italiaansche men-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 5