Electrisciie Schrijfmachines
UW TAAK.
Buitenlandsche financieele politiek.
„The Woodstock Electrite", het Wonder der Techniek. Zjj geeft Ueen boog Bantel doorslagentgdbespa-
ring; regelmatiger werk en is gemakkelijker en prettiger in het gebrnik. Electriciteit doet Uw werk goed en
snel! Vraagt daarom gratis demonstratie aan de Hoofdvertegenwoordigers der Woodstock schrijfmachine:
Gebr. HE HOOGK, Korte Hoofdsteeg 7 Rotterdam. Tel. 1857.
Onde machines worden ingeruild. Bezoekt onzen Stand 1540 en 154» Jaarbeursgebouw, le Etage nabij de Trap. (28)
overdreven te noemen. We zullen nu niet
ingaan op de vraag, die men zou kunnen
stellen waarom bleken in 1918 ineens ver
schillende sociale maatregelen noodig, waar
vroeger slechts erkende democraten naar
streefden? Wat in 1918 goed was, was't dat
vroeger niet We zullen, gelijk gezegd, deze
vraag laten rusten. Een feit is, dat we toen
zeer hevig leefden. Terwijl voortdurend
de tijde.i veranderen en wij met hen, ging
dat toen in ongewoon, haast beangstigend
snel tempo. Maar 't blijft een vooruitgang,
hoe men 't ook beschouwt. Vandaar dan ook,
dat, wat mannen als Aalberse ons in dien
tijd voorhielden, ineens algemeen begrepen
en gewaardeerd werd, terwijl tevoren hun
meeningen, omdat ze ons te ver vooruit
waren, maar matig aanhang vonden.
En wat was dat dan Och, eigenlijk niets
anders dan wat Paus Leo XIII ons al had
ingescherpt en wat overigens in wezen reeds
in de H. Schrift is vastgelegd, waar geleerd
wordt, dat men niet God en den Mammon
kan dienen. Ook bij ons ^aken-doen daar
komt het feitelijk op neer mogen we niet
alleen naar het stoffelijke zien Het is gebruik
maken van een volkomen valschen maatstaf*
zoo lezen we in de Memorie van Toe
lichting tot het ontwerp der Arbeidswet 1919
wanneer men de 'al of niet goede gevolgen
van een socialen maatregel alleen zou willen
afmeten naar de zuiver materieele resultaten.»
Als we van dat mooie, van dat echt Chris
telijke standpunt uit de Arbeidswet bezien,
dan zuilen we er royaler tegenover komen
te staan dan velen thans nog doen. Dan
zullen we ons eens ernstig durven indenken
in de positie van den arbeider, die mensch
is, zoo goed als de patroondie de kost
voor zich en zijn gezin met zijn arbeid wil
en moet verdienen, zoo goed als de patroon
die zich met zijn gezin wil kunnen bezig houden,
zoo goed als de patroon die gelegenheid wil
en moet hebben om mede te werken aan de
opvoeding van zijn kinderen, zoo goed als
de patroondie zich aan maatschappelijke
zaken wil kunnen wijden, zoo goed als de
patroon.
Zijn dat soms onredelijke wenschen
Ook in 't sociale leven moet niet alleen
rechtvaardigheid maar ook liefde betracht
worden. Als we in het maatschappelijk leven
alleen er op uit zijn om voor ons zelf te
zorgen zonder ons te bekommeren om onze
werkliedenals we het werkvolk overmatig
lang tegen onredelijk lage loonen, en met
armoe en ellende bij ziekte en ouderdom in
't verschiet, laten werken, terwijl we in staat
zijn daarin verbetering te brengen door zelf
met geringer winst genoegen te nemen, zijn
we dan van schuld vrij te pleiten Handelen
we dan als goede rentmeesters Mogen we
dan veilig vertrouwen op het oogenblik, dat
we rekening van ons rentmeesterschap zullen
hebben af te leggen
O zeker, een onderneming is geen philan-
tropische instelling. Maar we leven niet alleen
om zaken te doen en geld te verdienen.
Dat geld verdienen mag maar een hulpmiddel
zijn bij ons streven naar een hooger doel.
En dat hooger doel wordt zoo vaak uit het
oog verloren. En juist zij, die dat doen, klagen
zoo spoedig over wat zij de lasten der sociale
wetgeving noemen. Juist zij, die het zelf o,
7,00 gaarne goed hebben, schijnen dikwijls
zich zoo weinig rekenschap er van te geven,
dat ze dankbaar moeten zijn voor wat ze hebben
en die dankbaarheid moeten toonen door ook
anderen, hun ondergeschikten, wat zonne
schijn in het trieste leven te brengen. Het
is eigenlijk een treurig verschijnsel, dat er
zooveel sociale wetten moeten zijn. Het moest
niet noodig wezen, dat van overheidswege zoo
vaak moet worden opgetreden omdat gerech
tigheid en liefde bij de individu zoo zeer te
kort schieten.
Maar nog eens: een phiiantropischeinstelling
is een onderneming niet. In de eerste plaats
moet een zaak kunnen rendeeren. Doet ze dat
niet, dan kunnen ook de arbeiders er niet
uit leven. En nu hoort men meermalen de
klacht, dat het alweer die Arbeidswet is, die
de ondernemingen in den grond boort.
Ware dat inderdaad het geval, dan zou de
klacht alleszins gerechtvaardigd zijn. Maar
men kan weten, dat bij de uitvoering der
wet de uiterste soepelheid betracht wordt.
Met overwerkvergunningen en vrijstellingen
wordt waarlijk niet schriel omgegaan. Men
moet echter niet vergeten, dat er tal van
oorzaken geheel buiten de Arbeidswet
gelegen zijn, die het tegenwoordig den
fabrikant en den handelaar moeilijk maken.
Ook in bedrijven, waarvoor de Arbeidswet
niet of nog niet geldt, klaagt men over de
slechte uitkomsten. Menig werkgever is zoo
spoedig geneigd om de schuld op de wet te
gooien, als ware de wet zijn vijand omdat ze
de vriend is van den arbeider.
Met klagen komt men er niet en met on
redelijke klachten bederft men nog zijn eigen
karakter op den koop toe. Als de tijden
moeilijk zijn en als de sociale wetten U daaren
boven nog plichten opleggen, diehetrendement
van Uw ondernemingen in gevaar brengen,
dan moet naar nieuwe middelen omgezien
worden om opnieuw leven in de brouwerij
te brengen. Verschillende industriëelen hebben
heil gezocht in een verbetering van de
outillage hunner fabrieken. In menig geval
heeft dat alleen reeds uitkomst gebracht. Een
ander middel om de zaak weer tot bloei te
brengen is het uitbreiden der handelsrelaties
en hiermede komen we op het verband
tusschen Arbeidswet en Jaarbeurs.
De Jaarbeurs is een ideale gelegenheid
om betrekkingen aan te knoopen en ook om
nieuwe ideeën op te doen. Iedere flinke
zakenman zal steeds op vergrooting van zijn
afzetgebied uit zijn. Dat is alleen reeds hierom
noodig, omdat anders door het verlies van
vroegere cliëntèle het debiet afneemt. Maar
een handelsman die te klagen heeft wegens
geringe winsten of misschien zelfs verliezen,
en die vergrooting van zijn omzet noodig
heeft, hij mag de aangewezen weg om daartoe
te geraken, niet voorbijgaan. Als ergens kans
bestaat om tot nieuwe relaties te komen
relaties om zijn producten te verkoopen en
om zijn grondstoffen in te koopen dan is
het op de Jaarbeurs. Dat de Nederlandsche
Jaarbeurs haar reden van bestaan in de
praktijk Ipewezen heeft behoeft hier niet te
worden aangetoond.
Wij kunnen volkomen met Henry Ford
instemmen als hij in zijn levensverhaal het
dagelijksch werk der menschen het ware
fundament der wereld noemt. Het werk is
de band, die de Maatschappij bijeenhoudt,
haar groote organisatierad intact en in gang.
De man die zich 's morgens naar zijn werk
begeeft kan dit slechts op tijd en wèl toege
rust bereiken wanneer te zijnen aanzien een
reeks van menschen haar arbeidsplicht heeft
vervuld.
Een reeks van menschen Zij moet het hare
hebben gedaan om onzen arbeider gespijsd te
doen vertrekken. Misschien was het schoeisel,
dat hij gebruikt, den vorigen avond nog bij
den schoenmaker, zijn overjas bij den tailleur.
Wellicht, dat hij tram of autobus behoeft
voor zijn tocht naar het bureau, de werkplaats,
de fabriek. Ook die vervoermiddelen moeten
dan op het juiste oogenblik aan de hun ge
stelde gebruiksverwachtingen beantwoorden.
Dan is het nog te hopen, dat de trambe
stuurder of de chauffeur bijtijds hunne leger
steden verlaten, zich niet verslapen hebben en
hunne respectievelijke »wekkers« daartoe, wat
men noemt op tijd zijn »afgeloopen«, Een
quaestie meestal van nauwkeurig opwinden
en gelijkstellen, maar toch ook dikwijls een
quaestie van een nauwkeurig apparaat. Laat
het mechaniek ons in den steek, dan was het
misschien de een of andere arbeider uit de
uurwerkfabriek, die faalde in de uitoefening
van zijn beroep.
Ieder mensch heeft in het leven een taak
te vervullen. Wie zich aan die taak moedwillig
onttrekken, schieten te kort in hun voor-
naamsten plicht.
Of die dagtaak voornaam is of minder
zwaarwichtig, of zij moeilijk of gemakkelijk
valt te volbrengen, of zij goed betaald wordt
of geldelijk slecht gewaardeerd, geen dezer
motieven mag den mensch weerhouden het
dagelijksch werk waar te nemen met liefde
en toewijding en met een soort feu sacré,
een heilig vuur.
Men telle daarbij d'uitslag niet. In stilheid
en betrouwend afwachten zij onze kracht
De onlangs overleden directeur van «de
Kruisberg», het bekende Rijksopvoedings
gesticht voor jongens, kreeg eens een
ambtenaar op bezoek, die zich, ontmoedigd,
beklaagde over het zware werk en den
geringen invloed daarvan op de aan zijn
zorgen toevertrouwde pupillen. Een oogenblik
was er dan een zwijgen in die directeurs
kamer, Maar toen, zacht en ernstig-vermanend,
gaf de groote paedagoog Jan Klootsema een
merkwaardig antwoord aan zijn ambtenaar en
hij wees op het leven van den H. Augustinus,
wiens jeugd toch ook niet veel goeds beloofde.
«Ja», zei daarop die ambtenaar en hij
meende hot pleit al gewonnen te hebben,
«maar Augustinus had ook een moeder, die
de H. Monica was»
Doch Klootsema bleek niet verslagen
«Weest gij dan voor uw jongens een H.
Monica» 1
Werken wij met liefde, werken wij met
kracht, werken wij véél. Een vastbesloten
man kan vrijwel alles bereiken wat hij wil.
Bij gelegenheid van de vorige Jaarbeurs
mocht ik u wijzen op het heldhaftig gedrag
van een Captain Scott, den onfortuinlijken
ontdekker van de Zuidpool, die blééf op de
reis naar huis. En nu wil ik u nóg wel een
Zuidpoolreiziger noemen wiens plichtsvervul
ling een voorbeeld voor ons allen wezen kan.
Het is Sir Ernest Shackleton, die omstreeks
het begin van den Europeeschen wereldoorlog
(1914) van Engeland naar het blanke Zuiden
vertrok. Maar zijn schip, de »Endurance«,
gaf het op na 10 maanden van den dappersten
en edelsten strijd, ooit door een schip ge
streden. De manschap redde het veege lijf
op een drijvend ijsveld, kwam op Olifantseiland
terecht, vanwaar de leider, die in zijn boek
klaagt over de eenzaamheid en de zware
verantwoordelijkheid van zijn post, in een
onbeduidend zeilbootje de kust van Zuid-
Georgië trachtte te bereiken. Zij waren een
nietig vlekje in de wijde ruimte van de zee,
den Oceaan, die open is voor allen en mee-
doogend voor niemand, die dreigt zelfs wan
neer hij schijnt toe te geven en die altijd
hard is tegenover zwakheid.
Dat Shackleton tenslotte een landingsplaats
op Zuid-Georgic bereikte, hij zelf dankt het
de Voorzienigheid, maar dan mag door ons
toch wel worden gezegd, dat de Voorzienig
heid zich van Shackleton's moed en sterkte,
zijn doorzettingsvermogen, zijn hopen tegen
alle hope in, zijn dappere onversaagdheid,
zijn nooit-opgeven, zijn trouw, zijn volharding,
heeft bediend om dit menschenwerk tot een
bevredigend einde te laten komen.
Tegen onverflauwden ijver, op een goed
doel gericht, is geen blijvende tegenspoed
bestand. Deze les leert ons het strijden van
menige succesvollen werker, deze les kunnen
we allen ter harte nemen.
Wat er omstreeks 1609 van de kath. kerk
hier te lande nog te bespeuren viel, schenen
de uiteengerukte ledematen van een gesloopt
lichaam, Het liet zich aanzien, zoo vermeldt
de geschiedschrijver R. Fruin, dat de stuip
trekkingen in die leden, die nog een over
blijfsel van levenskracht openbaarden, ook
weldra zouden ophouden. En dan was het
uit. Om dat einde te verhaasten werden
nog eenige maatregelen genomen, eenige
plakkaten uitgevaardigd.
Maar Roomsch-Holland, al lag het in dood
strijd, bloedend uit alle wonden, die geloofs
haat en verwording, bandeloosheid en wanbe
heer kunnen slaan, was nog niet verloren, want
nog herbergde het eenige vastberaden werkers
in den wijngaard des Heeren. Die mannen,
die trouw gebleven priesters, ja zij vooral,
hebben onder Gods zegen uw geloof en het
mijne in deze gewesten gered.
Er is een plicht te vervullen door u. Er
wacht een taak op u, die gij en gij .alleen
verrichten kunt. En al zijt ge een klein
schroefje in het groote raderwerk, toch maakt
gij er deel van uit. Als de liftjongen zoek
is, ontstaat er in het groote hotel groot
ongerief. Een dienstbode, die niet op tijd
verschijnt, stuurt het heele huishouden in de
war. Als de wisselwachter te kort schiet,
kunnen honderden reizigers verongelukken.
De aanwezigheid van den priesser in het
afgelegen Alpendorp maakt het tientallen
touristen mogelijk ook daar hun Zondagsplicht
na te komen zijn absentie zou in hun rijen
diepe teleurstelling teweeg brengen.
Wijden wij ons aan de voor ons weggelegde
taak, verrichten wij haar, ieder, naar best
vermogen. En als de oude wegen versleten
zijn, betreden wij manhaftig het nieuwe pad,
dat ons naar nieuwe maatschappelijke mogelijk
heden, misschien wel naar een «lichtende
verte» voeren zal.
Het is een gezegde van Shackleton, dat
wij ons naar een nieuw doel hebben te richten
zoodra het oude ten gronde gaat.
Welnu.
Nieuwe zaken-methoden zijn de plaats komen
innemen van de vorige ouderwetsche handels
manieren. De Jaarbeurs is er het bewijs van,
de Jaarbeurs is er de tastbare aanwijzing
van, het Jaarbeurs-bestuur doelt er telkens
en telkens weer op in woord en geschrift.
Het nut van de Jaarbeurs, die eeu onmis
bare schakel vormt tusschen vraag en aanbod
in den handel, behoeft niet meer bewezen
te worden. Het staat, dit instituut, middenin
het economische leven van Nederland. De
Jaarbeurs is de poort, die toegang geeft tot
de eerlijke, rondborstige koopmanschap. De
Jaarbeurs ook leidt naar vermindering van
inkoopsprijs en komt daardoor aan den nog
altijd prangenden nood der tijden tegemoet.
Van ieder handeldnjvenden Nederlander
mag worden geëischt, dat hij ten aanzien van
de Utrechtsche Jaarbeurs zijn plicht wete te
doen. Aan haar wijde hij zijn steun, zijn
belangstelling. Naar Utrecht begeve hij zich
in den Jaarbeurstijd. En dat hij deze reis dan
ook handelsvriend, gebuur en maag aan-
bevele
Op naar Utrecht
Het deelnemen aan, het bezoeken van de
Jaarbeurs gebiedt het eigenbelang. De roeping
van den waren handelsman vereischt het. Het
ligt binnen den kring der plichten van zijn
taak, het vormt een onafscheidelijk deel
daarvan.
H. CONIJN.
Rotterdam, Aug. 1926.
Een viertal weken geleden heeft Clemenceau,
de tijger, aan wiens taaie vasthoudendheid
Frankrijk voor een groot deel de overwinning
heeft te danken gehad in den wereldoorlog,
een open brief gericht tot den leider van de
politiek in de Vereenigde Staten.
Die brief vertolkte wel bizonder juist de
gevoelens van het Fransche volk jegens de
groote republiek van Noord-Amerika, gevoelens
waarin de dankbaarheid voor bitterheid en
hoon heeft plaats gemaakt.
Clemenceau heeft met zijn brief ontegen
zeglijk wat willen bereiken. Het was hem er
om te doen, de Amerikanen te laten inzien,
dat het toch niet opging, Frankrijk, dat tot
uitputting toe zijn bloed en zijn geld in den
oorlog gegeven had, nu nog met onhoudbare
lasten te kwellen ten bate van een land, voor
welks vrijheid Frankrijk heeft gestreden en
dat ten overvloede in weelde zwemt.
De grijze oud-minister-president van Frank
rijk heeft nooit aan overmaat van hoffelijk
heid geleden, met grof sarcasme kan men
echter wel ondergeschikten treffen, maar staat
men met de bedelnap in de hand, dan slaat
men, al hoeft men het hoofd niet te buigen,
moge zelfs fierheid gepast blijven, een anderen
toon aan.
In de financieele wereld, in de wereld van
den handel, van de beurs maken gevoels
argumenten zoo bedroevend weinig indruk,
en een land, dat gevoelsargumenten poneert,
om aan zijn financieele verplichtingen te
ontkomen, hoeveel juistheid er in die argu
menten ook moge liggen, schaadt op ernstige
wijze zijn internationaal prestige.
De brief van Clemenceau was een wanhoops
kreet, maar in het belang van Frankrijk zelf
ware het beter geweest, als die kreet niet
ware geuit. Hij heeft afbreuk gedaan aan de
goede verstandhouding tusschen Frankrijken
de Vereenigde Staten, aan het onderlinge
vertrouwen en slechts op den grondslag van
wederzijdsch vertrouwen kunnen de financieele
kwesties in een voor Frankrijk meest gunstigen
zin worden opgelost.
We vragen ons af, of door meerdere landen,
die ter saneering van hun financieelen toestand,
op het buitenland zijn aangewezen, niet wordt
verzuimd, althans te weinig wordt gedaan om
een sfeer te scheppen, welke hun de hartelijke
medewerking van die landen moet verzekeren.
Wanneer wij bijvoorbeeld zien, dat onze
Zuidelijke nabuur nog altijd in politieken zin
en economisch sterk naar Frankrijk is ge
oriënteerd, dat het zich in zijn internationale
verhoudingen in veel te sterke mate door
Frankrijk de wet laat voorschrijven, van welk
land het in financieel opzicht niets te ver
wachten heeft, terwijl het Duitschland,
Nederland en Engeland verwaarloost, dan
vraagt men zich af of hier gevoelsargumenten
niet al te zeer boven het zakelijke den
voorrang hebben.
Intusschen willen we niet ontkennen, dat
men blijkbaar èn in Spanje èn in België uit
de feiten de conclusie heeft getrokken, dat
alvorens men de hand naar anderen heeft
te strekken men vertrouwen heeft te wekken in
zijn financieele solvabiliteit. Waarom ziet
Rusland geen kans het buitenlandsche
kapitaal, waaraan het zoo dringend behoefte
heeft, tot zich te trekken Omdat het zijn
oude verplichtingen niet erkent, althans dien
aangaande geen aanneembaar accoord wil
treffen en men het mitsdien ook voor de
rekening van zijn nieuwe verplichtingen geen
vertrouwen schenken wil. Het vertrouwen is
in de financieele wereld de basis van elke
transactie. Frankrijk en Belgie zijn bezig zich
dat vertrouwen te heroveren. We laten de
vraag of ze in hun eigen belang niet veel
verstandiger zouden hebben gehandeld, wan
neer de harde maatregelen die zij nu nood
gedwongen nemen, «fferuimen tijd eer waren
getroffen, in welk geval ze naar onze meening
aanmerkelijk zachter hadden kunnen uitvallen.
We laten ook daar, of in alle opzichten de
juiste, meest geëigende methode wordt ge
volgd het is buitengewoon moeilijk voor een
buitenstaander zich daarover een gedocumen
teerd oordeel te vormen. Maar dit is zeker,
dat op het oogenblik beide landen den indruk
verwekken, met den ernstigen wil bezield te
zijn om orde op hun financieele zaken te
stellen. Die klaarblijkelijk ernstige wil, welke
voor geen offers terugdeinst, is oorzaak, dat
in korte spanne tijds reeds veel kon worden
gedaan. Want zoodra het vertrouwen terug
keerde verloor de speculatie haar verwarrenden
invloed, verminderde de voorkeur voor buiten
landsche deviezen, kwam er verademing voor
de drukpers. Zoodat de moreele invloed van
den ernstigen wil de krachtdadigste steun
werd voor de maatregelen, die aan dien
ernstigen wil ontsproten.
Dat overigens het vertrouwen te herwinnen
valt, ook in het buitenland, als mep maar
een behoorlijke basis van dat vertrouwen
weet te geven, daarvan is wel het duidelijke
bewijs dat zoowel door Nederland als door
Zwitserland voor 200 millioen [francs werd
ingeschreven op de preferente aandeelen der
Nationale Maatschappij der Belgische Spoor
wegen.
Gelijk de kleinste handelstransactie, zoo is
ook de grootebuitenlandsche financieelepolitiek
van vertrouwen afhankelijk. De voor die
politiek verantwoordelijke personen hebben
tot allereerste taak zich af te vragen, hoe zij
zich dat vertrouwen zullen verzekeren, hoe
zij het zullen herwinnen als ze het hebben,
verloren, hoe ze het zullen behouden, als ze
het hebben herwonnen»