Aan hal Paaschgiaf.
Het Geheim van den
Voddenraper.
Binnenland
Buitenland.
Prooincienieuws.
FEU I L LETON.
door V. Man.
Laat ons heden naar het graf gaan!
Er zijn vele graven op de wereld. Kleine
graven waarin een menschenleVen zijn einde
gevonden heeft. Nauwelijks begraven, is het
cok vergeten. Wat is een arm menschenleven
in den geweldigen stroom van komen en gaan
op de aarde?
Maar er zijn ook groote graven. Graven van
volkeren, van culturen, die eens heerlijk bloei
den, graven van ideeën die eenmaal machtig
als een sterke polsslag door de aderen der
inenschheid bruischten.
Ver in het woestijnzand rijzen de Pyramiden
op. Als een stomme raadselachtige vraag blikt
de sphinx in de dorre verte der woestijn. En
de wandelaar, die Vermoeid Van den afgelegden
weg in de middagzon uitrust, droomt zich wel
duizenden jaren terug in den tijd, toen dit land
in volle schoonheid en vruchtbaarheid straalde,
toen de Pharao's gedenkteekenen voor zich zelf
lieten bouwen, die door alle tijden zouden op
rijzen als getuigen van hun glans en hun on-
metelijken rijkdom. En de mijmerende wande
laar komt tot het besef dat hij op 'n geweldig
graf staat, waarover den storm der woestijn
zijn eentonig lied zingt, het graf van een volk
dat eens in sprookjesachtigen rijkdom leefde,
dat echter verzonk, verzinken moest, omdat
zijn goederen van deze aarde waren.
Een ander graf op de heuvelen, de Citadel
van Athene! Het graf eener schitterende cul
tuur, Van een zonnevolk, dat de schoonheid
bemind en gediend heeft, zooals geen ander,
dat zich bedwelmt heeft aan de symphoniën
der schoonheid, die uit de beeldhouwwerken
en tempels der oude Grieksche Meesters om
hoog jubelden! En nu gaat er door die verval
len zuilengangen en over die vernielde stand
beelden, één groote doodenklacht, om die ge
storven schoonheid, die sterven moest omdat
zij van deze aarde was.
Een derde graf het Forum van het oude
Rome! Wederom het graf van eeuwen her, van
een volk, wiens ijzeren vuist eens de heele
wereld aan de voeten dwong. Zijne macht
scheen oneindig, en onder den dreunenden
stap zijner Legioenen sidderde de aarde. Maar
deze macht brak als glas moest breken, omdat
zij van de aarde was.
Rijkdom, schoonheid, macht, hebben hunne
graven gevonden. Dat is de groote wet dezer
aarde.
En nu een laatste graf, het stille graf in de
rotsen van Jeruzalem! Maar geen doodenklank
zweeft daarover, geen treuren om het verlaten
zijn. Neen een geweldige jubelhymne ruischt
daaruit op, eindeloos, onsterfelijk. Hier heeft
de wet der wereld geen recht meer. Dood en
leven hebben zich op geheimzinnige wijze ver
zoend: de dood is leven geworden, rijk, genade
vol leven, dat eewig duurt.
Dat is het kenteeken van het Goddelijke.
En steeds wanneer de menschheid in nood
en leed is, maakt zij zich op en gaat tot dit
graf, dat met het Goddelijk teeken geken
merkt is. De twijfelaars komen en zij hooren
het woord van den Apostel der volkeren: „Is
Christus niet verrezen, dan is onze prediking
Jjdel, en ij del ook uw geloof. Nu echter is
Christus opgestaan als Eersteling der Ontsla
penen!"
En bij de zekerheid van dezen jubel van den
Apostel richt zich hun geloof weer op. De zon
daars komen en zij vinden aan het graf Maria
Madalena, de Groote Zondares, die toch het
eerst den Verrezene mocht zien, en in die be
schouwing verrukt werd.
En wederom vernemen zij een woord van den
Apostel. „Is Christus niet verrezen, dan zijt gij
nog in uwe zondenNu echter is het oude
voorbij en alles is nieuw geworden. De nacht
is voorbij, de dag is aangebroken!"
Naar het Fransch van
RAOUL DE NAVERY.
50)
Rosa boog zich uit het raam en riep den
koopman, die met een zak binnenkwam.
Hoeveel geeft gij daarvoor? vroeg Rosa, op
den stapel papieren wijzende.
Ik zal het wegen moedertje.. Slecht papier, te
klein van formaat. Maar ik zal u toch vijftien
centiem voor de kilo geven, daar ik zie dat gij
het niet te breed hebt.
Weeg het maar.
De buurvrouw stond op het geld te wachten.
Negentien kilo, zeide de koopman.
Ik moet drie franc hebben hernam Rosa.
Min vijf centiemen, zei de voddenman.
De apotheker heeft gezeged, dat hij drie
franc moet hebben, daarvoor kunt ge het krij
gen.
De koopman haalde de schouders op, telde
de drie francs op de tafel, laadde het papier
in zijn zak, en ging de trappen af.
Geen kwartier daarna nam het kind den
eersten lepel van het drankje in.
Nu heb ik alles gedaan wat in mijn vermo
gen was, om mijn kind in het leven te behou
den; God zal het overige doen! zuchtte de ar
me vrouw.
Tegen den avond kwam Christiaan thuis.
En zij gaan getroost heen in de zalige hoop:
„Ik weet dat mijn Verlosser leeft!"
Dan komen degenen, die een zwaar kruis mee
te torsen hebben door het Jeven: zij aanschou
wen den koning der glorié, die kort geleden
nog den Man van Smarten was en luisteren
naar Zijne woorden: „Moest de Christus dit
niet lijden om zoo in Zijne Heerlijkheid bin
nen te gaan!"
Wanneer Uw handen en voeten gekwetst zijn
door den harden levensstrijd, en wanneer uw-:
hart bloedt in bitter leed zie mijne handen
en voeten dragen diepere wonden, en mijn
hart heeft veel smartelijker wonden dan het
uwe. Maar zie nu ook hoe een zee van licht en
hemelschen glans uit deze wonden straalt
onuitsprekelijke zaligheid heb ik verkregen voor
onuitsprekelijke kwellingEn dat zal ook
mgt u zoo gaan. Ook U wacht een Paaschdag,
die Uw leed in vreugde verandert!
En als een echo op het woord des Meesters
klink ons het woord van den Apostel tegen:
„Wanneer wij met Christus lijden zullen wij ook
met Hem verheerlijkt worden".
Dat is de wondervolle beteekenis van het
Paaschgraf, dat een zegen in zich bergt, die
geen menschenmond in staat is uit te spreken
en geen menschengeest uit kan denken. Geen
macht is zoo donker en geen afgrond zoo diep
dat de Paaschzon die niet doorlichten kan,
wanneer de ziel slechts hare deuren wijd open
zet voor hare stralen. Daarom is geen grooter
feest in de Christenheid dan dit Hoogfeest van
Geloof, Hoop en Troost.
Twijfels doorstormen menig hart in dezen
tijd, waarin men zoo'n zwaren strijd te voeren
heeft. Er is niemand die niet om eigen zwak
heid en zonden lijdt. En het Kruis werpt Zijn
Schatten op iederen aardschen weg.. Zoolang
er menschenharten kloppen zullen er ook
menschenoogen zijn die weenen.
Maar over alles schittert triompheerend de
Paaschoverwinning van den Verrezene. Deze
overwinning luidt echter: „Den vrede laat ik
U achter; mijnen vrede geef ik U. Niet zooals
de wereld die geeft, geef ik UIn de wereld
zult gij nood en droefenis hebben. Maar wees
getroost: Ik heb de wereld overwonnen!"
CONGRES DER R.-K. VOLKSPARTIJ
Het voorstel tot fusie met de R.-K. Staatspartij
verworpen.
In een niet voor de pers toegankelijke, in ho
tel Noord-Brabant te Utrecht Zondag jl. gehou
den congres der R.-K. Volkspartij is met op
één na algemeene stemmen het voorstel van 't
partijbestuur tot fusie met de R.-K. Staats
partij verworpen.
Vanwege het bestuur der R.-K. Volkspartij
werd het volgend communique verstrekt:
De vergadering was zeer druk bezocht.
Het resultaat der, vaak heftige, doch ten slot
te in onderlinge waardeering gehouden bespre
kingen was:
dat met slechts een stem tegen besloten werd
het voorstel van het Partijbestuur niet te aan
vaarden.
Dat met groote meerderheid werd besloten
niet verder te vergadern met de R.-K. Staats
partij.
Een zestal moties werd door den voorzitter
ten slotte gecombineerd en daaruit bleek en uit
de desbetreffende rapporten dat de geformu
leerde voorstellen niet voldoende rekening hiel
den met doel en streven der leden van de R.-
K. Volkspartij, dat mitsdien in de wijze waarop
werd voorgesteld tot de R.-K. Staatspartij te
rug te keeren geen enkele zekerheid wordt ge
boden, dat met het streven, vastgelegd in be
ginsel en partijprogram wordt rekening gehou
den en dit zelfs niet bevorderd zou worden
door eventueel te stichten studieclubs in lande
lijk verband te organiseeren.
Dat aan de Partijleiding opdracht is gegeven
Komaan, nu kunt gij gerust zijn vrouw, sprak
hij, ik krijg werk.
Morgen?
Maandag, het begin van een nieuwe week.
En in dien tusschentijd?
Zal ik trachtten mijn schrift over de ver
warming door stoom, gereed te maken. Ik moet
nog een berekening verbeteren, en daarmee
meen ik de oplossing gevonden te hebben.
Christiaan ging naar een tafel, in welker la
de hij gewoon was zijn papier te bergen.
Hij zag het kind gerust slapen, en op den
schoorsteenmantel een medicijnfleschje staan
Hebt gij schulden gemaakt vroeg hij?
Neen, men weigerde mij crediet, ik heb be
taald.
Zoo
Hij voegde er niets meer bij; zijn geest was
réeds bij zijn berekening.
Juist toen hij wilde gaan zitten, viel zijn blik
op den hoek der kamer, waar hij, bij gebrek
aan de noodige bergplaats, zijn papieren op
stapelde:
Zijn oogen schoten vlammen, toen hij de le
dige plek gewaar werd
Met één sprong stond hij voor zijn vrouw
en vroeg haar met een trillende stem;
Waar zijn mijn papieren, mijn handschriften
Ons kind verkeert in levensgevaar, antwoord
de de moeder eenigszins bevend, ik heb ze ver
kocht om de medicijnen te kunnen betalen.
Wat zegt ge?
Ik heb ze verkocht en dit is de eerste maal
dat die prulschriften tot iets nut geweest zijn!
Ach, ongelukkige rampzalige vrouw! riep
Moureau uit; gij hebt geen vertrouwen in mij
een krachtige actie te ontplooien voor de pro
grams der R.K. Volkspartij.
Vervolgens nam de vergadering met genoegen
kennis van de mededeeling, gedaan door het
Dagel. Bestuur der R.-K. Staatspartij waar dit
als zijn meening te kennen geeft:
le. dat het steeds geweigerd heeft de leden
der R.-K. Volkspartij in hunne katholiciteit aan
te tasten en voor uitspraken van eerw. heeren
geestelijken zich dan ook allerminst verant
woordelijk stelt;
2e. dat de R.K. Volkspartij het onaange
vochten recht heeft om bepaald zeer ernstige
reden politiek zelfstandig te organiseeren.
Wijders betreurde 't congres dat de leden der
R.-K. Volkspartij eerst aan zulke zware en grie
vende offers moesten blootgesteld worden alvo
rens men het goed recht der R.-K. Volkspartij
openlijk erkent als thans door het Dagel. Be
stuur der R.-K. Staatspartij is gedaan.
Tenslotte sprak het congres het vertrouwen
uit dat in de toekomst een bestrijding als ook
door eerw. heeren geestelijke en katholieke
pers ridderlij ker gevoerd mogen worden.
Door de vergadering werd in afkeurenden
zin gesproken over eenige moties tegen het zit
tende Partijbestuur der R.-K. Volkspartij in
enkele afdeelingen aangenomen en verklaarde
de meerderheid die fusie had verdedigd en hun
mandaat ter beschikking te stellen, tot het
volgend congres.
Het volgend congres zal spoedig worden ge
houden en zal het geheele bestuur tot aan dat
congres de loopende zaken afhandelen.
Het voorstel door den voorzitter mr. P. M.
Arts bij den aanvang van het congres gedaan
om toegang aan de pers te verleenen, werd met
op e enna algemeene stemmen verworpen.
Nederlandsche R.-K. Joprnalistenvereeniging.
Zondag 13 April hield de Nederlandsche R.
K. Journalistenvereeniging een drukbezochte
ledenvergadering in het „Kasteel van Antwer
pen" te Utrecht.
Het jaarverslag van den secretaris en opmer
kingen, door sommige leden te berde gebracht,
gaven aanleiding tot een geannimeerde bespre
king. Enkele punten werden tot een eerlang te
houden nieuwe algemeene vergadering uitge
steld.
De voorzitter deelde mede, dat besprekingen
omtrent een ontwerp inzake de rechtspositie
met een commissie uit de R.-K. Directeuren -
vereeniging, de Nederlandsche R.-K. Journa-
Jistenvereenging, de Nederlandsche Dagblad
pers en den Nederlandschen Journalistenkring
in een reeds gevorderd stadium verkeeren.
De penningmeester werd, nadat de controle
commissie verslag had uitgebracht, gedechar
geerd.
De heer J. B. Versters werd tot voorzitter, de
heeren L. A. P. M. v. d. Broeke en J. Thomas
sen weïden als bestuursleden herkozen.
Met algemeene stemmen werd Z.Exc. minis
ter mr. T. J. Verschuur, oud-secretaris der Ver
eeniging, tot eerelid benoemd.
Aan de lunch zaten mede aan het nieuwe
eerelid, minister Verschuur, en de heeren H.
Kuijpers, voorzitter, en 8. Bruysten, bestuurs
lid van de R.-K. Directeurenvereeniglng.
Vrijstelling van wegenbelasting.
Voor motorrijtuigen, uitsluitend bestemd
voor het landbouwbedrijf, wordt vrijstelling
van wegenbelasting verleend.
De verjaardag van Prins Hendrik.
De secretaris van Z. K. H. den Prins dei-
Nederlanden verzocht het navolgende mede te
deelen:
In verband met het feit, dat Z.K.H. de Prins
op zijn verjaardag 19 April nog met zijn zuster,
de Groot-Hertogin van Oldenburg, in het bui
tenland vertoeft, wordt de verjaardag gelijk
met dien van Prinses Juliana op 30 April ge
vierd.
Daarom wordt in overweging gegeven aan
hen, die hunne gelukwenschen op eenigerlei
wijze wenschen aan te bieden, deze wenschen
tot uiting te brengen op 30 April in plaats van
op 19 April.
gesteld, gij hebt mij verraden, mij verkocht voor
een paar frank! Geld? maar ik zou geld gevon
den, ik zou er om gebedeld hebben als gij het
zoo noodig hadt! Ik had daar een waarde van
duizenden francs, ja van milioenen! Nog wei
nige maanden en gij zoudt in overvloed ge
baad hebben. Maar gij hebt die misdaad niet
durven plegen, niet waar? Want het zou een
misdaad zijn! Het is de helft van mijn leven;
de arbeid was mijn kracht, mijn hoop mijn ziel
mijn alles!
Christiaan zag zijn vrouw verwilderd aan, en
schudde haar zoo ruw de hand, dat zij het van
pijn bijna uitschreeuwde.
Ik zou alles hebben kunnen verduren, snikte
Rosa, maar het gold het leven van ons kind!
Christiaan begreep niet, luisterde niet; hij
zocht.
Kom, beken het maar; gij hebt ze slechts ver
borgen, om de belofte af te dwingen, dat ik
weer aan het werk zal gaan, niet waar? O! zeg
dat het zoo is! Welnu ik ga Maandag stellig aan
't werk Maak nu een einde aan mijn onzeker
heid; want mijn hoofd dreigt te barsten, ik
wordt krankzinnig.
Christiaans stem klonk hol, hij sidderde over
zijn geheele lichaam en zijn oogen rolden
woest in hun kassen.
Nu eerst begreep Rosa den omvang der ramp
die haar boven het hoofd hing, en in angst
vroeg zij zichzelve af, of ze, om haar kind te
redden, niet haar echtgenoot had opgeofferd.
Langzaam zonk zij voor Christiaan op de
knieën en zag hem sprakeloos aan.
De werkman omklemde zijn hoofd met beide
handen, als ware hij bevreesd, dat het van
Een filmtoestel voor den H. Vader.
Men meldt uit Rome d.d. 11 dezer aan De
Maasbode:
De directeur van de N.V. Filmvennootschap
„Pathé Baby" overhandigde den H. Vader na
mens de vennootschap het allernieuwste film
apparaat en een collectie filmen. Alles bevindt
zich in een keurig uitgevoerde doos.
Op de audiëntie was de president van de
„Pathé Baby" vergezeld door den voorzitter van
den algemeenen raad der Katholieke actie en
den secretaris van de filmschool der Katholie
ke actie, waarin de films vervaardigd worden,
die dienen om de actie in Italië te propageeren
Bioscoopbrand op Sicilië.
Bij een bioscoopbrand te Licaia op Sicilië zijn
20 personen om het leven gekomen, terwijl tal
van andere gewond werden.
De troebelen in Engelsch-Indië.
Te Calcutta zijn Zondag, ondanks politie-
verbod, groote betoogingen gehouden; de poli
tie heeft daarop de gepantserde auto's in diénst
gesteld. De boycott der buitenlandsche alcoho
lische dranken is begonnen. Gandhi vertrok
naar Bombay.
„De geest van Locarno".
Te Washington is door de marine een nieuw
type machinegeweer beproefd, dat 800 schoten
per minuut kan afgeven over een front van 9
mijl.
Dit wapen, een van de doodelijkste die ooit
werden geconstrueerd, is het werk van Robert
Hudson, 'n gewezen handelsreiziger uit Rich
mond.
Thans is Hudson bezig aan het construeerën
van 'ia anti-luchtvaartu\g snelvuur-kanon, dat
30 calioer patronen kan afgeven in een tempo
van 1400 per minuut. Eveneens is hij bezig met
een 1,1 inch machinegeweer, waarmede per mi
nuut 800 ontplofbare patronen kunnen worden
afgeschoten over een front van 13 mijl.
Sneeuw en vorst in het Zwarte Woud.
In het Zwarte Woudis, nadat een tijdlang
prachtig voorjaarsweer had geheerscht plotse
ling een verandering in het weer opgetreden.
De temperatuur daalde tot enkele graden onder
nul, terwijl het tot een hoogte van 100 M.
aanhoudend sneeuwde. De sneeuw ligt op som
mige plaatsen 20 cM. hoog.
In de dalen valt veel regen, zoodat de rivie
ren snel wassen.
Hevige storm bóvfen Joego-Slavië.
Volgens berichten uit Belgrado heeft een he
vige storm in Joego—Slavië groote verwoestin
gen aangericht. In twee dorpen zijn van alle
huizen de daken afgerukt. Een boer is gedood,
terwijl twee andere gewond werden. Het ge
weld van den storm was zoo groot, dat een
boer, die een koe aan een touw vervoerde, met
de koe opgenomen en 30 M. ver door de lucht
gedragen werd.
TOT 1 MEI GRATIS.
Spreekt Uw kennissen over De Maasbode.
Proefnummers gedurende acht dagen kosteloos
Zeeuwsche Provinciale Brandweerbond.
In de vergaderzaal der Provinciale Staten
van Zeeland te Middelburg kwamen Maandag
de vertegenwoordigers bijeen van de gemeen
ten in Zeeland, die besloten hadden toe te tre
den tot een Provincialen Brandweerbond.
Ongeveer 140 personen werden door den
Commissaris der Koningin, den heer jhr. mr.
J. W. Quarles van Ufford, verwelkomd, die zijn
groote vreugde uitte over deze groote belang
stelling en er aan herinnerde, dat reeds in 1923
toorn zou barsten. Een doffe kreet steeg uit
zijn beklemde borst op, hij waggelde op zijn
beenen en zeeg onder een wilde schaterlach, op
een stoel neder.
Krankzinnig huilde Rosa, mijn man is
krankzinnig
XVIII.
Regina.
Bij het slaken der woorden „mijn man is
krankzinnig!" dacht Rosa niet aan de smarte
lijke gevolgen en het onherstelbare van die
ramp; zij geloofde dat de overmatige droef
heid voor een tijd zijn denkvermogen geschokt
had, en hij na eenige rust wel tot het bewust
zijn zou komen en berusten in hetgeen niet
meer ongedaan gemaakt kon worden.
Doodelijk verschrikt boog zij zich over den
ongelukkige, liet zijn hoofd in haar rusten, en
begon hem opbeurend toe te spreken:
Kom, zeide zij, bedroef je toch niet zoo uiter
mate, je papieren zijn misschien nog niet ver
loren. Ik zal den koopman opzoeken, hem de
papieren weer afkoopen. Als gij wilt, zal ik uit
werken gaan, om voor ons den kost te verdie
nen en dan kunt gij naar hartelust thuis ar
beiden, je modellen vervaardigen, je berekenin
gen opnieuw maken, vinden wat gij tot dus
verre nog niet gevonden hadt. Er zal wel een
of ander schrander ondernemend, rijk man te
vinden zijn die je begrijpt. Ge zult misschien
rijkdom en aanzien verwervenhet zou de
eerste maal niet zijn dat een eenvoudig werk
man beroemd en millionnair wordt. Ik heb
verkeerd tegen over je gehandeld, Christiaan,
ik beken het, ik heb er berouw over.
(Wordt vervolgd)