MAGGI5 SELDERUS0EP 08 Maasbode-Colonne geland. No. 3568 Woensdag 22 Jannari 1930 44ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN De Zwarte Zondag. Het Geheim van den Voddenraper. *HT|of I VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND POSTREKENING Ho. 52419. FEUILLETON. Ingezonden Mededeellng (25) DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling Advertentiën 20 cent pér.regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRINQ 'n Ooggetuige vertelt van 25 jaar Russische Revolutie, door WLADIMIR KOROPOW. 't Was den 12 Januari jl. juist 25 jaar geleden dat zich 'n gebeurte nis voltrok, die om haar gevolgen een der belangrijkste is gebleken van onzen tijd. Onze medewerker heeft de ontzettende uren van van den zwarten Zondag zeelf doorleefd 't Bloedbad van den 12den Januari heeft ten gevolge gehad, dat de intellectueelen zich voor goed schaarden aan de zijde der Revolution- nairen 't heeft ook klaar en duidelijk bewe zen, dat van eenige verstandhouding tusschen die Intellectueelen en de tsaristische beulen en bloedhonden, die vreedzame arbeiders met vrouwen en kinderen slachtten als vee, geen sprake kan zijn. „Ongeveer in deze bewoordin gen leverde 'n hoofdartikel van 't geheime tijd schrift der Russische Revolutionnairen dat in Genéve gedrukt wordt, 'n commentaar op den beruchten, "Zwarten Zondag" en z'n gevolgen. Ik heb van zeer dicht bij, als jong student, de schrikkelijke gebeurtenissen van dien dag, 'n dag van wereld-historische beteekenis, meege maakt en ze staan me nog voor den geest, als of dat alles gisteren geschied was. 't Was in den winter van 1904 op 1905, dat 't overal in 't uitgestrekte Russische Rijk gistte en broeide. De regeering zag haar positie zeer verzwakt door de herhaalde nederlagen, die door de Japansche legers in 't verre Oosten waren toegebracht. Vóór alles trachtte zij daarom den schijn te redden, door er voor te zorgen, dat uiterlijk alles rustig bleef. De Pe- tersburgsche Society gaf zich onbezorgd, als altijd, over aan haar wulpsche en kostbare amusementen de kranten waagden 't niet, iets los te laten over opzienbarende gebeurte nissenwat men van den algemeenen toe stand, wist, dat werd van mond tot mond ver der gefluisterd. Men danste op den rand van 'n vulkaan. Wel werd er gemompeld over de schandelijkste corruptie bij de leveringen aan de Russische legers aan 't Oostelijk front die ver in de meerderheid, toch neder laag op nederlaag leden. Ook werd er gemom peld, dat elke week gansche scharen van demi- mondaines naar 't Hoofdkwartier werden ge stuurd De almachtige Minister van Binnen- landsche Zaken, Plewe, werd in den zomer van 1904 vermoord, maar de pers deelde niets mede omtrent de details van deze terriristische daad, waarvan men er elke dag nieuwe ver wachtte. 'n Paar dagen vóór den Zondag, die later 'n datum van groote beteekenis zou blijken in wereldgeschiedenis, gingen er geruchten om over 'n arbeidersbetooging, die op touw zou worden gezet, maar betrouwbare bijzonderhe den kon men niet te weten komen. Zoo ver Naar het Fransch van RAOUL DE NA VERY. 15) Hij scheen verbaasd, toen deed hij besluite loos twee passen vooruitmaar zich beden kende, opende hij de deur en wenkte Louise, die hem uitliet, buiten. Zeg eens, Louise, vroeg hij, waarom heeft die man, die den dollen wolf gedood heeft, een zakdoek om zijn hoofd Omdat de wolf hem met zijn klauwen een wonde heeft toegebracht, naar hij zegt, ant woordde het meisje. Aha lachte de veldwachter. Tracht te ver hinderen, dat hij het huis morgen vroeg voor acht uur verlaat, hernam hij fluisterend, en als gij soms vannacht het getrappel der paar den van de gendarmen mocht hooren, behoeft ijg u niet ongerust te maken. Hij zal toch in den stal slapen Ja, antwoordde Louise, maar waarom vraag gij mij dat.? Nergens om Kom, nu ga ik voor goed heen. Tot weerziens Hij verwijderde zich fluitend, terwijl zijn hond hem vroolijk blaffend volgde. Een uur daarna nam de vreemdeling af telde men, dat 'n priester uit de arbeiderswijk wiens naam, Capon, men bij deze gelegenheid voor den eersten keer hoorde, de arbeiders wilde leiden voor den Tsaar, om hen in de ge legenheid te stellen, den Tsaar op de hoogte te brengen van al de vervolgingen, van al het onrecht, dat zij den fë'atsten tijd van de zijde cier politie te verduren hadden gehad, 't Was 'n heerlijke winterdag, de Zondag, waarop deze betooging zou plaats vinden. De zon scheen vroolijk aan 'n onbewolkten hemel en wierp haar stralen op de smettelooze sneeuw, waar mee pleinen en straten der imposante Newa- stad waren bedekt. Naar gewoonte ging ik om 'n uur of drie wat wandelen, zonder te denken aan de aangekondigde demonstratie, 'k Zag echter, dat de zijstraten, die uitkwamen op den hoofdverkeersweg van Petersburg, de Newjkij-Prospekt, zwart zagen van arbeiders. Begeleid door vrouwen en kinderen, schreden, rustig en met vasten tred, steeds maar nieuwe arbeiders-kolonnen voort. De gezichten ston den ernstig en strak. In de Newsky-Prospekt gekomen, formeerden ze zich tot 'n grooten optocht, die zich bewoog in de richting van 't Winterpaleis. Op 't trottoir flaneerden, als gewoonlijk, de Zondagsche wandelaarsstu denten, elegante vrouwen en hoogere ambte naren. 't Ging er alles zoo rustig en vredig naar toe en er was opvallend weinig politie op de been. Toen ik gekomen was aan 't einde van de Newsky, bij de zoogenaamde Politiebrug, die over 't Moika-kanaal ligt, zag ik, dat de me nigte plotseling stil stond. Ze durfde niet verder te gaan, want het bleek, dat de brug door 'n af deeling der keizerlijke Garde bezet was. Niemand begreep goed, wat er aan de hand was wel zag men zich eenige arbeiders met den kommandeerenden officier der Garde onderhouden. Plotseling klonk 'n trompetsig naal op. „Liggen schreeuwde onverwachts 'n man, die niet ver van mij vandaan stond en hij wierp zich op den grond. Automatisch volgde ik zijn voorbeeld. Op 't zelfde oogenblik hoorde ik 'n kort, knetterend geluid, waarvan scheid van zijn gastheer, daar hij zich bij het krieken van den dag op weg wilde begeven. Een knecht, die hem zijn slaapplaats had aangewezen, had zich juist verwijderd, toen Louise, met een lantaarn in de hand, zich aan hem vertoonde. Gij moet vertrekken, sprak zij, en wel ter stond. Zeg mij niets ik vraag u naar niets. Een mensch, die zijn leven voor anderen waagt kan niet slecht zijn. Maar ik oordeel met mijn gevoel van onervaren meisje, en de menschen denken niet allen eveneens. De gemeente is u honderd frank schuldng voor het dooden van het gevaarlijk dier, hier zijn ze. Bedank mij nietgij hebt kinderen Zeg mij uw naam, sprak de vreemdeling, met een van ontroering bevende stem. Louise Charmeau. Voor mij zijt gij de rei ziger, de arme, de vriend van God. Kom ik zal u achter door den tuin en het weiland op den grooten weg brengen en de richting aanwij zen, die gij moet volgen als gij eenmaal op den weg zijt, zal God het overige doen maar gij zult den rug toekeeren aan degenen, die den ontvluchten galeiboef zoeken. De vreemdeling strekte de handen over Louise's hoofd uit. Wees gezegend sprak hij, en dat de Heer eenmaal mijn schuld aflosse. Het meisje vatte den vreemdeling bij de hand en trok hem mee. Een half uur daarna keerde zij in het groote woonvertrek terug. De nevel heeft je muts vochtig gemaakt, zeide hij, waar zijt ge nog zoo laat heen ge- ik de herkomst op 't eerste oogenblik niet thuis wist te brengen. Met korte tusschen- poozen herhaalde zich dat knetteren. En toen eerst drong 't tot me door, wat er gebeurd was want verschillende menschen lagen daar onbewegelijk op de sneeuw. De soldaten had den geschotenIn radeloozen angst stoof de menigte uiteen. Ik zelf vluchtte in 'n zijstraat, waar ik weldra verloren liep tusschen 'n dich ten drom van opgewonden menschen. En maar steeds bleef ik 't knetteren hooren der geweer salvo's. „Op 't plein voor 't Winterpaleis wordt voortdurend geschoten," hoorde ik om mij heen zeggen, maar niemand wist wat er eigen lijk gebeurd was en waarom er toch geschoten was. 'k Poogde langs 'n omweg weer op 't plein voor 't Winterpaleis te komen. Toen ik door het aangrenzende Alexanderpark liep, viel er plotseling iets uit 'n boom. 't Was het lijkje van 'n nauwelijks zes-jarigen jongen die door 'n kogel was getroffen, 't Bleek gevaarlijk om verder te gaan. Ik werd meegesleurd door de terugvliedende menschenmassa's. En voort durend maar ratelden de geweersalvo's uit alle richtingen, 'k Begaf mij naar 'n kennis, die in de buurt van 't Winterpaleis woonde. Toen ik daar voor 't venster stond, zag ik dat vracht wagens snel voorbijreden op die wagens la gen verstarde lijken met grauwe gezichten in bebloede kleederen 't Scheen of er aan dat akelige geknetter geen einde wou komen. Tegen den avond sloeg ik den weg naar huis in. Ik nam een droschke. Overal stonden wachtposten, die de wegen naar 't Winterpaleis bewaakten. Op den hoek van 'n straat zag ik Valentina Kusa, de prima donna van de Keizerlijke Opera, zitten in 'n elegante slee. „BeulBloedhond schreeuwde ze, „hoe durft ge 't wagen op weerlooze men schen te schieten De garde-officier, totwien ze deze verontwaardigde woorden richtte, lachte 'ns minzaam. Thuisgekomen merkte ik dat 't electrisch licht niet brandde. Ook de wa terleiding was defecter was 'n algemeene staking uitgebroken, 's avonds maakte ik nog 'n wandeling door de stad, die plotseling als uitgestorven was en veel weg had van 'n groot legerkamp, want behalve enkele voetgangers, zag men alleen nog maar soldaten. Voor de keizerlijke Schouwburg was zelfs 'n heel kamp met tenten, wachtvuren en kanonnen inge richt. De voorstellingen in de theaters waren afgelast. In de vestibule van den Schouwburg stond 'n menigte menschen te luisteren naar de woorden van 'n man, 'n kerel als 'n boom die met heftige gebaren uiting gaf aan z'n felle verontwaardiging over hetgeen er ge beurd was. De man was niemand anders dan de beroemde tooneelspeler Schaljapin, die naar Petersburg was gekomen, om daar 'n gastrol te vervullen. De gevolgen van dezen bloedigen Zondag lieten niet lang op zich wachten. De algemee ne staking duurde eenige dagen. Omdat de kranten niet verschenen, wist men nog steeds niet, wat er nu eigenlijk gebeurd was. De wild ste geruchten deden de ronde. Drie dagen la- wgest Het meisje wierp zich in de armen haars vaders en overdekte hem met kussen. Ik begrijp het hernam de pachter De menschen zouden u ongetwijfeld laken, ik voor mij heb er den moed niet toe. Ik ben over tuigd dat gij slechts een werktuig zijt van de goddelijke Voorzienigheid. VI. VERLOREN SPOOR. Het was ongeveer negen uur in den avond toen een man, wiens kleeding meer boersch dan burgerlijk was, aan het station Montpar- nasse te Parijs uit een wagen derde klas steeg, en na een pak katoenen en linnen stoffen op zijn rug vastgemaakt te hebben de stad in ging. Zijn gelaat had een ziekelijke kleur en hij kon zich, hetzij wegens vermoeidheid, hetzij wegens inwendige ontroering, ternauwernood op zijn beenen staande houden. Zijn oogen waren door zwarte wenkbrauwen overscha duwd, maar half dicht geknepen, als van iemand, die bespiedt en op zijn hoede is. Hij weigerde de hulp van de kruiers en be gaf zich regelrecht naar de rue Cherche-Midi. Daar gekomen, richtte hij zich in zijn volle lengte op en zocht rondom zich naar bordjes, waarop kamers te huur aangeboden werden. Eindelijk vond hij wat hij zocht in een donkere gang, van de straat afgescheiden door een ijzeren hek, voorzien van een bel, welke UIT8TEKEND GE8CHIKT VOOR PUBLICITEIT ag.n.^i-w i. i u De zware mistbanken, die het uitzicht op de Schelde vrijwel onmogelijk maakten, ten s£)ijt, is De Maasbode-Colonne gisterenna middag omstreeks 2 uur te Ter Neuzen ge land, vol geestdrift en goeden moed voor het welslagen van den Kruistocht voor de Room- sche Pers in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het welkom, dat wij den directeur, den heer H. Kuijpers en zijn mede-Kruistochters bij het betreden van den Zeeuwsch-Vlaamschen bo dem mochten toeroepen zal, naar wij vast vertrouwen, bij heel ons Roomsche volk weer klank vinden en straks aanzwellen tot een daverend Heil den mannen van ons fiere Roomsche Grootblad God zegene den arbeid, die zij komen verrichten tot heil van ons ge west, tot glorie van God en van Zijn H. Kerk Die welkomstroep, welke heel ons Zeeuwsch- Vlaamsche land moge overschallen, zij tevens de waarborg voor het succes dezer grootsche actie, die met aller medewerking moet slagen. Reeds heeft op verschillende plaatsen de verspreiding van proefnummers een aanvang genomen en noodigen fraai-uitgevoerde re clame-biljetten tot het nemen van een abon nement uit. Reeds mochten ook de eerste successen wor-. den geboekt. Successievelijk zullen alle plaatsen van Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen hun beurt krijgen. Overal zal de best bereikbare besteldienst worden georganiseerd teneinde de abonné'sop de snelste wijze van de geperfectionneerde berichtgeving van hun blad te doen profi teered Wij twijfelen niet, of dat alles zal in bree- den kring daadwerkelijke waardeering vinden. De Maasbode-Kruistochters zullen uiteinde lijk over Zeeuwsch-Vlaanderen tevreden zijn. ter ging in de Hofopera de premi re van Wag ner's „Siegfried" 't was juist in de periode, dat Wagner 'n ongekende populariteit genoot. Toen Valentina Kusa die op dien verschrikke- lijken dag de officieren zoo moedig de waar heid had durven zeggen, zich als Brünhilde, van haar rustbed ophief, brak plotseling 'n geestdriftig oorverdoovend en lang-aangehou- den applaus los onder 't publiek. Sindsdien klonk als een klok, toen de hand van den huurder de klink uittrok. De reiziger was niet keurig of kon geen groote huur verwonen, want hij trad de duistere gang binnen, en bij het geklingel van de bel, kwam een bulhond uit de portierswoning gesprongen, liet de tan den zien en keek den vreemdeling vragend aan. Onmiddellijk na den hond vertoonde zich voor het raam het gelaat van een oude ge rimpelde vrouw, met een doek om het hoofd' gewonden en op afstand naar ordinaire pom made riekend. De ronde, loerende oogen van de oude ves tigden zich vragend op den vreemdeling. Kunt gij mij een kamer geven vroeg deze. Tegen welken prijs Ik heb weinig geld, antwoordde de man. Vijfde verdieping en een brits. Goed Schrijf uw naam in .hernam de oude, dat bespaart mij de moeite mijn register boven te brengen. Ziehier mijn papierenantwoordde de reiziger. Maclou Taupinmarskramerhet ls in ordeneemt gij de kamer bij de maand, bij de week Bij den nacht. Dan is het zeven stuivers Ik geef schoone lakens. De man betaalde vooruit de vrouw nam een lantaarn en riep den hond toe Pas goed op, Loulou (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 1