De Zeeiiwsche Koerier Donderdag 31 October 1929 Partijraad R.-K. Staatspartij Tweede Blad. ITe-milleton. Bieten rooien PUKOL Gemengd JTteuws De Macht van den Duivel, van 4$e öaargang. No. 3535. Ingezonden Mefledeelinq. (10) INGEZONDEN MEDEDEELING VRAAGT SPOOR'/ MOSTERD AGENDA van de Zesde vergadering van den Partijraad der R.-K. Staatspartij, te hou den Vrijdag 22 November 1929, des na middags 5 uur en Zaterdag 23 November 1929, des morgens te 10 uur in de groote zaal van het Restaurant Central, Jaar beursgebouw te Utrecht. 1. Opening door den voorzitter. 2. Hoofdelijke oproeping der stemgerechtig de en adviseerer.de leden van den Partijraad. 3. Notulen der Partijraadsvergadering van 23 en 24 November 1928. (Deze zullen voor den aanvang der vergadering ter inzage der leden worden gelegd.) 4. Ingekomen stukken. 5. Mededeelingen van het Partijbestuur. 6. Rekening en verantwoording van den Penningmeester over het dienstjaar 1928 7. Verkiezing van het Dagelijksch Bestuur. 8. Verkiezing van den Voorzitter van het Dagelijksch Bestuur. 9. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie 's-Her- togenbosch stelt voor De Partijraad besluite om te bevorderen, dat de z.g. classificatie in het Bezoldigingsbesluit voor Burgerlijke Rijks ambtenaren ten spoedigste aan een herziening worde onderworpen. Prae-advies van het P. B. De classificatie in het Bezoldigingsbesluit is reeds eerder aan de orde geweest in den Partijraad. Toen is deze zaak verwezen naar de betrokken sociale organisaties voor wat aangaat het aandringen op de verkrijging eener her ziening. De Partijraad is niet het aangewezen or gaan om zonder behoorlijke voorlichting van prae-adviezen over deze zaak een tandpunt te bepalen. De wensch in het voorstel gelegen kan aan de R.-K. Fractie der Tweede Kamer worden overgebracht. 10. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie 's Her togenbosch stelt voor De Partijraad besluite om te bevorderen dat meer dan tot op heden het geval is bij maatregelen van wetgevenden en administratieven aard (b.v. rechtsbedee- ling, wegenaanleg, uitvoering van den post dienst) de cultureele en stoffelijke belangen der plattelandsbevolking worden in acht ge nomen. Prae-advies van het P. B. Het P. B. ad viseert het in dit voorstel uitgedrukte ver langen aan de Tweede Kamerfractie over te doen brengen, met de verklaring dat de Partijraad behoudens de beoordeeling gelegen in de woorden „meer dan tot op heden het geval is" overigens geheel daarmede instemt. 11. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie's Her togenbosch stelt voorDe Partijraad werke er toe mede, dat meer dan tot op heden het geval is bij maatregelen van wetgevenden en administratieven aard, welke in een of ande ren vorm lasten op de bevolking leggen, tot uitdrukking kome, dat het groote gezin daar bij recht heeft op een zeer bijzondere be scherming. Prae-advies van het P. B. Het P. B acht, gezien het Partijprogram 1929 vooralsnog geen aanleiding aanwezig om een bepaald punt daarvan thans afzonderlijk in een be- 6) uit het Duitsch vertaald door ANNA. sluit van den Partijraad neer te leggen. Gelet op den bijzonderen nadruk, die op het punt in dit voorstel aangeroerd, is afgelegd door' de geheele R.-K. Staatspartij, behoeft geen twijfel te bestaan, dat hieraan door de R.-K. Kamerfracties bijzondere aandacht zal worden geschonken. 12. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie 's-Hertogenbosch stelt voor De Partijraad onderwerpe het Kiesreglement J927 aan een herziening, naar aanleiding van de gebreken welke daaraan blijkensde ondervindingen bij de jongste verkiezingen opgedaan kleven speciaal worde de vraag onder de oogen gezien of een Kringbestuur afgezien van het al dan niet bestaan van een kieseomité „geadvi seerde candidaten" bevoegd is om op eeni- gerlei wijze uitbreiding te geven aan de tot heden reglementair voorgeschreven wijze (pu blicatie in de pers, onderstreping op stembil jet), waarop het advies, ter kringvergadering gegeven, aan de kiezers wordt bekend ge maakt. Prae-advies van het P. B. Het P. B., kennis genomen hebbende van dit voorstel en van de andere voorstellen inzake herzie ning van het Kiesreglement 1927, is bereid de werking van het K. R. te toetsen aan de er varingen bij de laatste verkiezingen opge daan. Het P. B. verzoekt machtiging van den Partijraad deze aangelegenheid desge- wenscht commissoriaal te doer, behandelen. De in het voorstel omschreven vraag omtrent een détailpunt kan dan nader on der het oog worden gezien 13 De R.-K. Rijkskieskringorganisatie Maastricht stelt voor Aan het Partijbestuur worde opgedragen zoo spoedig mogelijk eene eene algeheele herziening van het Kiesregle- mennt voor te bereiden. Prae-advies van het P. B. Het P. B. ont houdt zich op dit oogenblik van een be schouwing over de toelichting door Maas tricht op dit voorstel gegeven. Overigens verwijst hetP. B. naar het prae-advies sub. 12. 14. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie Mid delburg verzoekt De R.-K. Staatspartij drin- ge er ter bevoegder plaatse op aan, dat er bij de uitgifte der in wording zijnde Zuiderzee polders, die regelingen zullen worden getrof fen, die zoowel landbouwers als arbeiders en middenstanders ten goede kunnen komen. Prae-advies van het P. B. Het P. B. ver klaart geen bezwaar te hebben aan het verzoek van Middelburg te voldoen. 15. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie Leeuwarden stelt voorDe Partijraad drage aan het Bestuur op eene commissie te be noemen, die a. onderzoekt op welke wijze bij de Katho lieke jongeren belangstelling voor het streven van de R.-K. Staatpartij kan worden gewekt b. indien, volgens haar meening, uit het onder a, bedoelde onderzoek blijkt, dat de be staande toestand niet aan redelijke eischen beantwoordt, advies uitbrengt, op welke wijze hierin verbetering kan worden gebracht. De resultaten van het onderzoek benevens het advies worden door de commissie schrif telijk ter kennis van het Bestuur gebracht, dat hiermede verder naar goedvinden handelt. Prae-advies van het P. B. Het P. B. ad viseert, dit voorstel in beginsel te aanvaar den. Een onderzoek als gevraagd ligt ge heel in de lijn van de gedachten, welke op dit stuk bij het P. B. bestaan. Evenwel meent het P. B., dat bij overweging van het vraagstuk van de belangstelling der Katho lieke jongeren in het streven der R.-K. Staatspartij onmiddellijk naar voren komt de besliste noodzakelijkheid van het heb ben van een goed toegerust Partijbureau. Zoodra dit kan worden opgericht het geen afhangt van het welslagen eener her nieuwde actie van het Dr. Schaepmanfonds welke in voorbereiding is is een der eerste vraagstukken voorzeker het in dit voorstel aangeduide. (Men zie omtrent dit punt de Zie toch eens even, Darling, dat heb ik nog nooit zoo bijgewoond De muziek speelt „La I part du diable" en Mephisto komt er naar luisteren in eigen persoon. Nog nooit in mijn leven zag ik zulk een sprekende duivelge stalte Zij kreeg geen antwoord, zooals zij ook trouwens niet scheen verwacht te hebben, maar opende haar lorgnet om hem beter op haar gemak te kunnen bekijken. De dochter van sir Edward heeft nergens anders oogen voorkoortsachtig jaagt haar het bloed door de aderen. Hij is het Het noodlot is vervuld, hij kruist haar levenspad Zou hij haar zien Daar wendt hij langzaam het hoofd om en met een onderzoekenden, men zou bijna kunnen zeggen, dreigenden blik, ziet hij om zich heen, en eindelijk krijgt hij ook de slanke meisjesgestalte op de canapé in het oog. Hij wendt zijn hoofd nog meer ter zijde, om beter te kunnen zien. Zijn oog wordt nog dreigender toen zag hij, hoe eensklaps een donkere blos, het lieve gezichtje bedekt en zij in verwarring de oogen neerslaat. De uitdruk king op zijn gelaat verandert. Hij glimlacht, half spottend, half onbeschaamd In de ma nier, waarop hij Engaline aanziet, ligt iets vrijpostigs zoo ziet geen heer een dame aan. Lady Evelina laat de hand met de lognet er in, zinken. Hij heeft ons ook gezien, darling en kijkt u onophoudelijk aan Hoe zonderling. De man heeft een beeldschoon gezicht en toch, zit er in dat gelaat een onheilspellende, men zou haast kunnen zeggen duivelachtige, uitdrukking De aangesprokene doet zich geweld aan, om een klam antwoord te kunnen geven. Met half afgewend gezicht zegt etj Ja zoo stel ik mij den duivl ook voir ik zie hem in bet geheel niet aan, en toch voel ik da zijc. oogen onophoudelijk op mij gericht zijn» Wie zou hij zijn v Hcot i-ij hem voeger wel eens meer gc/.len Neen, nooit Stilhij staat op, als hij maar niet voornemens is om naast ons te komen zitten O, hemel, dat nietsteunt Engelina bijna smeekend De muziek is geëindigd. Even langzaam als hij gekomen is, verlaat hij de zaal weer. Hij neemt nu evenwel niet het middenpad, maar gaat achter de stoelenrij. om, om zoodoende de canape's voorbij te komen, die tegen den zijwand van de zaal zijn geplaatst. Hij gaat Engelina bijna rakelings voorbij en toen hij vlak voor haar is, blijft hij op eens staan, als wist hij niet of hij zou gaan zitten of verder gaan. Engelina wil en durft hem niet aanzien. Onweerstaanbaar, als door een bovennatuur lijke macht daartoe genoodzaakt, moet zij toch. aardappelen rooien en andere land arbeid, veroorzaakt kloven in de handen en maakt ze ruw en pijnlijk. Dit verzacht en geneest men met Doos 30, 60 en 90 ct. brochure „Organisatievraagstukken derRK. Staatspartij" van den Partijsecretaris bladz. 33 v.v. over „De Partij en de Jeugd"). 16. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie Leeuwarden verzoekt Het Partijbestuur drin- ge bij de Regeering op spoedige behandeling van het wetsontwerp Nieuwe Regeling van de Pacht en van het wetsontwerp Regeling Pacht- commissies. Prae-advies van het P. B. Het verzoek van Leeuwarden kan beter aan de Fractie der Tweede Kamer worden overgebracht. De bedoelde wetsontwerpen zijn reeds begin October in de afdeelingen der Tweede Kamer behandeld. Na verschijning van Voorloopig Verslag en Memorie van" Ant woord met Eindverslag is het 'aan de Kanier de wetsontwerpen op de agenda te plaatsen 17. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie Lei den stelt voor dat de Partijraad zich vereenige met de navolgende motie De R.-K. Kamer-Centrale Leiden, van oor- deel, dat het noodzakelijk is, dat de wijze van candidaatstelling voor de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in eigen partij van dusdanig eenvoudigen aard behoort te zijn, dat deze zonder bijzondere studie of in spanning begrepen en gevolgd kan worden door alle georganiseerde kiezers dat het huidig Kiesreglement van de R.-K Staatspartij niet aan deze eischen voldoet dat bovendien de bedoelde wijze van candi daatstelling kan leiden tot onbillijkheden, ge lijk bij de jongste candidaatstelling ook met terdaad is geschied stelt voor, dat het Bestuur van de R.-K. Staatspartij die voorzieningen treffe, dat in het Kiesreglement zoodanige wijzigingen wor den aangebracht, dat, met oehoud van de grondbeginselen daarvan, bovenvermelde be zwaren worden wéggenomen Zie prae-advies sub. 12. 18. De R.-K. Rijkskieskringorganisatie '-sGravenhage stelt voor, dat de Partijraad zich vereenige met de navolgende motie De R.-K. Kiesvereeniging „Rijkskieskring 's-Gravenhage", in algemeene vergadering bijeen op Vrijdag 27 September 1929 in een der zalen van Gebouw Amicitia, Westeinde te 's-Gravenhage, gelet op het verschil, dat in het afgeloopen jaar ontstaan is tengevolge van het besluit van het Centraal College ten aanzien van de omschrijving van kwaliteitszetels. betwijfelende, of het Centraal College bij de formuleering der kwaliteits-aanduiding „Deskundige op het gebied van Arbeidszaken en het Arbeidsvraagstuk" het recht had om daaraan toe te voegen de beperking, dat als deskundigen op dit gebied slechts konden worden aangewezen personen, die zich uit de practijk der arbeidersbeweging hunne deskun digheid voor de beoordeeling van bedoelde vraagstukken en aangelegenheden hebben verworven, van oordeel, dat, indien het Centraal Col lege evenbedoeld recht niet heeft, dit College de bij het Kiesreglement terzake gegeven be voegdheid heeft overschreden, van oordeel, dat de thans geldende regelen voor de candidaatstelling van leden voor de Tweede Kamer geen voldoende bevrediging- hebben geschonken wenscht, dat de Partijraad een onderzoek zal instellen, in hoeverre het Centr. College door bovenbedoelde uitlegging van de kwali teitsaanduiding „Deskundige op het gebied van de Arbeidszaken en het Arbeidsvraagstuk" zijne bevoegdheid al of niet heeft overschre den noodigt het Partijbestuur uit, maatregelen te nemen om het Kiesreglement en in het bijzonder bovengenoemde regalen te herzien. Prae-advies van het P.-B. Zie prae-advies sub 12, voor wat betreft het slot van deze motie. Wat aangaat het concrete punt over da bevoegdheid van het Cenrtaal College inzake de omschrijving dei- kwaliteitsaanduiding, adviseert het P.-B. den Partijraad, daarover thans gecne be schouwingen te houden en den twijfel in de motie tot uitdrukking gebracht, alsnog in het midden te laten. Het is alleszins gewettigd, op grond der voorgekomen meeningsverschillen over de bevoegdheden van het C. Coll., hieromtrent dusdanige regeling te treffen, dat op dit punt volledige zekerheid en voldoende klaarheid bestaat. Bij de toetsing van het K.-R. aan de er varing bij de verkiezingen opgedaan, kan deze zaak worden onder het oog gezien. 19. Rondvraag. Schorsing der vergadering tot Zaterdagmorgen 10 uur. 20. Hernieuwde opening der vergadering. 21. Behandeling van „Het Militaire Vraag stuk" aan de hand der uitgebrachte Prae- adviezen der heeren Mr. W. van Lanschot, Mr. D. Beaufort O. F. M., Mr. Dr. J. W. Beuns S.J., t Generaal-majoor P. J. van Munnekrede en Luitenant ter Zee le klasse L. A. C. M. Door man. 22. Sluiting. UIT HET BINNENLAND. Diamantdief gearresteerd. De Centrale Recherche deed Vrijdag^, een merkwaardige arrestatie aan boord van het Zuid-Afrika komende Duitsche s.s. „Watussi", dat op weg naar Hamburg, Rotterdam aan deed. De 43-jarige Hollander M. H. en zijn 32- jarige Belgische „vriendin" M. T. P. beiden uit Antwerpen afkomstig, zijn til. van boord ge- »haald. Hij is in arrest gesteld. Hij wordt ver dacht van verduistering en oplichting tot een bedrag van circa een millioen Belgische fres. of 70.000 gulden, ten nadeele van 10 a 14 bona-fida diamanthandelaren in Antwerpen. Wij vernemen omtrent deze zaak de volgen de bijzonderheden In de maanden Juni, Juli en Augustus van dit jaar was H., die zijn geheele leven in België heeft gewoond, doch Hollander van ge boorte is, voortdurend te zien op de Ant- werpsche club van diamanthandelaren. Hij deed zich daar voor als een koopman in geslepen diamanten die groote zaken deed en vertoonde zich, om dezen indruk geloofwaar dig te maken met eenige bekende Brusselsche juweliers op de club. Men wist bovendien, dat hij vroeger een handel had gedreven in ruwe diamanten. H. kocht af en toe kleine partijen diaman ten tot bedragen van circa 5000 gulden. Daar van moest eerst, zooals usance in den dia manthandel is, ongeveer 20 procent betaald worden, de rest een maand na de levering. Daar H. in d enbeginne steeds zijn verplich tingen nakwam, rees tegen hem, toen hij langzamerhand grootere partijen kocht, geen argwaan en zoodoende was in Augustus voor (6) Dc tegenstrijdigste gevoelens spiegelen zich in haar onschuldige blauwe oogen af Ont zetting, angst en hartstochtHij ziet haar lachend aan, als wilde hij haar mte dien en kelen blik, voor eeuwig aan zich verbinden slechts één oogenblik is hij blijven staan dan gaat hij stil verder, zonder nog een enkele maal het hoofd naar Engelina om te wenden. Hij gaat weg fluistert lady Eveline. Het is toch hoogst zonderling, dat enkele stuk wil hij slechts hooren All right De duivel heeft er het zijne van gehad Zij volgt hem met de oogen, en ziet niet, dat de erfdochter van Lila u-Rook, doods bleek en met gesloten oogen, achterover leunt en de handen op het onstuimig kloppend hart drukt, als voelde zij daar een plotselinge pijn. O, God als zij juist nu maar geen nieuwen aanval van haar kwaal krijgt Het bonst en klopt daarbinnen, alsof haar de borst vaneen zal scheuren en gloeiend heet stijgt haar het bloed naar het hoofd. Dan wordt het op eens stil daar binnen. Het is als stond het hart stilHet hart Heeft zij dan nog een hart Neen, de duivel heeft het haar ontstolen Ontsteld ziet lady Eveline haar aan. Hemel- sche goedheid, darling wat scheelt u 7ijt gij onwel geworden Heeft die duivelachtige verschijning u zóó doen schrikken Niet in staat een woord te spreken, schudt Engelina. Laat ons naar huis gaan zegt zij eindelijk met groote moeite. Tante Eveline kon even wel niet nalaten, om even den portier aan te spreken toen haar rijtuig voorkwam. Kent den heer met den zwarten knevel, die zoo juist weg ging De portier lacht O, die satan in levende lijve mylady. Ja, dien heb ik wel gezien, maar ik ken hem niet. Het is de eerste maal, dat hij de Kurzaal bezoekten hij heeft aan het loket een dagkaart genomen. Zoo Het is zonderlinge verschijning. Ik dank u. portier. Engelina was den geheelen nacht onrustig. Zij was bijna ziek van vertwijfeling en angst, en toch deed het haar goed te weten, dat zij het was, op wie zijn oog was gevallen Zij werd niet ziek, zooals haar pleegmoeder ge vreesd had integendeel, zij werd van dag tot dag opgewekter. Aan de opera dacht zij in het geheel niet meer. Zij stelde slechts belang in de concertzaalen daar lady Eveline ook benieuwd was of Mephisto weer zou verschij nen, was zij gaarne bereid om haar den vol genden avond naar het concert te vergezellen. Zij werden evenwel teleurgesteld, want de vreemdeling kwam niet. Natuurlijk, spotte Engelina eenigszins ge raakt, het programma is van avond lang niet mooi genoeg naar zijn zin De duivel houdt niet van oratoria en klassieke muziek Deze vreemde is een naar, zonderling persoon maar ik zou toch zijn naam wel willen weten. Ook deze wensch zou niet vervuld worden, want de vreemdeling was spoorloos verdwe nen, hoeveel moeite men zich ook gaf om zijn verblijfplaats op te sporen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1929 | | pagina 5