Uit de Pers Ingezonden Mededeeling.(8) Schrijnende Handen na de Wasch llit het Parlement. Het vorstelijk huwelijk in België. De nienwe Katholieke partij. Binnenland. Voornaamste nlenws. Buitenland. Het Naderlandscb-Belgiscb Verdrag. Voornaamste nieuws. toch niet mag opgeven. Spr. wijst op de typhusgevallen te Breda eu Princenhage. Als zich hier zooiets zou voordoen, zou de inrich ting te Sluiskil absoluut onvoldoende zijn. De voorzitter merkt op, dat ingeval van epidemie men eenigszins mag vertrouwen op wat de liefde kan doen. De heer van Hecke is ook van meening, dat in zulk een geval bijzondere maatregelen getroffen zouden moeten worden. De voorzitter zegt, dat men toch moeilijk met Sluiskil een contract zou kunnen sluiten voor b.v. 6 bedden. Ook tegen het inrichten tot barak van de Pottebakkerij zijn bezwaren de directeur van de Volksgezondheid laat in zijn schrijven duidelijk uitkomen, dat de kwestie der bediening niet gemakkelijk op te lossen zal zijn. De heer Dierick meent, dat toch maatregelen getroffen moeten worden. De voorzitter Die zijn getroffen in zooverre, dat in de Pottenbakkerij 2 bedden zijn geplaatst. De heer Dierick vindt de bewuste ledikanten uit den ouden tijd en meent, dat men die liever moest opbergen. Spr. zou ijzeren ledikanten geplaatst willen zien. De heer Verschaffel waarschuwt, dat ijzeren ledikanten zullen verroesten aangezien er niet wordt gestookt. De heer Marquinie merkt op, dat het beste zal zijn, het bewuste bed te Sluiskil te reserveeren en de Pottebakkerij zooveel mogelijk in orde te houden. Spr. zegt, dat hij in de meening verkeerde, dat men de gemeente wilde verplichten, de Pottenbakkerij in orde te brengen. De voorzitter zegt, dat het inwendige der Pottenbakkerij goed is. De straatjeugd werpt echter geregeld de ruiten in. Spr. meent, dat het goed zal zijn, alles met planken a£ te schutten. De heer van Hecke Dat is spoedig genoeg te arrangeeren. De voorzitter verklaart zich bereid, een en ander met B. en W. te bespreken. Het voorstel bovengenoemd wordt dan z.h.st. aangenomen. XIV. Missive van de Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding-Mij. om benoeming vertegen woordiger der gemeente met plaatsvervanger. In bedoeld schrijven van mr. Dieleman, op dit oogenblik eenig commissaris der maat schappij, wordt verzocht een vertegenwoordiger te benoemen tot wederopzegging toe. Mede gedeeld wordt o.a. dat Sas van Gent recht zal hebben op het uitbrengen van 4 stemmen. De voorzitter zegt, dat het hem leed doet, dit onderwerp ter sprake te moeten brengen nu de beide wethouders afwezig zijn. Spr. deelt mede, dat in de jongste vergadering van B. en W. besloten is, den burgemeester voor te dragen voor afgevaardigde. Wethouder Neeteson zou het daartoe strekkend voorstel hebben gedaan, doch wordt hierin verhinderd door zijn plotselinge ongesteldheid. Het is thans aan den Raad hierover verder te discussieeren. De heer Verschaffel zegt, er genoegen mede te kunnen nemen, dat de burgemeester als lid wordt aangewezen. Als plaatsvervanger zou spr. wethouder Neeteson willen aange wezen zien, aangezien deze vóór de water leiding is geweest. De heer Marquinie meent, dat de voorzitter de aangewezen vertegenwoordiger is, aan gezien deze tot dusverre de onderhandelingen voor de gemeente heeft gevoerd en dus volkomen op de hoogte is. Een ander zou zich eerst geheel moeten inwerken. De heer Verschaffel herhaalt, dat hij als plaatsvervanger de heer Neeteson de aan gewezen persoon acht aangezien deze vóór de waterleiding was. De heer Dierick merkt op, dat hij aan de stemming niet wenscht deel te nemen. Wel is hij in principe vóór een waterleiding, doch hij heeft indertijd bezwaar gemaakt tegen de clausule inzake verplichte aansluiting. De voorzitter zegt, dat de heer Dierick dan tijdens de stemming de raadszaal dient te verlaten. De heer VerschaffelDe heer Dierick kan ook blanco stemmen. De heer Warrens wil, alvorens zijn stem uit te brengen, opmerken, dat, wie goed water heeft, toch niet tot aansluiting is verplicht. De voorzitter benoemt dan de heeren van Hecke en Dierick tot stemopnemers. Uitgebracht worden 5 stemmen, waarvan 4 op den burgemeester en 1 blanco, zoodat de burgemeester tot vertegenwoordiger is gekozen. De stemming voor een plaatsvervanger heeft tot resultaat, dat van de 5 uitgebrachte stemmen er 3 zijn voor wethouder Neeteson, 1 voor den heer Verschaffel en 1 blanco, zoodat wethouder Neeteson is gekozen. De voorzitter zegt, zijn benoeming te aan vaarden en in het belang der gemeente zijn functie te zullen waarnemen. XV. Verzoekschrift van F. van Hulle en M. J A. Roos om gemeentegrond in erfpacht en om afwijking van de bepalingen, vervat in artikel 7 der bouwverordening. De voorzitter zegt, dat B. en W. voorstellen, deze verzoeken in te willigen mits de be trokkenen bouwen ten genoegen van B. en W. De heer van Hecke meent zich te herinneren dat, wat verzoekers vragen in zooverre in strijd is met een vroeger raadsbesluit, dat een ombouwde poort een breedte moet hebben van minstens 7 M. terwijl requestranten spreken van 6'/a M. De secretaris ziet zulks na in vorige notulen en komt tot de bevinding, dat de opmerking van den heer van Hecke juist is. De heer van Hecke wil aan zijn opmerking nog toevoegen, dat, waar inmitWels, door een misverstand, ook in andere gevallen deze bepaling niet is toegepast, het moeilijk aangaat om zulks thans van requestranten teeischen. De voorzitter zegt, deze meening te deelen. De heer van Hecke merkt op, dat aan van Hulle gevraagd zou kunnen worden of hij de breedte op 7 M. zou kunnen brengen. De voorzitter zegt, dat in het voorstel van B. en W. vermeld is, dat gebouwd moet worden ten genoegen van B. en W. Deze houden dus de leiding. De heer .Dierick acht het onjuist, dat men vaak reeds met den bouw aanvangt, vóór het desbetreffende verzoek in den Raad is behandeld. De heeren Verschaffel en Marquinie zijn eveneens van meening, dat men ditmaal aan de bepaling moeilijk kan vasthouden, daar door een fout van B. en W., vroeger hiermede geen rekening is gehouden. Z. h. st. wordt alsdan besloten de verzoeken in te willigen overeenkomstig het voorstel van B. en W. XVI. Verzoekschrift van Aug. van Reeth om schadevergoeding voor meerdere fundee- ringskosten van zijn woning op gemeentegrond. De voorzitter zegt, dat de grondslag door den heer van Aken is onderzocht. Deze kwam tot de bevinding, dat inderdaad niet zonder risico kon worden gebouwd. De heer van Aken heeft toen advies gegeven. Had men dit advies gevolgd, dan zou, volgens raming van den heer van Aken, de zaak met f 50 verholpen zijn geweest. Van Reeth is echter in overleg met zijn architect, de Bruijne, van dit advies afgeweken. Er is een fundeering gemaakt van beton. Vandaar de hooge extra kosten, door requestrant geraamd op f176,90 (volgens den heer van Aken bedragen de werkelijke kosten f 6$). B. en W. zouden nu willen voorstellen van Reeth voor de helft van het door den heer van Aken becijferde werkelijke kosten tegemoet te komen, zulks uit de overweging, dat men moet bevorderen dat de in cijns afgestane grond bebouwbaar is. De heer Marquinie vindt het jammer, dat men niet bij B. en W. heeft aangeklopt vóór men begon te bouwen. Het ware gewenscht, dat men voortaan aan B. en VV. tevoren een opgaaf verstrekte van de geraamde meer-kosten. De heer Verschaffel kan meegaan met het voorstel van B. en W. Doch men mag hiervan geen principe maken. Volgens spr.'s meening dient de gemeente voortaan geenerlei ver antwoordelijkheid te aanvaarden. Iemand, die den grond pacht, moet geacht worden te weten, hoedanig de ondergrond is. De heer Dierick is het hiermede eens. De voorzitter is ook van meening, dat op dezen voet niet kan worden doorgegaan. Vaak zal het voorkomen, dat men deels op lossen, deels op vasten grond zal moeten bouwen. Spr. haalt het voorbeeld aan van den heer Buijsse, die hiervan eveneens veel schade ondervond doch nooit om vergoeding heeft gevraagd. De heer Dierick merkt op, dat men zich ongetwijfeld zal beroepen op, hetgeen indertijd bij Bruinings is geschied. Spr. is van meening, dat men aan van Reeth ditmaal het bedrag moet vergoeden, hetwelk aanvankelijk door den heer van Aken was geraamd, namelijk f 50. In het vervolg zal men direct bij de verpachting kunnen mededeelen, dat door de gemeente geen vergoeding kan worden ver strekt. De voorzitter wijst erop, dat men de kwestie van het vertrouwen in de gemeente in het oog dient te houden. De heer Verschaffel is van opinie, dat men eerst ruggespraak dient te houden met de gemeente. De voorzitter merkt op, dat het gaat om grond die in erfpacht wordt gegeven om te bouwen. De heer Dierick zegt, dat als de gegadigde vóór de pachtovereenkomst wordt afgesloten met de gesteldheid van het terrein in kennis wordt gesteld, en voor de gemeente geenerlei verdere verantwoordelijkheid kan bestaan. De heer van Hecke zou f65 willen geven, zijnde het bedrag der tweede raming van den heer van Aken. Spr. vindt het verklaarbaar, dat van Reeth, die moest kiezen tusschen de adviezen van de heeren van Aken an de Bruijne zich ten slotte heeft gehouden aan zijn architect. De heer MarquinieVan Reeth heeft ge bouwd zonder zich tevoren te overtuigen. De heer Dierick stelt thans voor f 65 te vergoeden, welk voorstel door de heeren van Hecke en Verschaffel wordt gesteund. Bij stemming blijkt alleen de heer Warrens tegen, zoodat laatstgenoemd voorstel is aan genomen met 4 tegen 1 stem. XVII. Voorstel tot wijziging der gemeente- begrooting voor 1926. Het betreft hier enkele af- en overschrij vingen, waarmee de raad z. h. st. accoord gaat. Rondvraag.^ 1. De heer Dierick had in de vorige ge vraagd, de rekening der Bijzondere Scholen te mogen inzien. Dit is thans geschied en in de volgende vergadering zal spr. zijn bevinding mededeelen. 2. De heer Dierick wenscht thans de aandacht te vestigen op de bestaande kolen- schaarschte, waarvan door verkoopers gepro fiteerd wordt om de prijzen te sterk te ver- hoogen. Spr. wilde vragen of het niet mogelijk is kolen van gemeentewege voor de inge zetenen beschikbaar te stellen tegen den kostenden prijs. Men zal zich hiervoor moeten wenden tot den minister. Spr. geeft in over- weging dat B. en W. deze zaak eens onder het oog zullen zien. Met enkele woorden wijst spr. dan nog op de slechte vooruitzichten voor de arbeiders in den komenden winter hij verwijst in dit verband naar de circulaire der Commissie tot Werkverruiming. De voorzitter zegt, dat deze kwestie den vorigen dag nog in de vergadering van B. en W. ter sprake is gekomen. Spr. haalt een voorbeeld aan van abnormale prijsopdrijving. Wellicht, zegt spr., ligt het op den weg om den handelaars een wenk te geven en de mogelijkheid in uitzicht te stellen, dat de gemeente zal ingrijpen. De heer Verschaffel wijst erop, dat de oorzaak van de duurte niet plaatselijk is. De heer van Hecke verklaart zich tegen het principe van distributie. De heer Marquinie merkt op, dat algemeen de opinie wordt gehuldigd, dat mèt het einde der staking in Engeland de kolenprijzen weer normaal zullen worden. Er zijn veel kolen uit Amerika onderweg. De voorzitter aoht het in elk geval goed, dat deze kwestie ter sprake is gebracht. Spr. zal hieraan stellig zijn aandacht wijden. 3. De heer Warrens heeft nog een kleine vraag. Spr. zou willen verzoeken het sintelpad in de Zandstraat, na afloop der campagne, terstond weer eens onderhanden te nemen en het met nieuwe sintels te verharden. Dit zal heel hard noodig blijken. De voorzitter antwoordt, dat de opmerking van den heer Warrens volkomen juist is. Spr. heeft zich dezer dagen bij een wandeling ter plaatse persoonlijk van den slechten toe. stand van het pad kunnen overtuigen. Het zal dringend noodig zijn, het, na afloop der Campagne, weer eens onderhanden te nemen. Waar niemand meer het woord verlangt, sluit de voorzitter alsdan de vergadering. verzacht en eeneest men spoedig met Doos 80 60-90 ot. P U R 0 L HET VEBDB16 HET BELGIË. In een hoofdartikel: „Vóór de beslissing" be antwoordt „De Standaard" de hierboven gestelde vraag „Wat gebeurt er na verwerping" o.m. als volgt Zoowel de herziening van het Statnnt van België als de regelingen betreffende de waterwegen big ven bg verwerping van het tractaat aan de orde. Die herziening van het Statuut van 1830 zal dan niet een zaak van België en Nederland alleen zgn. Immers met ee verwerping van het Belgisoh—Nederlandsoh verdrag van 8 April 1926 valt ook het verdrag van Pargs van 20 Mei 1926 weg, waarbij Frankrgk, Engeland, Nederland en België de afschaffing erkennen van de ver dragen, in 1889 tns8ohen Nederland en België en de Mogendheden gesloten.. Dit verdrag van Pargs beteekent zakelijk nu België en Nederland het eens geworden zgn, trekken wg, Frankrgk en Engeland, ons nit deze aangelegenheid terng. Wat de gevolgen zonden zgn van het ongedaan maken hiervan, valt niet te voorspellen. Wel staat het vast, dat na verwerping van het Belgisch- Nederlandsch verdrag, de verdragen van 1889 met de mogendheden niet van de baan zgn en dat nienwe stappen noodig znllen zgn! om het terugtreden der Mogendheden uit de Belgisch- Nederlandsohe aangelegenheden te verkrijgen. De atmosfeer is er dan begrijpelijkerwijze voor Nederland niet gunstiger op geworden, en het zal moeten afgewaoht, of de Mogendheden zullen volharden bg haar standpunt, dat zg zich met den inhond der nieuwe Belgisoh-Nederlandsohe regeling niet sullen bemoeien. De Tweede Kamer bagon Vrijdagmiddag met de behandeling van het Nederlandsch-Belgisch Verdrag. Dinsdag werden in de Tweede Kamer de debatten over het Nederlandsoh—Belgisch verdrag voortgezet. Donderdag zal de minister aan het woord komen. Het Balgisohe Staatsblad deelt het volgende mede De Zweed8ohe kruiser „Fylgia", aan boord waarvan zioh bevinden H. K. H. Prinses Astrid van Zweden, Hare Doorluohtige Bloedverwanten en Hun Gevolg, zal op 8 November te 10 uur 's ochtends aan de Steenkade, te Antwerpen aankomen, waarheen zioh de Koning, de Koningin, de Hertog van Brabant, de Koninklijke Familie, de Eerste Minister en de Minister van Buiten- landsohe Zaken, te 9 nar 45, per galatrein znllen begeven, om ze te ontvangen. Bg deze ontvangst znllen zg vergezeld zgn van den Gouverneur der provinoie, den burgemeester van Antwerpen en de militaire overheden,.die Hnnne Majesteiten bg de aankomst van den trein hebben opgewacht. Na de receptie nemen de Koning, de Koningin, de Koninklijke Familiën en Hnn Gevolg, alsmede de Ministers, plaats in den galatrein en znllen 's middags te Brussel-Noord aankomen. Zg worden daar ontvangen door den Gouverneur der Provincie Brabant, de Burgemeesters van Brussel en Sint- Joost-ten- Noode en de militaire overheden. Van het station gaan de hofrgtuigen, begeleid van een eskadron Gidsen met standaard, onder bevel van den korpsoverste, langs de Kruidtuinlaan en de Koninklijke straat naar het Paleis. Eeredetaohtmenten worden opgesteld aan het Noordstation en het Koninklijk Paleiseen eere- wacht zal zioh bovendien bg het graf van den Onbekenden Soldaat bevinden. De intrede der Koninklijke Famiilie in de stad en Haar intrede in het Paleis worden aangekon- door artilleriesalvo's. Het kerkelijke huwelijk zal ingezegend worden den 10 November 1926, te 11 uur, in de Collegiale Kerk der H.H. Miohiel en Goedele. Hunne Majesteiten en Hnnne Koninklijke Hoogheden gaan de kerk binnen langs het groot portaal, waar Zij znllen opgewacht worden door den Aartsbisschop van Mecheien, de Bisschoppen de Geestelijkheid en de getuigen, die hen geleiden naar de plaatsen, welke zjj gedurende de ceremonie znllen bezetten. De aartsbisschop zal offioieeren (waarmede eohter niet het opdragen van het H. Misoffer is bedoeld. Red.); de bisschoppen zjjn bg de cere monie tegenwoordig. Bg het verlaten van de kerk worden Hunne Majesteiten voorafgegaan door de geestelijkheid, de Bisschoppen en den Aartsbisschop. De overheden, en in 't algemeen, al de personen die toegang hebben tot de voorbehouden plaatsen blijven cp hunne plaats tot de Aartsbisschop met de Geestelijkheid in het kerkkoor terugge keerd is. De overheden en de openbare ambtenaren zgn in ambtsgewaaden zoo niet, in frak. De overheden komen binnen en verlaten de kerk geljjk bg de „Te Deum's". De twee denren beneden de torens zijn voorbe houden voor het pnbliek, dat toegang heeft in de zgbeuken. Op de algemeene vergadering van de afdeeling Utrecht van de Nienwe Katholieke Partij is besloten deze afdeeling op te heffen, terwijl het bestuur opdracht werd gegeven in overweging te nemen of het mogelijk zon zgn binnen de grenzen der statuten van de R -K. Kiesvereeni- ging te zjjner tgd een studieclub op te riohten. Daar de afdeeling Utreoht de eenige afdeeling van de Nienwe Katholieke Partg is, is hiermede deze partg feitelijk opgeheven. Naar de Tel. verneemt is ook de Nederlandsohe Koninklijke Familie nitgenoodigd, de inzegening van het huwelijk vun prins Leopold van België met prinses Astrid van Zweden bij te wonen. Gemeld wordt, dat de Nederlandsche tranohe van de Belgische Stabilisatieleening Vrijdag vele malen is overteekend. De geweldige regens der laatste dagen hebben de rivier de Maas weer snel doen wassen. Onweerstaanbaar perst zioh het brnisende water weder tnsschen de pjjlers der Maasbrug door. In hoeverre de brag hiertegen bestand zal blijken, moet de toekomst uitwijzen. De Maastrichtsche Burgemeester verklaarde deze week nog, dat de toestand bij hoogen water stand niet zonder bedenking is. Men is begonnen met het storten van zware bazaltsteenen bij de meest bedreigde pijlers. De stand der Maas was Zondagmiddag 12 nar 44,08 M. met een was in de laatste 4 nar van 24 oM. België seinde Sambre en Maas wassen. De ond-gouvernenr-generaal van Ned.-Indië, mr. Fook, wordt heden in de residentie terug verwacht. Vrijdagavond werd te Middelbarg een ver gadering gehouden uitgaande van de afdeeling Zeeland van het Comité van Aotie tegen het verdrag wier voorzitter, de heer C. Boudewgnse wees op het groote Zeenwsche belang dat bg het verdrag is betrokken. Als sprekers traden op de heer Ir. A. A. Mnsserte secretaris van het Nationaal Comité van Actie, die sprak over de economische zijde van het verdrag, luitenant-generaal b.d. H. L. van Oordt, ov9r „de militaire zijde" en prof. H. T. Colenbrander, die de historisoh-politieke zijde behandelde. Op voorstel van den voorzitter werd besloten het volgende telegram aan de Tweede Kamer te zenden. „Zeenwen in grooten getale te Middelbnrg in vergadering bijeen, van oordeel, dat het thans aan Uwe goedkeuring onderworpen Nederlandsoh Belgisoh verdrag niet is in het landsbelang noch in dat van Zeeland in het bijzonder, bedacht voor de gevolgen van het gedeeltelijk prijsgeven der Nederlandsohe soevereiniteit op de Westerschelde verzoeken U het verdrag niet te aanvaarden". In de Mathilda-kapel ten Vatioane had Zaterdag de inzegening plaats van het huwelijk van 's Pausen nicht met markies Persiohetti. Toen Mnssolini zioh bg een bezoek aan Bologna ter gelegenheid van een oongres onder de jnioh- kreten van het volk naar het station begaf werd door een 18-jarig jongmensch een revolversohot op hem gelost. Mnssolini bleef ongedeerd. De dader werd door de menigte gelyncht. De Soir meldt dat de besprekingen tnssohen den Belgisohen en den Nederlandschen miniister ven landbouw ertoe hebben geleid dat men mag verwachten dat een overeenkomst zal worden getroffen waardoor de invoer van Nederlandsoh vee in België weer mogelijk zal worden. Op versohillende plaatsen des lands, vooral in hot Waalsohe gedeelte, zgn weer enkele rivieren bniten haar oevers getreden met het gevolg dat heel wat lage vlakten en valeien onder water staan. Te Luik was Zondag de Maas rnim een metec

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1926 | | pagina 2