Belangrijk bericht. Mo. 3628 Maandag 16 Juni 1930 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Het van den Voddenraper. Uit bet Roode Rijk. Binnenland. VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND - FEUILLETON. Een paradijs voer de Jeogd. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-GENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs j 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling Advertentiën 20 cent per regel, bij contract lager ZEER KOOPKRACHT IQE IEZER8KRINQ - - - i IT8TEKENO QE8CH IKT VOOR PUBLICITEIT Dezer dagen zonden wij aan al onze abonné's een vragenlijst in verband met de aan ons blad verbonden gratis ongevallenverzekering. Wij vestigen er de aandacht op, dat slechts DIE abonné's eventueel op uitkeering aan spraak kunnen doen gelden, die ons die vragenlijst behoorlijk ingevuld terugzenden. WIE ONS DE GEVRAAGDE BIJZONDERHEDEN NIET OPGEEFT, WORDT NIET OP DE LIJST DER VERZEKERDEN OPGEVOERD. Waar uiteraard de mogelijkheid bestaat, dat door een abuis van de posterijen of anders zins, de een of andere van onze abonné's bedoelde vragenlijst niet heeft ontvangen, druk ken wij haar hieronder nog eens af. Wie geen vragenlijst mocht hebben ontvangen of wiens lijst verloren mocht zijn geraakt kan om verzekerd te zijn met inzending van onderstaand lijstje DUIDELIJK INGE VULD) volstaan. Ter voorkoming van eventueele teleurstellingen zal men goed doen, ons de gevraagde opgaven TEN SPOEDIGSTE te doen toekomen. Naam t Voornamen Geboortedatum Beroep Woonplaats (gemeente, straat en huisnummer) Gelieve zeer duidelijk te schrijven. Om het behoud van Geloof en Godsdienstzin in ons Bisdom. Heerlijker en tevens practischer Intentie voor den naderenden Stillen Omgang kon onze geëerbiedigde Bisschop ons bezwaarlijk geven. Heerlijker niet, omdat bij ons geen verlan gen ernstiger, geen ideaal hooger zijn kan dan door het behoud van geloof en Godsdienstzin ons einddoel na te streven. Practischer niet, omdat ieder bewust Katho liek het als bij intuitie voelt dat al de persoon lijke, al de huiselijke, al de maatschappelijke ellende van onzen tijd tenslotte dan alleen een einde nemen kan en nemen zal, wanneer Geloof en Godsdienstzin in ons goede volk zal weerkeeren of ver meerderen. Om het behoud van Geloof en Godsdienstzin in ons Bisdom! Met die verlangens in het hart, met die smeekbede op de lippen zullen dan Zondag 22 Juni a.s. in den vroegen ochtend de tien duizenden hun stillen bedetocht doen. Naar het Fransch van RAOUL DE NA VERY. 75) NJ Een groote koperen plaat met zwarte letters gaf het volgende te lezen: Agentschap Bompoil &i Cie, zaakwaarnemers belasten zich met het innen van schuldvorde ringen, het vereffenen van failliete bo*;dels, het opsporen van erfenissen en adellijke titels, het vervolgen van kwade betalers, het plaat sen van knechts, kameniers, keukenmeiden, enz. enz. Het honorarium moet vooruit betaald worden. Binnentreden zonder kloppen, a.u.b. Voor hij echter binnentrad, las Baptist Mo rel alles, wat op de plaat was gegraveerd. Ik zou toch niet denken, dat het is om mi£ een anderen dienst aan te bieden, dacht Bap- tiste; want ik daag het beste verhuurkantoor uit voor mij een betrekking te vinden die min der vermoeiend en meer winstgevend is. Baptiste trad in een voorvertrek, waarin drie met stapels papier beladen lessenaars ston den, achter welke bijna geheel en al de ver warde haarbossen van een drietal klerkenf ver dwenen. De helle klank van de overgaande bed deed i Daar zal het gezamelijke gebed van arm en rijk, van groot en klein den Christus Eucha- risticus dwingen met een heilig geweld, neer te zien op en medelijden te hebben met de Schare, daar zal het voor duizenden gebroken Brood sterkte brengen voor de nog af te leg gen reize in de woestijn des leven, daar zal vooral het groote woord van Jezus opnieuw in vervulling gaan: „Mijn vrede geef ik U" den vrede des harten, maar ook den vrede in huis, den vrede in heel het maatschappelijk leven. Is het, mijne vrienden, nog noodig na boven staande een aansporing neer te schrijven om mee te doen aan dezen gezegenden Tocht, is 't noodig aan onze georganiseerde werklieden te zeggen, dat om het hoogee ideaal hunner organisatie, zij daar thuis behooren en komen moeten? Kom, bespreekt en overlegt met Uw geeste lijk Adviseur en uw Bestuur de wijze waarop plotseling drie bleeke en magere gezichteii opzien en onderbrak het regelmatig krassen van drie stalen pennen. Mag ik den heer Bompoil eens spreken? vroeg Baptist. Mijnheer, vroeg de oudste klerk, komt gij met een aanbeveling? Ik ben door een brief hier ontboden, ant woordde de koetsier. De klerk nam den brief aan, keek hem vluchtig in en zeide tot zijne collega rechts: Inzake Morel. Deze sloeg een dik register met koperen hoeken open, bladerde er even in, vond het folio, dat met het volgnummer van den brief overeenkwam, en zei op een toon vol ontzag: Jan Baptist Morel, nalatenschap. De klerk stond op en ging voor Morel heen, na een buiging gemaakt te hebben, en zij op di,en eigenaardigen toon, welken mindere lie den aannemen als zij tot kapitalisten spreken: Wil de goedheid hebben mij te volgen, mijn heer. Hoe voorbereid de koetsier van mevrouw Montravers ook op het ontvangen van goede tijding was, klopte zijn hart toch van blijde ontroering, toen hij het geheimzinnige woord nalatenschap in zijn ooren hoorde weerklinken Hij wierp trotsch het hoofd in den nek, streel de zijn Engelsche bakkebaarden, om terstond de voorname houding aan te nemen van iemand die wezenlijk een vermogen bezit. De klerk opende de deur en riep: M. Baptist-Morel. Op het hoortn van dien naam hief een ma- U komen zult, maar laat het voorop al bij U vaststaan dat ge komt. Laten de Bestuursleden der plaatselijke af- deelingen van onzen Werkliedenbond hun eereplicht en eeretaak begrijpen en voor een goed organiseeren van den tocht zorg dragen. Heerlijk en practisch is de Intentie, heerlijk en practisch is Uw taak: te bidden voor en te werken aan het behoud van Geloof en Gods dienstzin in ons Bisdom, U en de Uwen maar ook onze Kerk en Maatschappij ten zegen. J. F. v. d. Maden, Aalmoezenier v. d. Arbeid. Ook in Holland is de communistische par tij een geweldige propaganda begonnen on der de opgroeiende jeugd. In Duitschland werkt de actie reeds openiijk naar buiten. Er gaat haast geen dag voorbij of hier of daar wordt er een school door de commu nisten bewerktde leerlingen worden open lijk aangespoord om in opstand te komen, omdat zij daar achter die gevangenismuren van een kapitalistische opvoedingsmethode gedoemd zijn om een mensch onteerend be staan te leiden. Als tegenbeeld van die menschonteerende optoedings-gestichten prij zen de communisten de inrichtingen van op voeding en onderwijs in Sovjet-Rusland, die voorbeeldig bestuurd worden, zoodat alleen deze inrichtingen in staat waren om van de verwaarloosde kinderen werkelijk nog bruik bare menschen te maken voor de maatschap pij. Hoe het er echter in die >Engeltjesfa- brieken* in werkelijkheid uitziet, kunnen we lezen in Nr. 211 van de Duitsche Voorwaarts waarin een artikel voorkomt onder den pak- kenden titel »In de pestholen der opvoedings gestichten van Sovjet-Rusland Het artikel ontleent haar gegevens aan het te Leningrad verschijnende blad «Krasnaja Gazeta< en geeft dan de volgende beschrijvingOp een zitting van het College van het Volkscom missariaat voor Justitie werden de resultaten besproken van de onderzoekingen die waren ingesteld naar de toestanden in een aantal tehuizen voor jeugdige bandieten en in de gevangenissen voor minderjarige*. Uit het onderzoek bleek dat de werkplaatsen waarin de jongens bezig gehouden werden, uitslui tend dienstbaar werden gemaakt voor den staat. Van eenige vakkundige opleiding op een systematische scholing was zelfs geen sprake. In de meeste gevallen, ook in Moscou, worden de jongens gevangen gehouden zonder dat daarvoor eenige rechtsgrond aanwezig is: als veiligheidsmaatregel worden de jeugdige bandieten soms bij bosjes wegge stuurd. De sociale veiligheidsmaatregelen worden bij de jeugdige boefjes gestrenger doorge voerd *dan bij de grooter geworden mis dadigers... In de werkplaatsen is het vreeselijk ger kaalhoofdig klein ventje, wiens oogen ge heel achter een groenen bril verborgen waren, en wiens dunne lippen zich voortdurend be wogen, als hield hij onafgebroken alleenspra ken, het hoofd op en gaf den binnentredende een teeken dat zooveel gold als een teeken om plaats te nemen. Had de jonge klerk veel voorkomendheid aan den dag gelegd, de man met den groenen bril was des te stugger. Hij begon met Bap tiste nauwkeurig op fie nemen, terwijl hij veinsde onder zijn stukken naar een niet voor handen zijnde papier te zoeken. Toen hij zich een oordeel van den koetsier gevormd had, begon hij op ijskouden toon: Mijnheer Jan-Baptiste Morel, u zijt onge twijfeld wel zeer verrast geweest door de ont vangst van den brief, aan u gericht door het huis Bompoil «Sc Cie, waarvan ik de eer heb de vertegenwoordiger te zijn? O zeker, mijnheer, aangenaam verrast, daar het een nalatenschap betreft. Dat is waarschijnlijk, zeer waarschijnlijk zelfs; intusschen is de naam Morel zeer alge meen en de aanwijzingen, welke de dagbladen en doodsakten geven, die wij voor het oogen- blik in ons bezit hebben, kunnen onvoldoende wezen om uw aanspraken te bewijzen. U zoudt ons eenigszins moeten inlichtenu begrijpt wel Volkomen, mijnheer, als men een porte feuille verliest, moet men kunnen opgeven wat zij ongeveer inhield, om te terug te bekomen en u wilt mij niet op het spoor helpen van een opengevallen erfenis, of ik moet u door IagezoDtieo M^dedeellag (10) vuil en ongezondde kinderen wasschen zich niet eens iederen dag: ze hebben zelfs geen handdoeken: zij drogen zich af met hun kleeren of dekens. De gemeenschappelijke za len zijn akelig ingericht: 't is er vuil en het stinkt er geweldig: het krioelt er van vlooien, luizen en ander ongedierte. De voeding is ab soluut onvoldoende, de behandeling is zoo grof dat men eerder van een voortdurende mishandeling zou kunnen spreken. Lijf kastij dingen worden er geregeld toegediend. Tal rijke jongens liggen ziek op bed. Voor de ont wikkeling der kinderen wordt niets gedaan: voor sport en spel schijnt zelfs geen plaats te zijn. Wanneer de jonge kerels uit de werk huizen ontslagen worden, zijn ze aan hun eigen lot overgelaten. In verband met deze treurige feiten heeft het College van het Volkscommissariaat voor Justitie een aantal maatregelen uitgewerkt die nu ingevoerd moet worden. Wat men on der deze nieuwe maatregelen heeft te ver staan kan men lezen in de „Krasnaja Ga- zeta" van 31 Maart. De jeugdige misdadigers moeten in afzonderlijke kolonies bij elkaar gebracht worden in eenzaam en afgelegen streken: m. a. w. men wil ze uit de mensche- lijke samenleving verbannen naar streken die honderden Kilometers van een spoorweg ver wijderd liggen, waar ze zóó zullen versmach ten van heimwee naar menschen dat ze de vlucht nemen om dan onderweg van honger en ellende om te komen. Op deze radicale manier meent het Roode Rusland zich te kun nen ontdoen van zijn lastige kostgangers en „die Rote Fahne" van 30 April noemt dit „model-ingerichte kindertehuizen en opvoe dingsgestichten.die werkelijk inrichtingen voor opvoeding en onderwijs zijn!" De landbouwcrisis. De Christelijke Boeren- en Tuindersbond in Nederland, de Katholieke Nedjerlandsche Boeren- en Tuindersbond en het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité hebben in een gemeenschappelijk adres aah de regeering verzocht om doorvoering van maatregelen tot verlichting van den huldigen noodtoestand in land- en tuinbouw. Gevraagd wordt: 1. Steun van Staatswege aan de suikerbieten teelt, den graanbouw en de aardappelmeel-in- dustrie; het noemen van eenige leden mijner familie bewijzen, dat ik er recht op heb, en daarna zullen wij het honorarium regelen, dat u toe komt. Gij zijt een zeer practisch mensch, mijnheer Morel. Dat ben ik altijd geweest, mijnheer. Maar ter zake. Voor eenige jaren woonde in de om streken van Grasse een zuster mijns vaders, Eustasia Morel. Zij heeft die streek verlaten, zonder dat men weet waar zij zich metter woon gevestigd heeft. De goede vrouw had een aardig sommetje overgespaard, zooals van al- gemeene bekendheid is. Neen, antwoordde de vertegenwoordiger van het huis Bompoil Cie. Mijn oom Athanasius Morel is overleden een zoon nalatend, van wien wij bijna nooit eenige tijding ontvangen- hebben. Hij vertrok als lichtmatroos op een koopvaardijschip. De laat ste brief, dien wij van hem ontvangen hebben, was gedagteekend uit Louisiana in Noord- Amerika. De agent keek een brief in en zeide toen: Juist, dat komt uit. Heeft mijn neef van zich laten hooren? Beter dan dat, hij is teruggekomen. Uit Louisiana? Waar hij een groot vermogen vergaard heeft Die waarde neef. Ik beklaag u van harte, mijn beste heer, als u veel van hem houdt. (Wordt vervolgd) i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1