Do Zeeiiwsche Koerier
Jonge Harten.
vrijdag 13 September 1929
Tweede Blad.
Uit de Pers
Journalistiek
Burgert. Standen
Rechtszaken.
Gemengd JTieuws.
▼an
<J+' öaargang. No. 3515
s »*ot« -eed aan den
warten Paus.
Ingezonden Mededeeling
(9)
smaakt als room
INGEZONDEN MEDEDEELING
VRAAGT SPOOR/ HOSTERO
TWEE LASTERENDE DOMINEES.
De Maasbode schrijft
De heeren Kersten en Lingbeek, beiden
predikant, zij het in een verschillend kerkge
nootschap, en beiden leden van de Tweede
Kamer, zijn het op één punt eenshaat
tegen Rome. Van al hun uitbarstingen aan
ons adres kunnen wij geen notitie nemen,
maar er is een grens aan toezien en geduld.
Beide predikanten hebben in de organen
waarvan zij redacteur zijn de heer Ker
sten in „De Banier" van 29 Augustus en de
heer Lingbeek in,.Staat en Kerk" van 6 Sept.
het volgende afgedrukt
In een Amerikaansch geschrift „A debate
on the Roman Catholic Religion" door
Campbell and Purcill, pg. 180, komt voorde
eed, dien de Jesuieten moeten afleggen voor
den Paus.
Die eed luidt als volgt
„Ik beloof, dat ik, als de gelegenheid zich
voordoet, voortdurend oorlog zal beginnen
en volhouden tegen alle ketters, protes
tanten en vrijzinnigen, naar mij bevolen
wordtom hen uit te roeien van den ge-
heelen aardbodem, en dat ik noch leeftijd,
noch kunne, noch levensomstandigheden in
aanmerking zal nemen, en dat ik deze
schandelijke ketters zal ophangen, verbran
den, koken, vernietigen, geeselen, worgen
en levend begraven, dat ik hun vrouwen
zal openscheuren en haar kinderen tegen
de rotsen verpletteren zal om hun verfoei
lijk geslacht te vernietigen.
Dat ik, indien dit alles niet in 't open
baar kan gedaan worden, in 't geheim den
giftbeker zal gebruiken en het koord om te
worgen, het staal van den degen of den
looden kogel, ongedacht de eer, rang, waar
digheid en het gezag van de persoon
zooals mij dat op een of anderen tijd door
den een of anderen agent of door den Paus
kan worden opgelegd, of door een mijner
superieuren in de broederschap van de so
ciëteit van Jesus".
Leefden wij onder de wetgeving van de
Ver. Staten van Noord-Amerika, dan konden
wij doen hetgeen de Ridders van Colombus
daar hebben gedaan tegen degenen, die hen
ervan beschuldigd hadden bovenstaanden
„eed" te zweren een aanklacht indienen bij
den rechter en de lasteraars achter de tralies
zetten.
Het is onmogelijk de Nederlandsche col
porteurs van dezen elders bestraften laster
voor den rechter te dwingen hun beweringen
waar te maken. Zoo kunnen wij niets anders
doen dan beide heeren, die met verkrachting
van Gods' gebod „Gij zult geen valsche ge
tuigenis geven tegen uw naasten" en met ver
treding van de elementairste wetten van
menschelijkheid en fatsoen, duizenden men-
schen, die zich niet weren kunnen, belasteren,
Novelle, naar 't Hoogd. van E. MERK.
O
13)
Maar nu Martha verloofd was, kon Bruno's
nabijheid haar niet meer schaden en Lea
mocht zich gerust verheugen in 't vooruitzicht
op de dagen, door te brengen in de eenzame,
landelijke streek en in 't gezelschap van haar
ouden vriend, die dan toch eindelijk het zwij-
en wei verbreken zou
Voorloopig echter kwam het er maar op aan,
onmiddellijk, vandaag nog, de verloving harer
dochter te vieren, opdat Martha geen berouw
mocht krijgen over haar zoo plotseling ge
nomen besluit en zich niet eerst goed bewust
werd, dat zij zich voor goed gebonden had.
Zoo spoedig als maar eenigszins mogelijk was,
moesten de kaarten gedrukt en rondgezonden
worden.
Op den avond, dat de stad zich, in weerwil
van den regen, die begonnen was te vallen, in
een lichtzee baadde en voor de ramen de klei
ne vlammetjes dansten, zat men reeds in een
vertrouwelijken kring bijeen en drok men op
het welzijn van de beide verloofden.
Soms, als er eens een vurige toast geslagen
Werd, kromp Martha letterlijk ineen en keek
BU om zich heen met een pijnlijken blik,
te brandmerken als laffe eër-roovërs.
Eerst de soc.-dem. professor Bongernu
en nog een beetje erger een christelijk-
gereformeerde en confessioneel-hervormde
predikant. Het is teekenend voor het peil van
de voorlichting, welke een groot deel van onze
medeburgers nog altijd geniet van hun
„leiders".
De eenige troost is, dat deze feiten ons
toonen, wie de volgelingen zijn van Hem, die
aan de Zijnen voorspeld heeft, dat haat en
laster hun deel zouden zijn in de wereld, maar
er bijvoegde, als bemoedigende troost„Weest
dapper, Ik heb de wereld overwonnen".
Naar „De Stichtsche Post" verneemt is met
ingang van 1 October benoemd tot directeur-
hoofd-redacteur van Het Huisgezin de heer H.
C. M. Wijffels, leeraar Nederlandsch aan het
St. Janslyceum, afdeeling H.B.S., te 'sHerto-
genbosch.
De tegenwoordige directeur van Het Huis
gezin, de heer H. H. Thijssen, blijft in functie,
doch wordt met het oog op zijn leeftijd vaii
een gedeelte van zijn taak ontheven en zal
zieh voortaan belasten met de leiding van
eenige plaatselijke blaadjes, welke door de
firma Teulings worden uitgegeven. De be
doeling is, dat de heer Thijssen bij het berei
ken van den 70-jarigen leeftijd wordt ge-
pensionneerd.
De hoofdredacteur van Het Huisgezin, de
neer J. B. Vesters, blijft aan de hoofdredactie
van Het Huisgezin verbonden. De heer Vesters
blijft tevens leidend hoofdredacteur van het
dagblad De Volkskrant.
AXEL.
Gedurende de maand Augustus.
Huwelijks-aangiften. 2. Abraham Marinus
Jacobus Sorber, 19 jaar, jm. en Dina Suzanna
de Groote, 22 jaar, jd. 15. Dirk Stolk, 22 jaar
jm. en Aagt je Maria de Ruijter, 22 jaar, jd.
16. Pieter le Feber, 26 jaar, jm. en Suzanna
Koster, 24 jaar, jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 8. Carolus Fran-
ciscus Steenaert, 36 jaar en Louise Breepoel,
33 jaar. Cornelis Dek, 28 jaar en Elizabeth
Hollebek, 20 j. Jan Verberkmoes, 21 jaar. en
Pleuntje van de Voorde, 20 jaar. Johannes van
de Velde, 26 jaar en Janna Dieleman, 21 jaar.
15. Abraham Sorber, 19 jaar en Dina de Groote
22 jaar. 22. Hemme de Voogd, 26 jaar en
Lijcia Verlinde, 21 jaar. 29. Pieter le Feber, 26
jaar en Suzanna Koster, 24 jaar.
Geboorten. 6. Thona Christoffelina, dochter
van Frangois Geensen en Dina Vlaander. 10.
Janneke, d. van Jacobus Geensen en Janneke
Dieleman. 11. Wilhelmina Janna, d. van Cor
nelis van Tatenhove en Levina Janna Heijns-
dijk. 13.Suzanna, d. van Jacob v. Drongelen
en Maatje Jongejan. 25. Adriaan, z. van Jan
Geelhoed en Janneke Scheele. 26. Frangoise,
d. van Jacob Goossen en Suzanna Baak. 28.
Salomon, z. van Cornelis Hamelink en Eliza
beth Dieleman. 31. Suzanna, d. van Hendrik
Vestraten en Antje Geensen.
Overlijden. 4. Adriana de Feijter, 72 j., echtg.
van Cornelis Dieleman. 8. Pieter van Campen.
66 j., echtg. van Frederica de Bakker. An-
als zocht zij naar een oog, dat haar be
greep, naar een ziel, aan wie zij had kunnen
klagen, hoe droevig zij te moede was.
Maar zij zag slechts lachende, vroolijke ge
zichten en haar moeder lachte tegen haar,
zonder berouw, gewetenloos, tot in haar ziel
verheugd; en de oranjebloecems bij haar bord
geurden verdoof end, en de man aan haar zijde
drukte haar met zachte liefdewoorden de
handen.
Nu waren zij weder buiten in het schoone
dal, waar Matha haar liefdedroom gedroomd
had, in 't zelfde huis als den vorigen "zomer,
dat zulk een verrukkelijke, idyllische ligging
had. Wel een kwartier was het van de stad
verwijderd; daar achter een groenen heuvel
met een kapelletje, beschaduwd door een
overoude linde; voor 't keine tuintje met de
geurige reseda en de vuurroode boschanjelie
ren 't steeds klimmende bergwoud; rechts had
men echter de rivier, die met gelijkmatigen,
kalmen golfslag voorbijruischte.
Aan den overigens vlakken oever lag hier
een zonderling rotsblok in 't water, dat als
door een reuzenvuist naar beneden geslingerd
scheen te zijn, en waaraan een sage verbon
den was. Deze luidde dat een voerman op een
rustdag met een zwaren last door de rivier
had willen rijden. Zijn wagen was in 't zand
blijven steken; onder woeste vloeken had hij
de paarden aangedreven en, terwijl van het
nabijzijnde Godshuis de klokken luidden, de
paarden en het geheele rijtuig in zijn woesten,
goddeloozen toorn vervloekt. Toen was hij zelf
plotseling met wagen en paarden in steen
veranderd.
thonij Roose, 66 j., weduwn. van Pietemella
Andriessen. 10. Pieternella van Dixhoorn, 80 j.
echtg. van Willem Willemsen.
Kantongerecht Oostburg.
De Kantonrechter te Oostburg heeft in de
zitting van 5 September veroordeeld wegens
Met motorrijtuig rijden zonder spiegelP.
F. d. W. Hontenisse, 3 of 3 d., A. H. D., Heijst,
ƒ2 of 2 d., N. M. Heijst, 3 of 3 d., P. A. R.
St. Joost ten Noorde (B.) 3 of 3 d., S. B.
Assebrouck, ƒ3 of 3 d.
Idem met voertuig J. v. M. Brugge, 3 of
3 dagen.
Geen geoorloofd signaal geven op een plaats
waar de veiligheid van het verkeer zulks vor
dert F. A. L. V. te Breskens, A. V. Zeebrugge
en D. V. Oostende, ieder 5 of 5 d.
Met rijwiel de linkerzijde houden V. H.
's Gravenhage, R. A. M. v. R. Maldeghem, C.
C. Schoondijke, G. B. C. IJzendijke, ieder 5
of 5 dagen.
Idem met voertuig P. B. V. Schoondijke,
ƒ7.50 of 8 d.
Met rijwiel rijden zonder licht P. J. M. v.
H. IJzendijke, I. J. Óostburg, O. d. Z. Maldghem
C. C. Sluis, ieder ƒ5 of 5d., H. V. Maldeghem,
4 of 4 d.
Met motorrijtuig rijden zonder dat het num
mer met letter op voorgeschreven wijze ver
licht was H. D. .Lichtervelde, 3 of 3 d.
Met motorrijtuig rijden zonder reflector :I.
d. H. Oostburg 1 of 1 d.
Met rijwiel rijden zonder rem J. d. C.
Heijst, 6 of 6 d.
Met voertuig rijden met te korten dissel
J. A. v Q Caprijke, R. H. te Maldeghem, C, P.
J. Eecloo, ieder ƒ5 of ieder 5 dagen.
Openbare dronkenschap F. R. en F. R.
Biervliet, M. S. Hoofdplaat, ieder 15 of 15 d.
Niet zorgen dat een door hem op den open
baren weg geplaatst voorwerp behoorlijk ver
licht en van de gebruikelijke teekenen is voor
zien J. P. te Brussel, 5 of 5d.
Met motorrijtuig rijden zonder nummer en
rijbewijs A. A. D. Terneuzen, 2 x 3 of 2 x
3 dagen.
Met voertuig rijden zonder rood achterlicht
of reflector C. d N. Waterlandkerkje, 1 of
1 dag.
Vee zonder voldoende toezicht op een weg
laten loopen C. B. T. Breskens, 10 of 10 d.
's Nachts rumoer verwekken J. C. M. Groede,
15 of 15 dagen.
Zonder daartoe gerechtigd te zijn loopen op
grond die beplant is C. J. C. Eede, 5 of 5 d.
UIT HET BINNENLAND.
Gevaarlijke vondst.
Te Reuver vond de arbeider G. bij het uit
diepen van een waterpoel nabij zijn woning
een ijzeren bus, waarin zich slaghoedjes voor
ziene doosjes bevonden, welke met dynamiet
gevuld waren.
Een en ander is door den burgemeester ter
nader onderzoek opgezonden naar de artillerie
inrichting aan de Hembrug.
Het einde van een vliegenplaag.
De vliegenplaag in den Wijnhuistoren te
Zutphen, welke bespeling van het carillon on
mogelijk maakte, stelde de directie van de
Bataafsche Import Maatschappij in de gele
genheid een buitengewone demonstratie te
geven met een door haar gefabriceerde vlie-
gendoodende vloeistof.
Het personeel van het Amsterdamschë la
boratorium der B. P. M. vond bij binnen
komst de muren en raamkozijnen zwart van
een wriemelende gonzende laag vliegen. Op
oordeelkundige wijze werd het offensief tegen
de millioenen vliegen boven in den toren ge
opend. Met een electrischen verstuiver ging
men de insecten met het praeparat, Shell-
Tox geanaamd, te lijf. Zoodra de damp de in
secten bereikte, vlogen deze even op, raakten
onmiddellijk daarna bedwelmd en stortten
dan dood neer.
Na verloop van eenigen tijd waren de vloe
ren met een dik tapijt van vliegenlijken be
dekt, zoodat het noodig was ze in zakken te
brengen.
De insecten, die nog de kracht hadden naar
buiten te vliegen, vielen aan den voet van het
toren neer, waar de grond ook weldra bezaaid
was met doode vliegen. Een aantal bedwelmde
vliegen die nog kans zagen naar buiten te
vliegen, waren een gemakkelijke prooi van
zwermen zwaluwen, die van alle kanten op
dit festijn aankwamen.
Na ruim pen uur werken was de toren ge
heel gezuiverd van vliegen en dus zullen de
Zutphenaren, de tonen van hun mooie caril
lon wederom over hun schoone stad hooren
weerklinken.
UIT HET BUITENLAND.
Nederlandsch sprekende chauffeurs te Berlijn.
Onder de Berlijnsche chauffeurs bevinden
er zich verschillende, die een of meer vreemde
talen spreken. Van 1 October a.s. af zullen
deze chauffeurs worden voorzien van arm
banden, waarop de talen die zij spreken op
staan. Daar ook verschillende chauffeurs Ne
derlandsch spreken, zal men weldra in de Ber
lijnsche straten chauffeurs met den armband
„Men spreekt Hollandsch" aan het stuur van
hun auto's zien zitten.
De worstmarkt van Duerkheim
De „Worstmarkt van Duerkhem", het groot
ste volksfeest van den Palts, zal dit jaar wor
den gehouden van 7 tot 10 en op 14 en 15
September a.s. op den Michaelsberg nabij
Bad Duerkheim.
Het feest is ontstaan uit een bedevaart met
kermis, waavran reeds in de annalen van
1443 melding wordt gemaakt. Het feest wint
elk jaar aan populariteit.
Behalve een paar honderd kramen, draai
molens enz. zullen dit jaar zes groote wijn-,
champagne- en biertenten en voorts twintig
worstenkramen de gezelligheid wat trachten te
verhoogen. Hierbij komen dan nog vijftig
„Schubkarchler", kleine tentjes waar de wijn
per glas wordt verkocht. De naam „Schub
karchler" stamt nog uit den tijd, waarin de
wijnboeren hun vaten per kruiwagen (Schu'o-
karre) naar de kermis brachten.
Ter gelegenheid van het feest zal een
„Worstenmarkt-Zeitung" worden uitgegeven.
Een zonderling in het slot te Berlijn.
Donderdagnacht kwam een waker in de
vertrekken van het vroegere keizerlijke slot te
Berlijn een man tegen, die daar rondwan
delde en leverde hem over aan de politie.
Deze stelde vast, dat het een 33-jarige arbei
der was, die het er blijkbaar eens extra van
had willen nemen. Hij v^as tegen den gevel op
geklommen, had een ruit ingeslagen en was
vervolgens naar binnen gestapt. Toen hem
naar de reden van de nachtelijke klimpartij
werd gevraagd verklaarde hij, dat overdag
iedereen het slot kan bezichtigen en hij eens
wilde weten hoe het 's nachts daarbinnen
uitzag.
De man, die misschien geestelijk gestoord is,
is door zijn vrouw afgehaald. Er is bij hem
geen sprake van diefstal.
(6)
Nu stond er een groot houten kruis op de
rots en daaronder bevond zich een door schra
le dennen beschaduwde bank. Twee geschil-,4
derde, in den steen gedreven zoogenaamde^'
„Martertafeln" vertelden, dat de zich zoo
raadselachtig uit den stroom verheffende rots
reeds zijn offers gevraagd had. Van den smal-
len, in 't gesteente uitgehouwen weg, die naar
boven liep, ging 't ineens de diepte in.
Lea had het duizelingwekkende pad nog
nooit durven betreden, maar Matha zat graag
op de eenzame bank daarboven, vanwaar
men 't schoone dal kon overzien tot aan de
bergen in 't Westen. Nu herinnerde haar ie
der stukje van het uitgestrekte landschap aan
't vorige jaar, ruischte iedere boom, iedere
golfslag haar herinneringen toe, waaraan zij
zich toch niet overgeven mocht en wilde, om
dat zij in zulk een treurigen wanklank eindig
den en omdat zij bovendien zeer onrechtvaar
dig zouden zijn jegens den man, wiens verlo
vingsring zij thans aan den vinger droeg. Zij
gevoelde voortdurend den nieuwen ring aan
haar rechterhand als een ongewonen last, als
iets dat haar voortdurend aan haar verloren
geluk herinnerde.
Dadelijk op den eersten dag na haar aan
komst had Generaal Döllnitz haar verwelkomd
en geluk gewenscht. Daarbij had hij haar on
derzoekend en ernstig aangekeken, bijna een
beetje medelijdend.
Waarom had hij medelijden met haar? Hij
juist, terwijl alle anderen haar keuze om strijd
prezen. Had hij haar hart doorzien? Zou de
zoon den vader misschien verklapt hebben,
dat hij haar voor deh gek gehouden had?
Zij liep den generaal nu bijna onbeleefd
uit den weg en verliet de kamer, zoo vaak hij
op bezoek kwaam. Lea scheen het niet op te
merken 't was haar lief met haar vriend al
leen te bllijven.
Uit gesprekken had Martha vernomen, dat
ook in 't stadje was, maar meestentijds uit
stapjes maakte langs eenzame bergwegen. De
gedachte hem te ontmoeten, vond zij zoo ont
zettend, dat zij zich nauwelijks uit de nabij
heid van het huis waagde .hoewel haar moeder
haar thans de volle vrijheid liet. Zij gevoelde,
dat zij 't onverschillig koele gelaat, dat zij
voor Bruno moest zetten, niet vertoonen,
dat haar 't ondeugende bloed naar de wangen
stijgen zou en dat zij door 't kloppen van
haar hart geen geluid uit haar keel zou kun
nen brengen, als hij 't wagen mocht haar aan
te spreken.
Op een namiddag besloot zij toch een brief
naar 't spoorwegstation te brengen, dat nog al
tamelijk ver van 't huisje aflag, 't Was een
antwoord aan haar verloofde, dat zij reeds
lang had uitgesteld.
Anders was het haar altijd gemakkelijk ge
vallen om brieven te schrijven aan haar
vriendinnen had zij met gemak drie Volle
vellen geschreven maar Clemens kwam haar
nu zoo vreemd voor, sedert zij zijn vertrouwe
lijk vleiende stem niet meer hoorde, en een
brief aan hem viel haar thans even zwaar
als vroeger 't Duitsche opstel op de kost
school met angstige schroomvalligheid wikte
en woog zij dan elk woord.
(Wordt vervolgd).