Jonge Harten. No. 3513 Maandag 9 September 1929 44ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN ITeuLilletarL. VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND |*- Gemeenteraad van Sas van Gent POSTREKENING Nd. 52419. 11) Ingezonden Mededeeling (9) —^9- smaakt ah room DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of J 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentiën 20 cent per. regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING IT8TEKEND GESCHIKT VOOR PUBLIOITEIT Spoedeischende zitting van Zaterdag September 1929, des voormiddags 10 uur. Voorzitter: BurgemeesterL. W. G. Hoefnagels. Mede aanwezigde wethouders A. A. Marquinie en P. A. Neeteson en de leden J. J. de Leux, C. C. A. de Mul, V. Ver- schaffel, P. J. P. Ysebaert. AfwezigA. Stouthamer. üm 11 uur opent de voorzitter de ver gadering en doet mededeeling van verhindering van het lid A. Stouthamer. Hij stelt verder voor, de notulen tot de volgende bijeenkomst aan te houden, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. De voorzitter stelt dan aan de orde punt I' der agenda «Voorstel omtrent de uitvoering der erfpachtscontracten». Spreker zegt, dat nog niet is vastgesteld een regeling over de wijze van open bouw fn de Stationstraat, Parklaan en Molenstraat, waarom B. en W. voorstellen, vrijwillig thans zulk een regeling in het leven te roepen, welke bepaalt, dat voortaan «open» gebouwd zal dienen te worden op 2 meter van het perceel tot aan de grens. Het is de bedoeling dat de Raad daartoe in principe besluit. De heer de Leux begrijpt de bedoeling van «open bouwen» niet bijster goed. Is het nl. de bedoeling dat zulk een bepaling ook zal gelden voor dubbele woningen De voorzitterDubbele woningen kunnen worden beschouwd als één gebouw. Bovendien zal de Raad goed doen te aanvaarden, dat op verzoek afwijking van deze bepaling kan worden toegestaan. Bedoeld wordt, dat zulk een afwijking niet door B. en W. maar door den Raad zal dienen goedgekeurd. De heer de Mul is van meening, dat een zuivere toestand dient te bestaan om verdere misverstanden te voorkomen. De voorzitterHet besluit zal vrijwillig moeten worden genomen en zal moeten gelden vanaf heden, dus niet met terug werkende kracht. Daardoor zullen de heeren Kalle en Vernaeve verplicht zijn hun bouw werk te verschuiven, waarvoor echter een schadevergoeding door den Raad zal moeten worden verstrekt. Spreker heeft met deze heeren geconfereerd, waarbij hem is gebleken, dat de thans gemaakte kosten loopen tot een bedrag van f275,95. Volgens ingewonnen advies van den Gemeente-architect is dit bedrag juist. Vernaeve is echter bereid, ge noegen te nemen met een bedrag van f 200. De heer de Leux vraagt, wie hier eigenlijk de schuld draagt, dat de Gemeente deze kosten moeten opgelegd De voorzitter zegt nogmaals, dat de Raad heel vrijwillig het besluit heeft te nemen. Immers de Raad is eveneens bevoegd om ontheffing te verleenen Novelle, neer 't Hoogd. van E. MERK. O En nn, op eens, hoort men vlak bjj de woeste, wanhopige gil! De menigte dringt op, sohnift langs 't hnis men trapt, en stoot en veoht in den blinde om selfbehond; kinderen hnilen, vrouwen gillen daar tnssohendoor klinkt soo nn en dan lnid schelden en vloeken van de mannen. Martha was nit den warrelklomp geslingerd en wel naar de straat toehaar knieën knikten. Zjj was op 't punt van te stikkennn kan zjj een oogenbiik op adem komen, maar daar siet zjj met verschrikte oogen wat daar komt aanstormen, dicht langs haar heen, reasaohtig groot, sonderling, een losgebroken monster't is een woedende olifant, een tweede achter hem, onder wiens hoefslagen de grond drennt. Martha vermant zioh; sg stuit aan alle kanten op een ondoordringbaren mensohenmnnr en nn verliest sg in doodsangst voor een oogenbiik geheel het bewustzijn. Als sg de oogen weer opslaat, siet sg naast aioh 't verhitte gesioht van den direotenr, en voelt zjj sioh half door sgn arm gedragen. Zg hoort een lnide bevelende stemMaak plaatB I Dese dame is in onmacht gevallenMaar sg komt pas geheel tot bewastsgn, sis het plotseling geheel koel en stil om haar heen wordt. De heer de Leux concludeert, dat de heer Dees dus feitelijk gelijk heeft gekregen. Spr. vraagt nogm.aals aan welke administratie de fout geweten moet worden De Gemeente wordt zoodoende onnoodig op kosten gejaagd. Het spijt spreker dat deze zaak zoo is geloopen. Hij wil voor dezen keer met het voorstel van B. en W. meegaan, doch zal een volgende maal moeten voorstellen dat zulke kosten door B. en W. zelf moeten worden betaald en niet door de Gemeente. De voorzitter herhaalt, dat de Raad ook bevoegd is om ontheffing te verleenen. De heer de Leux zegt, dat voortaan B. en W. beter hebben uit te kijken. De voorzitter zegt, dat de heer de Leux hem in zaken geen les heeft te geven. De heer MarquinieDe fout is begaan door n samenloopvan omstandigheden.Immers ook voorheen is al eens afgeweken. Spreker meende aanvankelijk, dat de afstand 2 meter bedroeg. Later bleek hem, dat zulks niet het geval was. Kalle en Vernaeve zijn echter niet ongenegen de opschuiving te doen. Spreker noemt opschuiven de beste oplos sing, want hij zou het »treurig« noemen als hieruit een procedure zou ontstaan. De heer Verschaffel hoopt, dat de Raad een minnelijke schikking zal weten te treffen. Dat is de eenige weg naar de oplossing. Spreker noemt procedeeren een verkeerd systeem. Het brengt de menschen nog verder van elkaar, in plaats van tot elkanderHier moet vandaag de weg leiden naar arbitrage* De heer IJsebaert zegt, dat er toch twee teekeningen moeten zijn geweest? De voorzitterEr is volkomen te goeder trouw gehandeld. Spreker herinnert er aan, dat ook de la Ruelle destijds is toegestaan om te bouwen binnen 2 meter van de grens. Het eerste plan was volgens meening van B. en W. niet aardig, waarom een tweede teekening met uitbouw bij B. en W. is gedeponeerd. Er is b.v. bij het bonwen in de Molenstraat nooit »geëischt« inzake »open<- bouwen. Men heeft de pachters ten aanzien hiervan steeds geheel vrij gelaten. De heer A. G. Stubbé persoonlijk heeft destijds de bepaling van 2 meter open bebouwing gesteld voor de la Ruelle en Dees. De heer IJsebaert: Maar het gaat hier over de Parkstraat De voorzitter herinnert er nogmaals aan, dat de Raad vrijwillig een besluit heeft te nemen. Daarom stellen B. en W. voor, Nn sit sg op een steenen trap op een koele binnenplaats in de stad, werwaarts «haar geleider haar gebracht heeft. Verward, als 't ware nog half droomend, tuurden haar oogen een poosje om sioh heen. 't Was snik een eigenaardig hoekje nit schelpen opgebouwde maren, waarait wanstaltige gesiohten en gedaanten neerkeken, door vissohen gedragen steenen bassins en over 't geheel iets geheim- sinnigs, iets antieks. Zg was hier vaak geweest in de kleine grot maar nn, na 't woeste gedrang, dat sg ontvluoht was, werkte de rnstige koelte, 't sonderlinge van hetpopperige, eigenaardige vertrek,dubbel kraohtig op haar. De direotenr stond voor haar, besorgd, liefdevol, en wees laohend naar sgn verscheurde jas en naar de opengereten handsohoenen, die hg had uitgetrokken. Waar is ma Als mama maar niets overkomen is I vroeg sg, sioh besinnend, met versohrikt gelaat. Wees maar onbesorgd, lieve juffrouw Martha! mevronw uw moeder heeft tegenwoordigheid van geest genoeg gehad in een openstaande poort te vlnohten. Als gjj u maar weer wat beter gevoelt I Gig kant niet gelooven, hoe vreeseljjk ik te moede was, toen gg van mg werd losgescheurd wat ben ik in ongerustheid over n geweest I Sohrik en swakte hadden haar een poosje haai* leed doen vergeten. Nn sag sg weer dnidelgk en klaar het tooneel voor sioh, dat haar voor altgd van haar levensvreugde beroofd had. Waarom hervatte sg bitter. Had mg maar onder den voet laten treden 't Zon voor mg 't beste geweest sgn Zg had geen maoht meer over haar overprikkelde senuwen na den slape- loosen nacht, na de verschrikkelijke tooneelen VOORTAAN een bepaling voor open bebouwing van 2 meter De heer Verschaffel noemt deze redactie niet geheel juist. Het is toch de bedoeling van 2 meter, uitgaande van het perceel en loopende tot aan de grensscheiding en wederzijds Spreker bespreekt uitvoerig het technische der kwestie en zet duidelijk uiteen, hoe eigenlijk de,,zaak zuiver dient gestald. De voorzitter meent, dat de discussiën thans voldoende rijp zijn om een beslissing te nemen. Spreker brengt het voorstel van B. en W. om van nu af en voortaan in de Stationsstraat, in de Parkstraat en in de Molenstraat aan weerszijden der perceelen een open ruimte van 2 meter te laten, in stemming. Z. h. s. wordt dit voorstel aangenomen. Een tweede voorstel, om aan den heer A. Vernaeve een schadevergoeding te geven van 200 gulden, wordt eveneens met algemeene stemmen aangenomen. Hierna wordt nog voorgesteld in verband met het hiervoren genomen besluit om de gemeentebegrooting te wijzigen met een bedrag van 250 gulden. Z. h.st. aangenomen. Rondvraag: De heer Ysebaert vraagt of de werken voor bestrating, rioleering enz. door B. en W. publiek worden aanbesteed De voorzitter antwoordt, dat ze wèl worden aanbesteed, maar niet publiek. Spreker acht zulks ook niet gewenscht. Er worden ver schillende, daarvoor in aanmerking komende personen uitgenoodigd om in te schrijven. Aan den laagsten inschrijver geschiedt dan de gunning. De heer Ysebaert wenscht aan IEDEREEN de gelegenheid te geven om in te schrijven. Wethouder Neeteson zegt, dat iedereen daarvoor niet in aanmerking k&n komen, zoodat het zeer onjuist zoude zijn om iemand te laten inschrijven, aan wien per slot van rekening toch niet zou kunnen worden gegund. De voorzitter zegt, dat de ondervinding geleerd heeft, het beste in deze is te handelen zooals steeds gebeurd is. Maar weet de heer Ysebaert iemand, die daarvoor zou willen inschrijven De heer Ysebaert wenscht nu geen namen te noemen. De voorzitterZegt U maar den naam van den persoon De heer Ysebaert zal dat thans niet doen. De heer de Leux is ook van meening, dat eenieder in de gelegenheid moet worden gesteld om in te schrijven voor gemeente werken. Wethouder Marquinie betoogt, dat prijs opgave is gevraagd o.a. aan Wulffaert, Meeuwsen, Claeyssens, enz. Op een vraag van den voorzitter of nog iemand het woord wenscht, meent de heer de Leux te moeten wijzen op een artikel, dat van dezen morgen. Zij barstte in tranen los en snikte zonder opbonden over deze eerste ver schrikkelijke ontgoocheling. De direotenr had naast haar plaats genomen op de steenen trap en trachtte haar te troosten. Maar, juffrouw Jnffruuw MarthaKind! Wat soheelt n tooh Mag ik het niet weten Hg sprak zoo bewogen, zoo innig trenrig, en tooh lachten zgn oogen. Maar ijj hoorde slechts de saohte, liefdevolle stem. Gg zwg'gt, Martha, vervolgde hg, terwgl hg zioh steeds meer naar haar over boog, steeds zaohter sprekende. Aoh, gelooft gg dan, dat ik de oorzaak van die bittere tranen niet ken Alleen om liefde kan men zoo sohreienDe man, dien gg genegen zgt, heeft n leed gedaan Is het niet zoo Maar verdient hg dan ook, dat hg om hem zoo verteert van verdriet. Ik ken hem niet. Ik wil hem ook niet kennen en zgn naam niet weten. Zgn toon was nu somber en getuigde van hartstochtelijke bitterheid, 't Zon niet goed zgn als ik hem ooit mooht ontmoeten, voegde hg er somber bjj. Toen zweeg hg. Men hoorde niets dan het rnisohen der fontein en het snikken van 't meisje. Geloof mg, Martha, hg is uw liefde niet waardig, wié hjj ook moge zgn, vervolgde Clemens met een diepen zuoht. Ik ken de wereld wel een beetje beter dan gij Ik zeide u immers reeds: een eohte man, wien het ernst is met zgn liefde, vraagt een meisje als gg ten hnwelgk, als hjj aan wederliefde gelooven mag. Doet hjj dat niet, nn dan was het roman netje voor hem sleohts een avontuur, waarop hjj zioh bjj gelegenheid op de sooieteit onder zjjn makkers beroemen zal. 't Nederhangende hoofd riohtte zioh plotseling als versohrikt opde roodgeweende oogen openden een drietal weken geleden in de Terneuzensche Courant heeft gestaan en dat getiteld was «Scheve toestanden» in Sas van Gent. In dat artikel wordt n.l. gesproken over een waterput behoorende bij het in aanbouw zijnde huis in de Stationsstraat van Van Loy. Bedoelde put is op gemeentegrond aangebracht. Spr. vraagt den voorzitter hoé het mogelijk is, dat zoo iets is geschied Spreker begrijpt de houding van B. en VV. in deze niet De voorzitter antwoordt, dat juist de inzender van genoemd artikel scheve toestanden schept. Want waar is, dat B. en W. kennis van de zaak hebben gekregen en den put hebben doen dempen. B. en W. verdienen dus eerder een pluimpje, dan een verwijt De heer de Leux zegt, dat desondanks de put nog steeds bestaat. Spreker wandelde eens door de Stationsstraat en zag de werk- menschen doende aan dien put. En wat blijkt nu Dat het bovenste van den put wél is weggewerkt voor het oog van de menschen, doch dat de eigenlijke put nog wel degelijk bestaat. Men heeft zelfs buizen van het gebouw naar den put gelegd en toen dit gebeurd was. riepen de werkmenschen, die zulks hebben gedaan triomphantelijk uit ziezoo, dcit is fijn voor mekaar!* (gelach.) De voorzitter deelt mede, dat B. en W. een bevelschschrift tot den heer van Loy hebben gericht om den put alsnog ten spoedigste op te ruimen. De heer de Leux is van meening, dat B. en W. het artikel in de Terneuzensche Courant moesten beantwoord hebben. Spreker blijft het een verkeerde toestand noemen, dat men zoo tewerk gaat, zonder voorafgaand verzoek aan B. en W. De voorzitter vindt het onbegrijpelijk, dat de heer de Leux zich laat leiden door ingezonden stukken in een krant, terwijl hij door even te informeeren op het stadhuis, volledig zou ingelicht zijn geworden. De heer VerschaffelLaat die put liggen hij doet niemand kwaad. De heer de Leux: Goed, maar dan moet ook aan een ander desgewenscht de toestem ming worden gegeven om een put te leggen op gemeentegrond. De heer Verschaffel betoogt, dat die put voor niemand in den weg ligt. Spreker acht het geen bezwaar dat de put er blijft. Niemand ondervindt er schade van, terwijl het voor den heer van Loy een vereischte is, dat hij goed drinkwater krijgt. De heer de Leux: Ja, maar dan moet men ook aan een ander, als die er om vraagt, de vergunning niet weigeren De heer VerschaffelDit is naar mijn meening een exceptioneel geval. Als men aan A iets toegeeft wil dat nog niet zeggen, dat men het ook aan B moet doen. Wethouder Marquinie heeft ook de zaak bekeken en met belanghebbenden besproken. Spreker dacht aanvankelijk, dat het een put was om kalk in te blusschen of iets dergelijks. zioh met een blik, die sprak ven schrik, verzeten hulpeloozen angst. Clemens gevoelde, wat ge schiedde: nn had hjj de rechte snaar aangeslagen de gevoeligste plek van dit jonge, onervaren hart. Nn kwam het bg hem cp wat meer kwaad- spekerg niet aan, als zg hem nader tot zgn doel brBoht. Sedert weken bekoorde hem het spel, om het weerbarstige vogeltje met een fijn weefsel te omspinnen, waarin het eindelijk moest verward raken. Nn zat het gekortwiekt voor hem het kwam er nn maar op aan nog een laatsten handigen trek te doen, en 't zon gevangen en in zgn maoht zgn. Aoh, gg hebt er geen idee van, Martha, wat voor weerzinwekkende indisoretie men so,ms in het koffiehois en de restaaratie, of in 't bierhuis komt te hooren, keuvelde hg, altgd nog naast baar zittende, sohgnbaar 100 zonder eenige be doeling, zoo heelemaal als een goed vriend, die een bedroefde vriendin een beetje verstrooiing tracht te bezorgen. Ik zou u daarvan historietjes konnen vertellen. Onlangs zat ik op een avond alleen voor mijn krant en mgn glas, naast mjj zaten aan een tafeltje eenige jonge artisten. Ik moest onwillekeurig naar hnn gesprek luisteren zij spraken lnid genoeg. Een van hen ik noem natnnrljjk geen namen beweerde, dat men werkelgk niet meer naar partijen gaan kande jongste meisjes, zeide hjj, waren zóó tronwlnstig, dat zg iemand, die er nog heelemaal niet aan denkt haar 't hof te maken, dadelijk maar aan klampen. Hg herhaalde lachend 't gekenvel' van ■en jonge dame, aan wie hg een bjjnaam gaf, dien de anderen sohenen te kennen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1929 | | pagina 1