No. 3462 De Zeeuwsche Koerier Dinsdag 7 Mei 1929 Tweede Blad BESTELT PLAATST Ons Winkelweek-nummer. STA PAL! Het Grootbedrijf en de Middenstand. Een heuglijk feit. uitgegeven ter gelegenheid van de Eerste Sassche Winkelweek (SA-WI-WE) van 8—13 Mei 1929. UW DRUKWERK bij Uw plaatselijke drukkerij UW BOEKEN, SCHRIJF- EN KANTOORBENOODIGDHEDEN bij Uw plaatselijken boekhandel j UW BINDWERK bij Uw plaatselijke boekbinderij UW ADVERTENTIËN in Uw plaatselijk blad DE ZEEUWSCHE KOERIER Drukkerij Boekhandel Boekbinderij Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. ZetelSAS VAN GENT. Prompte levering Prima afwerking Concurreerende prijzen. Winkelweeknummer Een winkelweek te Sas van Gent Dat is inderdaad een gebeurtenis, die zal opvallen. Onze gemeente behoort nu eenmaal niet tot de plaatsen, die door demonstraties op een of ander gebied bij voortduring de aan dacht op zich plegen te vestigen. Onze zuster-gemeente Hulst o.a. heeft het in die kunst stellig heel wat verder gebracht. Joch is dat in den tegenwoordigen tijd het n)iddel oqa zich, ook op economisch gebied, te handhaven en om den vijand in dit geval, den concurrent, die vriend en vijand tevens zijn kan buiten de veste te houden, ja zelfs hem in eigen kamp aan te tasten. En daarom is het, meenen we, een hoogst verblijdend verschijnsel, dat Sas van Gent door het houden eener winkelweek gaat toonen, dat het zijn bestaan niet alleen wil verdedigen, doch, door nqobilis^tie fijner middenstanders, zich de plaats wil gaan ver overen, welke het als industrieel centrum van Zeeqwsch-Vlaanderen in dit gewest ongetwijfeld kan innemen. Pat rqen daarbij een beroep doet op de medewerking v^n ?»jp tef plotse gevestigd fehld, ligt alleszins vqoj de hand. Evenzeer is het vanzelfsprekend, d^t eep dergeljjk versoek terstond wordt ingewilligd. En zoo is dan dit winkelweek-nummer ontstaan, waarin wij gaarne aan plaatselijke autoriteiten en deskundigen op middenstands- gebied gelegenheid geven, den Sasschen Middenstand te hujdigen pp aan fe vuren fof steeds hooger activiteit. Onzerzijds zullen we 't behoeft eigenlijk niet gezegd te worden den middenstand, zoo goed als alle andere standen, bij zijn loffelijk streven om zichzelf en daardoor deze gemeente op hooger plan te brengen, steunen zooveel als in ons vermogen is, Moge zijnerzijds die Middenstand ook diep doordrongen \yorden van de overtuiging, dat het bezitten van een orgaan ter plaatse, dat Voor zijn belangen pal staat, voor zijn ont wikkeling van met te onderschatten beteekenis is en ons zijn krachtigen steun verleenen om onze sociale taak op steeds Intensiever wijze te kunnen vervullen. Dan zal daaruit een wisselwerking geboren worden, die niet anders dan voor heel onze gemeente de heilrijkste gevolgen kan hebben. Middenstanders van Sas van Gent, wij wenschen U een groot succes met deze winkelweek. pn wij hopen, door het uitgevep van dit winkelweek-nummer tot dat succes een vrucht bare bijdrage te mogen leveren. Mijn gelukwensch aan den neringdoenden Middenstand van Sas van Qenf. Wanneer ik overweeg, hoe door eeuwen heen de Middenstand een vooraanstaande plaats inneemt in het maatschappelijk leven, hoe in de middeleeuwen zijn voorspoed, macht en luister werden bezongen en niet weinig heeft bijgedragen tot de glorie van d^t tijdperk, dan rijst in mij op bewondering voor den Middenstand van heden, voerend den strijd voor zijn gezin en voor de hem toekomde plaats in de burgerlijke samenleving. Gedrukt door groothandel, warenhuizen, trusts, coöperaties en anderszins, is de strijd noodzakelijk, en gij, mannen, hebt begrepen, dat het wapen voor den strijd moet staan in het teeken van broederschap onderling, samen werking in liefde, met het doel voor oogen hoog ons gezin en eene eereplaats in de maatschappij Ik breng hulde aan de mannen voor het initiatief om aan stad en dorp hunne handels kracht te toonen gij neringdoende Midden standers trekt ons èn van Sas van Gent èn van omgeving als door een magneet naar uwe in alle opzichten met Binnen- en Buitenland concurreerende prijzen, goed ver zorgde magazijnen en winkels. Blijve onderling vertrouwen elkanders steun en samenwerking het fundament, dan zult gij daarvan de heerlijke vruchten plukken, een menschwaardig bestaan opbouwen een krachtigen Middenstand, zoo noodzakelijk voor het maatschappelijk leven. De Sassche Winkelweek zij de voorbode van uw Willen en Kunnen. L. W G. HOEFNAGELS, Burgemeester. Het feit, dat de neringdoende middenstand van Sas van Gent besloten heeft een winkel; week te organiseeren geeft ons aanleiding een woord van gelukwensen richten tot de van 't zakenleven stuwen in nieuwe richtingen, en wee hem, die slaapt, terwijl anderen waken, die de gunstige momenten laat voorbij gaan, die niet iedere gelegenheid aangrijpt, om zijn zaak beter te maken. Het kenmerk van dezen tijd in 't zakenleven is het maken van veel reclame, men dient op de lippen en in de gedachten te blijven adverteeren, reclame maken, op de groote trom roeren, dat is noodig. Dat beginnen de middenstanders van Sas van Gent te begrijpen, met vereende krachten hebben ze hun winkelweek georganiseerd, ze willen en zullen de aandacht op hun zaken trekken. Wij wenschen, dat deze winkelweek moge slagen en goede vruchten moge afwerpen, dat ze moge worden een groot succes, opdat de moeite van de intiatiefnemers bekroond worde en de geheels middenstand van Sas van Gent nog beter begrijpe, dat ook in 't zakenleven van toepassing is Wie niet zaait* die niet maait*. Maar grooter en blijvender zullen hun successen worden, wanneer dan tevens moge doordringen bet begrip djer noodwendigheid mannen van het initiatief, die het bewijs leverden hun tijd te begrijpen door nieuwe middelen toe te passen om nieuwe successen te boeken, die naast hun persoonlijk ook het algemeen belang hunner gemeente wenschen te dienen, door J^et beyo,roeren van den bloei van den middens,tand* De middenstand vormt een onmisbaar lid van het maatschappelijk lichaam. Wil de middenstand zich een bloeiend bestaan ver overen, dan dient hij zich aan te passen aan de eischen van den tijd, waarin hij leeft. Hij m,oet zijn bedrijf reorganiseeren, en inrichten naar de nieuwe behoeften, door 't aanwenden det beschikbare hulpmiddelen, door reclame te maken en te etaleeren, teneinde de concurrentie, die van alle zijden zich doet gevoelen, het hoofd te bieden. Wil het geheele maatschappelijk leven bloeien, dan dienen ook al zijn ledematen gezond te zijn. De taak van den middenstand is daarom zich te beijveren om tot meerderen bloei te geraken. Dan eerst zal hij kunnen blijven bewijzen, dat zijn bestaan, materieel en moreel, noodzakelijk is, voor het heele lichaam, geheel het volk. «The Struggle for life» de strijd om het bestaan dwingt tot nadenken en zoeken naar strijdmiddelen, de middenstand moet paraat zijn, indien hij zich niet wil laten dooddrukken tusschen den hamer van den arbeid en het aambeeld van het kapitaal. Ieder geslacht maakt evoluties mee op sociaal en economisch gebied. De middenstand dient zich hierbij aan te passen en zoo snel mogelijk. De veranderde eischen van 't publiek, de nieuwe concurrentie, de moderniseering tot vereenigirtg der krachten, den drang tot de organisatie, het centrum der krachtsont wikkeling. Middenstanders, sta pal. Waar is, waf vele jaren geleden werd geschreven «In den strijd om het bestaan zal niet de brute macht als recht van den sterkste zege vieren. Neen, de hoogere factoren van ver stand, van beleid, van karakter, van gemoed zullen over het lot van het individu, gelijk van een groep, beslissen». EM. TH. LOCKEFEER. Voorzitter Dioc. Hanze, Breda Hulst, i Mei '29. In 1922 moesten de oude Kamers van Koophandel en Fabrieken, die meer de plaatse lijke commerciëele en industrieele belangen behartigden, plaats maken voor de tegen woordige, welke bedoeld zijn om op te komen voor de belangen van bepaalde streken, en wier samenstelling, inrichting en bevoegdheid bij de wet zijn geregeld. De regeering meende in die wet de bepaling te moeten opnemen, dat «elke kamer bestaat uit twee afdeelingen, ééne waarin de ver tegenwoordigers van het grootbedrijf, en ééne waarin de vertegenwoordigers van het klein bedrijf zitting hebben». Dit voorschrift zal wel in de eerste plaats bedoeld zijn om tot eene evenredige vertegen woordiging te komen. Toch kan men zich niet geheel los maken van de gedachte, en daarin wordt men gesterkt door het verdere voorschrift, dat iedere af- deeling haar eigen voorzitter kiest, dat de wetgever deze bepaling mede heeft noodig geoordeeld, omdat hij de mogelijkheid van botsingen tusschen de belangen van groot bedrijf en middenstand voorzag. Immers kan nu, indien geene overeen stemming is te verkrijgen, elke afdeeling, althans tot zekere hoogte, haar eigen weg gaan. Het mag een verblijdend verschijnsel ge noemd worden, dat zulke botsingen in de 36 Kamers, die ons land bevat, zoo goed als niet voorkomen en dat zelfs eene afzonderlijke vergadering van eene der afdeelingen, ter hehandeling van tegenstrijdige belangen, tot de groote zeldzaamheden behoort, en in de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen nog nimmer heeft plaats gehad. Verblijdend mogen deze feiten inderdaad genoemd worden, want er is werkelijk al verdeeldheid genoeg. Maar van den anderen kant spreekt het eigenlijk vanzelf, dat de man van het grootbedrijf en de middenstander elkander weten te verdragen, al was het alleen reeds uit welbegrepen eigenbelang, omdat zij immers voelen dat de een den ander niet missen kan. Maar in zeer vele gevallen tevens, omdat de belangen van den een ook die van den ander zijn. Want om welke redenen zouden de beide afdeelingen zich van elkander afscheiden. Wanneer in de Kamer van Koophandel en Fabrieken beraadslaagd wordt over verbetering in de postbestellingen, telefoontarieven, ver keerswegen te water en te land, electrificatie van bruggen om nu maar eens enkele onder werpen te noemen, die de aandacht van handel en industrie vragen Bij 't een of 't ander moge de een wat minder de ander wat meer belang hebben, redenen om elkander in 't haar te vliegen of den voet dwars te zetten zullen er bij de behandeling van dergelijke, zaken wel hoogst zelden aanwezig zijn. En bovendien zooals ik reeds zei, de een kan den ander niet missen. Waar bleef de fabrikant met zijn produkten, als de klein handelaars, de grossier, de winkelier, de bakker niet zorgden dat zijn fosfaat, zijn glas, zijn suiker, zijn stijfsel en stroop, en zijn meel bij den verbruiker terecht komen En wat zou de middenstand beginnen, als de fabrikant en de groot-handelaar hem niet in den arm namen voor de distributie van wat zij maken en verhandelen Wanneer men dit maar wil inzien, leert men elkander ook waardeeren. En nu meen ik te mogen zeggen, ókt men dit in ons goede. Sas van Gent, waar zoowel eene zeer belang rijke grootindustrie als een middenstand van beteekenis gevestigd zijn, inziet en dkt men daarom ook waardeering voor elkander voelt. Hier moppert men niet als de een of andere fabriek wel eens een enkelen keer op minder aangename wijze aan haar bestaan herinnert.... maar hier leeft ook het grootbedrijf mede met den middenstand en gunt hem van harte de vervulling van alle verwachtingen, die hij met het houden van zijn winkelweek koestert P. A. NEETESON, Voorzitter der Afdeeling Grootbedrijf van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Het mag vanzelfsprekend worden genoemd, dat ik aan het mij geworden verzoek om in dit speciale nummer van «De zeeuwsche Koerier» aan de eerste Sassche Winkelweek enkele woorden te wijden, zeer gaarne voldoe. Allereerst al hierom, wijl ik, als voorzitter van de afdeeling Kleinbedrijf van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch- Vlaanderen, uiteraard alles, wat op de opleving in het Kleinbedrijf, den Middenstand, in dit gewest wijst, van ganscher harte toejuich. Vervolgens echter ook, wijl ik door mijn jarenlange, nauwe relatie met Sas van Gent steeds met bijzondere belangstelling de ont wikkeling van het zakenleven in deze gemeente volg. En van opleving en ontwikkeling getuigt het onmiskenbaar, dat een der door de valuta-misère meest getroffen grensgemeenten weer naar voren durft treden in het ecomisch strijdperk en zich sterk genoeg voelt om zijn producten aaq landgenoot en vreemdeling

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1929 | | pagina 5