PUROL Visitekaartjes Woensdag 20 November 1929 44ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Brieven van een missionaris. No. 3543 De schoone vreemdeling. VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND 1' POSTRF.KENINS No. 52419. Hel overlijden van Z. I). II. Mgr. van de Wetering. FEUILLETON. Uit hst leven van Paus Pius XI. Pijnlijke Kloven Drukkerij De Zeeiiwsclie koerier Sas viiu Geul. Ingezonden Mededeeling verzacht en gentlest men met DE Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-GENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier ERIER Abonnementsprijs J 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentiën 20 centper regel, bij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING IT8TEKEND GESCHIKT VOOR PUBLIOITE IT In aansluiting op het korte o verlij denbe- richt van Z. D. H. den aartsbisschop van Utrecht, hetwelk door ons blad nog in onze Maandageditie kon worden gepubliceerd, moge omtrent het plotseling afsterven van Neer- land's grijzen kerkvorst nog de volgende bij zonderheden worden medegedeeld Zondagmorgen werd Mgr. de Aartsbisschop, toen hij in de kapel van het Groot-Seminarie „Rijsenburg" te Driebergen de H. Priester wijding toediende, plotseling ernstig ongesteld en geraakte buiten bewustzijn. Men bracht Mgr. naar de sacristie, waar hij spoedig wederom bij kennis kwam en ver volgens de wijding voleindigde. Dr. van der Tak, geneesheer te Driebergen, was het eerst aanwezig en op zijn advies werd dr. Boekelman uit Utrecht ontboden, die Z.D.H. absolute rust voorschreef. De doktoren waren van meening, dat geen onmiddellijk gevaar aanwezig was. In een stoel heeft men den hoogen patiënt van de sacristie naar een van de spreekkamers vervoerd. Na de eerste attaque voelde Mgr. zich zeer goed, hij wilde zich zelfs zonder hulp van de bisschoppelijke gewaden ont doen. Des middags werd Monseigneur plechtig be diend in tegenwoordigheid o.a. van de hoog- eerw. heeren Mgr. B. A. de Wit, vicaris-gene raal J. G. Jansen, deken en pastoor te Utrecht de beide secretarissen de weleerw. heeren dr. W. Mulder en J. van den Burg, terwijl een eerw. Zuster van het St. Antonius- gesticht te Utrecht Mgr. verpleegde. De toestand van Mgr. liet zich niet zorg wekkend aanzien. Des nachts heeft de lijder nog even opge zeten en tegen half drie gaf Mgr. den wensch te kennen, om den volgenden morgen te communiceeren. Te kwart over vijf ging er een trekking door het lichaam en toen de professoren van het Seminarie, die haastig werden geroepen, aanwezig waren, bleek Mgr. reeds te zijn overleden. Alleen de verplegende zuster was bij het afsterven aanwezig. Z.D.H. Mgr. H. van de Wetering werd den 26en November 1850 te Hoogland bij Amers foort geboren. Hij studeerde aan de semina ries van Culemborg en Rijsenburg en ontving de H. Priesterwijding den 15en Augustus 1874. Achtereenvolgens was hij kapelaan te Zut- phen, secretaris van het Aartsbisdom en pastoor te Hilsersum. Den 8en Februari 1895 werd de thans ontslapen Kerkvorst benoemd Naar het Engelsch door SONIA. (o) 1) Veertig jaar geleden waren er nog omni bussen tusschen Londen en Lowminster, en in de vroege schemering van voorjaar of herfst, in de mistige duisternis van den winter en in den rooskleurigen Wester-zonneschijn van den zomer klonk het geluid van den hoorn en 't geratel der wielen heel vroolijk in de slaperige, landelijke straat, waar de boven- verdiepigen van de zonderlinge oude huizen over het nauwe plaveisel uitstaken, en waar meer steil afloopende daken en kleine ruitjes waren dan in eenig andere stad van Mid- landshire. In die dagen had de moderne architect niets gedaan om het aangename uitzien van oud heid te storen, dat in de Hig-street heerschte en zoo goed in overeenstemming was met het grijze oud-Gothische kruis van Marketplace en met de prachtige kathedraal, een nobel gebouw, dat een weinnig buiten de stad lag en omringd was door een half dozijn lage woonhuizen, met eigenaardige oude tuinen, van de buitenwereld afgesloten door wallen, die zoo stevig gebouwd waren, dat de steen, die er bij gebruikt was, wel had kunnen die nen voor een heel terras van een modern Jiuis. tot titulair-bisschop van Gaza en coadjutor van Mgr. Snickers. Den 24 Maart 1895 werd hij in de St. Vituskerk te Hilversum tot Bis schop gewijd. Na het overlijden van Mgr. Snickers werd Mgr. van de Wetering den 2en December 1895 tot Aartsbisschop van Utrecht benoemd. Z. D. H. was Assistent bij den Pause lijken troon, Huisprelaat van Z. H., Romeinsch Graaf, Commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, begiftigd met het Grootkruis der Oorde van Oranje-Nassau, Magistraal Grootkruis der Heilige en Souve- reine Militaire Orde van Jeruzalem (Souve- reine Orde van Malta) en Grootkruis der Orde van het H. Graf. Voorts was Mgr. Groot commandeur in de Koninklijke Huisorde van Hohenzollern. Onder zijn leiding werd in 1924 het Derde Provinciaal Concilie van Utrecht gehouden. De plechtige Metten zullen worden gezon gen in de Metropolitane kerk te Utecht op Donderdag a.s., des avonds te half acht. De Lauden en plechtige Uitvaartmissen worden gehouden op Vrijdag a.s., des morgens om tien uur, in de kathedrale kerk, na afloop waarvan de begrafenis plaats vindt. Het stoffelijk overschot zal worden bijgezet in de Bisschopskapel van de R.-K. Begraaf plaats aan de Biltstraat te Utrecht. De intocht in Milaan. De jeugd, voor wie hij steeds eene bijzon dere liefde koesterde en die hij zoo gaarne „het licht zijner oogen en den teedersten slag van zijn hart" noemde, was in bijzonder groot aantal bij zijne aankomst tegenwoordig. „Leve de Kardinaal der jeugd riep een menigte jongelui en de nieuwe herder ant woordde „Leve de jongelui van den Kardi naal Zijn wagen werd begeleid door gen darmen in groot uniform en een vliegtuig wierp bloemen en strooibiljetten naar bene den waarin de nieuwe Kardinaal welkom werd geheeten. Nadat Mgr. Ratti in de Basi liek St. Eustorge de huldiging van Milaan bij monde van Burgemeester Narva in ontvangst genomen had, begaf de stoet zich naar den Dom, waar de Kardinaal door alle katholieke vereenigingen met hunne banieren werd op gewacht. De Pontificale Mis werd gecelebreerd in de Kathedraal, die door hare grootte en haar rijkdom een wonderwerk der christelijke kunstwereld is. De Kardinaal besteeg den kansel en hield een rede, waarin de vijande lijke pers aanleiding vond om den aartsbis schop van Milaan van vijandige gezindheid ten opzichte van Italië te beschuldigen. Hij verheerlijkte den rol van het Pausdom en legde vooral den nadruk op den gelukkigen invloed die zich over geheel 't Schiereiland deed gevoelen. „Vooral wanneer men in den Deze zonderlinge en ruim gebouwde wonin gen behoorden voor 't grootste gedeelte aan de geestelijken van de plaats, wier kalm be staan hoofdzakelijk voortvlood onder de oude kathedraal. Over 't geheel was Lowminster een comfor tabele, welgestelde plaats en voor den ver moeiden reiziger, die daarheen kwam uit de drukte en het gewoel van meer levendige plaatsen, was 't slaperige, van de wereld af gestorven air van de oude bisschopsstad zeer geschikt om een kalmeerenden invloed uit te oefenen, even verfrisschend als de koele adem van den Oceaan voor den reiziger in een zand woestijn. Achter de stad waren de lage vruchtbare weilanden en kronkelende riviertjes met forel len, nauwe lanen, waar de heggen hoog en wild groeiden, en waar een rijkdom van rozen en kamperfoelie groeide in den zomer, en hier en daar vertoonde zich plotseling een grauwe pachterswoning met klimop begroeid, of een watermolen met de aardige molenaarswoning er naast, aan de oogen van den wandelaar. Hij kreeg dan onwillekeurig de gedachte, dat het leven aangenaam en vredig moet zijn in dit afgelegen hoekje en dat de tijd hier kalm voorbij moest gaan, in overeenstemming met het gemurmel van het water en het ver af klinkende geluid der klokken van de kathe draal, als een gedicht, dat op verheven muziek gezet is. Er was een molenaar in 't bijzonder, die een klein eindje buiten de stad woonde, aan 't eind van een landelijk wegje achter de kathedraal, een wegje juist breed genoeg voor vreemde is" zegt hij, „weet men eerst naar waarheid hoe groot de aantrekkingskracht is, die er van den Paus uitgaat. Om wille van den Paus want hij vormt het grootste aantrek- kingspunt van geheel Italië komen milli- oenen Katholieken uit de geheele wereld naar dit land als naar een tweede vaderland en dank zij het Pausdom, is Rome in waarheid de hoofdstad der wereld. Men sluit eenvoudig de oogen voor een feit, voor de waarheid wanneer men niet wil zien wat een aanzien, wat een voordeelen wij genieten door Zijne tegenwoordigheidmen is ziende blind wanneer men zich geen rekenschap zou willen geven over het internationale karakter van den H .Stoel dat boven alle naties staat. Nadat hij deelgenomen had aan het banket, dat voor duizend armen door de vereeniging van jonge Katholieken georganiseerd was, zegende Zijne Eminentie den eersten steen van het volkshuis „Opera Ferrari". Een oproep tot de arbeidersklasse. Dat was voor hem een gelegenheid om een ontróerenden oproep te richten tot de arbei dersklasse „Komt allen tot mij", zegt hij, „het huis van uw Vader staat steeds open. Hoe gering in aanzien, hoe arm, hoe beschei den gij ook zijn moogt, meent toch niet, dat de trappen van mijn huis te hoog zijn, of, wan neer ze te hoog zijn, meen dan toch niet, dat gij ze niet gemkakelijk kunt beklimmen. Wan neer gij u klein, gevoelt, nietig, arm, noodlij dend, haast bezwijkend onder den last des le vens, dan zal mijn woord niets anders zijn dan een echo van dat van onzen Schepper „Komt allen tot Mij, gij die arbeidt en lijdt. Gij hebt er heel bijzonder recht op dat uw Vader voor u zijn armen opent". In den avond van den 8n September be wondert heel Milaan de verlichting van den Dom, wiens spits met de vergulde „Madonna" zich hoog ten hemel verheft. „Raptim transit" dit devies van zijn wapen schild zegt duidelijk dat Kardinaal Ratti den ".zetel van den H. Ambrosius slechts voor korten tijd zal innemen. Eenige maanden slechts maar veel zal hij tot stand brengen, hij be zocht heel zijn diocees, hij richt een brief aan de geestelijkheid van Lombardije, hij opent de Universiteit van het H. Hart toen kwam de treurige tijding. Benedictus XV is overleden. Nadat hij al zijn krachten aan den dienst van den vrede besteed had, keerde de ziel van den werkzamen Paus tot God terug. Ja, 19 Januari 1922 was voor de heele wereld een dag van diepen rouw. (9) zijn wagen, maar waar twee voertuigen elkaar niet konden passeeren, zonder een der heggen te beschadigen. Zijn woning was een van de aardigste in de buurt van Lowminster, een laag wit gebouw met een goed deel hout er om heen, dat zwart geschilderd was, en met rozen en kamperfoelie begroeid, die bijna zoo hoog reikten als de schoorsteenen. Er was een eenvoudig portaal, met jasmijn bedekt, en direct toegang gevende tot de dage lij ksche zitkamer en er waren lange, lage vertrekken met kleine ruitjes en breed latwerk waar altijd bloemen tegen groeiden. Dicht bij de hut stroomde een breed, diep water, in zijn soort bepaald een riviertje, waar in het groote rad van den molen langzaam ronddraaide met een krakend geluid in de stille zomermorgens. Verder op in de weiden, waardoor hij al kron kelend zijn weg vervolgde, was deze stroom beroemd om de forellen, en mr. Baxter was ge woon een zit- en een slaapkamer te verhuren aan eventueel visschende heeren, die daarheen kwamen. Het huis was te groot voor de behoeften van John Baxter en zijn twee dochters, en de mo lenaar was niet rijk genoeg om onverschillig te zijn voor een kleine bijverdienste, die op die manier gemaakt kon worden. Op een morgen, midden in den zomer, ruim dertig jaar geleden, kwam een heer op de wo ning toe met de hengelroe over den schouder en vroeg de kamers te mogen zien, die te huur waren. Het was een warme regenachtige morgen, Wie reeds thans zijn bestelt voor Nieuwjaar is zeker, tijdig bediend te worden. Wacht niet tot het laatste T oogenblik Den volgenden morgen las Zijne Eminentie in den Dom, een requiemmis die bijgewoond werd door alle burgerlijke en militaire autori teiten. Daarna hield hij zelf de lijkrede voor Benedictus XV waarvoor hij tot tekst koos „Erat lucerne ardens et lucens". „Aangetrokken door den glans zijner heer lijkheid", riep hij, „hebben zich alle volkeren instinctmatig tot Benedictus XV gewend om zijne welwillende hulp in te roepen bij het be werken van den vrede tusschen de verschillen de Staten. Men is tot het bewustzijn gekomen, dat er met de heerschende brutale krachten tenslotte niets te bereiken was en zij hebben geleerd, zich naar hoogere en waardiger personen to wenden en die te waardeeren Nooit was het aanzien van den H. Stoel zoo groot als in on zen tijd, men zou er eeuwen voor terug moeten gaan in de geschiedenis om haar weerga te vinden". Mumias 13 Oct '29 Hulde en dank aan onzen Sasschen Missie- Naaikring en die Beste Zusters die ze voort hielpen. 't Is nu al een-twee maanden geleden, dat ik van blijdschap in m'n kamer rondsprong omdat prachtige kerkgoed dat u mij gestuurd hebt ik wilde juist de pen in de hand nemen om u allen eens flink te bedanken, als mijn pastoor er weer uit moest en wij tot over het hoofd in 't werk zaten. Immer maar examineeren, instructies geven, kleine doopen van daag reeds zes weer gauw mijn nieuwen Katechismus bijwerken, bedieningen, hopen nikkertjes te woord staan registers opzoeken, bijwerken, enz. enz. Dan kregen we weer eens wat Malaria en dan heb je genoeg aan wat je doen moet. Maar nu zijn we er weer boven op, gezond als een visch weer handen vol werk natuurlijk, en heelemaal al leen thuis. Maar 't is Zondag na 4 uur en nu en hij vond Mary Baxter, de jongste dochter van den molenaar, over de houten heg leunen de, terwijl zij met haar mooieblauwe oogen droomerig naar de weiden keek. Met een verrasten, helderen blik zag zij op toen de vreemdeling naderde, en hij vond, dat hij nog nooit zoo'n mooi gezichtje gezien had. Dit is mr. Baxters huis, geloof ik zei hij. Ja mijnheer mijn vader heet Baxter. Wilt u he mspreken. De menschen aan de herberg vertelden mij, dat ik hier kamers kon krijgen. Ik ben voor een dag of cht naar Lowminster gekomen om wat te visschen en voor verandering van lucht, meer voor de buitenlucht dan voor de sport, want ik ben erg ziek geweest. Mary Baxter keek hem aan met een zachten deelnemenden blik, toen 'zij aanbood hem de kamers te laten zien. Hij was heel knap, de mooiste man dien zij ooit gezien had maar er was een afgematte uitgeputte uitdrukking op zijn gelaat, en zijn zwarte oogen hadden een melanchonieke uit drukking. Mary vond, juist van een man, wien 't in zijn leven niet meegeloopen was. Zijn eer ste jeugd was voorbij hij was misschien vijf- en-dertig jaar, en had een soort van vermoeid uitzicht, alsof alle genoegens en verwachtin gen voor hem voorbij waren en hij van dé toe- omk tsniets meer te hopen had. Ja, de kamers zullen best gaan, zei hij ach teloos en hij vroeg toen op zoo'n onverschil ligen toon naar de condities, dat Mary zich verbeeldde dat geld voor hem van geen ge wicht was. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1929 | | pagina 1