Abdijsiroop
BONBONS
Gemeenteraad van Sas van Gent
Hoest
Bronchitis
Verkoudheid
Influenza
Heeschheid
Keelpijn
Asthma
Iets Nieuws!
Het storm- en noodweer.
Volgens berichten uit Reims heeft het
noodweer, dat 58 uren boven déze stad heeft
gewoed aldaar groote schade aangericht.
Op de jaarmarkt, welke juist gehouden
werd, stortten dé kramen in.
In de omgeving van Verdun zijn de wegen
onbegaanbaar door het buiten de oevers
treden van de rivieren.
Uit Charleroi wordt gemeld
De dammen van een bassin, duizenden
kubieke meter afvalwater inhoudende van de
Usines Solvay, zijn bezweken. De vloeistof
van het bassin, dat honderden meters hoog
ligt, stroomde naar de gemeente Couillet
alles op haar weg meesleepend.
De bewoners van een tiental huizen moesten
naar de bovenverdieping vluchten, daar de
vloeistof een hoogte van anderhalven meter
bereikte. Zij werden vervolgens ten getale
van ongeveer vijftig, in het station van
Couillet ondergebracht.
De tramdienst ChateletCharleroi moest
worden gestaakt. De schade is onberekenbaar.
Ingetonlen tfetfedeellog (40)
Thuis
Akker's
Abdijsiroop
Tegen:
Buiten
AKKER's
Het ia gelukt de van
ouds bekende Abdij
siroop te „stollen" tot
een gemakkelijk in
den zak mee te nemen
„bonbon", met be
houd van al de gene
zende bestanddeelen.
Alom verkrijgbaar.
60 cent per doos.
Zitting van Zaterdag 28 December 1929
des avonds uur.
(Vervolg).
IV. Verzoekschrift van het R.-K. Kerkbe
stuur om beschikbaarstelling gelden voor
schoolbouw in de Zandstraat.
De secretaris leest de dienaangaande inge
komen stukken.
De voorzitter zegt, dat de stukken betref
fende de verwezenlijking eener katholieke
school in de Zandstraat zijn binnengekomen.
Binnen een maand na dagteekening van de
aanvraag zijn, volgens de Lager Onderwijs
wet, B. en W. verplicht in overleg te treden
met het betreffende bestuur. Dat overleg,
aldus spr., heeft plaatsgehad. Binnen drie
maanden, nadat de stukken ingediend zijn,
zal de Raad een beslissing hebben te nemen.
De stukken, die door het betreffende bestuur
zijn ingediend, zijn allen nagegaan en in orde
bevonden. Op grond daarvan hebben B. en
W. geen bezwaar kunnen vinden om hunne
medewerking aan de plannen te onthouden.
Vandaag kan hier geen beslissing vallen, zegt
spr., want, alvorens die school ter beschikking
kan worden gesteld van het betreffende be
stuur, moet eerst het advies van den inspec
teur van het Onderwijs worden gevraagd. Als
de inspecteur gehoord zal zijn, zullen B. en
W. een volledig dossier kunnen overleggen.
De heer Verschaffel vraagt of het verzoek
daarmede niet in het ongereede kan komen.
De voorzitter antwoordt, dat zulks absoluut
niet het geval kan zijn. De wet houdt alleen
rekening met de handteekeningen, ontvangen
op den dag der inzending van het verzoek.
Derhalve kunnen de ouders die eenmaal ge-
teekend hebben op het verzoekschrift om in
de Zandstraat een katholieke school te be
komen, zich niet meer terugtrekken. Eenmaal
geteekend, zegt spr. is terugtrekken niet mo
gelijk.
De heer Verschaffel informeert nog of het
uitstellen der beslissing van den Raad geen
bezwaar kan opleveren.
De voorzitter antwoordt, dat vóór 2 Maart
een besluit zal moeten worden genomen.
De heer de MulEr zijn verschillende
adressen ingekomen om het verzoek af te wij
zen. Dus wordt alleen rekening gehouden met
het eerste adres
De voorzitter Ja. Wij hebben alleen te be
palen, of de stukken in orde zijn.
De heer de MulHet is dus een vaststaand
feit, dat de school er komt?
De voorzitter Ik mag dat niet zeggen. Vol
gens de wet moet, om een school te bekomen,
geteekend zijn voor minstens 40 kinderen. De
ingediende lijst vermeldt er meer dan 40.
De heer Verschaffel Dus B en W. moeten
ëerst met den inspecteur spreken
De voozitter antwoordt bevestigend.
De heer de Leux Er zal zeker wel een on
derzoek worden ingesteld, hoe die handtee
keningen tot stand gekomen zijn.
De voorzitter Dat ligt niet op onzen weg.
De heer de Leux wijst erop, dat er drie
stukken zijn ingekomen, vóór en tegen de op
richting eener katholieke school, waarop de
zelfde personen geteekend hebben.
De voorzitterMisschien zijn die bewerkt
door de „buitenwereld".
De heer de Leux meent, dat ze juist door
de „binnenwereld" bewerkt zijn.
De voorzitter Misschien zult U er wel meer
van weten.
De heer de Leux zegt, dat er allerlei ge
ruchten loopen. Men heeft de menschen van
alles wijs gemaakt om ze maar te doen tee
kenen op het verzoek om een katholieke
school. Zoo is eerst beweerd, dat het te doen
was om de protestantsche juffrouw weg te
krijgen. Later, dat de protestantsche juffrouw
naar de openbare school te Sas zou worden
overgeplaatst en de katholieke onderwijzeres
bij het openbaar onderwijs te Sas naar de
Zandstraat. Ook is er gezegd Er vloeien geen
kosten uit voort. Ik zou wel eens willen weten,
zegt spr., hoe men dat zonder kosten klaar
zal spelen.
Er zijn overigens kinderen genoeg om het
instandhouden der openbare school te wetti
gen. Daarvoor moeten er 8 zijn. Die zijn er
zeker. Het is dan ook maar niet zoo gemak
kelijk om de school om te zetten. Er is ge
zegd, vervolgt spr., dat de straat er beter door
zal worden als er eert katholieke school komt
en dat er dan ook eerlang een katholieke be
waarschool zal komen Als er een kath. school
zal zijn, zal er meer aandacht geschonken
worden aan de Zandstraat, zoo beweerde men.
Zoo heeft men het voorgesteld om handtee
keningen te werven voor de katholieke lijst.
Ik vind dat niet zoo hoogstaand, zegt spr.
De heer de Mul merkt op, dat aan de for
mule van de wet is voldaan. Te onderzoeken,
op welke wijze een en ander geschied is, ligt
niet op den weg van den Raad.
De heer Verschaffel merkt op, dat, als de
heer de Leux enkele der op de eerste lijst ge
plaatste handteekeningen in twijfel trekt,
men ook de handteekeningen van de andere
lijsten in twijfel kan trekken.
De heer de Leux meent, dat iemand, die op
de eerste lijst geteekend heeft, niet op een
tweede lijst zal gaan teekenen als hij over
tuigd is dat hij bij het plaatsen zijner hand-
teekening goed was ingelicht. Spr. betoogt,
dat verschillenden uit vrees hun handteekening
aan het verzoek hebben gegeven, gezien wie
er mee rondging. Men beeft als de man bin
nenkomt, zegt spr.,
De heer Verschaffel merkt op, dat de men
schen heel goed weten, wat ze doen als er van
kerkbestuurszijde wordt rondgegaan.
De heer de Leux zegt, dat de heer Verschaf
fel vroeger ook niet zoo voor het katholiek
onderwijs was als nu.
De heer VerschaffelU trekt handteekenin
gen in twijfel.
De heer de Leux Als men goed was inge
licht, dan zou men niet op de tweede lijst ge
teekend hebben. U weet heel goed, waar het
om gaat, zegt spr. tot den heer Verschaffel.
De heer de Mul acht het van weinig belang
om over de handteekeningen te discussieeren.
Van meer gewicht is de financieele kwestie.
Welke weg is voor de gemeente de voordeelig-
ste. Als de school zou worden overgedaan
heeft men slechts enkele leerlingen over, wier
ouders openbaar onderwijs verlangen. Volgens
de wet zijn openbaar en bijzonder onderwijs
gelijkgesteld. Aan die bepaling is in onze ge
meente voldaan, zegt spr., daar hier een open
bare school bestaat. De openbare school van
Sas van Gent is meer dan 4 K.M. verwijderd
van de Zandstraat. In zulk een geval kan vrij
vervoer naar de school worden verlangd.
De heer de Leux zegt, dat de school in de
Zandstraat nu eenmaal een openbare school
is. Zoolang daar 8 kinderen gebruik van
maken, heeft men he trecht niet, ze op te
heffen. Men kan evengoed, de kinderen, waar
voor bijzonder onderwijs verlangd wordt naar
de bijzondere school te Sluiskil of te Sas van
Gent vervoeren.
De heer de Mul merkt op, dat men het R.-K.
Kerkbestuur toch niet het recht zal kunnen
ontzeggen, te verlangen, dat er in de Zand
straat een katholieke school zal komen.
De heer de Leux Als we hun de reiskosten
geven, hebben ze hun recht.
De heer de Mul ontkent zulks. Spr. zegt van
meening te zijn, dat Ged. Staten niet zullen
goedvinden, dat het onderhavige geval ter-
wille van die 8 kinderen een nieuwe school
wordt gebouwd.
De heer de Leux herhaalt, dat er nu een
maal een openbare school staat. Nu kan men
daarnaast een bijzondere gaan bouwen doch
men kan ook de reiskosten vergoeden.
De heer Verschaffel merkt op, dat alle
fracties het erover eens zijn, dat als voor een
bepaald aantal leerlingen bijzonder onderwijs
verlangd wordt, óf een school moet worden
gebouwd óf een bestaande school moet worden
omgezet.
De heer de Leux verwijst naar art. 13 der
Lager Onderwijswet. Als we het reisgeld willen
betalen, behoeven we geen school te stichten,
zegt hij.
De heer VerschaffelHet R.-K. Kerkbestuur
heeft toch het recht een school aan te vragen
en er een te bouwen. De gemeente kan het
niet verwijzen naar de school in de kom.
De heer de Leux Dan deugt art. 13 niet.
Dë heer VerschaffelDat zal later wel
blijken.
De heer de Mul wijst er op, dat Troelstra c.s.
toch ook gelijkstelling van openbaar en bij
zonder onderwijs hebben goedgekeurd.
De heer VerschaffelAlle fracties waren
daarvoor.
De heer Stouthamer Hoe het zij Daar
zal bijzonder onderwijs gegeven worden of de
kinderen zullen naar hier komen. Dientenge
volge zal er minstens 1 wachtgelder komen.
Een en ander zal veel onkosten voor de ge
meente meebrengen. Dat had kunnen worden
gemist. Niemand in de Zandstraat heeft erom
gevraagd. Het is gevraagd geworden aan de
ouders. Er is niets tegen te doen. De gemeente
zal op kosten gejaagd worden, wat gemist
had kunnen worden.
De heer de Mul Wë moeten zoeken naar
den voordeeligsten weg. De school zal er
zeker komen, daar aan alle formaliteiten is
voldaan. Het recht om een school te verlangen
geldt voor alle gezindten.
Hier volgt een korte, moeilijk te volgen
onderlinge discussie tusschen de heeren de
Leux en de Mul, waarbij de heer de Leux vol
houdt, dat de katholieke aanvragers met ver
goeding van reisgeld genoegen moeten nemen.
De heer de Leux voegt hier aan toe, dat te
Sas (kom) een bijzondere school is, die niet
vol is.
De heer de Mul ontkent dit laatste en ver
klaart, dat ze zelfs overvol is.
De heer de Leux zegt, dat er geruchten loo
pen, volgens welke kinderen van Westdorpe
geleend zullen worden tegen 1930. Die mede-
deeling is niet van straat menschen afkom
stig doch een zakenman heeft het in winkels
verteld. De school van Sas wordt dus volge
pompt met geleende kinderen, zegt spr. Het
bestuur strijkt de volle subsidie op en Sas kan
de kluiten dokken. Dat is geen faire regeling.
Men spreekt wel altijd over bezuiniging maar
in werkelijkheid wordt er niet bezuinigd. Er is
waarschijnlijk tweespalt tusschen twee bijzon
dere scholen, merkt spr. nog op.
De heer VerschaffelWij hooren óók iets.
De heer de Mul geeft eenige cijfers over het
Bijzonder en openbaar ohderwijs in Neder
land. In 1925, aldus spr., waren er 126 open
bare scholen, waaraan slechts 1 leerkracht
was verbonden tegen 22 bijzondere met 1 leer
kracht. Er waren 8 openbare scholen met 13
of meer leerkrachten waartegenover 48 bij
zondere stonden met 13 of meer leerkrachten.
Van het openbaar onderwijs maakten 420000
kinderen gebruik en van het bijzonder onder
wijs 664000 terwijl de bijzondere scholen sedert
1921 met 224000 vooruitgingen. Ik geloofzegt
spr. dat deze cijfers een sprekend bewijs er
voor leveren hoezeer het Nederlandsche volk
gesteld is op bijzonder onderwijs.
De heer de Leux meent, dat uit de door den
heer de Mul genoemde cijfers blijkt, dat de
openbare school vooraanstaat. Bij de bijzon
dere scholen moet men rekening houden met 't
bestaan van 4 richtingen. Wie is de schuld,
dat zooveel openbare scholen met slechts 1
onderwijzer zitten Wie heeft ze leegge
pompt Hoe was het in 1918, vraagt spr. Zou
het niet beter zijn, dat aan elke school 7
onderwijzers verbonden waren, zoodat er voor
elk jaar een leerkracht was. Ik geloof, zegt
spr., dat het huidige systeem alleen versnip
pering brengt.
De heer VerschaffelUw fractie te Heerlen
doet dan ook aan die versnippering mee. Ie
der moet vrij blijven, meent spr. Hier staan
we voor eenzelfde geval. Het verwijt van den
heer de Leux is niet op z'n plaats.
De heer de Leux vraagt aan den heer Ver
schaffel of deze nóg een plaats in Nederland
weet, waar de socialisten een bijzondere school
stichten. Wij doen het te Heerlen, aldus spr.,
omdat de openbare scholen door de katholieke
meerderheid in de Raden volgepropt worden
met katholieke leerkrachten terwijl roode
leerkrachten worden geweerd.
De heer VerschaffelIn iedere openbare
school heeft Uw fractie evenveel medezeggen
schap als de andere fracties.
De heer de Leux betoogt dat, wanneer de
Raad in meerderheid katholiek is, bij de be
noeming van een leerkracht, een katholiek
den voorrang zal hebben. Evenzoo was het te
Heerlen. Als daar als nummer 1 een so
cialist op de lijst zou staan en een katholiek
als nr. 6 dan zou men toch den katholiek
nemen.
De heer Verschaffel merkt op, dat men het
den socialisten toch ook niet kwalijk neemt,
dat ze een bijzondere school wenschen. Waar
om wordt het óns dan hier wèl kwalijk ge
nomen
De heer de Leux Ik neem U dat niet
kwalijk. Maar ik wil er op wijzen, dat men
U herhaaldelijk hoort spreken over bezuini
ging en als het over de katholieke school
gaat, waar U zich vroeger met hand en tand
tegen verzet heeft, geeft, U er niets om, dat
ƒ25.000 wordt weggesmeten.
De voorzitter Dat moogt U niet zeggen.
De heer VerschaffelU slingert met cijfers.
De heer de Mul wijst er nog op, dat in 1913
door de katholieken alleen aan hun eigen
scholen 10 millioen gulden werd ten koste ge
legd, terwijl zij toch ook aan het openbaar
onderwijs moesten bijdragen. Dat groote fi
nancieele offer werd gebracht krachtens hun
overtuiging. Zelfs Troelstra en Gerhard heb
ben erkend, dat wij op gelijkstelling recht
hadden, zegt spr. Uit hun des tijds in de
Kamer gehouden redevoeringen is zulks dui
delijk gebleken.
De heer de Leux zegt, zulks ook geschikt te
vinden. Doch het gaat er hier om, dat de
geest van de wet niet wordt gevolgd. De kat-
noiieke school wordt volgestopt met kinderen
uit andere gemeenten. Eerst zijn er een aan
tal van België aangenomen en thans zal men
de rest uit de omgeving halen. Wij kunnen
hiervoor dokken, zegt spr. Alle middelen wor
den toegepast om de openbare school leeg te
pompen.
De heer de Mul wijst erop, dat het Kerk
bestuur bereid is tot de zuinigste oplossing
mede te werken. Voor ons, zegt spr., gaat het
om de vraag welke weg is het voordeeligst.
De heer de Leux meent, dat de toenemende
industrie voor het openbaar onderwijs een
nieuw perspectief opent. Daardoor zullen kin
deren aan de openbare school worden toege
voerd. Spr. zou er daarom voor zijn, de open
bare school te handhaven. Als er dan toch
een bijzondere school in de Zandstraat moet
komen, laat men dan maar een niëuwe zet
ten. Maar aan moet men niet spreken over
bezuiniging.
De heer VerschaffelDe katholieken neb
ben toch recht op bijzonder onderwijs.
De heer de Leux Ze hebben er niet om ge
vraagd.
De heer VerschaffelWat is er tegen, dat
aan hun verzoek wordt voldaan.
De heer de Leux brengt de kwestie van de
protestantsche juffrouw nog eens naar voren.
De heer VerschaffelPraatjes Daar mo
gen we niet op ingaan. Ik geloof niet, dat
zooiets door het Kerkbestuur is gezegd.
De heer de Mul vindt het jammer, dat de juf
frouw in kwestie een en ander niet heeft zien
aankomen en niet heeft gesolliciteerd hoewel
zij toch wel indirect gehoord moet hebben,
dat den een of anderen dag komen zou, wat
thans geschiedt. Overigens, zegt spr., zou toch
ook nog een ruiling mogelijk zQn, waardoor de
jongste onderwijzeres op wachtgeld kan wor
den gesteld. Dat bestaat in veel groote steden.
De heer de Leux Dat laat de wet niet toe.
De heer IJsebaert meent, dat het nutteloos
is verder woorden over de kwestie te verspil
len aangezien toch niets beslist kan worden.
We kunnen de zaak nog eens onderzoeken,
zegt hij.
De heer Verschaffel acht het goed, dat ieder
zijn gedachten eens over de kwestie heeft ge
zegd.
De voorzitter zegt, het te betreuren, dat er
woorden zijn gebruikt, die niet te pas komen.
Zoo heeft de heer de Leux gesproken van den
man, waar men voor beeft. Met dien man is
de pastoor bedoeld. Die heeft echter absoluut
het recht om in contact te komen met zijn
parochianen en met hen te beraadslagen. Spr.
vindt het dan ook ongepast, het voor te stel
len alsof hier uit vrees gehandeld zou zijn.
Voorts is de voorstelling onjuist alsof het
Kerkbestuur de gemeente maar op kosten zou
willen jagen. Het Kerkbestuur wil juist over
bodige kosten voorkomen door zich bereid te
verklaren, de bestaande school over te nemen.
Wil de Raad liever een nieuwe school bouwen,
dan moet hij dat zelf weten. Het gaat echter
niet aan, het Kerkbestuur het tfecht te ont
zeggen, een katholieke school in de Zand
straat op te richten. Spr. verwijst in dit ver
band eveneens naar Heerlen. Spr. haalt dan
een voorbeeld aan van een der grootste so
cialistische kopstukken in Frankrijk, die zijn
eigen kinderen naar de bijzondere school zond,
doch tevens alles in het werk stelde om de bij
zondere scholen den genadeslag toe te bren
gen.
De heer de Leux Hoe komt U erbij te
denken, dat ik den pastoor heb bedoeld?
Er zijn ook andere menschen met de lijst
rond geweest.
De voorzitter Het staat bij mij vast, dat
U den pastoor hebt bedoeld.
Wethouder Neeteson Er wordt gezegd,
dat wij, als Raad, ons krachtens de wet op
het standpunt hebben te stellen, dat meer
dan 40 kinderen de te stichten school zullen
bezoeken.
Inmiddels is er verwarring ontstaan. De
zelfde menschen, die eerst geteekend hebben
op de lijst van het Kerkbestuur hebben later
hun handteekening gegeven aan een ver
zoek om de openbare school te behouden.
Als men onbevooroordeeld de zaak beschouwt
moet men gaan twijfelen of op de te stichten
school wel 40 kinderen mogen verwacht
worden. En nu is het zeer zeker de geest
van de wet, dat het recht op een school
slechts dAn bestaat, als werkelijk 40 kinderen
verwacht mogen worden. Nu er aan getwij
feld moet worden of er voldoende leerlingen
zullen zijn, zal misschien het Kerkbestuur
wel zoo vriendelijk willen zijn te onderzoeken
of werkelijk op 40 kinderen mog worden
gerekend. Als het tot de conclussie mocht
komen, dat zulks niet het geval is, dan
hoop ik, zegt spr., dat het zijn eisch zal
laten vallen.
Ik ben zelf om verschillende redenen niet
voor bijzonder onderwijs, aldus spr., doch
ik kan mij begrijpen, dat er menschen zijn,
die hun kinderen in een bepaalde richting
willen laten opvoeden. Spr. wijst er dan op,
dat men eventueel twee scholen in de Z.and-
straat zal krijgen ieder wellicht met één
leerkracht, daar het oubillijk zou zijn, wèl
tegemoet te komen aan den wensch van
hen, die bijzonder onderwijs wenschen doch
niet aan dien van de voorstanders van open-
baar onderwijs. Spr. wijst dan op het on-
wenschelijke van een dergelijke kleine be-
zetting, verwijzend naar de door den heer
de Mul genoemde cijfers. Eén onderwijzer
op 7 klassen kan nooit goed zijn. Ik hoop
dan ook, zoo besluit spr., dat het Kerk-