De Zeeiiwsche Koerier Vrjidag 15 November 1929 Tweede Blad. Boeken Sijdschr. De Macht van den Duivel, Burgert. Standen "Feuilleton. van 44e öaargang. No. 3541. Het UoiversiteiUJaar ia Vogelvlucht Jaarboek 1929 der Sint Badbondstlchtlng Ingezonden Mededeellng (4) PHILIPPINE. INGEZONDEN BSEDEDEELING (6) VRAAGT SPOOR'/ MOSTERD Verschenen is het Jaarboek 1929 der St. Radboudstichting als uitgave van het Centraal Comité dier Stichting. Het Jaarboek heeft een dubbele functie, die zich in de twee deelen van het lijvig boekwerk weerspiegelt. Het eerste deel geef een afgerond over zicht van wat de R.-K. Universiteit zélf raakt en van wat zij in het afgeloopen jaar naar buiten verrichtte. Dit deel wordt geopend door een richting-gevend artikel van den afgetreden Rector-Magnificus der Universiteit, tevens redacteur van het Jaarboek, Prof. Mgr. Dr. J. Hoogveld, over het vraag stuk van den afbouw der Universiteit met de ontbrekende faculteiten. De strekking van dit belangrijke artikel getiteld Rondom de Medische Faculiteit te Nijmegen», is; voor den verderen afbouw der Medische Faculteit als leidmotief te doen erkennen, een gedrags lijn, die ook door de Vrije Universiteit wordt gehuldigd. De wel-ingelichte schrijver deelt mede, dat het verlangen der Sint Radboudstichting in de eerste plaats uitging naar een Medische Faculteit, en dat alleen finantieëie overwe gingen bij den opbouw der Universiteit een anderen weg deden inslaan. Bij de verdere voltooiing dient de Medische Faculteit op den voorgrond te staan. Deze werkwijze zal ook tegemoet komen aan de vraag van het Katholieke volk naar Katho liek en Katholiek-geschoolde dokters. Practisch ziet de schrijver den gang van zaken aldus, dat men de richting der Vrije Universiteit zal inslaandat wil zeggen, dat een aanvang zal worden gemaakt met de invoering van de Wis- en Natuurkundige Faculteit,, die als voorbereiding voor de Medische Faculteit ten deele noodig is, om dan deze laatste Faculteit aan te vangen en uit te bouwen. De vraag wordt gesteld of het niet in de lijn zou liggen van de R.-K. Artsenvereeni- ging om in samenwerking met de Medische Afdeeling der Kath. Wetenschappelijke Ver- eeniging de fondsvorming voor de Medische Faculteit te bevorderen. Uit een interessante noot bij het artikel blijkt intusschen, dat binnenskamers de be langstelling voor de Medische Eaculteit zich reeds verrassend openbaart, en dat in het afgeloopen jaar niet minder dan f 47000 (en niet f 17000, waarvan de jongste rectoraats uit het Duitsch vertaald door ANNA. 11) Wat is er, Alexandra, zegt haar man lachend, ziet gij zelfs op klaarlichten dag spoken Hij staat evenwel op en leest over haar schouder het adres op den brief. Ook hij verbleekt Een brief van Demetri en zoo waar als ik leef, hij is aan het juiste adres gekomen. Van Demetri zegt de jonge vrouw ver schrikt. O hij heeft ons spoor gevonden. Dan gaan wij hier vandaan de wereld is groot genoeg Dat zou vergeefsche moeite zijn. Ik heb er een voorgevoel van, dat hij reeds dicht bij ons is. Welnu, laat hem komen, ik zal hem ont vangen. Zij schudt angstig het hoofd Hij komt om zich te wreken Stil, stil, hartje. Laat ons voor alle dingen dezen brief uit de onderwereld openen Zij kan het nietZij beeft als een riet Gelaten grijpt haar man den brief en scheurt haastig den omslag af. Het schijnt een lange brief te zijn. Lees mij voor, zegt zij, maar sla niets over. Reeds lang ben ik op alles voorbereid. Hij zet zich rustig naast haar neder en leest Als gij deze regels ontvangt, heb ik Wies baden reeds verlaten. Gij lichtzinnige zonda res gij vermoedde niet, dat gisteren slechts twee engelenvleugels mijn dolk van het hart van Koningin Elisabeth scheidden Ik heb u willen vermoorden, gij slechte vrouw, sedert den dag, waarop gij mij in waarheid tot den duivel hebt gemaakt, waarvan ik levenslang overdracht-rede ter Katholieke Universiteit gewaagde) speciaal voor deze Faculteit werd geschonken. De hier in 't kort weergegeven beschou wingen we mogen verder naar het artikel verwijzen zijn dus geen luchtspiegelingen maar hebben een bodem van realiteit. Het j vraagstuk van den afbouw heeft de geesten en... de beurzen wakker gemaakthet is openbaar aanhangig gemaakt. Een artikel van Piet Kasteel toont den regeerenden Paus als vurig bevorderaar der Katholieke Universiteitsidee, en voorts wordt in een indringende statistische beschouwing aangetoond, dat het percentage Katholieke studenten aan de neutrale Universiteiten, nu de R.-K. Universiteit bestaat, noodeloos hoog is. Op de traditioneele Guldenlijst van Wel doeners hebben we hierin niet enkele namen van onze lezers gemist? volgen de zakelijke mededeelingen over het Bestuur der Stichting en de instellingen der Universiteit. Het verslag over de Bibliotheek schat den boekenvoorraad op het respectabel getal van ongeveer 100.000 deelen, terwijl een gunstig resultaat wordt gemeld van de Desiderata- actie in de Katholieke Pers door deze pro paganda werd in het afgeloopen jaar een aanwinst van 1000 tijdschriftenjaargangen geboekt. Steeds verder is de Universiteits bibliotheek op weg een arsenaal van Katholiek Nederland te worden. Herdacht wordt in deze afdeeling de »eerste-steen-legging« van een »Archivum catholicum*, een Katholiek archief, waarmede een begin werd gemaakt door de aanwinst van tal van documenten, die op twee eminente Katholieke voormannen, Dr. Schaepman en Ariëns, betrekking hebben. De gulle schenkers dezer Schaepman- en Ariënsiana worden met name herdacht, en aan andere bezitters van geschiedkundige documenten wordt de weg naar Nijmegen gewezen »voor de veilige berging van hun dossiers*. Het Chronicon 1928 1929 een uitvoerige en levendige illustratie van de laatste over drachtsrede besluit het eerste deel. Het begint met het vastleggen van het eerste lustrum der Universiteit, waaraan ook de titelplaat van het Jaarboek herinnert, en heeft ten einde toe de gebeurtenissen van het studiejaar geregistreerd, door ook het recente bezoek van kardinaal Van Rossum aan de Universiteit te beschrijven. Met den groei der Universiteit breidt zich ook haar openbare bedrijvigheid gestadig uit; en de Kroniek volgt die beweging, door regelmatig uit te dijen. Een nuttig en zeer leesbaar jaarlijksch compendium, dat het den toekomstigen ge schiedschrijver der Universiteit met een ordelijk aanvoeren der bouwsteenen al zeer gemakkelijk maakt! Op de gebruikelijke statistieken van inge schreven studenten en afgelegde examens, laten de Moderator der studenten, Pater C. Hoogeweegen S. J., en de secretaris van »Carolus Magnus* zich zeer bemoedigend uit over geest en actie in het Studentenleven. Het tweede Deel van het Jaarboek leidt binnen in de interne organen der St. Radboud stichting. Leege zetels in huis werden met immor tellen omkranst. De afgetreden Voorzitter van het Centraal Comité, de heer J. B. van Dijk, wordt hartelijk het beeld heb gedragen Ik heb u zoo onein dig lief gehad. In mijn vervloekte Mephisto- gestalte bespot door iedereen, hebt gij mij den hemel geopend, toen gij er in toestemde mijn vrouw te worden. Toen hebt gij mij van u af- gestooten in een poel van verdriet en ellende/ Wie van on^ beiden is de slechtste Ik, die van kind af aan om mijn uiterlijk bespot en vermeden ben, of gij, die de wereld door uw deugd en engelachtige goedheid een rad voor de oogen wildet draaien Men heeft uw af scheidsbrief gelezen, toen gij heimelijk met uw minnaar mijn huis zijt ontvlucht en mij als eenig afscheid deze bekentenis achterliet. Gij hebt in uw jeugdige onbezonnenheid en terwille van zijn rijkdom slechts uw hand aan den duivel Demetri geschonken, dien gij nooit bemind hebt, slechts gevreesd en verafschuwd. Dat was uw antwoord op den eed van trouw, mij aan het huwelijksaltaar gezworen. Wat gij mij toen hebt aangedaan, zult gij eens voor God moeten verantwoorden, als gij wordt op geroepen om rekencshap over mijn ongeluk kige ziel af te leggen. Terwijl ik vroeger een duivel scheen, hebt gij er nu een van mij gemaakt: Gij hebt in mij het geloof aan al wat goed en edel is ge dood Gij hebt mij den hemel ontstolen nu koos ik vrijwillig de hel. Mijn liede voor u is gestorven in mijn hart, evenals alle goed. Ik j heb u en uw verleider vervloekt en wraak ge- j zworen. Onvermoeid en rusteloos heb ik de I wereld doorkruist, om uw beider spoor te vin- den, totdat ik het hier ontdekte. Was mij vroeger mijn duivelsgestalte tot verdriet en ongeluk nu was het mij een masker, dat ik met een duivelsch welgevallen droeg terwijl ik er mij op toelegde met hart en ziel datgene te worden, wat ik zoolang buiten mijn schuld scheen te zijn. Ik vond u, van geluk stralend, terug en ik bleef in uw nabijheid, steeds op een gunstig oogenblik wachtende, om mijn doel te treffen. Sterven slechts sterven Dat scheen mij voor u beiden veel te zacht toe. Neen ik wilde u langzaam martelen, evenals gij mij dit hebt gedaan. Maar de herdacht door den Penningm^^ter van het Noord-Hollandsch Comité, Deken J. P. Huibers. Een portret eert de herinnering van dezen voorkamper, evenals dat van denLimburgschen betreurden secretaris - penningmeester, Em. Pastoor W. J. H. Ruyten, die door den dood het St. Radboudwerk ontviel, waaraan hij heel zijn hart had verpand. In den korten staat van dienst van het Centraal Comité, wordt o.a. de grief als on gegrond aangetoond, dat de Universiteit haar Vondelherdenking niet liet uitzenden per radio. De nieuw-benoemde-Administrateur der St. Radboudstichting, Mr. H. P. M. Steenberghe geeft een gedocumenteerd vergelijkend over zicht van de finantiëele jaarresultaten. Dit commentaar bij de Balans van het Werk geeft een inzicht in het raderwerk der cijfers, Zoo blijkt allerwege een intensieve actie te worden gevoerd bij de Kloosters en Ge stichten, teneinde deze stichtingen finantiëel te interesseeren voor de zoozeer hun hulp behoevende Universiteit. In het Zuiden, waar deze instellingen het talrijkst zijn, is vanzelf het resultaat het gunstigst maar het Noorden zou, als het slechts wilde, veel beter de vergelijking met de Katholieke Provinciën kunnen doorstaan. Uit het cijfer-overzicht blijkt, dat drie af- deelingen der St. Radboudstichting hun op brengsten zagen terugloopen, namelijk de afdeelingenGelderland-Utrecht-Holland( Aarts bisdom), Zuid Holland en Bisdom Roermond. De andere afdeelingen boekten een toename. De Balans vermeldt een kleinen teruggang in het totaal-generaal der inzameling. Bedroeg dit in 1927 f201,324,90, in 1928 was het gedaald tot f 200,3 53,6o"9. Brengt men echter enkele door Par. Comité's aangebrachte effecten in rekening dan is de Balans ongeveer in evenwicht. Maar er moet stijging zijn om een opstap te hebben naar de ontbrekende Faculeiten. De gewone lijsten van Bijzondere Giften. Parochie-opbrengsten en Parochiale Comité's besluit het belangwekkend boekwerk, dat werd gedrukt bij de N.V. v.h. Van Mastrigt en Verhoeven te Arnhem, en dat een com pleet beeld geeft van de krachtige bedrijvig- het in en om de R.-K. Universiteit. Het eerste November-nummer van Alte nnd neoe Welt bevat verschillende van litte raire en wetenschappelijke bijdragen benevens 1 kunstplaat en 52 schitterend verzorgde illustraties. Huwelijken Victor L. de Clercq, te Oost- Eecloo (België) en Maria M. Cornelis. Geboorten Sophia Johanna, dochter van M. Lauret—Klaassen. Overleden: Een als levenloos aangegeven kind van J. F. PloegaertBockstael. WESTDORPE. Huwelijks-aangiften. 4 October. Raijmond van Laere, 25 jaar, jm. en Irma Magdelena Sophia Vernaeve, 23 jaarjd. 17. Johannes de Frankrijker, (van Nieuwveen) 21 jaar jm. en Magdalena Maria David, 20 jaar, jd. Huwelijks-voltrekkingen. 1 October. Emile Antonius Adam, 24 jaar, jm. en Maria Mag dalena Goethals, 22 jaar, jd. 29. Raymond van Laere, 25 jaar jm. en Irma Magdalena Sophia Vernaeve, 23 jaar, jd. Geboorten. 17 October. Emma Elisa Anna, dochter van August Groosman en Anna Cornelia Clarijs. 22. George Alfred en Geor gette, zoon en dochter van Richard Bernard Thomas en Emelie Marie Talboom. Overleden. 5 October. Amelia de Boeye, 58 jaar, weduwe van Petrus Kamoen. 7. Ivona Amelia Alphonsina de Bruyoker, 8 weken, dochter van Josephus Anthonius Marie de Bruyckej en Bertha Maria van Brussel. HULST. Huwelijks-aangiften. 3 Oct. Joseph Con- stantinus De Schepper, 25 jaar jm. en Celina Philomena Maria van de Velde, 26 jaar jd. 9. Johannes FVanciscus Josephus de Koning, 32 jaar jm. en Emelda Maria Augusta den Tenter, 23 jaar jd. 31. Franciscus Petrus de Block, 25 jaar jm. en Emma Johanna van Giesen, 21 jaar jd. Huwelijks-voltrekkingen. 2 Oct. Joseph Ja cobus Asselman, 25 jaar, jm. en Leonia Cor nelia van Hecke, 23 jaar, jd. 24. Joseph Con- stantinus de Schepper, 25 jaar, jm. en Celina Philomena Maria van de Velde, 26 jaar, jd. 30. Johannes FVanciscus Josephus de Koning, 32 jaar, jm. en Emelde Maria Augustina den Tenter, 23 jaar, jd. Geboorten. 1 Oct. Joseph Marie, zoon van Petrus Mattheus Johannes Pieters en Maria Ludovica de Rechter. 7. Wilhelmina Sophia, dochter van Theodorus Antonius Blommaert en Maatje Christiaanse. 17. Elsa Catharina, dochter van Louis Wilhelmus D'Hooghe en Maria Sophia Verstraeten. Overleden. 6 Oct. Anna Elisabeth de Waart, 52 jaar, dochter van Everardus Petrus en Christina Wilhelmina van den Berg. 13. Jan FVancies Rosier, 78 jaar, echtgenoot van Anna Catharina van Dorsselaer. 24. Blondina Koemans, 85 jaar, weduwe van Philippus D'Hont. 25. Mathilde Leonie Jouret, 73 jaar, weduwe van Johannes FTancies de Bakker. 30. Johanna Christina Nederhand, 84 jaar, weduwe van Aloijsius van der Kelen. Emilie Maria van den Berghe, 26 jaar, echtgenoote van Alfons Jozef Thuij. hemel erbarmt zich zelfs over den duivel Maar wat kan u dat schelen. Weet dan, dat er door Gods genade een groot wonder aan mij is geschied. Gij Alexandra, hebt den dui vel, Demetri, slechts gevreesd en verafschuwd, even als iedereen. Daarom zond God mij een engel uit den hemel, die mij lief had tot in den dood ik ben verzoend met God en met mijn levenslot, hoe treurig het ook is. Het ver- ledene ligt achter mij ik heb het duivels- masker afgeworpen van mijn zieluiterlijk moet het zoo blijven, totdat de dood mij er van verlost. Gods engel is mij naar den hemel vooregaan. Wat gij mij ook hebt aangedaan, Alexandra en Fedor, al wat ik om uwentwil geleden heb, het zal vergeven en vergeten zijn. Uw beider geweten zal vroeg of laat spreken. Leef, leef ongestoord, zegenen kan ik u niet, maar ik vervloek u niet meer Demetri. Fedor dacht een oogenblik na, dan hief hij vast besloten het hoofd op. Het is mogelijk dat deze brief waarheid is, het waarschijnlijk ste is evenwel, dat het een valstrik is, want een vos verliest wel zijn haar, maar niet zijn streken. Wij zullen in elk geval de grootste voorzichtigheid in acht nemen. Ik zal bevelen geven, dat men oogenblikkelijk alles tot ons vertrek gereed maakt. De jonge Rus schelde heftig. Niets was meer naar zijn zin, dan een plotseling vertrek. Waarom had Alexandra gisteravond zoo opvallend dikwijls met den jongen minnezanger gedanst en zich blijkbaar in zijn gezelschap zoo goed geamuseerd En hoe het karakter van Alexandra op dit punt was, daar wist hij van mee te spreken, zij zou hem ook wel op eens kunnen verlaten. Nu kon hij ten minste met zijn jonge vrouw naar een stille plaats vertrekken en haar zooveel mogelijk aan de genoegens der groote steden onttrekken. Het beste zou zijn, als hij naar Schotland ging, het liefste naar de Hooglanden. Dtfar stonden wel ridder sloten. Hij zou er een van koopen, en dat zoo behagelijk mogelijk laten inrichten. De jonge vrouw zou klagen en mogelijk verdriet hebben in die eenzaamheid, maar zij zou hem daar ten minste niet kunnen ontloopen. - De kerkdeuren van de St. Pieterskerk te Rome waren wijd geopend. Een bleeke dame in diepen rouw gekleed treedt binnen. Het is lady Eveline. Treurig vervolgt zij haar weg naar een kleine zijkapel, waar men een op vallend schoone gestalte met een lelietak in de hand, zich voor de Koningin des hemel ziet ter aarde buigen. Het schoone, door lange golvende lokken omlijst gezicht van deze engel gelijkt zoo sprekend op Engelina, dat lady Eveline er de. oogen niet van kan afhouden. lederen dag knielt zij voor dit beeld, terwijl zij zich zelf de bitterste verwijtingen doet. Zij is steeds alleen in die kleine kapelheden evenwel ligt een monnik voor het beeld ge knield en schijnt te bidden. Zij treedt stil ter zijde en wacht tot zijn gebed geëindigd is. Zonderling Waarom staart hij zoo strak op dit beeld, terwijl zijn handen krampachtig het bidbankje omklemd houden Lady Eve line kijkt hem wat scherper in het strakke bleeke aangezicht en een koude huivering bevangt haar. Is het een droom Dat zelfde duivelachtige, sombere aangezicht met de zwarte, schitterende, nu evenwel ingezonken oogen Geen twijfel meerhij is hetDoor een plotselinge beweging, die zij maakt, ziet hij op. Ook hij schrikt en ziet haar aan, als ware zij een geestverschijning. Hij opent den mond, alsof hij spreken wil. Dan schudt hij het hoofd met een treurige uitdrukking in de doodelijken vermoeide oogen en maakt het teeken des kruises over haar. In het volgende oogenblik is hij verdwenen. Voor het beeld van de Moeder Gods en van de lieve engel evenwel ligt een ruiker witte leliën. De bloemen zijn door pas geweende tranen bevochtigd. Het zijn de tranen van een ongelukkige, die het liefste, dat hij op aarde had, door den dood voor altijd verloor 1 EINDE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1929 | | pagina 5