NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Doorzitten PUROL No. 3637 Maandag 7 Joli 1930 45ste Jaargang Uit de stad van het Vaticaan. Het Geheim van den Voddenraper. ei) gHT.oE VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND J^i1 fOSTBEKEHIH6 Ha. 52419. FEUILLETON. (Wordt vervolgd.) DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentiën 20 cent per.regel, bij contract lager 2CER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING IT8TEKENO OESOHIKT VOOR PUBLICITEIT Door Prof. FRANS XAVER ZIMMERMAN. ROME, 29 Juni 193Ü. De Sint Pie ter in 't volle licht Kan men lichtjes in letters veranderen, kan men vlammen omvormen tot woorden kan, men een feilen brand laten uitslaan in brui sende volzinnen? Kan men glans en flakkeren- den schijn, stroomende lichten en verblindende felheid, vurige strepen en knetterende vlam men, kan men die laten uitvloeien in klinkers en gedachten z,oodat zij in onze herinnering en in de verbeelding van anderen weer juist eender opflikkeren, als wij ze in werkelijkheid zagen? Heeft het menschelijk oog nog een broe der in ons en kan de Sinter Pieter in 't volle licht, zooals die vlammend voor ons stond, nog eenmaal in ons binnenste oplaaien? Terwijl ik hier zit te schrijven, het is Zon dagavond en uit de bronzen keelen der klok ken hebben reeds twaalf stemmen geklonken om het middernachtelijk uur te verkondigen, dooven daar ginds, vlak bij de plaats, waar de ze letters over het papier glijden, de lichten vpn den Sint Pieter. En het lawaai van straten en pleinen versmelt in het geluid en het ru moer van late wandelaars, die huiswaarts kee- ren. Over de honderdduizenden, die in den voor- of namiddag in de Basiliek van Sint Pieter zijn geweest, waar weer verschillende Zaligen de rijen der Heiligen werden ingeleid, zijn reeds de sterren opgestegen en nu staat daar, als een nachtfeest der natuur, de nachte lijke hemel in lichte laaien. Die gloed vloeit heen over huizen en paleizen, over tempels en kerken, over de Baden van Caracalla en het Pantheon, het weerkaatst op de Spaansche trappen en verzilvert Santa Maria Maggiore. Ook rond den Sint Pieter is het stil geworden. Soms lang na middernacht worden op de twee de verdieping van het Apostolisch paleis, in de werkkamer van den Paus de lampen ge doofd: even later knapt op de bovenste ver dieping, in het slaapvertrek van den H. Va der, het licht weer aan. De Paus begeeft zich ter ruste. Maar ook over hem staan vandaag de sterren van dezen nacht en de 7000 lichtjes, die heden aan den Dom gebrand hebben, moe ten zich in zijn ziel weerkaatsen. In den glans en het licht van een Romein- schen vroeg-zomerschen dag was de morgen begonnen. Talrijke scharen vrome pelgrims en touristen stroomden over het breede met zui len omzoomde Sint Pietersplein naar den Dom waar groen en bloemen, tapijten en schilderij en door duizende electrische lampen bestraald werden: honderden kandelaars, kroonluchters en standaarden verspreiden in de zijbeuken een zee van licht. Maar ook het schip van Sint Pieter zelf straalde in een geweldigen licht glans toen de Paus glimlachend zegenend, met veel praal en majesteit zijn intocht deed ln de overvolle Basiliek. Voor de honderdduizenden uit Rome die geen plaatsje hadden kunnen vinden in Sint Pieter, was heel de Zondagavond slechts een groote verwachting van den avond. De Basi liek en het plein van Sint Pieter stonden in het midden van al hun denken, daar heen richtten zich hun schreden toen de avond ein delijk gekomen was. 's-Avonds om 6 uur vulde zich het breede groote plein rond de hooge zuil die als een vermanenden vinger Gods ten hemel wijst. Vlak bij, waar bijna 2000 jaar ge leden levende menschenfakkels hun licht had den verspreid, waar onschuld en trouw aan het jonge geloof in rook en vuur moesten ver gaan, zonder dat nochtans de nieuwe leer ver stikt of vernietigd werd: daar zou nu het licht van liefde en verzoening oplaaien. Honderden dienaren van het Vaticaan, de „Sanpietrini". hadden reeds dagen te voren druk werk gehad, j Men moet dit keurcorps van deze voortreffelij ke romeinsche arbeiders aan het werk gezien hebben om dit eigenaardig gilde van kerkdie naren te bewonderen! Langs de heerlijke ar chitectonische lijnen van den Dom waarover nog enkele late zonnestralen spelen, hebben zij groote zware kaarsen aangebracht die in een zware papieren buis steken welke weer op smalle latten bevestigd zijn: geheel symetrisch geordend, staan ze daar langs de gevels, pi lasters en zuilen als stomme bewakers die wachten op de geheimzinnigheden die spoedig prachtvol onthuld zullen worden ln glanzend licht. En zooals leder vlammetje in den Sint Pieter zuiver liturgisch licht is, en geen kunstmatig gloeiende draad, zoo heeft men ook bij de be lichting van den Sint Pieter Iedere mechanis me uitgeschakeld en ieder werk wordt hierbij door menschenhanden verricht. Iedere kaars wordt afzonderlijk aangestoken Als men op het Sint Pietersplein staat te kij- kijn, ziet men die honderden Sanpietrinl's op een hoogte van ongeveer vijftig meter als be hendige acrobaten of snelle koorddansers, langs gevels koepels en nissen zweven: als ratten kruipen ze langs de ijzeren haken blik semsnel omhoog of worden door sterke han den in 'n zweefstoeltje langs den breeden gevel getrokken: vlug, zonder een oogenblik stil te staan, loopen ze langs de kaarsenrtjen, die overal op de kapiteelen der halve-zuilen op den buitensten gevel van het voorfront zijn aange bracht. En overal ziet men ze te tegelijk: leder heeft zijn route en iedereen kent zijn taak: overal zien we ze opduiken, op den koepel, langs de pilaen, zelfs op het hooge groote kruis, dat Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 84) Jeanne nam de juweelen van mevrouw Mont ravers en de paarlen van Diana en zei, terwijl zij ze weder op den schoot der Jonge vrouw legde Geef ons, als het mogelijk is, het kleine ver mogen terug, dat het brood voor onze kinderen is, verschaf mijn man eerlijken arbeid, en wij zullen u zegenen. Wat zouden wij met de edel gesteenten aanvangen? Men zou ons verden ken, misschien beschuldigen Gij hebt gelijk, antwoordde de bankiers- yrouw, ik zal ze zelve te gelde maken. Terwijl Jeanne en Valerie zoo spraken, was Diana het schamele bed van Elise genaderd. Veroolooft ge mij, u van tijd tot tijd te ko men bezoeken? vroeg zij aan de jeugdige zieke Niets zal mij grooter genoegen doen, gaf de zieke zwakjes ten antwoord. Ik beloof 't u, zei Diana, van genoegen op getogen. Zij ging weer naar haar moeder toe, en sa men verlieten zij nu de schamele woning. Zichtbaar opgelucht waren 2ij toen het rijtuig yoor haar woning stilhield. lofefttnleD Medeieellng Zonnebrand en Stukloopen van Huid en Voeten verzacht en geneest Doos 30-60. Tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogisten Er brandde nog licht; blijkbaar waren de be dienden nog wakker. Haastig spoedden zij zich naar binnen en ontdeden zich in de hal van haar mantels. Kindlief, zei mevrouw Montravers tot haar dochter, ga spoedig naar je kamer, je hebt rust noodig, slaap wel. Ze staarde haar kind na en begaf zich nu naar haar slaapkamer. Doch zij bedacht zich even, eerst wilde zij even haar man goeden nacht wenschen. Zij keerde dus terug en klopte aan zijn werk kamer aan. Daar trof zij hem aan met gebogen hoofd zittend over zijn folio-papieren, Bij haar binnenkomst stond hij verrast op. Zoo, hebben jullie je geamuseerd? Mevrouw Montravers kon nauwelijks haar aandoening bedwingen. Ja, dank je, gaf zij ten antwoord, Diana is reeds op haar slaapkamer en ik zou Je gaarne even willen spreken. Zou je niet liever wat gaan rusten, Je ziet er zoo erg vermoeid uit. Ik heb nog een en ander te doen. Neen, gaf zij ten antwoord,, ik heb Je juist nu wat te vragen. En wat is dat? Dat zal ik je zeggen: te midden van den maalstroom van genoegen en uitspanningen, waarin ik tot dusverre mijn leven doorbracht, had ik nooit den tijd om ernstig na te denken en verkwiste ik bet geld op de roekelooste wijze, alsof het niet de geringste waarde had den Sint Pieter kroont. Overal, overal vlammen de lichten op; en terwijl de avond snel daalt, wordt hun warme geelachtige gloed telkens sterker zichtbaar achter de papieren hulzen. Alle horizontale en loodrechte lijnen van dit reuzen bouwwerk die overdag in het helle licht niet zoo sterk uitkomen spreken nu door hun met lichtjes bezette strepen met een ge weldige plastische kracht. De voorgevel en de contouren der randen lichten nu alsof ze met een gloeiende griffel in den donkeren hemel geteekend zijn en als de kroon van een graal burcht, in haast bovenaardsche schoonheid, welfde zich daar die koepel van Michelangelo een oneindig schoone boogenreeks boven de reuzen vlakten van de lager gelegen voor bouw van den grooten voorgevel. Dit kaarsenlicht-festijn, het eerste gedeelte der verlichting duurde tot negen uur. Toen klonk uit de klokkenkamer met korte zware slagen een signaal en nu kwam er ook bewe- ging op alle plekken van het front tot op den koepel waarover tot nu toe 'n kalme rust lag en waarom bewogen de kaarsen hun licht vespreid hadden. Nu werd ook nog door de Sanpietrinl's een flakkerend fakkellicht ontstoken: 2000 plat te metalen pannen waarin lange toteen-kluwen -gedraaide-draden liggen die met hars en pek gevuld zijn, worden in enkele minuten tijds ont stoken door de Sanpietrini die met een fakkel in de hand langs boogen en stellen kruipen om eindelijk langs touwen neer te dalen. In de vijfhonderdduizend menschen die op het Sint Pietersplein dit machtig schouwspel gadeslaat, is de spanning nu tot haar hoogte punt gestegen, en als de fakkels in de balken van het groote kruis op den koepel ontstoken zijn, dan kan dat half millioen menschen zich niet langer beheerschen bij het heerlijk genot van die ongekende schoonheid, en in talrijke enthousiaste uitroepen geven zij lucht aan hun bevrijd gemoed. Het beeld van de licht-om- kransten Dom die tot nog toe daar waardig stond in haar architectonische rust, is thans heelemaal veranderd. Er is beweging ingekomen 't is een flakkerend rythme geworden, overal schittert en glanst het licht: 't is een spelen, en stoeien, een flikkeren en opvlammen een jagen en sidderen, heen en weer op en neer bewegende vlammenrijen, springende sterren en dansende stralen zoodat de contouren beven de Sint Pieter in 't volle licht!De Sint Pieter in 't volle licht. Tot middernacht stroomden steeds nieuwe golven kijklustigen over het Sint Pietersplein: maar men ging niet alleen bij Sint Pieter dit schoone schouwspel genieten, ook in de verte van de hoogte van den Pincio of den Janiculus was dit vlammen spel overweldigend schoon. Als men op de Umberto-brug stond voor het Paleis van Jus titie, dan zag men, over den Tiber, voorbij de Engelenburcht die somber tegen den avond hemel afstak, lichtend en brandend den St. Pieter; 't was juist of alle gevels en koepels der bijgebouwen en ook de groote koepel in brand stonden. Als een reuzen pyramide ver hief zich daar dat wonderwerk van dit kerk gebouw stralend en glanzend in den schijn van en mijn rijkdom onuitputtelijk was. Thans ech ter heeft mij plotseling de geheime vrees be kropen, of onze fortuin wel op vaste grondsla gen rust. Ik zou gaarne het juiste cijfer van ons vermogen wenschen te weten. Verlangt gij dit met het oog op een moge lijk huwelijk van Diana? Gedeeltelijk, maar ook nog om andere re denen. Gij zoudt mij derhalve verplichten mij in allen ernst te antwoorden Met een cijfer? Juist. Wees gerust; morgen zult gij de opgave heb ben; zult gij mij daarna alles mededeelen? Ja alles. Verlangt gij niets? Geen gespan, nieuwe paarden, geen Juweelen. Niets, antwoordde mevrouw Montravers, ge hebt al mijn wenschen meer dan bevredigd. Geen wonder. Gij maakt een deel uit van mijn crediet. Van uw crediet? herhaalde mevrouw Mont ravers. Wel zeker! als gij in een schitterende equi page door het bosch rijdt, dan zegt men: Die vrouw daar, die gij achteloos in de zij den kussens van dat pronkjuweel van een rij tuig ziet rusten is de echtgenoote van den heer Montravers, den rijken bankier. Aha! morde Valerie. Als gij in de zaal verschijnt, hals en armen stralende van Juweelen, fluistert men:: Wat is die mevrouw Montravers gelukkig, haar man koopt voor haar de schitterendste juweelen iogezeoden MededeeUog duizenden lichtjes: een triumf van steen en licht zonder weerga, de somberheid van het steenenbouwwerk loste zich op in het spel der duizenden zich bewegende lichtjes die in den schoonsten architectonischen vorm bevestigd waren. Hoe verder menvan de stad verwijderd is, des te grooter schijnt de vorm van den koepel. Vanuit de Albaner-berger is zij juist als een kroon die over stad en land van Rome het lot van zijn duizendjarige geschiedenis in dé eeuwige verte draagt. MOBILISATIE-INVALIDEN (lijdende gewezen mobilisatie-invaliden) 1914—1918. Jaarverslag van den Nederlandschen Mobi lisatie-Invaliden en Nabestaanden Kring; ge vestigd te Utrecht. Mobilisatie-Invaliden of nabestaanden van elk kerkgenootschap in den lande, traden als kringenoot(e) toe. De Kring is erkend door de Regeerings-Com missie van Onderzoeek der mobilisatie-inva- ldenaangelegenheid; Gemeentebesturen e.d. Parlementsleden gaven gaarne hun mede werking. Aan alle zijden werd om steun verzocht, en verkregen, zelfs in kerkdiensten werden de lijdende landszonen meermalen hartelijk her dacht. De bemiddeling der dag-, week- en kerkelijke bladen mag zeker worden geroemd. Een afgezonden Petitionnement aan de Twee de Kamer der Staten-Generaal, ging verge zeld van talrijke instemmingen, afkomstig van vooraanstaande personen in stad en lande. Grieven van kringgenooten, betreffende amb telijk onderzoek, werden ter kennis gebracht aan bovengenoemde Commissie. Werd eertijds van de zaak der mobilisatie- invaliden slechts gering kennisgenomen, door de actie van den Kring is allerwege gaarne warme belangstelling ontstaan; ook door haar gewaardeerde connecties is het „Alzijdig Na tionaal Comité tot moreele steun aan mobili satie-invaliden enz." tot stand gekomen, welk comité uitnemend verstaat: dat alleen door in telligent bearbeiden, de beste resultaten voor meergenoemde groep worden verkregen. De doeltreffende strijd der laatste jaren heeft in deze een ommekeer teweeggebracht, waarvan men mag hopen, dat binnen afzien- van geheel Parijs. Waarlijk! Mij zoo voorkomend en vrijgevig jegens mijn vrouw ziende, besluit men daaruit, dat ik over reusachtige kapitalen kan beschikken en ont zaglijke winsten moet behalen. Zoodat ik in werkelijkheid een pop ben, die met bevalligen zwier de costumes van Worth, de diamanten van Falize en Aubertin draagt, enkel als een staalkaart of een prospectus van het fortuin van den heer Montravers? Gij zijt wel geestig, mevrouw! merkte de bankier koel aan. En gij hebt mij doen inzien, dat ik even weinig waardig en doorzicht bezit. Heb ik daar een woord van gezegd? Neen, neen, hernam mevrouw Montravers; ik heb ongelijk, ik ben zeer zenuwachtig! Ach, welk een nacht Zij streek met dehand over haar voorhoofd, bleef een poos zwijgend staan, en zich plotse ling herstellend, zei zij, een paar schreden van haar echtgenoot terugtredende: Gij hebt mij beloofd dat ge mij morgen het juiste cijfer van uw fortuin zoudt opgeven ik reken er dus op. Men zou zeggen dat gij kwaad zyt? vroeg de bankier. Ik? Och kom! Ben ik niet de elegantst aan- gekleede pop van Parijs? Waarlijk! ik zou wel zeer aanmatigend moeten wezen. Juweelen, paarden, een rijk echtgenoot! En ik zou niet tevreden zijn!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1