0e Zeeuwsche Koerier
Vrijdag 27 Dec. 1929
Tweede Blad.
FEUILLETON.
Het Geheim van den
Voddenraper.
Uit de Pers
Prooincienteuws
JTed. Gost~Jndië
Loop der bevolking
Rechtszaken.
van
44e {Jaargang. No. 3558.
EEN BEKENTENIS.
INGEZONDEN MCDEDEELING
VRAAGT SPOOR'/ MOSTERD
We lezen in de Vlaamsch-nationale «Schel
de»
M. Henri Gregoire, professor aan de Uni
versiteit van Brussel, begint een artikel in
de «Indépendance Beige» als volgt
Onze ministerieele crisis had niet tot
oorzaak de «vervlaamsching van Gent», maar
de verdediging van de vrijheid van den
familievader.
Ziedaar een groot woord, dat nog op tijd
eens definitief gezegd wordt.
Als de liberalen voor de universiteit toe
gaven, dan was het maar reculer pour
mieux sauter, wijken om beter te springen
dat ze deden.
Zij hebben dus de zoogezegde vrijheid van
den huisvader als voorwaarde gesteld, en
wat erger is de V. d.^Vijver's, de Van
Cauwelaerts de Heyman's enz, hebben het
aanvaard.
De franskiljons behouden alle middelen
om de Vlaamsche universiteit te boycotten
en ze krijgen meer middelen dan ooit om de
denationalisatie door te drijvenze krijgen
de toelating ©m hun ondergeschikten te
dwingen hunne kinderen in een Fransche
klas te zenden, zooals zij hen dwingen te
teekenen tegen de vervlaamsching.
Op die voorwaarde wordt 1930 het meest
schandelijke jaar voor de Vlamingen, hoe de
katholieke pers ook van een zegen voor
Vlaanderen en België spreekt.
Voor 1930 kan men dan in de almanakken
vermeldende Vlamingen gaven zich over
aan een verslagen vijand.
PHILIPPINE.
Gemeenteraad. Dinsdag jl. kwam de ge
meenteraad in openbare vergadering bijeen.
Afwezig waren de heeren Aibicher en de
Graeve. De notulen der vorige vergadering
werden ongewijzigd goedgekeurd. Een verzoek
van R. Wijne om afslag van woninghuur werd
voorloopig afgewezen. Verzoeken van de hee
ren A. Kindt en E. Wijne om overschrijving
van erfpacht werden goedgekeurd. Adhaesie
werd betuigd aan een adres van B. S. in de
Kantons Hoorn etc. inzake de classificatie
der gemeente. Goedgekeurd werden de vol
gende wijzigingen in de gemeentebegrooting
1929 ziekenverpleging vermeerdering 450
wegen vermeerdering 50 aankoop boeken
voor gemeente-administratie 20aankoop
schrijfmachine 120. De wijziging der brand
weerverordening werd eveneens goedgekeurd.
De Raad besloot ten slotte tot overgave van
het gemeentelijk electriciteitsnet aan de P.Z.
E.M. voor een bedrag van 10.000. Met ingang
van 1 Januari zal de prijs per K.W. dalen tot
41 cent en bij vermeerdering met een drietal
aansluitingen tot 39 cent. Bij de rondvraag
werd geinformeerd naar de bestrating der
Kerkstraat. Hiermede zal spoedig een aanvang
worden gemaakt.
OOSTBURG.
Gemeenteraad. In de onder leiding van den
burgemeester, Maandag jl. gehouden open-
Naar het Fransch, van
RAOUL DE NA VERY.
5)
De huismoeders wenschten elkander goeden
morgen op den drempel harer woningen, de
kinderen plaagden de hoeders, of hoedden
een kudde dartele geiten, die telkens van den
weg afsprongen om in een veld een mond vol
koren af te knagen, of de spruiten van het
hakhout af te rukken, en al de verwoestingen
aanrichtten, waartoe het geitenras in staat is.
In de woning van den waardigen pastoor
Lormel scheen nu eerst leven en beweging te
komen. Maar reeds lang wandelde de eerwaar
dige man langzaam op en neer in de lange
lindenlaan, die zijn tuin aan de zijde van het
weiland omzoomde.
Terwijl pastoor Lormel mediteerde hield
Marcotte, zijn dienstmeid, ijverig, maar luid
ruchtig en knorrig, op haar manier zich met
het gereedzetten van het ontbijt bezig.
Zij begon met de proviciekast na te zien en
die ledig vindend, riep zij met verbazing uit
NietsNiets meerWeer een van die
dwaasheden van mijnheer pastoor Hij zal mij
geen ei meer overlaten ik zal weldra ver
plicht zijn den bedelzak op te nemen, om ons
onderhoud te gaan ophalen. Ik was er wel
bare vergadering vaftV dén gemeenteraad,
werd medegedeeld dat de door <$e gemeente
benoodigde steenslag is aanbesteed voor 4.80
per tQh, dat het rijden met de beerruimings-
machine is aanbesteed voor ill per dag, het
ophalen djer straatvuil'nis voor ƒ250 per jaar
en voor he't ophalen van vuilnis enz. op bui
tengewone dagen voor 5 per dag.
Aan de orde waren de begrootingen der be
drijven en de gemeentebegrooting alles voor
1930. De jaarwedde van den boekhouder voor
de lichtbedrijven werd) met ingang van 15
Juni a.s. van 100 op 1200 gebracht en het
loon der stokers en filters per week en per
hoofd met 2 verhoogd, en alzoo gebracht op
resp. 25 en ƒ22.
De begrooting voor het gasbedrijf werd, wat
den gewonen dienst betreft vastgesteld op
30.986.
De begrooting voor het electriciteitsbedrijf
sloot in ontvang en uitgaaf gew. dienst op
16.105.
De gemeentebegrooting werd artikelsgewijze,
als die voor de bedrijven behandeld.
De begrooting werd in ontvang en uitgaaf
vastgesteld op 113.903 met ƒ4.907 voor on
voorziene dit wat den gewonen dienst aan
gaat de kapitaaldienst sloot met 7400 in
ontvang en uitgaaf.
Een verzoek van P. Daansen Cz. en J. Kools
om aansluiting aan het electr. net (de per-
ceelen waarvoor de aansluiting gevraagd
wordt, liggen onder Zuidzande) werd gerfen-
voyeerd naar B. en W.
Tot lid der Commissie tot wering van school
verzuim, werd in de vacature den Dunnen,
benoemd de heer J. Prins.
In beginsel werd besloten het risico der
Ziektewet voor de ambtenaren en werklieden
der gemeente voor eigen rekening te nemen,
waartoe eerlang de noodige verordeningen
den Raad zullen worden aangebeden.
Een Orang Oetanjacht.
Een Amerikaan, dr. Tailor ,is met een ex
peditie op Sumatra geweest om wilde dieren
te vangen voor een dierentuin in de Ver-
eenigde Staten. Hij vertelt in een Duitsch
blad hoe hij erin geslaagd is een orang-oetan
machtig te worden.
„De expeditie was dan op weg in het oer-
bosch.. Plotseling een vreeselijk, angstaanja
gend gehuil en gejank. Wij schrokken hevig,
en na een paar oogenblikken klonk gekraak
van groote takken, en als uit den grond op
gerezen, stond op eenige meters afstand een
reusachtige orang-oetan. Zwaar ademde de
geweldige, gespierde borstkas. De verbazend
lange behaarde armen reikten bijna tot op
den 'grond. Een prachtig dier, vol oerkracht
en onverschrokkenheid. En boven tusschen
de bladeren zat de vrouw van den koning
van het oerwoud en hield zich heel stil. Ter
wijl zij angstig naar beneden keek, wat haar
heer gemaal met ons zou uitvoeren, piepte
een jong, dat zich angstig tegen de moeder
aandrong.. Het zou heerlijk zijn de heele fa
milie te vangen en suel gaf ik mijne bruine
begeleiders bevel het mannetje te omsinge
len. Maar de kolos speurde onraad en ver
dween snel tusschen de bladeren. Wij gingen
hem vlug na. De dieren sprongen haastig van
tak tot tak. De moeder voorop met het jong
achter zich aan en dan volgde als beschermer
de oude, en keek telkens woedend en schel
dend om. Ik moest de prachtige exemplaren
hebben Zij vluchten in hét moeras. Ik wou
het niet opgeven. Het moeras werd steeds
dieper en gevaarlijker. Wij liepen nu bijna tot
de knieën in den stinkenden modder. Plotse
ling, toen ik begon in te zien dat het hope
loos werk was de vervolging voort te zetten,
kreeg een der. bruine dragers een tak zoo dik
als een arm, door de vuist van den orang ge
slingerd, tegen den rug. Hij zakte bewusteloos
in elkaar. Een geschreeuw van het dier, dat
klonk als een triomfkreetOpeens had ook
bang voor. Die Martina dwaalde hier in den
omtrek rond, met haar vijf kinderen aan haar
rokken hangendeen recht uitgehongerde
troep raven. Ik zei nog wel bij mij zelve als
zij mijnheer pastoor maar niet ontmoetZij
heeft hem ontmoet, zij heeft hem gesproken
Zij zal hem gezegd hebben, dat zij geen eten
had voor de kleinen, en het brood is uit de
kast in haar voorschoot overgegaan de boter
is het brood gevolgd en de kalfsbout is mee-
gevlogen. Met zoo iemand is het niet uit te
houden, 't Is uit, ik ben den dienst hier moe.
En gij zult u zeker haasten een anderen te
zoeken, mijn beste knorpot, mijn goede Mar
cotte vroeg een jongen van veertien jaren,
de eetkamer binnentredend.
Aha gij hebt mij beluisterd, jonge heer
Bernard, antwoordde Marcotte welnu, ja, ik
trek mijn woorden niet in het is verdrietig.
Een braven priester te dienen, die zich ter
wille van zijn parocianen ontberingen oplegt,
niet waar
Maar alles heeft zijn grenzen, Bernard.
Voor de naastenliefde bestaan er geene.
Ook gij kiest dus partij tegen mij
Ik kies de partij voor de liefdadigheid, voor
dengene die lijdt, weent en bedelt
Het geratel van een wagen, die hard kwam
aanrollen en vlak voor de pastorie stilhield,
onderbrak het gesprek van Marcotte met den
leerling van den pastoor.
Beiden liepen naar buiten en bleven ver
stomd bij het schouwspel, dat zich aan hun
oogen vertoonde.
Een van vermoeienis uitgeput paard was
het' wijfje een tak in de hand en mikte er
blijkbaar mee op ons. Ik hief vlug mijn ge
weer op en vuurde. Ernstig gewond viel het
dier, waaraan het jong zich vastklampte, in
het moeras. De inlanders omringden het dier,
maar bleven, omdat zij meenden dat het nog
niet dood was, op eerbiedigen afstand staan.
Het jong, dat angstig naar alle kanten keek
en de moeder aaide, jankte jammerlijk. Ik
was ontroerd. Maar een jager mag geen mede
lijden hebben. Toen ik dichterbij kwam om
het jong te grijpen, klonk uit de boomen een
hevig gehuil. Het mannetje sloeg zich met de
vuisten voortdurend op de harige borst. Een
van mijn makkers greep vlug het jong en nam
het op den arm. Het liet zich gewillig in een
kooi zetten. Om aan het vreeselijk lijden van
de moeder een einde te maken, joeg ik het
dier een tweeden kogel door den kop. Het
speet mij waarlijk, dat ik het prachtexemplaar
niet in het leven had kunnen houden. Het
mannetje bleef zich onder gekrijsch en gehuil
in het kreupelbosch verschuilen. Terwijl de
jagers aan de maaltijd zaten, kwam het groote
dier weer uit het bosch, het wilde blijkbaar
het jong bevrijden. Het beest werd echter
door den hoofdman der expeditie met een
lasso gevangen. Hij werd naar een groote
kooi gesleept, waarin hij begon te razen en
te krijschen. De touwen, waarmede men hem
had gebonden, verscheurde hij spoedig. De
kooi was echter uit ijzer en hout stevig in el
kaar gezet en er waren sterke grendels op,
zoodat ontkomen onmogelijk was. Eenige we
ken later hurkte in stille, droevige wanhoop
de oude aap met zijn jong in een der be
roemde dieren tuinen van Amerika".
De pest in Nederl.-Indië.
In de periode van vier weken liggende tus
schen 5 October en 2 November jl. zijn in
Ned.-Indië 401 personen aan pest overleden.
In de daaraan voorafgaande periode van vier
weken zijn 402 personen aan pest overleden
en in de overeenkomstige periode van het
vorige jaar kwamen 335 sterfgevallen onder
pestlijders voor.
TER NEUZEN.
In de afgeloopen week hebben zich in deze
gemeente gevestigd
B. R. Pieters, dienstbode, Lange Kerkstraat
14, van Hontenisse.
F. ter Burg, opzichter, Pierssensp.str. 18
(Sluiskil) van Scherpenzeel.
H. A. W. Kuzee, zonder, Burg, Geillstraat 5,
van. Hoek.
F. Donze, landbouwerskn. O 60, van Bier
vliet.
M. A. de Vetter, dienstbode, Noordstraat 70,
van Hulst.
J. LuteijnKolijn, zonder, Landstraxtt 4,
(Sluiskil) van Schoondijke.
T. Spaan, teekenaar, O 196c (Sluiskil), van
Rotterdam.
J. A. Riemens, landbouwer, P 16, van Hoek.
B. Ivens, dienstbode, Kerkstraat 9, van
Selzaete.
F. Pleuger, bankwerker, Kanaalweg 8 (Sluis
kil) van Velsen.
A. G. Frisch, monteur, N. Kerkstraat 33
(Sluiskil), van Antwerpen.
A. Flack, timmerman, Pierssensp.str. 14b
(Sluiskil), van Brussel.
R. Güth, bankwerker, Kanaalweg 8 (Sluis
kil), van Velsen.
J. R. R. Schwarm, timmerman,«Hovenweg 54
(Sluiskil), van Antwerpen.
E. Zeltz, timmerman, Boven weg 54 (Sluiskil)
van Antwerpen.
Vertrokken.
L. Dumont, chauffeur, Scheldekade 26 naar
Brussel.
E. N. I. Bearella, dienstbode, Scheldekade 26
naar Brussel.
J. de Vos fabrieksarbeider, Pierssensp.str.
(Sluiskil) naar Lutteraede (B.)
M. Deij, fabrieksarbeider, Pierssenso str. 33
(Sluiskil, naar Westdorpe.
W. Keiker, zuivelbereider, L. Kerkstraat 74,
naar Bolsward.
M. de Jong, coiffeuse, Blokken 3, naar Slie-
drecht.
Kantongerecht te Oostburg.
De Kantonrechter heeft in de zitting van
3 Dec. veroordeeld wegens
Vee laten loopen in een tuin, die beplant
is J. J. V. te Sluis, St. Anna ter Muiden 8
of d.h. toew. civ. vord.
Straatschenderij A. de R., te Aardenburg,
10 of 10 d.h.
Met een voertuig een te zware vracht ver
voeren F. B te Cadzand, 4 of 4 d.h.
Binnen een afstand van 45 meters van den
weg vuren branden E. B. H. te Aardenburg
8 of 8 d.h.
In Breskens in verlofslocaliteit muziek ma
ken zonder schriftelijke vergunning G. P te
Breskens 5 of 5 d.h., I. v. G. te Breskens 3
of 3 d.h.
Een rijwielpat buiten noodzaak anders berij
den dan met rijwielen M. d. J. te Breskens
10 of 10 d.h.
overtreding art. 68 sub. 8 ArbeidswetE. J.
H. te Waterlandkerkje, 2 m. 1 of 2 m. 1 d.h.
Met een voertuig rijden, waarvan de wielen
aan dezelfde as van ongelijke breedte zijn
C. J, C. te Eede 4 of 4 d.h.
In Hoofdplaat met een motorboot op de
scheepszaten gebruik maken van de schroef
B. A. L. te 's-Hertogenbosch ƒ8 of 8 d.h.
Openbare dronkenschap bij tweede herha
ling J. W. te Sluis, 14 d.h.
Idem bij eerste herhaling A. J. K. te Hoorn
15 of 30 d.h.
Met voertuig rijden zonder licht. J. A. v.d. P.
te Oostburg, 5 'of 1 w. tuchtsch., L. J. J. v. R.
te Oostburg, ƒ5 of 5 d.h.
Idem zonder reflector J. V. te Aardenburg
1 of 1 d.h.
E]en motorrijtuig zonder voldoende toezicht
op 'den weg laten staan, anders dan met in
rust gebrachten motor H. J. v.d. B. te Schie
dam 10 of 10 d.h.
Dierenmishandeling: C. H. M. te Knesselaers
(B.) f40 of 40 d.h.
Met motor rijden zonder verlicht nummer
met letter F. A. C. te Hoofdplaat 5 of 5 d.h.
Met motorrijtuig rijden zonder nummer met
letter C. F. H. te Oostburg, 10 of 10 d.h.
Overtreding leerplichtwetB. J. v. H. IJzen-
dijke, H. F. d. Z. te Sluis, J. P. P. te Biervliet,
allen ƒ2 of 2 d.h. A. V. te Zuidzande ƒ4 of
4. d.h.
Met rijwiel rijden zonder belP. J. C. te Wa
terlandkerkje ƒ3 of 3 d.h.
Met rijwiel rijden zonder reflector J. K. te
Oostburg, berisping, J. O. te Breskens 1 of 1
dag hechtenis.
Met voertuig rijden zonder reflector A. M.
te Aardenburg 1 of 1 d.h.
Met rijwiel rijden zonder licht en zonder re
flector C. V. te Eede 5 en 1 of 5 en 1 d.h.
Met rijwiel rijden zonder licht J. B. te
Hoofdplaat M. G. te St. Lourens (B.), A. J. M.
d. S. te St. Laureijns (B.), F. A. G. te Eede al
len 5 of 5 d.h., A. v.d. V. te Schoondijke 6
of 6 d.h., C. J. B. te Oostburg, 5 of 1 w. tucts.,
C .W. te Oostburg, ƒ3 of 3 d.h.
vj
(6)
neergestort tusschen de burries van de armoe-
dige kar, waarvoor het gespannen was. Een
slip van een vrouwenkleed hing |>ver een der
k wielen en een nauw hoorbare kreet bereikte
het oor van Marcotte.
Bernard snelde het eerst naar den wagen.
Maar nauwelijks had hij er een blik in ge
worpen, of hij deinsde ontsteld achteruit met
den uitroep
Een dooae vrouw
Nu kwam ook Marcotte met schrik en me
delijden vervuld naderbij zij wierp een oog
slag in de overdekte kar nam de vrouw in haar
gespierde armen en legde haar behoedzaam
op een hoop hooi, die in een hoek van de
straat lag.
Zij wilde juist beproeven haar in het leven
terug te roepen, toen het geroep van Bernard:
Marcotte, Marcotte een kindje haar weer
naar de kar deed terugkeeren.
Inderdaad, een klein kind, schamel gekleed
lag in een korfje zacht te kreunen. Het scheen
op het punt den geest te geven.
Arm schepseltje sprak zij, een uur later
ware het ongetwijfeld dood geweest. Terwijl
ik mij met het kind ga bezig houden, moet gij
de slapen van de vrouw bevochtigen, Bernard.
Zij zijn ijskoud en de handen worden stijf.
Gij kleine vervolgde Marcotte, zich tot een
blond blozend knaapje wendend, dat anders
altijd even vroolijk was, maar dat tooneel met
tranen in de oogen aanzag ga ijlings mijnheer
pastoor roepen hij wandelt achter in den
tuin.
Loriot liep zoo gauw hij kon om de opdracht
te volbrengen.
Marcotte ging naar de keuken, deed wat
geitenmelk in een fleschje, dat zij in 't korfje
had gevonden en liet het kind drinken. Het
bewoog zwak zijn verstijfde handjes, opende
de oogjes doch sloot ze weer onmiddellijk toe.
Na het kind te drinken gegeven te hebben,
ging Marcotte weer naar buiten.
Het hart klopt niet meer, Marcotte, sprak
Bernard geroerd. De koude van haar handen
bevangt mij en doet mij rillen. En dan die
groote strakke oogen, die mij aanstaren, jagen
mij vrees aan. Vindt gij niet dat zij een uit
drukking van vreeselijken angst hebben
Dat is niet te verwonderen, Bernard die
vrouw dacht aan haar kind alleen te sterven,
zonder hulp in het holle van den nacht, mee
gevoerd door een hollend paard, God weet
waarheen het is verschrikkelijk, ja verschrik
kelij-k
Op dat oogenblik verscheen de pastoor.
Een gesmoorde kreet van medelijden ont
gleed aan zijn lippen. Hij naderde de vrouw,
beschouwde haar en schudde het hoofd.
Voor haar kunnen wij niets meer doen dan
bidden, sprak hij.
Juist had de pastoor deze woorden gespro
ken, toen een der fraaie witte duiven, die hij
voor zijn plezier hield, van het dak opvloog,
en zich op den schouder van Marcotte neder
zette, terwijl zij klapwiekend de vleugels uit
breidde boven het hoofd van het kind dat de
oogen opsloeg.
De geestelijke voelde zich diep ontroerd.
(Wordt vervolgd)