Onze gratis- Ongevallenverzekering Mo. 3597 Maandag 31 Maart 1930 44ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN BERICHT. Hetisinoveigenbelang Het Gebeim van den Voddenraper. Mammonisme en Sovjet-bestrijding VERSCHIJNT elken MAANDAG., WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND - PflSTBEHEHIHE Hl. 52411 s.v.p. zeer duidelijk schrijven F E U I L L-ETON. Onze verzekering zal een ware verrassing voor hen vormen. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bft vooruitbetaling - Advertentien 20 cent per regel^bij contract lager 2ÈCR koopkrachtige LEZERSKRING IT8TEKEIMD ÜLSCHIKT VOOR PUBLICITEIT IN VERBAND MET DEN ADMINISTRATIE VEN ROMPSLOMP, AAN DE INVOERING DER GRATIS-ONGEVALLENVERZEKERING VER BONDEN, KONDEN WIJ MET DE VOORBE REIDENDE WERKZAAMHEDEN NIET TIJDIG VÓÓR 1 APRIL GEREED KOMEN BINNEN ENKELE DAGEN ECHTER ZULLEN NADERE BIJZONDERHEDEN DOOR ONS WORDEN GEPUBLICEERD. DIT KUNNEN WIJ ONZEN ABONN$'S REEDS THANS MEDEDEELEN WIE ONDERSTAAND FORMULIER NOG NIET MOCHT HEBBEN INGEZONDEN WORDT VERZOCHT, ZULKS ALSNOG TEN SPOEDIG STE TE DOEN. I^r (langs deze lijn afknippen) Ondergeteekende (naam) (voornamen) (straat en huisn.) (gemeente) IS BETALEND ABONNE OP "De ZEEUWSCHE KOERIER" EN WENSCHT ALS ZOODANIG EVENTUEEL VAN DE VOORDEELEN DER GRATIS-ONGEVALLENVERZEKERING TE PROFITEEREN. (Handteekening) INZENDEN ALS DRUKWERK ONDER EN VELOPPE, GEADRESSEERD AAN „DE ZEEUWSCHE KOERIER", SAS VAN GENT. Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. 43 Mij dunkt dat die proces-stukken, die oude dagbladen en dat begin van een memorie, u wel niet veel belang ingeboezemd zullen heb ben. Integendeel mijnheer, ik ben begonnen met de Gazette des Tribunaux, die mij het vreese- lijke tooneel van het hof van assisen, gelijk het den 22 November 1857 plaats had, weer voor den geest tooverde. Hebt gij het bijgewoond? vroeg Audoin le vendig. Ja, mijnheer, ik heb het bijgewoond. Kendet gij Aurillac, zijn vrouw, zijn kind? De voddenraper herhaalde met een gesmoor de stem; Zijn vrouw, Anita, Max, zijn kind Ga voort, ga voort, bid ik u. Toen ik de dagbladen uitgelezenn had, bla derde ik de proces-stukken door, en eindelijk nam ik uw Memorie ter hand. Ach mijnheer welke vreeselijke aandoenningen heeft de le zing daarvan bij mij opgewekt! Op die wijze is de nacht verlopen, het was dag geworden, zonder dat ik het bemerkt had en nu kom lk u met gevouwen handen vragen De beroemde kathedraal van Yperen, die in 1914 gedeeltelijk werd verwoest, is weer geheel in haar vroegeren toestand hersteld, zoodat ze spoedig in gebruik kan worden genomen. door FRIEDRICH MUCKERMANN S. J. Er verschijnen den laatsten tijd talrijke boe ken, die een geheel nieuw licht werpen op de toestanden tijdens den oorlog. Dezer dagen zog het licht „Generale, Hand ler und Soldaten", waarin een loflied aange stemd wordt op de heroike daden van het Duitsche leger aan het Westelijk front. Het nieuwe gezichtpunt, waaruit alles bekeken wordt, is „de soldaat van de overzijde". Ook buigen ze vol eerbied 't hoofd voor den helden moed van den tegenstander. Objectief wordt getracht een beeld te schetsen van de tragedie van het vuur en schrijver lijkt ons daarin bij zonder geslaagd. Thans willen we echter onze aandacht wij den aan een hoofdstuk (voor ons 't belang rijkste van het geheele boek) dat getiteld wordt „het standbeeld van den onbekenden kunste naar". Een sprookje, het sprookje, van de ratten, zoo vangt het hoofdstuk aan. „Mannen leven er nog zij bestaan nog doch niemand kent hun naam boven wier hoofden het zware portaal van den doodenpoort van Yperen moest instorten, indien ze het waagden er door te gaan". waartoe die navorschingen, waartoe die ar beid? Wat betoogt gij daarmee? Ik wil aan een rampzalige zijn eer doen her geven, als hij nog op deze wereld is; zijn na gedachtenis in eer doen herstellen als hij onder zijn langdurig lijden bezweken mocht zijn. O. gij zijt een edel en goedhartig mesch! riep de voddenraper uit. Hoe! gij offert ongeroe pen uw nachtrust uw tijd op, om bewijzen te vinden van de schuld van een man, die u on getwijfeld geheel onbekend is? Ja, geheel onbekend! antwoordde Maximi- liaan. Maar voegde hij erbij, gij schijnt dieper ontroerd dan iemand zou zijn, die aan deze zaak geheel vreemd is; uwe handen beven, ik zie tranen in uw oogen, spreek spreek. Mijnheer, antwoordde de voddenraper, ik heb mijn tegenwoordig handwerk niet mijn heele leven lang uitgeoefend en langen tijd heb ik bij mijnheer Aurillac gewerkt. Hebt gij bij hem gewerkt? Maar dan moet gij zijn karakter, zijn gewoonten kennen; gij moet een vaste overtuiging omtrent die duiste re zaak hebben. Aurillac was onschuldig, mijnheer, dat zweer ik voor God. Het verheugd mij u zóó te hooren spreken, hernam de advokaat. Het is duidelijk de leiding der Voorzienigheid, die ons tot elkander heeft gebracht. De vervulling van ééne zelfde goede daad doet ons elkander ontmoeten, de berei king van hetzelfde doel zal ons nog meer tot elkander brengen. Ik heb het u reeds gezegd, ik heb mij de ontsluiering van die zaak ten taak gesteld, en het schijnt mij toe dat het een Wat zijn dat wel voor onbekenden? Men weet, dat spoedig na het begin van den oorlog in Engelsche militaire kringen de mee ning zich had post gevat, dat het Duitsche le ger in het veld onoverwinbaar was. Men tracht te de soldaten die met duizenden aan het front stierven, dat alleen de afsluiting van alle toe voer van levensmiddelen aan Duitschland, m.a, w. de hongerblokkade, redding zou brengen. Doch wat gebeurde in werkelijkheid? Welk verraad pleegde men aan z'n eigen volk? De Engelsche handelaars zelf hielpen het hardst mee, om dezen maatregel te ontduiken. Ze hebben schatten gelds verdiend met het leveren aan den vijand, zelfs met medeweten van de hoogste instanties. Zóó erg was het, dat de Engelsche marine-attaché in Scandina vië, de vice-admiraal M. W. W. P. Consert ver klaarde: „Onze erbarmelijke en smadelijke handel heeft den oorlog verlengd." Zeker ook andere landen Zwitserland, Zweden, Holland hebben een aardige duit aan den oorlog en de vrede verdiend. Doch niets is daaromtrent aan het licht gekomen. Hier wordt echter de sluier gelicht over het tragische bedrijf van smokkelaars en hamste raars. Natuurlijk konden wij Duitschers blij zijn dat we toen nog heel wat konden krijgen, hoe wel we daarvoor dan ook bloedig hebben moe ten betalen. Maard at verandert niets aan het feit, dat er in Engeland menschen geweest zijn, die toen de eenvoudige soldaat dood bloedde, hun troe- ingeving aes Hemels was, die mij dat plan deed opvatten. Niemand weet dat ik veel tijd aan die nasporingen besteed en dat ik ze nooit uit het oog verlies. Maar de eerste gedachte daarvan? Kwam bij mij op bij het doorbladeren van van oude, vermaarde rechtszaken .Aurillac kwam mij te braaf voor, om zoo eensklaps al de trappen van de misdaad te hebben kunnen overschrijden, en ik nam mij voor, de oplos sing van dat vraagstuk te zoeken. Ge moest eens weten hoeveel gevangenen ik reeds on dervraagd heb, die met hem in Mazas in de Congiergerie en op de galeien gezeten hebben Maar Aurillac sprak weinig en verborg zijn wonde in het binnenste van zijn hart. Te Pa rijs, zoowel als te Brest, vóór de rechtbank zoowel als op de galeien heeft hij steeds zijn onschuld blijven volhouden. Waart gij aan hem gehecht? Ah! Ik heb mijn leven veil om u behulpzaam te zijn in het werk dat gij voor hem hebt on dernomen. Luister hernam de advokaat die zaak is al zoo oud dat het wantrouwen en de waakzaam heid der medeplichtigen of der schuldigen in slaap gesust zijn. Zij achten zich zeker van de straffeloosheid. Aurillac is uit Brest ontsnapt, na een gevangenisstraf van veertien jaren, die des te strenger was, omdat hij reeds eenmaal een poging tot ontvluchting beproefd had en men het oog op hem hield. Ongetwijfeld heeft hij de wijk genomen naar het buitenland en denkt hij er niet aan naar Parijs terug te kee- bele zaken met den „vijand" in zulk een om vang hebben gedreven, dat er nóg wel twee jaren wereldoorlog door mogelijk zijn geworden Vet, caGao, thee, vleeseh, katoen, ten deele zelfs artikelen, die direct geschikt waren voor de oorlogsindustrie, hebben die menschen aan Duitschland geleverd, en het is niet overdreven als men zegt, dat deze Engelsche handelaren aan hun landsvijand de ammunitie hebben ver schaft, die hun eigen landgenooten twee jaar lang den massadood brachten. Dit alles is in de officieele stukken te lezen. Deze misdadigers kent niemand, ze loopen straffeloos rond, ze spelen tenslotte in het spel van het wereldlot nog dezelfde rol. Waarom wjj deze materieele aangelegenhe den memoreëren in een cultureel-religieus ar tikel. Neen, wij willen niet opnieuw onzen gal biechten tegenover Engeland. Neen wij denken aan het Europeesche zede lijkheidsgevoel en vragen haar aandacht voor dit geval. In naam van het Christendom pro testeeren wij tegen deze hemeltergende gewe tenloosheid. We mogen dit protest echter niet overlaten aan communisten en nationaal-socialisten, wij moeten het uitspreken voor het forum van de Christelijke moraal. Thans nog lijden en ster ven millioenen in de wereld, omdat er nog zul ke ratten zijn, voor wie alles een zaak is: het sterven van de Chineezen en het woeden van den bolsjewistischen beul. Hadden we niet reeds vóór jaren een kruis- ren, waar hij zeker gevaar zou loopen. Nie mand ducht hem meer, hij kan noemand bena deelen, de zekerheid van zijn indentiteit ware zijn verderf. Daar gijeertijds in de fabriek van la Vilette hebt gewerkt, moest gij wel eenige gezellen van uw leeftijd kennen die er tegelijk met u waren? Neen, mijheer. Wat! hebt gij nooit bij toeval een bekend ge zicht ontmoet en de hand van een der werk lieden van Aurillac gedrukt.? Gisteren avond heb ik er, voor de eerste maal een ontmoet Zijt gij vrienden geweest? Camourdas, die is zijn naam, was altijd be schonken; hij werd weggejaagd. Maar, de weggejaagde werkman kan de vij and van den patroon worden. Dat heeft men meermalen gezien. Zoudt gij dienCamourdas teruk kunnen vin den? Naar het schijnt bezoekt hij een kroeg, die bekend is onder den naam van de Zingende Pad. Kunt gij hem gemakkelijk gadeslaan? Mijn avonden zijn vrij. En vroeg de advokaat, gij belooft mij uwe hulp Mijnheer, antwoordde Aurillac plechtig, "ik zóu eertijds mijn leven opgeofferd hebben om tot de kennis der. waarheid, te geraken, die gij opspoort; van dit oogenblik af zou ik het voor u geven op een teeken van uw hand. Gij zijt mijn meester, ik zal de speurhond zijn. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1