Bij da Jaarwisseling. $o. 3559 Dinsdag 31 December 1929 44ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Eerste Blad. RICHT. r7 de Pers VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND POSTREKENING No. 52419. Gemeenteraad van Sas van Gent Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Het eerstvolgend nummer van De Zeeuwsche Koerier verschijnt Vrijdag a.s. V;V, DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-GENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentiën 20 cent per. regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHT LEZERSKRING IT8TEKEND GE8CHIKT VOOR PUBLIOITEIT De wereld is een schouwtooneel Wéér hebben we, ieder van ons, met het af sluiten van den jaarkring een deel van onzen rol beëindigd in het verheven stuk, dat „leven" heet. Ket gordijn is gezakt. En, met onszelf alleen, vragen we ons af, toe we dit fragment van onzen levensrol weer hebben vervuld. Het antwoord op die vraag zal ons zeggen, welk „deel", wij hiervoor zullen mogen ver wachten. Straks, als onze rol geheel zal zijn afge speeld. Wanneer dat zijn zal, weten we niet. We zullen hebben af te wachten tot de Leider van het levensspel ons zal beduiden, dat onze „rol" ten einde is en ons zal oproe pen om ons „deel" in ontvangst te nemen. Ons deel, dat onze eeuwigheid zal moeten vullen Is er sterker prikkelmogelijk om ons te doen besluiten, met al onze krachten te streven m naar een zoo gaat mogelijke afwerking van de taak, die ons nog te wachten staat Wie van goeden wil is, zal' zich dat voor nemen. En met geestdrift en volle toewijding den arbeid beginnen, die hem op het tooneel des levens nog te verrichten overblijft. Zijn arbeid, die welbegrepen zoo on beschrijfelijk mooi is en op welks goede ver vulling een zoo overmatige belooning staat.... Reeds is het gordijn weer gehaald. Mét den nieuwen jaarkring is een nieuw bedrijf op 's levens tooneel aangevangen. Mogen we daarin onze rol vervullen tot volle tevredenheid van Hem, die ze ons toe wees. f t i '.I» Jiwl«aC'J&iJ SM Hij zal ons daarvoor overvloedig de middelen schenken als we er Hem om vragen. En over ons deel zuilen we ons dan niet «be zorgd behoeven te maken. Dat zal onze verwachtingen verre over treffen. L Zalig Nieuwjaar DE GROOTE LELJGEN DER SOCIALISTEN. NIET TEGEN iPEN GODSDIENST •m De Brusselsche» correspondent van „De Mseasbode"?hieldt «icialisten, dBe in het stadje Moeskroen aan het bewind zijn hebben een nieuw bewijs van hun sectarischen geest gegeven. De zusters der Armen, die daar al sedert het jaar 1847 in het hospitaal en het weeshuis werkzaam zijn, moeten vertrekken. Al vijf jaar lang hebben de secretarissen van de commissie van publieken bijstand haar het leven zoo onmogelijk: gemaakt als het maar eenigszins kon, om haar toch maar te doen weggaan. Met buitengewoon veel moed hebben de zusters dit verdragen en gewegerd, zich te buigen voor de eischen die haai gesteld wer den en die haar tot een onderworpenheid zou den hebben geleid, haar roeping onwaardig. Thans hebben de socialisten de zusters met een ten hemel schreiende brutaliteit gewoon weg verbannen ze denken aldus hun ontker- st^ningspolitiek gemakkelijker te kunnen doorzetten. De inwoners van Moeskroen zijn veront waardigd. Ze staan als één man op tegen de zen hatelijken maategel en betreuren diep het vertrek .dezer zusters, die de bevolking sedert drie kwart eeuw onschatbare diené en bwezen hebben. Een defensie-vereeniging is opgericht, die tot doel heeft de schandelijke manoeuvres der socialisten algemeen bekend te maken. Zitting van Zaterdag 28 December 1929 des avonds ti uur. Voorzitter Burgemeester L. W. G. Hoef nagels. Mede aanwezig wethouder P. A. Neeteson en de leden J. J. de Leux, C. C. A. de Mul, A. Stouthamer, V. Verschaf fel, en P. J. P. IJse- baert alsmede de secretaris. Afwezig wethouder A. A. Marquinie. Ten circa 6 uur 35 opent de voorzitter de openbare vergadering, waarna de secretaris de notulén leest der vorige vergadering, ge houden 29 October 1929, welke ongewijzigd worden goedgekeurd. De voorzitter stelt dan aan de orde I. Mededeéling ingekomen stukken. Ingekomen zijn de volgende stukken, welke door den secretaris worden voorgelezen a. Missive van Ged. Staten, houdende be richt van ontvangst van het afschrift van de op 29 Oct. 1929 vastgestelde aanvulling van het reglement van politie. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Procés-verbaal van de opname van kas en boeken bij den administrateur van het G.E.B. dato 5 November. In kas moest zijn en werd ook bevonden 1514,59. c. Proces-verbaal van de opname van kas en boeken bij den gemeente-ontvanger dato 7 November. In kas moest zijn en werd be vonden 8431,46y2. Beiden voor kennisgeving aangenomen. II. Voorstel tot adhaesiebetuiging aan het adres inzake de classificatie dei gemeenten volgens het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1928, in verband met de onderwijsbelangen ten plattelande. De secretaris leest het desbetreffend ver zoek der kantons Hoorn e.a. alsmede het adres. Laatstbedoeld stuk, gericht tot den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, vermeldt, dat door het stelsel der classificatie van gemeenten volgens het „Be zoldigingsbesluit Burgerlijke Ambtenaren 1928" de onderwijsbelangen ten zeerste wor den geschaad, wijl hierdoor de goede leer krachten, in verband met de lagere salariee- ring ten plattelande, zoo spoedig mogelijk naar de groote steden trekken met als gevolg, dat voortdurende mutaties voorkomen en men ter plattelande telkens weer met nieuwelingen moet beginnen. Het adres wijst er voorts op, dat 't onjuist is te meenen, dat het leven ten plattelande goedkooper zou zijn dan in de steden. De voorzitter zegt, dat in het adres de be weegredenen, die tot deszelfs indiening hebben geleid, duidelijk staan omschreven, weshalve hij meent, dat een toelichting achterwege kan blijven. B. en W. komen in den regel niet bij den Raad met voorstellen om adhaesie te be tuigen aan adressen. In dit geval meenen zij echter een uitzondering te moeten maken. Z. h. st. keurt de Raad het voorstel goed. III. Verzoekschrift van de R.-K. Werklie denvereniging te Sas van Gent om invoering van een steunregeling voor uitgetrokken werk- loozen. Dit verzoekschrift, in het vorig Raadsver- sïag opgenomen, gaat vergezeld van een ont- werp-reglement en een ontwei p-steunrege- ling. Nadat de secretaris het verzoekschrift heeft voorgelezen, zegt de voorzitter, dat bij B. en W. absoluut geen twijfel is gerezen omtrent de goede bedoeling, die bij het bestuur der R.-K. Vereeniging heeft voorgezeten om een steun regeling voor te stellen. Daar echter de onder vinding heeft geleerd, dat 13. en W. steeds di ligent zijn om voor werkverschaffing te zorgen en dat, als tijdelijk moet werden gesteund, men altijd gerust bij B. en W. heeft kunnen aankloppen, meent spr, niet teveel te zeggen, als hij verklaart, dat het verleden en het he den een waarborg vormen voor de toekomst. Daarom wordt voorgesteld, het stuk voor ken nisgeving aan te nemen. De heer de Leux zegt, het verzoek van de R.-K. Werkliedenvereniging gaarne te willen ondersteunen. Spr. zou willen voorstellen, de werkloozen, als die uit de werkloozenkas zijn uitgetrokken, van gemeentewege gedurende 60 dagen in het jaar een uitkeering te ver strekken van f 10 ""Voor hoofden van gezinnen en daarmee gelijkgestelden plus een gratifi catie van 1 voor ieder kind tot een maximum van 3 kinderen. Spr. zou willen voorkomen, dat menschen, die altijd aan de organisatie hebben betaald en door een crisis in moeilijk heden zijn geraakt, tengevolge van de slechte regeling der werkloozenverzekering door de regeering zonder inkomsten zouden geraken. Spr. zou den voorgestelden steun willen ver leend zien gedurende dertig dagen in het eer ste en dertig dagen in het tweede halfjaar. Op deze wijze zouden de betrokkenen den steun, waarop zij volgens het reglement hunner or ganisatie recht zouden hebben, doch die zij tengevolge van de ministerieele bepalingen derven, toch ontvangen. Ik vind, zegt spr., dat er in Sas geen reden bestaat om het verzoek om een steunregeling af te wijzen. We zitten hier niet slecht in onze financiën en plaatsen die er heel wat slechter voor staan, hebben wél een 'steunregeling. Werk verschaffen is niet altijd mogelijk en spr. kan er niet mee accoord gaan, dat de uitgetrokken werkloozen eventueel naar het armbestuur worden verwe zen. Ook voor hen, die niet georganiseerd zijn zou de steunregeling moeten gelden. Deze-zou den echter, evenals de anderen, eerst 36 dagen ter arbeidsbeurze moeten nebben geteekend. De heer Stouthamer B. en W. stellen zich voor, steeds werk te verschaffen. Dus, meenen zij, is een steunregeling niet noodig. Volgens mij echter, aldus spr., zou het toch niet kwaad zijn, als een zoodanige regeling ook hier be stond. Mochten zich dan gevallen voordoen als verleden winter, toen men geen werk kon ver schaffen en vele werkloozen waren uitgetrok ken, dan zou zoo'n regeling wel degelijk op haar plaats, zijn. De heer Ysebaert stemt met de zienswijze van den heer Stouthamer in. Er zijn tegen woordig maar weinig gemeenten, zegt hij, waar geen steunregeling bestaat. De heer de Mul wil het verzoek eveneens gaarne steunen. Bij een strengen winter als 't vorige jaar en ook bij werkstaking kan zij nut tig blijken, Spr. meent, dat in die richting iets moet worden gedaan. Wethouder Neeteson merkt op, dat door de heeren juist gedaan wordt alsof door de ge meente niet wordt gesteund. Bij vernieuwing, aldus spr., mag er daarom wel de aandacht op worden gevestigt, dat Sas van Gent is aan gesloten bij de werkloozenverzekering, waar voor 1000 per jaar betaald wordt. Tegen drogredenen kan men moeilijk redeneeren, meent spr. De heer de Leux is het hiermede niet eens. Wethouder Neeteson Die ƒ1000 is toch steun Men moet dan ook niet spreken over het ver- leenen van steun doch van verderen steun. De heer de Leux het is geen steun Wethouder Neeteson Wat dan De heer de Leux zegt te bedoelen, dat het geen steun is, zooals door andere gemeenten wordt verleend. De voorzitter merkt op, dat de regeling te Sas goed is Tot dusverre is zij steeds in han den geweest van B. en W. Als dc- Raad meent, dat die hun taak niet goed vervuld hebben, dan moet hij dien zelf in handen nemen. Spn zegt, 't niet prettig te vinden, dat men 't tel^ kens weer tracht voor te stellen, alsof B. en W. te karig zouden zijn. Wie is ongeholpen weg gegaan, vraagt spr. Wie werd niet gesteund, als er om gevraagd werd. Stel dan liever voor de geldkas van de gemeente op de markt te plaatsen en laat ieder dan daaruit nemen, wat hij wenscht. Wij moeten verstandig zijn, zegt spr., en niet luisteren naar buitenstaan ders, naar kennissen en vrienden. De raads leden zitten hier als de verantwoordelijke personen De heer de Leux vindt het heel mooi, dat er gesteund wordt, doch hij zou gaarne een steun regeling in het leven geroepen zien, Dat kon, aldus spr., als men steun aan uitgetrokken werkloozen als een recht zou willen beschou wen. De voorzitter Socialisme De heer de Leux Als dat socialisme is, dan was Christus de eerste socialist. Die heeft ge leerd, dat ieder, die leeft, recht heeft op een bestaan. i De voorzitter Op zulke opmerkingen ant woord ik niet. De heer Stouthamer Ik wijs absoluut de beschuldiging af, dat ik geen vertrouwen zou hebben in B. en W. De voorzitter Dat is toch zoo. De heer Stouthamer wijst erop, dat een steunregeling een waarborg zou vormen tegen catastrofen als verleden winter. Had men toen een steunregeling gehad, dan hadden de uit getrokken werkloozen daarmede gesteund kun nen worden. Op dien grond vraagt spr. m een steunregeling. Hij stelt echter volstrekt ver trouwen in B. en W. De voorzitter meent, dat uit den inhoud der gehouden redevoeringen geen andere conclu sie te trekken valt dan dat B. en W. ten dezen in hun taak tekort schieten. De heer Stouthamer Ik wil een steunrege ling voor tijden van nood. De voorzitter Als de regeling door B. en W. niet goed geacht wordt, moet men ze zelf ter hand nemen. De heer de Leux Dat ben ik niet met U eens. De voorzitter Dat begrijp ik. De heer de Leux Ik vertrouw B. en W. teil volle. Als er echter geen steunregeling bestaat, zullen menschen, die maar een klein eergevoel hebben, geholpen worden en menschen met eergevoel niet. Die laatsten komen niet om een aalmoes. De voorzitter wijst erop, dat het de bedoe ling is, de regeling aan B. cn W. te ont trekken. Een Commissie, zoo zegt de voorge stelde regeling, zal beslissen. De belastingbe talers moeten hiermede maar genoegen nemen B. en W. hebben alleen toezicht. De heer de Leux verklaart, dat hij de rege ling gaarne in handen van B. en W. wil laten. De voorzitter Dat is nu reeds het geval. Dat in andere plaatsen een steunregeling noodig is kan spr. aannemen. Doch te Sas van Gent, waar men de werkloozen 35 ct. per uur be taalt, moet men daar niet mee aankomen. Bij landbouwers komt het voor, dat de menschen hard moeten werken voor 2 per dag en in ze ker dorp trekt men -voor een vrijen halven dag nog 1 af, en zendt de menschen met 11,50 weekloon naar huis. Is het dan geen steun, vraagt spr., als wij den menschen 35 ct. per uur betalen. De heer de Leux En wat gebeurt er, als er geen werk verschaft kan worden Wethouder Neeteson Dan kunnen we weer verder zien. Men moet geen steunregeling gaan invoeren als de noodzakelijkheid niet gebleken is. De heer de Leux Waarom niet U bestelt toch ook geen brandspuit lis Uw huis is afge brand. Wethouder Neeteson: Dat is niet hetzelfde. De heer Verschaffel kan ook niet inzien, dat het invoeren van een steunregeling noodig is. Als B. en W. niet voldoende steunden, zou het een ander geval zijn. Overigens behoudt de Raad toch immers altijd het recht om in te grijpen. Is het niet steeds goed gegaan, vraagt spreker. De heer de Leux Dat het niet goed gegaan is, zult U mij niet hooren zeggen. Spr. wijst er op, dat hij reeds twee jaar geleden om een steunregeling heeft gevraagd. Er wordt altijd gesproken van een gebrek aan vertrouwen in B. en W. Doch worden dan in al die andere gemeenten waar wèl een steunregeling bestaat B .en W. niet vertrouwd B. en W. hebben geen reden om over gebrek aan vertrouwen te klagen. Als de R.-K. arbeiders met een der gelijk verzoek bij den Raad komen, zijn zij toch óók van meening, dat een steunregeling noodig is. De heer Verschaffel U hoort toch, dat B. en W. altijd preveatief werken. Men heeft nooit kunnen zeggen, dat B. en W. niet zorgen voor directen of indirecten steun. De heer de Leux herhaalt, dat zij, die eer gevoel hebben, bij de huidige regeling aan het kortste eind trekken. Spr. wenscht het zóó ge regeld te zien, dat steun als een recht kan wor den beschouwd. De heer Verschaffel zegt, liet verzoek om een steunregeling voorbarig te achten. De heer de Leux bestrijdt die n.eening. Ook in andere gemeenten kent men steunregelin gen. De heer Verschaffel merkt op, dat niet alle gemeenten in de gelegenheid zijn om, zooals Sas van Gent, werk te verschaffen. Spr. is er voor, dat het verzoek, evenals met zoovele an dere verzoeken geschiedt, voer kennisgeving zal worden aangenomen. De heer de Leux wijst erop, dat het vorig

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1929 | | pagina 1