No 3547 De Zeeuwsche Koerier Vrijdag 27 November 1929 Vierde Blad
Surprised-Avond.
St+ Nicolaas-geschenken,
Artikelen, die altijd welkom zijn.
Boekhandel „De Zeeuwsche Koerier"
Sas van Gent.
Wij brengen een keur van aardige
als Kinderspelen - boetseerdoozen - kinder
leesboeken - geestige prentenboeken - een
groote verscheidenheid in schoolétui's - Schrijf-
garnituren - mooie Missaals en andere Kerk
boeken etc. etc.
WtT ZIET ONZE ETALAGE.
Sint-Nicolaasnummer
(St. Nocolaasvertelling.)
f
't Was een gure winteravond. Gierend en
huilend joeg de Noordenwind door de schoor-
steenen en zweepte de sneeuw door de straten
Tóch was het er druk in de winkelbuurten
van de stad. Hier zag men een rijk in bont
gehulde dame een galanterie-zaak binnen
treden daar stonden een paar arme tobbers
uit te rekenen of er nog niet wat kon over
schieten voor hun kinderen wier hartje toch
ook vol verwachting klopte, voor wie een
bouwdoos, een springtouw, een zak met knik
kers of een teekenboek een koningsgeschenk
beteekende ze konden het toch niet over hun
gemoed verkrijgen hun kinderhartjes de
teleurstelling te bereiden, die op Sint-Nico-
laasdag zoo diep wordt gevoeld.
Ook in de woning van majoor van Streve-
len is Sinterklaas het gesprek en de gedachte
van den avond. Zoo juist is mevrouw thuis
gekomen en ze vertoont aan haar gemaal een
fraaie borstspeld, voor haar eenige dochter
gekocht.
„Ik heb er nog een paar kwartjes afgekre
gen", zegt mevrouw, „maar het heeft me
moeite gekost. Als ze er nu maar tevreden
mee is".
,,'t Is een mooi stuk", erkent de majoor
„maar 't is eigenlijk te bar we geven meer
voor haar uit, dan we doen kunnen. Over drie
weken is het Nieuwjaar en je weet wat voor
rekeningen ons te wachten staan".
„Och man, waarom zorgen voor den tijd.
Alles is toch nog altijd terechtgekomen. We
verkwisten het geen van beiden en Lies mag
toch ook wel eens wat extra's hebben. Kom
zou je er niet een pakje van willen maken en
het bij Fritsen laten bezorgen Wat zal ze
het prettig vinden als ze temidden van haar
vriendinnen ook een mooi cadeau ontvangt.
't Is anders toch ook zoo zielig voor haar, le
zien hoe anderen van alles krijgen en er niets
is voor haarzelf. Je zou er toch ook spijt van
hebben, als ze vanavond treurig thuis kwam".
Majoor van Strevelen weerstond niet langer
aan de logica van zijn dappere echtgenoote
en was al reeds bezig de schitterende speld,
na ze in een fraai doosje te hebben gelegd in
een dozijn papieren te wikkelen, waarop hij
hier en daar een rijmpje schreef. Mevrouw
sloeg hem met een ondeugenden glimlach
gade.
„Dat heb je er best afgebracht, ventik
zou het je heusch niet verbeteren".
„Ja, ja, 't is me wat moois", bromde de ma
joor nog na. „Bespottelijk is het, dat een
majoor van de infanterie, met korting opzijn
tractement en met schuld om er van te dui
zelen, zijn dochter gouden borstspelden ca
deau doet. Maar als jullie je zin niet krijgt is
het toch niet goed en vooruit dus maar. Zorg
jij er nu maar voor, dat het bij de Fritsen
komt. Dat inpakken is tot daaraan toe, maar
met de bezorging moet jij je nou verder maar
bemoeien. Wat een flauwigheid toch eigen
lijk, om je eigen dochter, zonder dat ze weten
mag van wie het komt, zoo'n pietluttig pakje
te laten bezorgen. Als ik de baas was in huis,
dan zou ik de speld morgen aan Lies geven,
en zeggen hier Lies, hier heb je onze Sinter
klaas. 't Is eigenlijk wel te duur. Ik vertrouw
dat het naar je zin is en dat je begrijpen zult,
dat je nou vooreerst om niks meer hoeft te
zaniken".
„Nou man, niet zoo doordraven zoo erg is
het nou toch ook weer niet, en je meent cr
ook niks van. Je zou er haar meer verdriet
dan plezier mee doen, als je het haar op die
manier gaf en ik weet zeker dat je dat toch
ook niet wilt,,.
Mevrouw verwijderde zich een oogenblik om
er voor zorg te dragen dat het pakje ter be
stemde plaatse kwam. Intusschen werd er ge
klopt en de binnentredende gedienstige legde
een pakje voor majoor van Strevelen neer.
„Voor wie is dat
„Een pakje voor U, mijnheer, antwoordde
Betje.
„Voor mij Wat staat er dan op vroeg
mijnheer, die boos werd, omdat hij meende
dat de meid hem voor den gek hield.
„Voor den majoor. Van Strevelen geloof ik
dat er ook bij staat, maar ik kan het niet goed
lezen.
„Nu, laat maar, we zullen dadelijk wei zien.
Mevrouw komt zoo terug".
't Is zaliger te geven, dan te ontvangen
dacht Betje, toen ze de deur weer uit ging
maar ik geloof toch niet dat de majoor er zoo
over denkthij zette bepaald al een zuur ge
zicht, dat hij wat terug zal moeten geven, nu
hij wat gekregen heeft.
Hé, een surprise Van wie mag dat zijr.
vroeg mevrouw, die juist weer binnentrad, 't
Is voor jou, man voor majoor van Strevelen.
Ja d,at zei Betje ook maar ik verwacht
geen surprise.
Nou, laten we het maar eens open maken
er zit allicht wat in.
Voorzichtig ontdeed mevrouw het pakje van
de talrijke papieren die den inhoud omwik
kelden. Ook de nieuwsgierigheid van den ma
joor was nu opgewekt en herhaaldelijk loerde
hij door zijn lorgnet of er nu haast aan al die
paperassenrommel geen einde kwam. Eindelijk
daar kwamen de geschenken voor den dag
een royale sigarenkoker voor den heer des hui
zes en voor mevrouw een keurig taschje van
slangenvel.
Nou, dat valt niet tegen, zei de majoor
Die vader van jou was veel te goed en het
scheelde maar weinig of hij zou jou ook be
dorven hebben", was het wel wat al te scherpe
antwoord. Mevrouw bloosde er van ,maar was
verstandig genoeg om te zwijgen.
„De kinderen van tegenwoordig denken niet
meer om hun ouders", ging de majoor op
mopperigen toon voort. „Nou zitten we daar
met z'n tweeën te geeuwen en ons te vervelen
voor het plezier van een stelletje dat zich
geen oogenblik afvraagt, wat er met de ouwe
lui gebeurt".
„Kom man, we zijn zelf ook jong geweest.
Maar ik vind dat ze nu toch ook zachtjes aan
thuis moet komen. Ik ben er trouwens erg
nieuwsgierig naar aan wie we die surprise te
danken hebben. Misschien weet Lies er wel iets
van, als zij er tenminste zelf niet de schenk
ster van is".
„Best mogelijk ze zou er werkelijk toe in
staat wezen. Maar daar komt ze aan geloof
ik ik meende tenminste de deur te hooren".
„Dag pa, dag ma daar ben ik brr wat is
het koud."
Vroolijk trad de blozende, knappe dochter
van om de 20 lentes de kamer binnen.
„Zoo, ben je daar eindelijk was mijnheers
antwoord. „Is het nou pas afgeloopen, en heb
je geen oogenblik gedacht, dat we met onge
duld op je zitten te wachten
„O pa, niet boos wezen, 't Was eigenlijk
nog lang niet afgeloopen, 't had nog wel een
uur kunnen duren en 't was zoo gezellig
maar ik zei dat ik naar huis moest en toen
hebben ze er maar gauw een eind aan ge
maakt.
„En heeft Sinterklaas aan jou ook nog ge
dacht", vroeg mevrouw.
„O ja, ma eerstens heb ik natuurlijk van
den inktkoker netjes ingepakt en hem toen
door den meid weg laten brengen. Een urntje
later is Gerrit, de broer van Emma en een
vriend van Verhaag, eens bij hem poolshoogte
gaan nemen, en hij zag den inktkoker reeds
op tafel staan met inkt er in.
Met inkt er in echode de majoor met een
zucht.
Heusch, pa, 't is echt waar. Gerrit deed of
hij nergens van wist, en zei zoo langs z'n neus
weg: Zeg, ouwe jongen, wat heb jij daar een
mooien inktkoker staan. Waar heb je dienge-
stolen.
Eerlijk gekregen Gerrit, antwoordde Verhaag
En van wien
Ik weet het niet, maar ik geloof dat ik het
toch wel raden kan. Ik denk namelijk, dat hij
van mijn majoor afkomstig is. Je weet wel,
die heeft het buskruit *hiet uitgevonden en nog
niet zoo heel lang geleden heb ik hem eens uit
de penarie gered, toen hij een voordracht
moest houden en hij mij vroeg het zaakje op
schrift te zetten. Ik vermoed, dat dit nu zoo'n
soort van dankbetuiging is. Anders, vervolgde
Verhaag, geloof ik, dat hij maar niet al te
royaal met z'ja dure cadeau's moest zijn, hij
kan zijn tractementje wel op. Ik heb dan ook
maar gauw een retourcadeautje gekocht. On-
derlaatst zag ik dat zijn sigarenkoker al van
een tamelijk ouderwetsch model was, en zijn
vrouw zag ik eens met een versleten taschje
cn nu heb ik hun een handigen sigarenkoker
en een aardig taschje laten bezorgen. Ze zul-
l@) (OJ ((2)J 1(2)) ((2) 1(2)1 (2)K(s
zoo'n sigarenkoker, en 't lijkt een flinke, die
komt altijd te pas.
Het taschje ziet er werkelijk ook aardig uit.
Wisten we nu maar wie het gestuurd had, dap
konden we tenminste een tegencadeautje la
ten bezorgen. r
Alweer cadeautjes. Ik vind dat het al lang
genoeg is. 't Is maar erg gelukkig, dat we niet
weten van wie het komt je moeb wat doen
voor je fatsoen, maar ik sta er niks op, om nog
meer geld aan die flauwe aardigheden te ver
vermorsen. Wie weet, is het er den weldadigen
Sinterklaasspeler niet om te doen geweest met
zijn spierinkje een kabeljauw te vangen.
Nou hij zal mij niet vangen, daar moet hij
vroeger voor opstaan.
Ach kom man wat ben je weer achter
dochtig. Waarom achter zoo'n hartelijkheid
nou weer kwaad gezocht
De goede stemming wou in het huis van' ma
joor van Strevelen maar niet terugkeeren.
Mijnheer bleef mokkig en brommerig en dat
werd er niet beter op, toen het al later en later
werd en nog altijd maar Lies je niet terug
kwam.
Hoe laat heb je gezegd, dat ze thuis moest
komen, vrouw 't Is nou half twaalf en me
dunkt dat een meisje van haar leeftijd allang
inhuis had hooren te zijn^
Nou ja, je begrijpt toch vent, op zo*o'n par
tijtje kun je 't niet altijd op een 'kwa.rtieT na
afmikken. Ik weet nog wel van vroeger, dat
het op Sinterklaasavond erg Iaat kon .worden,
vader zag dan altijd wat door de .vingers".
alles mee moeten snoepen dan heb ik een
heeleboel aardige surprises gekregen een zil
veren ringetje, een notitieboekje, een ceintuur,
afijn ik zal het allemaal dadelijk wel laten
zien, en dan kijk u eens hoe prachtig, een
fijne gouden broche, met pareltjes bezet. Ik
was er werkelijk verlegen mee Emma en de
anderen vonden ze ook allemaal magnifique.
En kun je niet raden, van wien je ze ge
kregen hebt, vroeg mevrouw, onderwijl met
belangstelling de speld bezichtigend.
Ik ben er haast "zeker van, ma, dat het een
attentie is van Verhaag. Dat dacht Emma ook
ook dadelijk.
Mijnheer, die tot dan toe kwansuis achteloos
in een boek had zitten bladeren, keek bij die
woorden plotseling scherp op en op zijn beurt,
vroeg hij, wel wat luidruchtig „Van wien,
zeg je
Van Verhaagg ,zei ik, pa. Maar wat kijkt u
me aan. Ik vond 't eerst heusch niet prettig,
want ik geloof, dat 't cadeau nog al heel wat
gekost moet hebben en ik wou het dan ooi-
eerst terugsturen maar Emma zei dat hij dat
als een beleediging zou opvatten, en ze raadde
mij aap om ook liever iets voor hem te koopen
En dat heb je toch zeker niet gedaan riep
de majoor driftig uit.
Toch wel pa. Emma en ik hebben in den ga
lanteriewinkel op de Hoogstraat een mooien
inktkoker gekocht voor zeven gulden.
Voor 7 gulden De majoor steunde het uit.
Maar pa, wat heeft u vanavond toch Laat
me nu kalm uitvertellen. Emma en ik hebben
ilV/V ÜWWMV**,
Nog al kras zijn gezegde over zijn majoor,
vindt u niet pa. Weet u niet, wie Verhaag's
majoor is
Pa was letterlijk woedend. Met hoogroode
kleur liep hij door de kamer te stampvoeten
en heesch van drift schreeuwde hij dat zal
ik hem inpeperen.
Maar man, blijf toch kalm zei mevrouw
met haar liefste stem dat pakje is bepaald
verkeerd bezorgd. Er moet een misverstand in
het spel zijn. Verhaag heeft immers met jouw
afdeeling niets te maken.
Dat is het em juist Gisteren is hij onder
mijn bevel geplaatst
Bleek van schrik keken moeder en dochter
elkander aan. De laatste was de eerste die het
woord nam.
Dus het was over u dat Verhaag met zooveel
minachting sprak, zeide ze. Dat valt me toch
erg van hem tegen Mo ar wat moet ik nu met
mijn broche beginnen
Mevrouw zuchtte eens, en keek met angsti
ge blikken naar haar echtgenoot.
Daar heb je nou je loon voor je flauwe aar
digheden, bulderde deze. Ik dacht wel dat het
op zoo iets zou uitloopen. Een fijn heerschap,
die Verhaag, en dat zocht nog connectie met
mijn dochter Nou Lies, dat kun jc nou wel
uit je hoofd zetten, en dat ik hem zal inpepe
ren, daar kan je van op aan.
Deze en haar moeder meenden, dat zwijgen
maar het beste was wat ze doen konden. Een
rustige slaap, en daar was het hoog tijd voor,
zou de noodige kalmte wel weer terugbrengen.
Zoo was het dan ook Wel was de majoor den
volgenden morgen nog niet heelemaal in zijn
humeur, maar toen mevrouw beloofde, dat zij
zich nooit meer aan het zenden var. surprises
schuldig zou maken, bleek de storm uitgewoed.
Of de majoor het Verhaag werkelijk nog
heeft ingepeperd weten we niet hij heeft het
zelf nooit verteld, maar wel weten we dat toen
het weer Sinterklaasavond was, luitenant Ver
haag naast Liesje bij den majoor den avond
doorbracht en dat nog geen half jaar later hij
zijn majoor papa noemde.