De Zeeuwsche Koerier
Maandag 2 December 1929
De hongersnood in China.
De nood van Sinterklaas,
Vierde Blad,
Uil het Parlement.
Gemengd JTteuws.
Provtncienieuws.
van
44e Oaargang. No. 3548.
(Ingezonden).
De Maasbode en De Tijd vermeldden 't laat
ste nieuws over den hongersnood in de Pro
vincie Shansi in China. De laatst ontvangen
bladen uit Shangai verhalen de ontzettende
toestanden, welke door den hongersnood in
Nöord-China heerschen en de brieven van
Mgr. Fortunatus Spruit en de Missionarissen'
in Zuid-Shansi melden ons, dat er een toe
stand heerscht, die elke beschrijving te boven
gaat. De hongersnood brengt de menschen in
een toestand van razernij, die hen daden doet
begaan, welke ik u niet durf beschrijven, zoo
teer stuiten zij tegen elk menschelijk gevoel.
Laten we onze medemenschen niet hard be-
oordeelen wij weten niet wat hongersnood
is. Wie weet, zouden wij in zulk een toestand
hetzelfde doen.
In de bladen van 7 November vinden we
het laatste bericht Daar wordt vermeld,
„dat in de Provincie Shansi, waar in het
Zuiden 41 Hollandsche Paters Franciscanen
werken, met 13 Inlandsche Priesters, onder
40.000 Katholieken, „in den loop van vier
maanden 2.100.000, dus' meer dan twee mil-
lioen menschen van honger zijn omgekomen.
Bovendien zijn in deze Provincie 1.300.000
menschen zoo ziek, dat zij wel zullen sterven.
Tengevolge van de koude is de hongersnood
nog verscherpt. De Amerikaansche missie kan
niet meer helpen".
Le Journal de Shangai van 28 Sept. neemt
een art. over van de Min-pao Volkskrant),
waarin we het volgende lezen Tegenwoordig
houdt men zich bezig met het Chineesch
Russisch geschil, met de hervorming van het
leger, met het afdanken van troepen, maar
ieder blijft onverschillig voor de rampen, die
ons land treffen. Sedert vele jaren is ons
land getroffen door natuurlijke rampen, door
overstroomingen en droogte daarop is ons
land geplunderd door de roovers en bandieten,
waarvan vooral het Noord-Westen van ons
land het meest te lijden had. We hebben de
autoriteiten gewezen op de ontvolking van de
provincies Shensi, Kansu, Soeiyen, Honan en
Shansi. In deze provincies is dit jaar niets ge
oogst. Men Tieeft zich gevoed met de huis
dieren en wilde dieren, daarna heeft men de
kruiden en de schors van de boomen verslon
den. De ellende is algemeen. Wie zal zeggen
hoevelen zich, om aan de ellende te ontkomen,
van het leven hebben beroofd Hoevelen zijn
uitgeteerd, van gebrek omgekomen Zoolang
China bestaat heeft men nooit zulk een ellen
de gezien. De hulp van de autoriteiten be-
teekent niets. Meer dan 5.500.000 menschen
zijn geheel uitgeput, en zullen sterven van ge
brek. Eiken dag bezwijken meer dan 2000
personen van honger. Deze ongelukkigen dwa
len overal rond, sommigen vereenigen zich en
gaan op roof uit, de bandieten De pagoden
zijn 's nachts de verzamelplaatsen van het
Een der aardigste Sin terklaas-verhalen is
dat van de kleine Cecillia uit den bundel „Het
Keerseken in den Lanteern", door Felix Tim
mermans, verschenen bij P. N. van Kampen
Zoon te Amsterdam.
Het heerlijk avondje is gekomen Alle men
schen in het stille Vlaamsch stadje zijn, naar
gewoonte, vroeg ter ruste gegaan. Alleen de
dichter, de torn wachter en Trientje Mutser,
de juffrouw vaen het snoepwinkeltje met de
snoeptafel, kunnenniet slapen. Trientje heeft
een groot schip van chocolade in haar winkel
de Congo" heet het dat ze niet heeft
kunnen verkoopen omdat het zoo duur was.
En daar was een vierde wezen in het be
sneeuwde stedeke dat niet sliep. Het was een
klein kindeke, Ceciliatje, dat een zijig blond
krullekoppeke had en zoodanig arm was, dat
het zich nooit kon wasschen met zeep, en een
hemdeken droeg met een mouw, en waarvan
de zoomen waren lijk de ijskegels aan de dak
pannen
Ceciliatje zat, terwijl haar ouders bovéfi
sliepen, onder de schouwmantel te wachten,
tot Sinter-Klaas het chocolade-schip van
Trintje Mutser zou laten vallen. Ze wist dat
bij haar zou gebracht worden ze had het
alle nachten gedroomd, en nu zat ze het zeker
en geduldig te verwachten, en vreezende dat
het in zijn val zou breken, hield ze heur
hoofdkussen op heur armkens, opdat daarop
het schip zacht als een pluimken zou neder-
komen.
En terwijl de vier wakkere menschen in
't stedeken de dichrer, de torenwachter,
Trientje Mutser en Ceciliatje, elk met hun
vreugde, bekommernis of verlangen bezig
waren, en niets zagen van den nacht die was
als een paleis, ging de maan open, lijk een
volk. Hen zien doet pijn, hen hooren breekt
het hart. Vooral de kinderen zijn het slacht
offer van deze niet te verzadigen honger.
Ouders verlaten hun woning en laten hun
kinderen, die ze toch niet kunnen voeden, on
verzorgd achter.
Gewoonlijk zegt men, dat Zuid-Shansi een
rijke streek is, maar sedert 1928 is er geen re
gen gevallen. Dus geen oogst en bij gebrek
aan zaaikoren kan ook het land niet worden
bezaaid. Van hen, die nog zaad hadden, is
niet opgekomenDe noodlijdende provin
cies hebben de regeering om hulp verzocht,
maar dat is aan doovemans deur geklopt".
Tot zoover de Min-Pao, de Volkskrant.
Volgens de laatste brieven van Mgr. Spruit,
vorig jaar tot Bisschop van Luanfu gewijd,
en van de Missionarissen is de toestand erg,
zeer erg, en zal de grootste ellende nog pas
nu in den winter en in het voorjaar komen.
Maar Goddank, de katholieken van Holland
hebben trouw geholpen. Vanaf 4 Januari van
dit jaar tot nu toe hebben wij voor den hon
gersnood in China van familie der Missiona
rissen en van onze weldoeners ongeveer 28.00U
ontvangen. Goddank, schrijft Mgr. Spruit, en
hartelijk dank aafri onze weldoeners, welke
God zegene voor hun goedheid. Het is een
groote som gelds, doch had ik dat niet, er zou
geen beginnen aan zijn. Van mijn ruim 50
Missionarissen vraagt elk om het hardst. Maar
gelukkig hebben wij reeds menigen mond
kunnen stoppen. Kinderen brengen we zoo
veel mogelijk onder in de scholen en de groo-
ten deelen we mee zoolang we hebben.
Werd onlangs in de bladen vermeld, dat de
Amerikaansche Missionarissen in China goed
werden bedacht door hunne landgenooten, de
Hollandsche Katholieken kunnen er groot op
gaan, dat zij hun Hollandsche Missionarissen
krachtig bijstaan en naar ik hoop, nog zullen
bijstaan, want ik doe weer een beroep op Uw
medelijden en vrijgevigheid. Bedenk eens, wat
een moed ons Hollandsche volk betoonde bij
scheepsrampen, branden en andere omstan
digheden, waar menschenlevens moesten wor
den gered. Thans vraag ik Uw steun, onder
de hooge bescherming van ons Doorluchtig
Episcopaat van Nederland, voor onze mede-
meenschen, die op het punt staan van honger
te sterven.
Giften worden dankbaar aanvaard onder
het Gironummer 46316 en bij
Pater fr. VICTORIANUS KRUITWAGEN
Procurator van den
FRANCISCAANSCHEN MISSIEBOND.
Minderbroedersklooster
WEERT (L.)
De Rationaliseering van de suikerbietenteelt.
Op vragen van het Tweede Kan ^rliri van de
Sluis
Kan de Minister van Uinnenlandsehe
Zaken en Landbouw mededeel en, welke de re
sultaten zijn van het \oortguzette onderzoek
naar de rationaliseering van de suikerbieten-
teel,t welk onderzoek werd toegezegd in de ver-
gaering van de Tweede Kamer op 18 April
1929 (Handelingen blz. 1946)
2. Kan Zijne Excellentie een overzicht ge
ven van hetgeen thans op dit gebied wordt ge
daan en wat er redelijkerwijs nog aan ont
breekt
Heelt de Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw geantwoord
1. Het is den ondergeteekenden gebleken,
dat de proefveldcommissie der suikerindustrie
aan de Nederlandsche suikerfabrieken de
vraag heeft gesteld of zij bereid zijn tot de op
richting van een instituut voor de suikerbie
tenteelt mede te werken en de kosten daarvan
zelf te dragen,
Hoewel nog niet alle fabrieken hebben ge
antwoord, meent de commissie, dat het insti
tuut binnenkort tot stand zal komen.
2. Thans wordt op het gebied van rationa
liseering van de suikerbietenteelt gewerkt door
particuliere suikerbietenzaadkweekers, door do
hierboven genoemde proefveldencommissie
cl or de Fijkslanbouwco. sul-nten en door de
suikerindustrie zeil. Js de oprichting van het
onder vraag 1 genoemde instituut een feit ge
worden, dan mag verwacht worden, dat aan de
redelijkerwijs te stellen eischen op dit gebied
kan worden voldaan.
HENGSTDIJK.
Gemeenteraad. Alle leden zijn aanwezig voor
zitter burgemeester L. v. Esbroeck. Secretaris
dhr. Hermans. Een vacature.
De agenda vermeldde
I. Onderzoek geloofsbrieven nieuw-be-
noemd raadslid dhr. J. A. Krieckaert.
Deze worden door de commissie in orde be
vonden, waarom deze besluit tot toelating.
II. Beëediging nieuw-benoemd raadslid. De
nieuw-benoemde wordt geïntroduceerd aan de
groene tafel en legt in handen van den voor
zitter de gebruikelijke eeden af, waarna deze
laatste het nieuwe raadslid feliciteert en den
wensch uitdrukt, dat hij in onderlinge samen
werking de belangen der gemeente zal helpen
bevorderen. Met een hartelijken handdruk
werd dhr. Krieckaert door zijn medeleden in
hun midden opgenomen, die verklaarde naar
beste krachten aan den uitgedrukten wensch
van den voorzitter te zullen voldoen.
III. Benoeming Wethouder.
Doo 't vertrek uit de gemeente van dhr. A.
v. Hijfte was niet alleen een vacature in den
Raad ontstaan, maar ook van wethouder. De
benoeming als zoodanig was zeer rap afgeloo-
pen. Dhr. de Bakker behaalde met vier stem
men de meerderheid de heeren v. Heese en
Krieckaert verkregen resp. twee en één stem.
IV. Ingekomen stukken.
1. Van Ged. Staten bewijs van goedkeuring
der gewijzigde verordening op de keuring van
waren 1928.
2. Proces-verbaal van kasopname en boe
ken bij den gemeente-ontvanger. Alles bleek in
orde.
3. Van Ged. Staten bericht, dat het inge
diende bezwaar van Jac. Jansen te Hontenisse
tegen zijn forensen-aanslag in de gemeente-
Hengstdijk over 1928—'29 ongegrond is ver
klaard, dus dat de Raad alhier in het gelijk is
gesteld, met de mededeeling, dat voornoemde
appellant bij de Kroon in beroep kan gaan.
4. Een circulaire van den Commissaris der
Koningin in Zeeland angaande het op peil
brengen van het salaris van den gemeenteveld
wachter wordt uitvoerig voorgelezen.
De voorzittrer verklaart, dat Burg. en Weth.
voorstellen hieraan te voldoen. Na eenige dis
cussie, waarbij de heeren van Deursen en v.
Heese eenige bezwaren tegen deze nieuwe re
geling te berde brachten, doch welke door den
voorzitter werden ontzenuwd met de mede
deeling, dat in 1931 de gemeente-politie voor
de helft door het Rijk wordt gesalarieerd,
werd het voorstel van B. en W. aangenomen.
Aangaande de hangende kwestie met de
woning van den Rijksveldwachter deelt de
voorzitter mede, dat B. en W. voorstellen deze
niet te verbouwen, doch de huur te verlagen
tot ƒ150. Tot deze conclusie is men gekomen,
na een ondehandeling met den Majoor der
Rijksveldwacht, 't Is te voorzien dat dhr.
Annaert het huis verlaat, 't welk alsdan gratis
kan betrokken worden door den gemeenteveld
wachter. Voor een eventueel te benoemen
nieuwen Rijksveldwachter zal geen nieuwe
woning gebouwd worden. Aldus wordt met
alg. stemmen goedgevonden.
Bij de rondvraag vraagt dhr. v. Deursen of
de gemeente zich niet het lot kan aantrekken
van Bram de Jager de man is tot werken
niet in staat en kan derhalve niets verdienen.
De voorzitter antwoordt, dat het Alg. Armbe
stuur door de gemeente wordt gesubsidiëerd
de man in kwestie dient zich dus tot dit li
chaam te wenden.
Wethouder Schelf out wijst erop, dat op de
electrische draden wel eens takjes enz. han
gen, wat een nadeeligen invloed uitoefend op
het licht, het twinkelt en pinkt alsdan.
Ook de heer v. Heese klaagt er over, dat hij
niet geregeld zijn krachtinstallatie op gang-
kan houden. De voorzitter kan de klacht van
dhr. v. Heese beamen, ook spreker heeft dit
del eens ondervonden en zet uitvoerig uiteen,
hoe dit geval zich kan voordoen en belooft de
zaak te laten onderzoeken.
In verband hiermede vraagt de voorzitter
of de leden ook hebben gemerkt, dat het licnt
verzwakt
De meeste leden bevestigen dit, waarom de
voorzitter op zich neemt in onderhandeling
te treden met de P.Z E.M. over een rtansfor-
mator. Dit vindt algemmene instemming.
Daar niemand meer het worod verlangt sluit
de voorzitter.
UIT HET BINNENLAND.
Na anderhalf Jaar gearresteerd
In Juli van hét vorig jaar opende de Belg
H. v. M.. die in het drukkersvak werkzaam
is, in de Oranjestraat te Rotterdam een kan
koor, dat hij voortreffelijk inrichtte. Hij be
stelde een mooi ameublement bij de firma
K., kocht op afbetaling een paar schrijf
machines en een dure duplicator en trachtte
den indruk te wekken, dat hij op royale wijze
zaken zou gaan doen.
Nauwelijks twee weken nadat hij hier was
aangekomen verdween hij over de grens.
Het ameublement had hij voor goed geld
verkocht, een schrijfmachine eveneens en
met de rest was hij op reis gegaan, men
wist niet waarheen.
Eenige maanden later bleek, dat een
schrijfmachine en de duplicator te Genève
verkocht waren. De aanhouding van den Belg
was inmiddels in het Algemeen Politieblad
verzocht, maar de man bleef weg, zoodat de
gedupeerd winkeliers zich in hun verlies
moesten schikken.
Dezer dagen is v. M. echter met vrouw en
kinderen ih ons land teruggekomen en naar
Den Haag gegaan. Hij had in Genève, Paiijs
en Brussel gezeten, en zooals hij bcvccit,
als drukkersknecht gewerkt, maar was nu
vrijwel zonder geld naar Holland gekomen,
om hier werk te zoeken. In een hotel in
Den Haag is hij gearresteerd. Vermeld dient
nog te worden dat de man, toen hij ver
leden jaar naar Rotterdam kwam, in België
failliet was gegaan.
Hij heeft wel moeten bekennen, de ma
chines en de meubelen verduisterd te hebben
en wordt naar het Huis van Bewaring over
gebracht.
ronden oven met zilveren ronde deuren er
viel vanuit de maanholte zoo een luisterijke
klaarte, dat ze nog met geen gouden pennen
te beschrijven is.
Voor één oogenblik, viel het echt licht van
den echten hemel eens op de wereld, dat
was om Sinterklaas, gezeten op zijn wit, be
laden ezeltje, en om Zwarte Piet door te-
laten.
En hoe kwamen ze op de wereld Heel
eenvoudighet ezeltje zette zich op een
manestraal, plantte zijn pooten stijf en liet
zich stijf naar beneden slibberen, als van
een schuine ijsbaan en de slimme Zwarte
Piet pakte den staart van het Ezeltje en liet
zich gezellig meetrekken op zijn hurken.
Zoo kwamen ze in het stedeke, in het ron
deken van de besneeuwde groote markt.
In manden, die bezijden het ezeltje hingen
kleurden en geurden^ de zoetigheden die
zwarte piet onder toezicht van Sinterklaas ih
de suikerbakkerij van den^Hemel gebakken
had. En toen men zag dat er niet genoeg
en de suiker op was, was zwarte piet in
burgercostuum, incognito, in de winkeltjes,
ook bij Trientje Mutser, lekkernijen gaan
koopen met het geld der Sinterklaas-offer
blokken, die hij alle jaren in de kerken mocht
komen ledigen. En was met al de lekker
nijen een manestraal opgeklauterd den
schoonen Hemel ingekropen, en nu moest
dit allemaal uitgedeeld worden, aan de vrien
dekens van Sinterklaas.
Sinterklaas reed door de straten, en aan
elk huis waar een kind woonde, gaf hij naar
gelang de braafheid van dit kind lekkernijen
aan zwarten piet, die ze met een katten-
rapte, klimmend langs regenwaterbuis en
dakgoot, kruivelend over de pannen naar de
schouw bracht, waar hij ze voorzichtig naar
binnen liet vallen, het koude winderige
schouwgat door recht in een telloor of een
kloon, zonder iets van de broze smakelijk
heid te kneuzen of te schrammen.
Zwarte piet had er de pak van weg, en
Sinterklaas hield van zijn knecht als van het
licht zijner oogen.
Ze deden heel het stedeke, wierpen waar
er te werpen was, zelfs hier en daar een
harde roe voor echte deugnieten.
Weeral tot het naaste jaarzei zwarte
piet, de ledige manden ziende. Hij stak een
pijpken op, en liet een zucht om gedaan
werk.
Wat zegt ge? vroeg Sinterklaas ongerust.
Is er niets meer in En Ceciliatje dan Het
braai Ceciliatje, sst
Sinterklaas zag meteen, dat ze aan het huis
van Ceciliatje stonden, lei den vinger op den
mond, vermanend stiller te spreken. Doch het
kind had die warme, brommende stem gehoord
als van een hommel, trok groote oogen onder
den gouden krullebol, slipte naar het venster,
schoof het gordijntje weg, en zag daar
Sinterklaas, den echte.
Het kind bleef met zijn mond open van
verbazing en terwijl het maar niet bekomen
kon van dien gouden Bisschopsmantel, die
blonk lijk een hof van bonte edelsteenen van
de pracht van dien mijter, waarop een dia
manten kruis als met messen licht in den
nacht sneed; van de ornamentenweelde van
den kromstaf, een zilveren pelikaan die
robijnen bloed uit zijn hart pikt voor zijn
jongskens swenst zij de fijne kant bezag, die
waasde over den purperen rok, genoegen had
met het witte, goede ezeltje te zien, en glim
lachen moest om de grimassen van den ple-
zanten Zwarten Piet, die zijn witte oogen
rondrolde als lagen ze los als duiveneieren,
hoorde zij de twee mannen overendeweer
zeggen
Is er niets meer in de manden, Piet?
Neen Heilige Meester, zoo weinig als in
mijn geldzaksken.
Zoek eens goed, Piet.
Ja, maar Heilige Meester, zelfs als ik de
manden uitwring, komt er niets voor de pinnen.
Sinterklaas speelde spijtig over zijn hagel-
witten krollekensbaard en klepte met zijn
honinggele oogen.
Och, zei zwarte Piet, daar is nu toch niets
aan te doen, Heilige Meester. Schrijf aan
Ceciliatje dat zij toekomend jaai eens zooveel,
drie keeren zooveel zal krijgen
NooitZwarte PietIk die in den Hemel
mag wonen omdat ik drie kinderen, die al
kapotgesneden in den pekel lagen, terug heb
doen leven en hun moeder gegeven, zou nu
dit klein Ceciliatje, het braafste kind van de
wereld, op haar duimpke laten zuigen en een
slecht gedacht geven van mij? Nooit Piet Nooit!
Piet smoorde hevig, dat gaf inspiratie en
zei plots
Maar Heilige Meester, luister nu eens. Er
is geen tijd meer om nog eens naar den
Hemel te gaan, ge weet Sint-Pieter houdt
den Hemel voor geen duivenkijker daarbij
de oven is koud en er is geen suiker meer.
En hier in de stad slaapt Eikendeen. En het
is voor U als voor mij verboden, menschen
te wekken, en daarbij ook alles is uitverkocht.
Timmermans vertelt dan verder hoe Sinter
klaas en zijn knecht bij Trientje Mutser komen
om het schip te halen. Trientje zie den Sint
I eerst voor een bisschop aan, maar als zij
hoort, dat hij geen geld heeft, omdat hij
regelrecht uit den Hemel komt, gelooft ze
dat het oplichterij is.
De arme dichter doet vergeefs een goed
woordje, doch eerst als de nachtwaker haar
belooft den volgendeu dag het geld te zullen
brengen, geeft zij het groote chocolade schip
voor de kleine Cecilia.