Extra nummer
voor Sas van Gent.
No. 3424
Zaterdag 2 Febraari 1929
43ste Jaargang
4
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND VOOR PUBLICITEIT
POSTREKENING Nd. 52419.
Gemeenteraad van Sas van Gent.
mk: m
\4,
tü1
II
'k
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advertent ien 20 cent per.regelbij contract lager
ZEER KOOPKRACHTIGE
LEZERSKRING
Zitting op Donderdag, 31 Januari 1929,
des namiddags 6 uur.
(Vervolg.)
I. Mededeeling ingekomen stukken.
a) Bericht van Ged. Staten, dat zij hun
beslissing omtrent de gemeente-begrooting
1929 tot 1 April verdagen.
Voor kennisgeving aangenomen.
b) Adres van de gemeenten Clinge,
Kemseke, St. Gillis en Stekene, inzake het
onttrekken van water ten behoeve van de aan
te leggen waterleiding. Adressanten eischen
een garantie van den Nederlandschen Staat
voor een eventueel onvruchtbaar worden van
den grond.
De voorzitter merkt op, dat omtrent het
vraagstuk of de wateronttrekking al of niet de
vruchtbaarheid van den bodem zal benadeelen,
de meeningen uiteen loopen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
II. Voorstel tot verleening 80 pCt. voor
schot op de gemeentelijke vergoeding over
eenkomstig art. 101 der L. O. wet 1920 ten
behoeve der Bijz. Lagere Scholen over 1929.
Aldus wordt besloten. Aan de Bijzondere
R.-K. Lagere Jongensschool zal dienovereen
komstig f 740,52 voorschot worden verleend
en aan de Bijzondere R.-K. Lagere Meisjes
school f967,03 en wel in twee termijnen,
vervallend 1 Mei en 1 October 1929.
III. Voorstel tot verlenging besluit omtrent
de subsidieering van den cursus in de Fransche
taal aan de Bijz. Lagere Scholen in de
gemeente.
Z. h. st. wordt besloten, dat de subsidie
onder dezelfde voorwaarden voor een jaar zal
worden verlengd, ingaande 1 April 1929.
IV. Verzoekschriften om gemeentegrond
in erfpacht en om afwijking van de bepalingen
van art. 7 der Bouwverordening, n.l. van G.
J. Wittebroodt, C. de Zutter, G. de Smet,
A. Maenhaut, C. P. G. Feijen, L. Kalfsvel.
De voorzitter deelt mede, dat Wittebroodt had
nagelaten met eengewijzigdeteekeningtekomen.
Hem is toen te verstaan gegeven, dat zijn
verzoek zoodoende moeilijk kon worden inge
willigd. Nadien is hij bij den voorzitter
gekomen met de mededeeling, dat de Zutter
van zijn voornemen om te bouwen afzag.
Hem is toen nogmaals gezegd, dat hij een
teekening zou moeten indienen. Dit is nog
steeds niet geschied. B. en W. moeten daarom
voorstellen, afwijzend op dit verzoek te be
schikken.
De Raad gaat hiermede accoord.
G. de Smet wenscht een groot dubbel
landhuis met garage te bouwen aan de
Stationsstraat achter de woning van den heer
Dees.
Aangezien dit plan inmiddels verandering
heeft ondergaan en nog geen teekening
hiervan is ingekomen wordt ook op deze
aanvraag op voorstel van B. en W. afwijzend
beschikt.
Aan A. Maenhaut wordt de gevraagde
toestemming verleend. Het terrein is gelegen
ten Westen van den grond, die aan zijn vader
in erfpacht is afgestaan.
Het verzoekschrift van C. Feyen om grond
in de Stationsstraat naast het perceel, aan
gevraagd door E. Michielsen, wordt eveneens
ingewilligd ofschoon door aanvrager alleen
een plattegrond-teekening is ingediend en
verklaard is, dat hij zal bouwen ten genoegen
van B. en W.
De heer de Leux wil hiermede accoord
gaan doch onder voorwaarde, dat, indien er
nog eens iemand met een aanvraag zonder
teekening komt,die op dezelfde wijze behandeld
zal worden.
Aan het verzoek van L. Kalfsvel om ver
grooting van zijn erfpachtsterrein kan niet
worden voldaan. Aangezien deze aanvraag
niet op zegel is doch tevens wijl men over
het aangevraagde terrein een straat heeft
geprojecteerd. 4
In verband met bovenvermelde vergunningen
zullen de landpachten van O. Maenhout en
L. Colpaert worden ingetrokken.
V. Voorstel tot wijziging der gemeente-
begrootingen voor 1928 en 1929.
De voorgestelde af- en overschrijvingen
worden, z. h. st. goedgekeurd.
VI. Voorstel tot intrekking van landpachten.
Dit punt is reeds behandeld in aansluiting
van punt IV der agenda, waarmede het ver
band houdt.
Rondvraag. De heer Stouthamer zegt
Mijnheer de voorzitter: Het zijn nog slechts
enkele dagen, die ons scheiden van Carnaval.
Dit feest is altijd een goed feest geweest voor
de neringdoenden, die op de Carnavaldagen
hun jaar moeten goed maken en ik zou U
willen verzoeken, evenals verleden jaar weer
maskerade te willen toestaan.
De voorzitterVooraleer ik U op deze
vraag wil antwoorden, wil ik eerst iets
opmerken. Ik wil zeggen, dat de Carnaval
van verleden jaar gevierd is op een wijze, die
absoluut goed te noemen is. Het deed mij
genoegen, dat de gemeentenaren zich
oprecht ordelijk hebben gedragen en dat geen
onzedelijke of beleedigende taal is gehoord.
De rapporten zijn alleszins verblijdend. Dat
in 1928 de Carnaval is toegestaan, is oorzaak
geweest, dat harde woorden zijn gevallen,
die mij diep hebben getroffen. Ik wil verklaren,
dat ik verleden jaar in geen enkel opzicht
ben tekort geschoten aan mijn katholieke
consciëntie inzake de vastenavondviering. Wat
ik heb gedaan heb ik kunnen doen en ook
mogen doen. Mijn katholieke consciëntie was
gedekt. Dat is de waarheid. Als men anders
spreekt, dan spreekt men tegen de waarheid.
Het Carnavalsfeest is een feest met katho
lieken oorsprong en reeds meer dan 100 jaar
oud. Carnaval wil zeggen vaarwel vleesch«
dit ingevolge de daaropvolgende veertigdaag-
sche vasten. Het is een katholiek feest, dat
ook de katholieken in ware onschuld wisten
te vieren. Thans zijn we gekomen tot heden.
Nu hebben de besturen van de R.-K. vereeni-
gingen aan mij een adres gericht, om bij
Carnaval geen maskerade toe te staan. Ik wil
verklaren, dat dit een vrije daad is van de
katholieken die door mij niet is gevraagd.
Het komt uit het hart der katholieke vereeni-
gingen. Het adres is geteekend door de
besturen namens den R.-K. Boerenbond, R.-K.
Kiesvereeniging, Vincentiusvereeniging, R.-K.
Kring, R.-K. Werkliedenvereniging, R.-K.
Hanze, R.-K. Vrouwenbond, benevens door
P. Doens, pastoor, Jos. Serrarens, kapelaan,
en H. Akersloot van Houten Roos, predikant.
Nu die zaak zoo staat, nu het een katholiek
feest is, waarvan de katholieken zelf vragen,
dit feest te verbieden, nu wordt dat voor mij
een punt van ernstige overweging.
De heer MarquinieZooals .mijnheer de
voorzitter terecht opmerkt, is verleden jaar
niets onbetamelijks gebeurd, hetgeen ook
zeer tot mijn genoegen is geweest. Ook naar
mijne meening is het een R.-K. feest. De
verenigingsbesturen komen er tegen op, doch
in al die vereenigingen zijn het bijna dezelfde
menschen, die er lid van zijn, terwijl ook de
bestuursfuncties bijna allen door dezelfde
personen worden vervuld. Zeer zeker hebben
zij recht om te protesteeren, doch U zult
door enkele personen, toch niet een geheele
gemeente de dupe doen zijn? Ik vindt, dat
het oordeel van den Raad bij U een eerste
punt van overweging zou moeten zijn, waaraan
de burgemeester zich gedraagt. Er moet een
hoofd zijn in een gemeente. Als de burge
meester vereenigingen voortrekt bij een ge
meenteraad, waar gaat het dan heen
Als we in Sas geen Carnaval hebben, dan
zullen we ondervinden, dat de jonge lui naar
Selzaete en Assenede gaan en dan zou het
ons bijzonder veel spijten, dat we in onze
gemeente dat feest niet hebben. Hoe hebben
we dat niet gezien in de jaren, dat hier
maskerade verboden werd Men heeft zich
echter te gedragen naar het besluit van den
burgemeester, doch het zou spijtig zijn, dat
hier Carnaval zou moeten worden afgeschaft
en de gemeentenaren dat feest in naburige
grensgemeenten moesten gaan vieren.
De voorzitterIk heb steeds graag iets
voor de gemeente gedaan. Verleden werd mij
verklaard Burgemeester, ieder Sassenaar zal
een politieman zijn in die dagen, opdat er
niets onbetamelijks zou plaats vinden. Ik zeg
van den Carnaval van verleden jaar niets dan
goeds.
De heer Stouthamer: Burgemeester, ook
dit jaar zal ieder Sassenaar een politieman
zijn en zal er niets onbetamelijks gebeuren.
De besturen, die het verzoek tot U hebben
gericht bestaan meestal uit dezelfde personen
Het is niet alleen om de neringdoenden, doch
ook voor hen, die weer eens prettig Carnaval
willen vieren, dat wij het vragen. Ik ga mee
met de woorden van den heer Marquinie,
dat het gevoelen van den raad op U meer
indruk moet maken dan een schrijven van
verschillende vereenigingen.
De voorzitter De besturen spreken namens
de vereenigingen en dan staan er honderden
menschen achter hen.
De heer MarquinieOnder die zijn er
velen, zeer velen, die zich op die dagen
maskeeren. Ik wil geen namen noemen, doch
ik ben er stellig van overtuigd.
De voorzitter: Het valt niet weg te cijferen,
dat achter de besturen de leden moeten
staan. Ook is het verzoek geteekend door
Pastoor Doens en Ds Akersloot. Dit zijn de
herders der katholieke en protestantsche
gemeenten. Ook dit doet het verzoek tot een
punt van ernstige overweging zijn.
De heer Marquinie Doch ook achter de
raadsleden, staan vele ingezetenen, waarmede
rekening dient gehouden te worden. Ik meen
zeker te weten, dat het juist de R.-K. fractie
is, die zich op Carnavalsdagen zich het meest
op den voorgrond dringt.
De heer Stouthamer Mijnheer de voorzitter,
hebben die besturen eerst een ledenvergadering
gehouden, alvorens dat verzoek te teekenen.
Ik geloof, als zoo iets zou gebeuren, als er
moest gestemd worden tegen Carnaval, dat
er weinig leden tfer vergadering zouden aan
wezig zijn.
De heer VerschaffelHet adres is van den
pastoor en predikant zeer begrijpelijk, doch
we hebben ook rekening te houden met het
belang der gemeente. Nu U ons hebt toegelicht,
dat de vorige Carnaval zoo vreedzaam en
onschuldig verloopen is, moet dit Uw decisie
in deze kwestie ten zeerste vergemakkelijken.
De heer de Leux De besturen der ver
eenigingen zijn meestal allen dezelfde personen,
die toch allen onder één adviseur staan.
Wanneer de pastoor of kapelaan adviseert
Jullie moeten dat doen, dan gebeurt dat wel.
De pesturen echter hebben geen ledenver
gadering gehad. Men zegt altijd, dat de
katholieke partij in Sas de meerderheid heeft,
doch ik kan van die meerderheid niet veel
vinden. De predikanten, die hier geweest zijn,
hebben recht af te geven op Carnaval. Van
de katholieke meerderheid echter kan ik niets
vinden. Er zijn maar twee R.-K. raadsleden
van de zeven. Ook kan ik niet begrijpen,
waarom de katholieken er zoo op tegen
kunnen zijn.
Ik zou hun gelijk geven, als de vasten-
avondpret hier gevierd werd met messen
enzoovoorts zooals in Noord-Brabant. Laat
ons echter de meerderheid gelijk geven.
Wanneer we in Sas een stemming moesten
houden over Carnaval weet ik zeker, dat er
drie vierden vóór zou zijn. En degenen, die
zeggen, dat ze tegen Carnaval zijn, zijn
dikwijls de eersten, die onder het masker
zitten. Verleden jaar is de Carnaval toch
ordelijk gevierd. En wat zal er gebeuren, als
dat feest hier verboden wordt en men diep
in den nacht langs den kanaaldijk van Selzaete
komt, waar men wel Carnaval heeft gevierd?
De nadeelen zullen ervan geplukt worden.
Men is niet verantwoord, met tegen Carnaval
te zijn.
De voorzitter: Ik zou een fractie of een
partij er buiten laten. Carnaval is een feest.
U hebt gemerkt; dat ik alles in het werk heb
gesteld om Sas vooruit te brengen. Verleden
jaar was het muziekfeest ook een echt
volksfeest. Het heeft me verleden jaar aan
genaam gestemd.
De heer de Mul Wij als katholieken (let
wel als katholieke raadsleden) worden hier
wel eenigszins in het gedrang gebracht. Wij
kunnen echter niets anders doen, waar het
hoogste kerkelijk gezag, met name de bisschop,
gesproken heeft, dan, graag of niet graag,
ons daaraan onderwerpen.
De heer IJsebaertAls Sas 2400 katholieken
heeft, wordt de Carnaval toch meest door de
katholieken gevierd. Het zou erg ongelukkig
zijn, als U, mijnheer de voorzitter, U aan het
adres zoudt storen.
De voorzitterDan zou het adres een fout
zijn van de vereenigingsbesturen.
De heer de Leux: Het moet een fout zijn
van de besturen, waar zij wel overtuigd zijn,
=3*5
dat, als zij een ledenvergadering uitschrijven
en zij zouden daar de kwestie aanhangig
maken, zij met de kous op den kop er
van af zouden komen. Wat is er tegen, het
feest te laten doorgaan Aan mij hebben
reeds vele Roomsch-Katholieken gevraagd, of
het nu Carnaval zou zijn. Dat de predikanten
er tegen zijn, dat is hun goed recht. Doch
ook de burgemeester heeft zijn recht. Door
den wil van die paar menschen zou men in
het gedrang komen met de meerderheid in
de gemeente, wat een onhoudbare toestand
zou worden.
De voorzitter: Er ligt vóór mij een ernstig
adres! De katholieken zeggen, dat zij het niet
meer willen. Zij zeggen, wij wenschen het
ontaarde feest niet en belijden dat openlijk.
De heer Marquinie: Ik kan niet begrijpen,
dat U het zoo diep zoekt. Een vertegen
woordiger der katholieke fractie zegt, dat hij
er niet tegen is, althans hij zegt niet dat hij
er tegen is. De heer de Mul heeft het wellicht
hooger op. Doch het zijn toch juist de
Roomsch-Katholieken, die onze Carnaval goed
maken. Als de katholieken zich terugtrekken,
hebben we geen Carnaval meer, dan is het
ten doode opgeschreven. Zou dan bij U,
mijnheer de voorzitter, de indruk van dat
adres grooter zijn, dan die van den Raad
Dat zou mij veel tegenvallen. Neen, we
moeten handelen in het belang van Sas van
Gent.
De heer de LeuxLaten we nu eens
rekenen, dat de leden van al die bonden 600
in getril zijn, dan schieten er nog 2400 over.
Dan zou één vijfde van de bevolking tegen
Carnaval en vier vijfden er voor zijn. Zoudt
U dan voor dat één vijfde gedeelte de
Carnaval afschaffen Dat zijn juist de dagen,
Carnaval en kermis, die het voor de nering
doenden goed moeten maken. We hebben
hier toch anders niets. Die menschen moeten
toch ook verdienen. Wanneer de Carnaval
hier niet wordt toegestaan, wordt het geld in
België verteerd. En wat zal dan gebeuren als
men laat in den avond thuis komt. Dat feest
is ontaard.
De heer Neeteson Een ieder heeft het
recht, te vragen hot Carnaval te behoudon.
U zegt, dat U geen invloed hebt uitgeoefend
op dat adres. Het is dus vrije wil. Het komt
van één kant. Het zou toch een klein kunstje
zijn, om een groote hoeveelheid handteeke-
ningen te verzamelen van menschen, die U
verzoeken, Carnaval wèl te doen doorgaan.
U moet zich niet stellen op het standpunt
wat willen die menschen, U moet zich stellen
op het standpuntwat wil de meerderheid
Deze wil Carnaval. Carnaval is oor
spronkelijk een katholiek feest. Zeker, doch dat
karakter heeft het al lang verloren. Vooral
het Sassche Carnaval. We moeten het be
schouwen, zooals het is. Het gaat niet om
den oorsprong, maar wel om het feest, dat
NU Carnaval geuoemd wordt. Er is geen
reden, het te verbieden. Die aanvragers ver
tegenwoordigen toch niet de meerderheid
der bevolking Ik hoop, dat U de maskerade
zult toestaan De tijd dringt, en men moet
zijn voorbereidingen treffen.
De voorzitterIk heb u allen graag aan
gehoord. De toon, waarop gesproken is, was
aangenaam, u zult me echter niet ten kwade
duiden, dat ik nu mijn besluit nog niet kan
nemen.
De heer Neeteson Wanneer dan, mijnheer
de voorzitter
De voorzitterVanavond kan ik nog niets
zeggen. Misschien morgen, misschien met
enkele dageri. Zoo spoedig mogelijk zal ik
mijn besluit bekend maken. Zooals Carnaval
verleden jaar gevierd is, was het goed. Ik
wil daarvoor nog dank brengen van deze
plaats aan wijlen den heer A. Stubbé. Steeds
heb ik toen op zijn hulp mogen rekenen.
Hij zeide mij meermalen Burgemeester, als
er iets gebeurt, dat niet betaamt, grijp dan
in. Wij zullen U helpen.
De heer de Leux Is het dan niet mogelijk,
dat U onder de raadsleden een stemming
uitlokt Die vertegenwoordigen toch ook de
bevolking.
Wethouder Neeteson: Dat is niet mogelijk.
De voorzitter: Het gaat hier om een zaak.
die toekomt aan het hoofd der politie. U voelt,
dat ik niet onwillig sta. Ik kan echter van
avond geen besluit nemen.
Wethouder Marquinie merkt op, dat het
toch gewenscht is, dat thans een besluit wordt
genomen. Heel Sas wacht op uw woord, zegt
spreker. Het is tijd, zooals U zelf zegt. Nu
ziet U, dat heel de gemeenteraad er voor ia
I
V i
«f