No. 3451. öe Z^uwsche Koerier van Woensdag 10 April 1929. Tweede Blad TIEN JAREN COÖPERATIE 19 Maart 1919 19 Maart 1929. Geschiedenis der R.-K. Coöperatieve Verbruiksvereeniging U. A. „De Volharding SAS VAN GENT. Nadat op 22 September 1918 in Sas van Gent was opgericht geworden de R.-K. Werkliedenvereeniging «St. Petrus», bestaande aanvankelijk uit 45 leden, bleek al spoedig, dat het organisatieleven dr& rijke vruchten zou afwerpen. Genoemde R.-K. Werkliedenvereniging immers mocht zich in een gestadigen groei en bloei verheugen, zóó zelfs, dat nieuwe plannen werden beraamd, om de jeugdige Organisatie sterker, hechter en meer om vattender te maken. De idee kwam wakker om als onder- afdeeling van de vereeniging te stichten een Coöperatieve Verbruiksvereeniging. Een ver eeniging, die zeer vele voordeelen aan de leden en den werknemersstand in't algemeen kon opleveren en bovendien, gezien de hooge prijzen der comsumptieartikelen ter plaatse, zeer zeker recht van bestaan mocht vinden. Gehoord de vele blijken van sympathie van de zijde der leden, besloot het toenmalig bestuur van «St. Petrus», een Comité in het leven te roepen, welk Comité de plannen in uitvoering zou trachten te brengen. Het was begin Januari 1919, toen onder voorloopige geheimhouding door het Bestuur van «St. Petrus« werden ontboden, de heeren Ang. Vervaet, P. C. Vermast en C. L. Acda. Aan deze heeren werd door den toenmaligen voorzitter, den heer W. Tak. uitlegging gegeven van de plannen, die bestonden ten opzichte der Coöperatieve Verbruiksvereeniging. De drie genoemde heeren stelden zich beschikbaar om door hun medewerking het gestelde doel te bereiken en verdeelden de functiën alsvolgtvoorzitter: A. Vervaet,, secretarisC. L. Acda, lid P. C. Vermast. Aanstonds werd aan den arbeid geslagen en allereerst contact gezocht en verkregen met het Bestuur van den Bredaschen Bond van R.-K. Coöperatieve Vereenigingen. Dank zij vooral het energieke optreden van den voorzitter, den heer Vervaet, was men spoedig zóóver met de voorbereidende werkzaamheden gekomen, dat een openbare propagandavergadering (tevens stichtings vergadering) kon worden uitgeschreven, welke bijeenkomst op Zondag 2 Februari 1919 onder leiding van het Bestuur van de R.K. Werkliedenvereeniging «St. Petrus», in hotel Rotterdam werd gehouden. Als spreker trad op de heer M. C. Geerts, secretaris van den Bredaschen Coöp. Bond. Daar te voorzien was, dat deze bijeenkomst een rumoerig karakter zou dragen, had het bestuur ook de Rijkspolitie tot de vergadering ontboden, teneinde ongewenschte feiten te voorkomen. De bijeenkomst die zeer druk was bezocht door de leden, niet alleen, maar in bijna even groote getale door midder. standers, nering doenden, liberalen, socialisten, enz., vond een zeer levendig verloop. Nadat door den heer Geerts in een uit voerige rede de bestaansnoodzakelijkheid eener Coöperatie was aangetoond, kwamen bij de debatten in de rondvraag de tongen van verschillende zijden los. Men tierde en schreeuwde en trachtte de debatten te ver troebelen. Ook tijdens de rede van den heer Geerts werden uitroepen gehoord als morgen slaan we onze waren af«, enz. Van socialis tische en liberale zijde werd de vraag gesteld, waarom niet een Coöperatie kon worden opgericht, los van elke vereeniging en los van het katholieke organisatieleven, dus een »Alge- meene Vereeniging*. Nadat de woordvoerders van de tegen standers waren beantwoord kwam eindelijk de vraag >wie wil zich als voorloopig lid doen inschrijven Staande de vergadering gaven toen zeventig aanwezigen te kennen met de oprichting eener Coöperatie als onderafdeeling van de R.-K. Werkliedenvereeniging »St. Petrus* in te stemmen. Daar dit aantal meer dan be vredigd mocht worden genoemd, kon dus van dit oogenblik af het oprichten der Coöperatieve vereeniging een feit worden. Het Comité had alsnu vasten voet gekregen en droeg de ver zekering haren arbeid met succes te kunnen voortzetten. Ten einde nu een goed inzicht te krijgen in de coöperative beweging en de werkwijze ervan te kunnen bestudeeren, namen de heeren Vervaet en Acda het besluit op eigen kosten eens een kijkje te gaan nemen in de Coöperatieve Verbruiksvereeniging en Bakkerij >De Volkswil*, te Breda. Inmiddels had het voorloopig Bestuur, dat op de vergadering van 2 Februari voornoemd A. VERVAET, mede-oprichter en voor zitter van 19 Maart 1919 tot 4 Maart 1923 W. TAK, mede-oprichter en voor zitter van April 1923 tot Maart 1928 GASTON GOOSSENS, tegenwoordig voorzitter C. L. ACDA, mede-oprichter en tegen woordig secretaris A. MIJNSBERGH, tegenwoordig bedrijfsleider HET TEGENWOORDIG BESTUUR Zittend van links naar rechts: C. L. ACDA (secretaris), GASTON GOOSSENS (voorl zitter), JOS. SERRARENS (geestelijk adviseur). Staande van links naar rechts: J. B. STOFFERIS (penningmeester), L. DE MAAIJER (2e secretaris), M. VAN WAES (vice-voorzitter). was benoemd en dat bestond uit de heeren A. Vervaet (voorzitter), C. L. Acda (secretaris), C. Ranschaert (penningmeester), J. B. Goossens, C. de Ridder en P. C. Vermast (commis sarissen) niet stil gezeten. Met den grootsten ijver werd immer voortgewerkt en werd de voornaamste factor: de »geldmiddelen« om de zaak te drijven aangevat. De voorzitter, de heer A. Vervaet, gaf hieromtrent den eersten en krachtigen stoot. Ook eenige andere bestuursleden tastten aanstonds in den zak, terwijl verder bij de vooraanstaanden en bij de andere promotors der coöperatieve zaak in de gemeente op huisbezoek werd gegaan. Het resultaat was zóó bemoedigend, dat al direct de noodige sommen voorradig waren en dus tot définitieve oprichting kon worden overgegaan. Nadat de heeren P. C. Vermast en C. de Ridder zich uit de beweging hadden terug getrokken en de heer J. Vereecken in het voorloopig bestuur was benoemd, ontstond de gelegenheid om in onderhandeling te treden met den heer J. van Leemput te Sas van Gent, betreffende den aankoop van een bestaand winkelpand aan de Oostkade. Tot den koop werd besloten tegen den prijs van 7000 gulden voor 5 pCt. jaarlijksche rente en tegen een jaarlijksche aflossing van 500 gulden. Bedoelde aflossing bleef gehandhaafd tot 1 November 1927, toen het restant van 2000 gulden geheel werd afbetaald. Het pand werd toen geheel in eigendom der vereeniging genomen. Bij het aangaan der koop werd door het Bestuur besloten, den geheelen winkelinven taris, alsmede de bestaande voorraad winkel goederen over te nemen tegen den prijs van 2000 gulden. Door notaris Dumoleyn, te Hontenisse, werd in Februari 1919 de koopacte van het winkelpand gepasseerd. Alsmede werden door genoemden notaris de Statuten der nieuwe vereeniging gereed gemaakt en ter Koninklijke goedkeuring aan Den Haag doorgegeven. Deze goedkeuring volgde in Augustus van hetzelfde jaar. Om nu de nieuwe zaak terdege sterk op hare grondvesten te doen staan en die sterkte ook in den lateren tijd te behouden, was een borg noodig van tienduizend gulden. Op voorstel van notaris Dumoleyn werd daartoe een conferentie gehouden met den heer J. van Rompu te Ter Neuzen, die bereid was voor het bedrag van 10,000 gulden borg te zijn, welke borg heden ten dage nog steeds bestaat en van kracht is. Op een ledenvergadering van 16 Maart 1919 werd van bestuurszijde het voorstel gedaan, de Coöperatie den naam te geven van «De Volharding». Deze benaming werd door de vergadering geaccepteerd, alsmede het voorstel om per 23 Maart daaropvolgende de verplichte aandeelen ad tien gulden per lid vol te storten. Op deze vergadering werd voorts mede- deeling gedaan, dat sollicitanten zouden worden opgeroepen voor de betrekking van bedrijfs leider en dat sollicitatie's daaromtrent'moesten zijn ingediend vóór 30 Maart d.o.v., op welken datum de benoeming zou geschieden. Ofschoon de Koninklijke goedkeuring nog niet was binnengekomen en verleend, verkreeg de Coöperatie op 19 Maart haar bestaan. Op een op 30 Maart gehouden ledenver gadering werd uit een voordracht van drie sollicitanten, nl. F. Rondonck, P. de Roo en C. L. Acda, met meerderheid van stemmen tot bedrijfsleider benoemd, de heer C. L. Acda. Aangezien toen echter het pand nog niet was ontruimd door den toenmaligen bewoner, kon de winkel eerst op den zevenden Juli 1919 in exploitatie worden genomen. Als opvolger van den afgetreden secretaris en benoemden bedrijfsleider C. L. Acda, werd verkozen de heer J. B. Goossens, terwijl als nieuw bestuurslid werd benoemd de heer W. Tak. Door den heer Peters, toenmalig bedrijfs leider der Coöperatie te Breda, werd de nieuwe winkel geïnstalleerd, waarna de heer Acda zijn functie aanving en die functie vervulde tot 30 Juni 1921, vanaf welk tijdstip de heer J. Mijnsbergh als zoodanig in functie kwam en deze heeft blijven vervullen tot nog toe. Statuair werd ingesteld een Commissie van Toezicht, waarin voor het eerst zitting kregen de heeren M. van Goethem, A. de Caluwé4en P. v. d. Heyden. Deze heeren zijn later na gevraagd ontslag vervangen geworden door anderen en deze anderen opnieuw door

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1929 | | pagina 5