No. 3641 Woensdag 16 Jnli 1930 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Het Geheim van den Voddenraper. VERSCHIJNT elken MAANDAG., WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND "VOOR PUBLIOITKIT Plechtige installatie van den Edelachtbaren Heer P. H. GEIRNAERDT, nieuw benoemd burgemeester van St. Jansteen. FEUILLETON. DE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentieii 20 cent per.rpgelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZER8KR ING Dreigde gisteren in den voormiddag een wa re zondvloed bij de feestelijke ontvangst van St. Jansteen's nieuwbenoemden burgemeester een ernstige spellebreker te zullen worden, toen tegen 1 uur het viertal auto's, dat Z.Edelacht bare, dienst echtgennoote, zoontje, ouders en familie naar het blij-wachtend „Steen" zou vervoeren Sas van Gent verlieten, was het droog en al zette ook geen „Oranjezonnetje" stad en land in zomerschen gloed over de wenschelijkheid daarvan ware stellig overigens nog te twisten geweest het is droog ge bleven gedurende heel de afwerking van het keurig feestprogram, dat voor de plechtige ontvangst van Steen's nieuwen burgervader was ontworpen. De ontvangst. Te Absdale, aan de grens der gemeente St. Jansteen, had zich een commissie van ont vangst opgesteld, die bij monde van wethou der G. de Buck zijn burgemeester een kort doch hartelijk welkom toeriep en hem uitnoo- digde in de uit de gemeente beschikbaar ge stelde auto over te stappen. Daarna werd de tocht naar de kom der in vlaggentooi prijken de gemeente voortgezet, alwaar men tegen 2 uur onder kannonades en klokgelui arriveerde, opgewacht door een talrijke schare inwoners, die den nieuwen bewindsman bij aankomst hartelijk toejuichten. De installatie-vergadering. Aan het stadhuis, dat voor deze heuglijke gelegenheid in feestkleedij was gedoscht, steeg het gezelschap uit en begaf zich naar de met bloemen feestelijk gedecoreerde Raadszaal, al waar ten 2 uur de plechtige installatie-zitting onder presidium van wethouder de Buck een aanvang nam. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op behalve de voltallige Raad de Zeereerw. heeren J. H. A. Preijers, pastoor van St. Jansteen, en E. Doens, nieuw-benoemd pastoor der te stichten parochie Heikant, de Eerw. heeren kapelaans, en den heer Rottier, gemeente-ontvanger. Rede wethouder de Buck. Na opening der zitting heette de waarne Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 88) Daarom vonnis mij .veroordeel mij, maar von nis en veroordeel tevens den rijkaard, die van mijn ondeugden, luiheid en verslaafdheid aan den drank gebruik maakte, om mij tot het werktuig zijner wraak te verlagen. Breng hem tot den bedelstaf, zooals hij er Aurillac toe gebracht heeft! Kome over zijn dochter de vloek, die ongetwijfeld is neergedaald op het kind van den onschuldig veroordeelden Auril lac, en dat hij zelf in de galeien de plaats in- neme van hem, dien hij eertijds er heen deed gaan. Neen! riep Nerval onthutst uit, dat zult gij niet doen Wie verzekert u dat? hervatte Camourdas met doffe stem. Luister, meer dan eens heb ik, in mijn slapelooze nachten, die bleeke vrouw gezien, met haar gitzwarte haren, die tijdens den ganschen duur van het proces in de ge rechtszaal bleefx zoo dicht mogelijk by haar echtgenoot, dien zij aankeek met een teeder- held, welke overtuiging aan zijn onschuld be mend voorzitter den nieuwen burgemeester namens de bevolking der gemeente ook in het bijzonder namens het Dagelijksch Bestuur, den secretaris, den ontvanger, de heeren raadsle den en het Burgerlijk Armbestuur hartelijk welkom. Het is mij, aldus spr., een aangename plicht, blijk te geven van oprechte belangstel ling in het groote voorrecht dat U is te beurt gevallen. Uit aller naam wensch ik U, Uwe echtgenoote en kind, Uwe geachte ouders en familieleden van harte geluk, met de hooge betrekking, waarin gij door Hare Majesteit zijt geplaatst. Ik heb de eer U hierbij te overhandigen Uw ambtsketen, het teeken Uwer waardigheid, dat thans Uw borst zal sieren. Spr. hing alsdan den burgemeester de ambts keten om en sprak dan ongeveer als volgt: Aanvaard, Edelachtbare heer burgemeester, Uw nieuwe betrekking met haar vele lastenen plichten met genoegen en geef Uwe beste krachten aan den groei en bloei Uwer ge meente. Ik hoop dat gij van eendrachtige samen werking met Uwe wethouders en raadsleden de beste vruchten zult plukken tot heil van de geheele Steensche bevolking, die zijn burge meester zal weten te waardeeren. Ik spreek den wensch uit, dat het U moge gegeven zijn onder Gods zegen een lange reeks van jaren Uwe beste krachten in dienst te stellen van onze gemeente opdat St. Jansteen mag beleven een nieuw tijdperk van vooruit gang zoowel op economisch als op gods dienstig en sociaal gebied. Als bewijs van instemming met mijne korte doch welgemeende wenschen verzoek ik de aanwezigen met mij aan te heffen een drie werf: „leve onze burgemeester". Spontaan werd de aanwezigen hieraan vol daan. Rede raadslid Vael. De waarnemend voorzitter verleende dan, op diens verzoek, het woord aan het raadslid P. J. Vael, die ongeveer als volgt sprak: Gaarne sluit ik mij aan bij de wenschen wees! Ik heb ook hun zoontje daar gezien, een kleinen engel met blonde haren, die Max heet te. Het was zulk een lief kind! Op zekeren dag, toen ik nog in de fabriek van mijnheer Aurillac werkzaam was, want gij hebt niet alleen een brandstichter, maar ook een Judas van mij ge maakt kwam 't knaapje, terwijl ik over de plaats ging, naar mij toe en wilde mij met ge weld de hand geven. Dat heeft niets te bedui den, zult ge zeggen; en toch heeft het mijn wroeging vermeerderd. Wat is er van dat kind geworden? Ik heb zijn brood gegeten en zijn vader verraden, en gij, gij, die van mij gemaakt hebt wat ik thans ben, gij zijt dwaas genoeg om te gelooven, dat ik u van mijn tegenwoordig heid zal bevrijden! Ik zou u den brief verkoo- pen, dien gij aan mij geschreven hebt, een stuk dat, onder de oogen van een procureur der republiek gebracht, een bevel tot gevangen neming tengevolge zou hebben! Maar dat pa pier is mijn eenige vreugde Als ik het bekijk dan gevoel ik nog zekeren troost, dan smaak ik nog eenig geluk, dan ben ik bijna fier. Ja, het is streelend een rijk, benijd, trotsch man in zijn macht te hebben en tot zichzelven te kunnen zeggen: die man, die te Parijs zulk een benijdenswaardige positie inneemt, die af gevaardigde wil worden en er veel kans toe heeft, die millionnair met zijn vorstelijke wo ning, ontvangt Camourdas in zijn rijk gestof feerde salons; hij ontvangt er mij elk uur van den dag. en zou mij zelfs midden in den nacht voor de toekomst, aan U reeds gebracht. Wan neer wij U echter alle goeds voor de toekomst toewenschen, komt daarnaast bij ons de ver leiding op, om ook voor ons zelf een wensch uit te spreken, en wel, dtfl wij in U mogen vinden een besten burgervader, die voor de be langen zijner ingezetenen met de noodige takt en voortvarendheid zal weten op te komen, een burgemeester, die, wars van alle partijig- heid of egoisme, uitsluitend en alleen het be lang der gemeente en harer ingezetenen voor oogen zal hebben. Eensgezindheid zij en blij- ve steeds Uw parool. Burgemeester, Uw staat van dienst als ge meente-ambtenaar is ons een waarborg, dat, uit een oogpunt van kennis der gemeentelijke huishouding bezien, U voor Uwe moeilijke taak volkomen berekend zult zijn. Toon ons dan ook dat U kunt en wilt zijn de kundige stuur man, die lijf en leden veil heeft om zijn schip met bemanning in veilige haven te brengen. Zoo zij het. Burgemeester U en Uwe familie nogmaals de beste wenschen voor de toekomst. (applaus) Rede raadslid Schiffer. Na den heer Vael sprak 't raadslid F. Schif fer den burgemeester als volgt toe: Zooals de heeren weten is de tegenwoordige gemeente St. Jansteen in vroeger dagen een Baronie geweest. De Fransche revolutie in het eind van de achtiende eeuw, die van vrijheid, gelijkheid en broederschap zong, heeft ook die baronie af geschaft. De laatste Heer van deze Heerlijkheid was: Graaf Frans van Hogendorp, de broeder van Gijsbert Karei, den ontwerper van onze eerste grondwet. Als een blijvende herinnering aan zijn be stuur heeft hij aan de gemeente St. Jansteen geschonken twee beelden, hier in de Raads zaal aanwezig. Het was op het beeld daar aan den linkerwand, dat mijn oog viel, toen ik voor de eerste maal als raadslid deze vergaderzaal betrad. Het mag bekend geacht worden dat dit beeld de personificatie der gerechtigheid voorstelt, de godin Justitia. Haar attributen zijn: een blinddoek, een weegschaal en het zwaard der gerechtigheid. Als ik mij niet te zeer vergis is de beteekenis van den blinddoek: doe recht zonder aanzien des persoons, d.w.z.: hoog of laag, rijk of arm, zij bij het beoor- deelen gelijk. Immers, een geblinddoekte ge rechtigheid ziet niet, kan niet zien, wie voor haar staat. De weegschaal, een onmisbaar voorwerp in het dagelijksch leven hebben ook de bestuur- deren van Rijk en Gemeente ter hand te ne men bij het beoordeelen van hun daden. Ge wikt en gewogen moet er worden, het voor en tegen moet in de weegschaal gelegd en ge zien, naar welke zijde de naald overslaat. Het derde attribuut: het straffende zwaard der gerechtigheid. Wij willen hopen dat het in roestige rust moge blijven en niet ge hanteerd zal behoeven te worden. toelaten indien ik zulks verlangde. Ik kom hier in mijn verwaarloosde kleeding en met al de gebreken, die mij aankleven, en niemand durft er mij iets van zeggen of mij de deur wijzen Met één enkel woord kan ik den goeden naam van het huis Nerval in het niet doen zinken: wanneer het mij behaagt kan ik den bezitter van een onmetelijk fortuin tot de onteerendste straf doen veroordeelenEn ik zou dat helsche woeste, heerlijkste genot verkoopen; het eenige genot, dat ik nog kan smakenNeen, dat niet Het is mijn vreugde, mijn trots, mijn trots mijn wraak. Met gesmoorde woedde in het hart, luisterde Nerval naar de woorden van zijn medeplich tige. Inderdaad, hij was in de macht van dien man. Die ellendeling kon hem met één enkel woord verpletteren. Wat zal ik aanvangen? vroeg Nerval bij zich zeiven. En in machtelooze woede moest hij antwoor den: Niets, hoegenaamd niets! Toen Camourdas zich lang genoeg verlustigd had in den angst van den millionnair, sprak hij kortaf: Mijn duizend kronen, en ik ga! Nerval aarzelde een oogenblik. Met gefronste wenbrauwen op zijn schrijf tafel starende, had hij dezelfde gedachte als Camourdas Als ik mijzelven eens ging aanklagen. Die man heeft gelijk, de wroeging is een grootere Mijnheer de Voorzitter, dit symbool van recht en gerechtigheid is door den voormali- gen Heer van St. Jansteen daar geplaatst met het kennelijk doel ons te herinneren, hoe wij onze bestuurstaak moeten opvatten. U, Mijn heer de Voorzitter, is in zekeren zin te be schouwen als de opvolger van den Heer van St. Jansteen. U is door Hare Majesteit de Koningin, onze Landsvrouwe, de macht in handen gelegd. U is door Haar als Haar plaats vervanger aangewezen. U hebt enkele dagen geleden den almachtigen God tot getuige ge roepen, dat Gij zult handhaven en uitvoeren de wetten des lands, dat gij zult zijn een goed burgemeester. Welnu, M. d. V., wij hopen en vertrouwen, dat wij met U zullen kunnen samenwerken tot heil van onze gemeente, tot hell van St. Jansteen. Zoo zij het. (Krachtig applaus) Rede raadslid van Helsland. Ten slotte werd uit den Raad nog het woord gevraagd door den heer van Helsland. Deze sprak: Bij deze plechtige installatie wil ook ik niet nalaten, U een woord toe te spreken. Een en veertig jaren is onze gemeente bestuurd door Uw voorganger en heeft zij zich opgewerkt met medewerking van de gemeentenaren. Wij hopen, dat onder Uw bestuur onze gemeente mag bloeien en met dezelfde medewerking en Gods hulp nog tot grooter bloei mag komen. (Applaus). Rede pastoor Preijers. Hierna sprak de Zeereerw. heer J. H. A. Preijers, pastoor van St. Jansteen, een harte lijk, sympathiek woord van welkom, mede na mens den nieuw-benoemden pastoor der toe komstige parochie Heikant, den Zeereerw. heer E. Doens. Spr. verklaarde, in de allereerste plaats het woord te hebben gevraagd om uiting te geven aan den eerbied voor het ge zag, dat door den burgemeester vertegenwoor digd wordt. Wij, aldus spr., achten ons de eerst-aangewezenen om dat gezag te eerbiedi gen. Als pastoor, aldus spr., hebben wij met en naast U aan het waarachtig heil der ingezete nen te arbeiden. Is deze dag, zeide spr., van bijzondere beteekenis voor U en Uwe familie, ook voor mij als pastoor en voor mijne paro chianen is hij dat. St. Jansteen behoort tot de schoonste gemeenten van Zeeuwsch-Vlaande- ren wijl daar nog heerscht eerbied voor het gezag, die een waarborg is, dat in onderlinge samenwerking het waarachtig belang der in gezetenen zal worden gediend. Ik sluit my aan bij de gelukwenschen, hier reeds geuit, en hoop, dat U vele jaren in het belang van St. Jansteen werkzaam zult mogen zijn. De bloei en de toekomst van deze gemeente liggen voor een groot deel in Uwe handen. Van Uw be leid, doorzicht en werkkracht zal het voor het grootste deel afhangen, wat er van deze ge meente worden zal. Waar wij in het verleden een waarborg hebben, dat U de evengenoemde eigenschappen bezit, meen ik dat onze ge meente een goede toekomst tegemoet gaat. Het is mij een oprecht genoegen hier te mogen foltering dan de straf! Doch het beeld zijner dochter vertoonde zich aan zijn geest. Ik heb het recht niet haar te schandvlekken, dacht hij. Een nog somberder denkbeeld teekende zich in zijne trekken af. Camourdas ried het. Dat kunt gij altijd nog doen! sprak hij met een helschen lach. Inderdaad, in Nerval rees het denkbeeld van een zelfmoord op. De fabrikant trok een lade open, nam er drie bankbiljetten uit en overhandigde ze stilzwij gend aan zijn medeplichtige. Komaan! geen wrok! sprak Camourdas, ik heb wel eens van die driftige buien, de mensch is niet volmaakt, ziet ge. Men moet niet alles gelooven, wat iemand in drift zegt. En om op Bestiole terug te komen, van wien gij zooeven spraakt, de taal van den vader moet u niet verhinderen te verrichten, wat ge voor het kind te doenHet ziet er bij ons droevig uit: voor geen twintig francs aan huisraad. Ik heb er wel honderdmaal aan gedacht om bij Crepin van Vidouville, een fatsoenlijk ameuble ment te koopen en per maand te betalenmaar de wijn slaat op en de belasting op den bran dewijn is bijna verdubbeld, zoodat ik zelf te I weinig zou overhouden om genoeg te drinken. Bestiole is een braaf meisje. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1