Mo. 3569 Vrijdag 24 Januari 1930 44ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN fierste Blad. HEERENBAAI De Plaatselijke Leiding. Het goed Recht van het Katholiek Bijzonder Onderwijs. VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND PaSTBFlENIHB No. 52419. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. DE Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier ERIER Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - AdvertentiëA 20 cent per.regel, bij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING IT8TEKEND GESCHIKT VOOR PUBLIOITEIT Wij verheugen ons om den bloei van ons R.-K. Werkliedenverbond, dat met zijn meer dan 150.000 leden in onze volksgemeenschap een eerste plaats heeft veroverd. Deze vooruitgang, in betrekkelijk korten tijd verkregen, is ongetwijfeld voor een deel te danken aan de centrale leiding. Van deze léi- ding wordt veel geëischt. Denkt maar eens na. Kijkt nog eens naar dat groote ledencijfer. Overweegt hoe dit cijfer wellicht viermaal grooter wordt, indien wij meerekenen vrou wen en kinderen van onze leden, voor wier welzijn de organisatie ook te zorgen heeft. Het cijfer wordt dan 600.000, grooter dan de be volking van menige provincie of van een we reldstad. Zóó zien wij eerst, welke groote ver antwoordelijkheid, dus zware taak, rust op de centrale leiding, die zulke reuzenorganisatie bestieren moet Maar toch die vooruitgang is maar voor een deel het werk van deze leiding. De cen trale besturen zouden onmogelijk hun werk kunnen verrichten, hadden zij niet den krach- tigen steun der plaatselijke leiders. Deze be~ teekenen voor onze beweging, die geheel op vrijwillige samenwerking berust, nog veel meer, dan b.v. de gemeentebesturen of de ambtelijke vertegenwoordigers voor de cen trale regeering des lands. Waar de plaatselijke leiders niet voor hunne taak berekend zijn of hunne taak niet be hoorlijk vervullen, daar staan de centrale be sturen machteloos. De natuurlijke groei komt niet van boven maar van onderen. Wij wijzen hier nog even op, om goed in het licht te stellen, wat wij nu gaan betoogen. De plaatselijke leiders moeten wél in het oog houden, dat zij meer te doen hebben, dan nu en dan een vergadering houden, contribu tie innen en instructies afwachten van de centrale besturen. Zij vooral moeten gestadig werken aan de uitbreiding der organisatie, aan de versterking van innerlijke en uiterlijke kracht. En dit moet stelselmatig geschieden. Let op de voorbeelden. Treedt een nieuwe regeering op, dan is haar eerste zorg het ontwerpen van een program dat tot leidraad dient voor hare politiek inde eerstvolgende toekomst. Het bestuur van ons Werkliedenverbond handelt evenzoo. Het geeft in de Centrale Raadsvergadering een program, dat richt snoer moet zijn voor de geheele organisatie. Welnu, deze voorbeelden moeten door plaatse lijke leiders, die op hun gebied de verant woordelijkheid dragen, worden nagevold. Niet op slaafsche wijze. Men behoeft zich volstrekt niet te bepalen tot de programpunten, die het Werkliedenverbond heeft vastgesteld. Niet voor alle plaatsen en onder alle omstandig heden is ieder van deze punten weer belang rijk of actueel. Men moet aanpassen, aanvul len en uitbreiden op den juisten tijd het sein weten te geven voor eene actie, die in ei gen omgeving belangstelling wekt. Daar is nog zooveel te doen. In deze, nu reeds bijna honderd beschou wingen, is dit wel duidelijk aangetoond, en ieder pienter leider kan nog tal van andere punten opnoemen, die een levendige actie waardig zijn. Men overwege dit eens ernstig en make dan een winterprógram. Dit worde ontworpen in een bestuursvergadering van de Werklieden- .vereeniging, nader besproken in den bestuurs raad en dan vastgesteld in eene ledenverga dering. De voorbereiding is al belangwekkend. Zij verlevendigt de actie. Maar de uitvoering houdt die actie gaande en verbreidt ze in breederen kring. Vele plaatselijke werkliedenvereenigingen zijn met zulk program al klaar. Wij komen ons aanbevelen voor de toezending. Daaruit zijn weer lessen te putten voor anderen. Maar wij zullen ook een handje helpen en eenige pun ten noemen, welke een plaats verdienen op dat winterprógram. H. j M IV. Scheeve, onjuiste en verkeerde beweringen over de stichting van eene Katholieke Bijzon dere School in de Zandstraat weerlegd. Hét R.-K. Kerkbestuur der parochie van O. L. Vrouw Hemelvaart te Sas van Gent, waar toe ook de Zandstraat behoort, heeft op 2 Dec. 1929 het verzoek aan den Raad dezer gemeente gericht, om beschikbaarstelling van de gelden, benoodigd voor de stichting van een R.-K. school voor gewoon lager onderwijs in de Zandstraat, waarbij de volgens de Lager On derwijswet 1920 vereischte verklaringen wer den overgelegd. Daarbij verklaarde het paro- chiëel Kerkbestuur zich niet ongeneigd om, ingeval van beschikbaarstelling door den Raad, overeenkomstig art. 77, 2 lid dier wet, van het gebouw der openbare lagere school, de aan vaarding daarvan, mits dat gebouw in een be hoorlijken bruikbaren staat verkeert, in ernstige overweging te nemen. Over dat ingediend verzoek met bijbehoo- rende stukken zijn in de openbare vergadering van den Gemeenteraad alhier uitvoerige be sprekingen gehouden, waarbij de uitdrukkin gen door den heer de Leux gebruikt alles be halve juist en alles behalve eerlijk zijn aan het adres van het hierbij betrokken Kerkbe stuur. Afgaande op geruchten, is daar door hem beweerd „,Men heeft de menschen van alles wijs gemaakt om ze maar te doen teekenen "op het verzoek voor een katholieke schoolIk vind dat niet hoogstaand, zegt spr." De heer de Leux heeft echter verzuimd zijn betichtingen te bewijzen, wat echter wel ge vorderd mocht worden, omdat iemand die be schuldigt, ook heeft te bewijzen. En omdat de geruchten, die spreker belui sterd heeft, valsch waren, daarom heeft die heer daar publiek wel een scheeve, onjuiste en verkeerde voorstelling gegeven over de stich ting van een katholieke bijzondere school in de Zandstraat, wat ook zeker geen hoogstaande manier van handelen is. Dit zal hier nader niet alleen beweerd, maar ookbewezen worden. Aan het parochieël Kerkbestuur van Sas van zal het toch wel geoorloofd worden om zich tegen valsche verdachtmakingen te verdedi gen, waar het eerst in het publiek is aangeval len geworden. Een paar besehuldigingen van den heer de Leux gericht aan dit Kerkbestuur zijn in een vorig artikel reeds weerlegd, nl. le Dat is gezegd „Er vloeien geen kosten uit voort" en 2e „Als men goed was ingelicht, dan zou men niet op de tweede lijst geteekend hebben." Die eerste bewering is aldus niet gezegd, en de tweede is allesbehalve volledig omdat meer dere personen ook hunne handteekening van de tweede lijst hebben ingetrokken, en hun eerste handteekening voor de katholieke bij zondere school verklaarden te handhaven. Verder sprak de heer de Leux 3e Zoo is beweerd dat het te doen was om de protestantsche juffrouw weg te krijgen. Later dat de protestantsche juffrouw naar de open bare school te Sas zou worden overgeplaatst en dé katholieke onderwijzeres te Sas naar de Zandstraat. 4. Er is gezegd, vervolgt spreker, dat de straat er beter door zal worden als er een ka tholieke school komt en 5 Dat er ook eerlang een katholieke bewaar school zal komen. Zoo heeft men voorgesteld om katholieke handteekeningen te werven voor de katholieke lijst." Ook deze beweringen zijn scheef, onjuist en verkeerd. z Op 2 December 1.1. toch werden de verzoek schriften reeds ingezonden aan den Gemeen- raad. Op 4 December daarop werd bij den heer Th. Warrens eene openbare vergadering voor belanghebbenden gehouden, en daar zijn eeni ge dezer bemerkingen door de aanwezigen voor het eerst ter sprake gebracht. De daar behandelde zaken konden onmoge lijk van invloed zijn op de lijst der handtee keningen van de ouders, die reeds twee dagen te voren op het stadhuis was ingediend. De heer de Leux heeft betoogd 6e Dat verschillenden uit vrees hun hand teekening aan het verzoek hebben gegeven, gezien wie er mee rondging. Men beeft als de man binnenkomt." Nu geloof ik. dat de mannen, die de betref fende lijst van de katholieke bijzondere school in de Zandstraat hebben geteekend, nu toch niet zoo vreesachtig en onnoozel zijn, dat zij uit vrees daarop hunne handteekening hebben gezet. Ieder degelijk katholieke vader weet toch, dat hij volgens plicht en geweten ge houden is om zijn kinderen naar de katholieke scholen te zenden, waar dit goedschiks moge lijk is. en wil wel gaarne zijne handteekening zetten, om daartoe te geraken. Wat mij persoonlijk betreft, kan ik getuigen dat ik bij alle katholieke ouders in de Zand straat, die de lijst geteekend hebben, vriende lijk en voorkomend ben ontvangen. Bij de ka tholieken aldaar is de Komst der geestelijkheid nog welkom en bij een socialist zal dat misscien het geval niet meer zijn 7e „Verwijst de heer de Leux naar art. 13 der Lager Onderwijswet. Als we het reisgeld willen betalen behoeven we geen school te stichten". Kent hij hierbij deze wet wel voldoende Art. 73 dezer Wet luidt toch „Bij eene aan vrage tot het ontvangen van de voor de stich ting van een schoolgebouw benoodigde gelden of tot stichting van een schoolgebouw worden overlegd a. eene verklaring, waaruit blijkt dat de school zal worden bezocht in eene gemeente met minder dan 25.000 ingezetenen als de school bestemd is voor gewoon lager onder wijs door ten minste 40 leerlingen" Indien aan de bepalingen der wet voldaan is, kan de gemeente hare medewerking aan de oprichting van een bijzondere niet weigeren (art. 75 2e lid.) Verder zegt de heer de Leux 8e „Dat er geruchten loopen, volgens welke kinderen van Westdorpe geleend zouden wor den tegen 1930. Die mededeeling is niet van straat menschen afkomstig doch een zaken man heeft het in winkels verteld". Van 'die geruchten is bij de besturen der bij zondere scholen in Sas van Gent totaal niets bekend. Die zakenman heeft dus evenals de straat menschen onware kletspraat verspreid, en de heer de Leux is hiervan weer de verdere verspreider in commissie. Vervolgens beweerde de heer de Leux 9e „De school van Sas wordt dus volgepompt met geleende kinderenHet bestuur strijkt de volle subsidie op en Sas kan de kluiten dok ken. Dat is geen faire regeling 10e „Er is waarschijnlijk tweespalt tusschen twee bijzondere scholen". Dat zijn ook weer verkeerde voorstellingen. Art. 86 le lid der Lager Onderwijswet 1920 luidt toch Wanneer eene school welke is tot stand ge komen overeenkomstig het bepaalde in de ar tikelen 72 tot en met 83 (bijzondere school PD.) bezocht wordt door kinderen, die niet wonen in de gemeente, waar die school is ge vestigd, heeft deze gemeente aanspraak op eene uitkeering van de gemeente, waarin die kinderen woonachtig zijn, in de kosten van stichting en verbouwing, bedoeld in artikel 74 De som, waarnaar deze uitkeering wordt be rekend, bedraagt zes ten honderd van die kosten", Omdat die vermeende tweespalt niet bestaat, is dat ook een lage verdachtmaking. 11. Meent de heer de Leux „dat uit de door door de den heer de Mul genoemde cijfers blijkt dat de openbare school vooraanstaat. Bij de bijzondere scholen moet men rekening houden met 't bestaan van 4 richtingen". Indien er thans in Nederland ruim 200.000 kinderen meer het bijzonder ónderwijs bezoe ken dan het openbaar onderwijs, en bij dit laatste de meeste scholen worden aangetrof fen met één leerkracht, dan is 't toch wel voor eenieder duidelijk, dat de heer. de Leux nog wi lrecht praten wat krom is. 12e. De bemerkingen van den heer de Leux over de bijzondere school der socialisten te Heerlen zijn in dit blad reeds door den heer P. v. d. Ven weerlegd. 13e. Zijn uitdrukking „dat ƒ25,000 wordt weg gesmeten" is ook onjuist. Het parochieël Kerk bestuur heeft toch schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen de overname van de bestaande openbare school in de Zandstraat, mits deze in een behoorlijken bruikbaren staat verkeert. En de katholieken mogen toch nog wel aanspraak maken op hunne wettige rech ten. i 14. Ten slotte beweerde de heer de Leux „De katholieke school wordt volgestopt met kinderen uit andere gemeenten. Eerst zijn er iDgetooien tfededeellag (31) van y&wt wruJwfi U een pyp ECHTE FRIESCHE 20 50cr. per ons (ook inonsen, Vi ponden en ponden) 'XJhwyf 2lur WutUeCter 'n paAjeD*£ SEDERT 1753 een aantal van België aangenomen en thans zal men de rest uit de omgeving halen. Wij kunnen hiervoor dokken. Dat is ook weer onjuist en verkeerd voorge steld. Zeker er worden hier ook kinderen uit de naaste omgeving van België op de bijzondere scholen toegelaten omdat dit volgens de Wet geoorloofd is. Maar op de openbare school van Sas van Gent geschiedt dat toch ook. Verwijt nu een ander toch niet eenzijdig, wat U in Uw eigen richting niet laakt Bovendien gaan op 't oogenblik wel minstens evenveel kinderen van Sas van Gent naar de scholen te Selzaete of genieten huisonderwijs, naar het kinderen zijn van ingezetenen niet- Nederlanders, vooral in de Poel en op de Stui ver, als er kinderen van over de grens komen naar de scholen te Sas van Gent. D e bewering dat wij hier betalen moeten voor kinderen uit andere gemeenten is reeds weerlegd in 9e. Uit deze beschouwingen over de woorden, door den heer de Leux gesproken in de laatste openbare raadsvergadering alhier met betrek king tot de stichting van eene bijzondere ka tholieke school ind e Zandstraat, blijkt wel dat hij daarover niet alleen geen blad voor zijn mond genomen heeft, maar dat hij zich daar over meestal heeft voorbij gepraat, en dat hij daarover eene scheeve, onjuiste en verkeerde voorstelling heeft gegeven. Hij is daar met wat botte schaatsen op glad ijs gekomen. Hij heeft daarover als het ware het publiek van alles wijsgemaakt, en de handelwijze van het parochieël Kerkbestuur allesbehalve eer lijk beoordeeld. Er is in Sas van Gent wel eens meer in 't publiek geklaagd, dat wanneer som migen hier een zaak niet winnen kunnen met geoorloofde middelen dezen dan hun toevlucht nemen tot laffe verdachtmakingen en lagen laster. Door alle degelijke menschen, van wel ke richting ook,, wordt zooiets gelaakt en ver oordeeld. De oprecht gezinde lezer moge hier bij zijn oordeel vellen. Waar de heer de Leux publiek in de raads vergadering durft getuigen „Als dat socialisme is. dan was Christus de eerste socialist" tegen welke beleedigende uitdrukking hier een openlijk protest wordt ge richt dan mag van zoo iemand verwacht worden, dat hij een katholiek kerkbestuur ook niet goedgunstig gestemd is. En zijne' gezindheid ten opzichte van het katholiek bijzonder onderwijs wordt wel juist geteekend door de Nederiandsche Bisschoppen in hunne circulaire tegen het socialisme met deze woorden Wel verklaren de aanhangers dezer dwa ling, dat zij Godsdienst, Kerk en Priesters vol komen in hun waarde willen laten en dat ieder voor zich volgens zijne godsdienstige overtui ging kan handelen. Maar zij schromen niet, waar hun de gelegenheid gegeven wordt, en wanneer zij er hun voordeel mee kunnen doen, den godsdienst te bestrijden." Tot slot eenige aanhalingen uit de jongste encycliek van Paus Pius XI over de Christe- telijke Opvoeding der Jeugd. P. DOENS, pastoor.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1