Hoofdpijn
van die brug, waar de lijn rechthoekig Zuid
waarts gaat naar de Zuidelijke grens van den
Stationsweg en die grens verder Westwaarts
volgt tot waar de tegenwoordige grenslijn
tusschen de gemeenten Sas-van-Gent en
Westdorpe weder wordt bereikt.
Artikel 2.
Het grondgebied dat aan de gemeente
Sas-van-Gent wordt toegevoegd gaat op 1
Januari 1927 tot die gemeente over en het
grondgebied dat aan de gemeente Westdorpe
wordt toegevoegd gaat op 1 Januari 1927
tot die gemeente over.
Artikel 3.
De bezittingen der gemeente Westdorpe,
gelegen in het aan de gemeente Sas-van-Gent
toe te voegen gebied, en de bezittingen der
gemeente Sas-van-Gent, gelegen in het aan
de gemeente Westdorpe toe te voegen gebied,
gaan onderscheidenlijk op de gemeente Sas-
van-Gent en de gemeente Westdorpe over,
zonder dat daarvoor eene nadere akte wordt
gevorderd.
Zulks geschiedt eveneens ten aanzien van
uit de wet of uit overeenkomst voortspruitende
lasten, rechten en verplichtingen der gemeente
Westdorpe en der gemeente Sas-van-Gent,
betrekking hebbende op het onderscheidenlijk
naar dé gemeente Sas-van-Gent en de ge
meente Westdorpe overgaande gebied en de
daarin gelegen gemeente-eigendommen.
Voor zooveel overschrijving in de openbare
registers noodig mocht zijn, zal die geschieden
krachtens deze wet.
Artikel 4.
De kosten van verpleging van behoeftige
krankzinnigen in gestichten of woningen,
bedoeld in artikel 35a, der wet van 27 April
1884 (Staatsblad No. 96), voor zoover zij
tijdens de opneming woonplaats hadden op
het grondgebied dat ingevolge deze wet naar
eene andere gemeente overgaat, komen van
1 Januari 1927 af voor rekening van de
nieuwe gemeente.
Artikel 5.
Alle kadastrale en andere stukken, uit
sluitend betrekking hebbend op hetgeen
volgens artikel 1 naar eene andere gemeente
overgaat, worden aan de nieuwe gemeente
voor zooveel ieder betreft uitgekeerd.
Het bestuur der gemeente Sas-van-Gent en
het bestuur der gemeente Westdorpe hebben
het recht te allen tijde kosteloos inzage te
nemen van de archieven onderscheidenlijk
der gemeente Westdorpe en der gemeente
Sas-van-Gent en van de zich in die archieven
bevindende stukken, afschriften of uittreksels
op kosten hunner gemeente te vorderen,
eveneens zoover deze onderscheidenlijk be
trekking hebben op de toegevoegde gebieden.
Artikel 6.
Het gemeentebestuur van Sas-van-Gent en
het gemeentebestuur van Westdorpe zenden
op 15 Januari 1927 onderscheidenlijk aan dat
van Westdorpe en aan dat van Sas-van-Gent
een uittreksel uit het bevolkingsregister ten
aanzien van de in dat register ingeschreven
personen, gevestigd op het grondgebied, dat
ingevolge artikel 1 onderscheidenlijk naar
Westdorpe en naar Sas-van-Gent overgaat.
Dit uittreksel vermeldt de voor de inschrij
ving van het bevolkingsregister van onder
scheidenlijk de gemeente Westdorpe en de
gemeente Sas-van-Gent benoodigde gegevens.
De ingezetenen van Sas-van-Gent en van
Westdorpe, gevestigd op de gebieden, die
ingevolge artikel 1 onderscheidenlijk naar
Westdorpe en naar Sas-van-Gent overgaan,
worden voor het opmaken der kiezerslijsten
en voor de verkiesbaarheid tot leden van den
gemeenteraad reeds met ingang van 1 Januari
1927 beschouwd als ingezetene van onder
scheidenlijk de gemeente Westdorpe en de
•gemeente Sas-van-Gent.
Voor zoover de personen, gevestigd op de
overgaande gebieden, geplaatst zijn op de
voor het loopende jaar vastgestelde kiezerslijst,
zenden het bestuur der gemeente Sas-van-Gent
en het bestuur der gemeente Westdorpe vóór
8 Januari 1927 een uittreksel uit die kiezerslijst
onderscheidenlijk aan het bestuur der gemeente
Westdorpe en aan het bestuur der gemeente
Sas-van-Gent.
Artikel 7.
De gemeente Sas-van-Gent doet aan de
gemeente Westdorpe eene uitkeering van
f4024,071!,, loopende over 10 jaren in dier
voege, dat vóór 1 Januari 1928 f 731,65 wordt
uitgekeerd, vóór 1 Januari 1929 f658,481|s,
vóór 1 Januari 1930 f585,32 en zoo ver
volgens telken jare f 73,i6'|3 minder, totdat
het laatst vóór 1 Januari 1937 wordt uit
gekeerd f73,l6 |j.
Bovendien keert de gemeente Sas-van-Gent
aan de gemeente Westdorpe, uitsluitend als
gevolg van deze grensverbetering, als zoodanig
uit eene som van f 50,000, te betalen in tien
termijnen, elk groot f 5000, waarvan de eerste
termijn vervalt vóór 1 Januari 1928, de tweede
vóór 1 Januari 1929 en zoo vervolgens totdat
de tiende termijn vervalt vóór 1 Jannari 1937.
Artikel 8.
De gemeente Westdorpe vergoedt aan de
gemeente Sas-van-Gent het gedeelte der ten
laste der gemeente Sas-van-Gent nog loopende
schulden, wegens de kosten van aanleg van
het electrisch net in het aan de gemeente
Westdorpe overgaande gebied.
Artikel 9.
1. De burgemeester, de secretaris, de
ontvanger, de ambtenaren van den burgerlijken
stand en de veldwachter der gemeente
Ingezonden Mededeelinq.(6)
bedaart ppoedier door e^braik van een paar
ülijahardt's Ilooidpijiitabletten.
Glaaen tu ej« 60 ct. Bij Apoth. en Droeis^eo
Westdorpe, die op 1 Januari 1927 in dienst
zijn, ontvangen, zoolang zij die betrekking
bekleeden, telken jare eene vergoeding ten
bedrage van hetgeen hunne jaarwedde minder
beloopt dan zij krachtens de op gemeld
tijdstip geldende of later gewijzigde regeling
bij ongewijzigd voortbestaan van hunne
gemeente zouden hebben gekregen.
2. Die vergoedingen komen ten laste van
de gemeente Westdorpe, doch worden aan
deze door de gemeente Sas-van-Gent terug
gegeven.
3. Voor de toepassing van de Pensioenwet
1922 worden deze vergoedingen als deel der
jaarwedden beschouwd.
Artikel 10.
Waar in wetten of wettelijke voorschriften
de benaming Sas-van-Gent of Westdorpe
voorkomt, zullen met ingang van 1 Januari
1927 onder verstaan worden de gemeenten,
zooals zij bij deze wet zijn gewijzigd.
Artikel 11.
Zij, die 1 Januari 1927 voorkomen op de
lijst, bedoeld in artikel 13 der Drankwet en
op dien datum gevestigd zijn op een overgaand
gebied, worden overgeschreven op de lijst der
nieuwe gemeente.
Bij overschrijving volgens het eerste lid
geschiedt de inschrijving in volgorde van de
dagen, waarop de verzoeken om vergunning
van de reeds ingeschreven en van de over te
schrijven personen bij de betrokken gemeente
besturen inkwamen; voor zoover verzoeken
op denzelfden dag inkwamen, gaat de in leeftijd
oudere voor; bij gelijken ouderdom beslist
het lot.
Artikel 12.
Overeenkomstig het bepaalde bij artikel 4
der Gemeentewet en met afwijking van
artikel 3 laatste lid dier wet, wordt met den
eersten Dinsdag van September 1927, het
aantal raadsleden der gemeente Sas-van-Gent
gebracht op 11, wanneer de alsdan vergrootte
gemeente volgens de zoo nauwkeurig mogelijk
vastgestelde bevolkingscijfers meer dan 3000
zielen telt.
Artikel 13.
De gemeente Sas-van-Gent vergoedt aan
de gemeente Westdorpe de kosten, vallende
ten laste dezer gemeente, uitsluitend en alleen
als gevolg van den overgang van het in
artikel 1 dezer wet bedoelde grondgebieden
deze kosten worden vastgesteld op of zoo
spoedig mogelijk na 1 Januari 1927, doch in
elk geval vóór 1 Mei 1927.
Artikel 14.
Geschillen, welke omtrent de toepassing
van de bepalingen dezer wet tusschen de
twee gemeenten mochten ontstaan, worden
behoudens naderevoorziening door de
Koningin, beslecht Troor Gedeputeerde Staten
van Zeeland.
Artikel 15.
Deze wet treedt in werking met ingang van
den dag na dien harer afkondiging.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Door het kanaal van Nemen—Gent
worden «oowel de gemeente Saa-van-Gant
als de gemeente Westdorpe in twee stnkken
gesneden. Nn de indastrie der gemeente
Sas-van-Gent zioh nitbreidt en wegens gebrek
aan ruimte in die gemeente behoefte zal
krijgen aan nieuwe terreinen langs het kanaal,
wordt de noodzakelijkheid gevoeld, om de
gemeente voor die nitbreiding in het bezit
te stellen van een strook grond der gemeente
Westdorpe ten Westen van het kanaal, welke
in verband m6t zijne ligging door die ge
meente niet voldoende als industriegebied
kan worden geëxploiteerd. Daartegenover is
het billgk dat door de gemeente Sas-van-
Gent wordt afgestaan een deel van hare
gronden ten Oosten van het kanaal, 'twelk
zich bg het landbouwgebied van Westdorpe
aanpast en bovendien eene som van f 50,000,
uitsluitend als gevolg van deze grensver
betering als zoodanig, om Westdorpe schade
loos te stellen voor eventueele baten uit uit
breiding in de toekomst.
Het ontwerp bevat de gebruikelijke bepa
lingen, welke in wetsontwerpen tot wijziging
der gemeentegrenzen voorkomen. Voor het
overige mogen de volgende toelichtingen
dienstig zgn.
Artikel 7.
De gemeente Westdorpe zal door de voor
gedragen wijziging in aantal inwoners achter
uitgaan zij zal haar huishouding geleidelijk
op kleineren voet moeten inrichtendit zal
kunnen geschieden in een overgangstijdperk
dat op 10 jaar is te stellenin het eerste
jaar na de grenswijziging zal het volle bedrag
der inkomstenvermindering aan Westdorpe
door Sas-van-Gent moeten worden betaald,
in het tweede jaar ®/io van dit bedrag en
zoo voort telken jare V10 deel minder, totdat
ten slotte in het tiende jaar nog sleohts Vio
dier vermindering wordt betaaldin het 11e
jaar niets meer.
Artikel 9.
De bedoelde achteruitgang van het aantal
inwoners der gemeente Westdorpe en die van
den stactd der gewone inkomsten zal van
invloed kunnen zgn op de jaarwedden der
in dit art'kel genoemde ambtenaren. Billijk
heidshalve zullen deze echter door de grens
wijziging niet mogen ljjden, weshalve wordt
voorgesteld te bepalen, dat zoolang die toe
stand duatt, aan hen, die op 1 Januari 1927
deze betrekking bekleeden de na dien
datum te benoemen titularissen zullen de
wedden ontvangen, welke hun" in verband
met inwonersaantal toekomen het verschil
tusschen hun traotement op dien datum en
hetgeen zg bg en tengevolge van de inwer
kingtreding der wet ontvangen, zal worden
vergoed.
Artikel 12.
Als gevolg van deze grenswijziging zal
met groote mate van waarschijnlijkheid de
gemeente Sas-van-Gent een inwonertal boven
de 8000 verkrijgen en het aantal raadsleden
dier gemeente mitsdien gebracht kannen
worden op 11. Officieel cal dit inwonertal
pas geconstateerd kunnen worden na de
10-jaarlgksohe volkstelling in 1930.
Het sohgnt eohter niet doelmatig, om tot
dat jaar te wachten met uitbreiding van het
getal raadsleden, zoodat voorgesteld wordt,
deze reeds te dosn ingaan met den eersten
Dinsdag van September 1927, op welken datum
de bestaande Raad aftreedt.
Artikel 13.
Misschien heeft de gemeente Westdorpe
kosten te maken, welke nitslaitend voort
vloeien uit den overgang van de gebieden
ais zoodanig het is billgk, dat de gemeente
Sas-van-Gent haar die vergoedt. De kosten,
tengevolge van de toepassing van de ingevolge
de artt. 128 e v. der Gemeentewet door haar
te maken, vallen onder de in die bedoelde
uitgaven niet.
De voorzitter zegt alsdan het volgende
In de vergadering van de Commissie
bedoeld in art. 131 der gemeentewet, gehouden
d.d. 22 Juni 1926, heeft dit onderwerp een
punt van bespreking uitgemaakt.
Het verslag over het verhandelde is U
bezorgd en ik mag aannemen, dat U van
den inhoud hebt kennis genomen.
Voor zooveel noodig mag ik u alsnog
verwijzen naar dat verslag.
Een uitvoerige bespreking heeft in die
vergadering plaats gevonden.
Alle heeren leden dier Commissie waren er
van overtuigd, dat de gemeente voor de
verdere ontwikkeling als industriestad aan
uitbreiding behoefte heeft ten Westen van
het kanaal GentTer Neuzen.
Dat de toestand zooals nu, niet kan noch
mag bestendigd blijven.
Een der leden zag in de grensverlegging
eene restitutie van wat vroeger rechtmatig
tot Sas-van-Gent heeft behoord, terwijl een
ander lid het betreurde, dat niet de geheele
strook- langs het kanaal GentTer Neuzen
in het wetsontwerp is opgenomen.
Evenwel zagen alle leden dier commissie
in de voorgestelde grenswijziging eene ver
betering, die althans nu Sas-van-Gent uit
hare moeilijke positie zal redden.
Met algemeene stemmen heeft de Commissie
zich verklaard voor het ontwerp van wet tot
grenswijziging tusschen Sas-van-Gent en West
dorpe.
Uit het verhandelde in de vergadering,
gehouden d.d. 22 Juni jl. zal U mijne opinie
over de voorgestelde grensverlegging wel
gebleken zijn.
Ik mag hopen, dat, wanneer de grens
wijziging tot stand gekomen, èn voor Sas-
van-Gent én Westdorpe, ja, voor Oost
en West-Zeeuwsch-Vlaanderen, deze goede
vruchten moge brengen.
Ik stel thans voor over te gaan tot de
beraadslaging, het woord is aan de raad.
Wethouder Stubbé zegt, dat deze zaak
uiteraard door B. en W. uitvoerig is besproken.
In verband echter met hetgeen door den voor
zitter in de vergadering van 22 dezer der
Commissie, bedoeld in art. 131 der gemeente
wet gezegd is, wil spr. nog eens den nadruk
leggen op hetgeen door den voorzitter zoo
juist is naar voren gebracht, dat namelijk
het land is onderverdeeld in gemeenten, die
als administratieve eenheden beschouwd
moeten worden. Spr. acht zulks van belang,
wijl Westdorpe de grensverlegging als annexa
tie beschouwt en zooiets toch niet met
annexatie is te vergelijken.
Vóór het verlengen van het kanaal van
Sas-van-Gent, was, hetgeen ten Westen van
dat kanaal lag, meerendeels water en slikken,
waaronder ook het voormalige Sassche Gat,
dat door het indijken van den De Ghellinck-
polder in 1826 van het vaarwater van Sas-
van-Gent afgescheiden werd. Zoo verkreeg
men ook nog na 1826 den Eugeniapolder, in
1846 ingedijkt, en den van Remoorterepolder,
in 1851 ingedijkt, terwijl van den polder
Autrichen, in 1620 ingedijkt, een klein
gedeelte en van den Oud-Papeschorpolder in
1736 ingedijkt, een grooter gedeelte ten
Westen van het nieuwe kanaal Sas-van-Gent
Ter Neuzen kwam te liggen. Vanzelf sprekend
had men die gedeelten dan ook destijds
reeds administratief bij Sas-van-Gent moeten
onderbrengen.
Spr. wijst op het gemak voor onderwijs,
politie, brandweer, postbestellling
en telegraaf verkeer. Het spijt me
intusschen zegt spr,. dat Ged. Staten hun
werk niet hebben voltooid en de geheele
Westzijde van het kanaal tot Sluiskil aan
Sas hebben toegevoegd. Een gedeelte van
Stroodorpe, dat beter onder Ter Neuzen
behoort, had dan bij laatstgenoemde gemeente
kunnen worden gevoegd. Ged. Staten hebben
dienaangaande met ons overleg gepleegd en
ons zelfs gevraagd of wij zulks gewenscht
achtten. Zij hadden hiervoor dus kunnen
zorgen. Ook hadden zij de vergoeding kunnen
weglaten, die een unicum in ons land is.
Wij hebben gemeend over het laatste thans
noodgedwongen te moeten heenstappen.
Meer dan eens is reeds gezegd, dat als zich op
het gebied van Westdorpe industrieën zouden
vestigen, Sas hiervan wel de lasten doch niet
de lusten zou krijgen. De voornaamste beambten
zouden dan ook op Westdorpe's grond hun
woningen vestigen. De slotdijk ten Westen
van de Eugeniapolder, aan Sas behoorend,
zou dan het aangewezen terrein worden voor
arbeiderswoningen. Dit heeft voor Sas niet
zooveel belang en zou zelfs waarschijnlijk
onkosten met zich brengen voor onze gemeente.
Men zou alsdan namelijk langs den dijk van
den St. Albertpolder een steenweg moeten
leggen.
Na het voorafgaande, zegt spr., zal de
Raad wel begrepen hebben, dat hij zijn stem
aan het wetsontwerp zou geven, zij het dan
dat de vergoeding door hem slechts nood
gedwongen wordt aanvaard.
Wethouder Neeteson kan zich volkomen
vereenigen met hetgeen door den voorzitter
en wethouder Stubbé is gezegd. Het door
Ged. Staten ingezonden wetsontwerp moet
worden aanvaard, zooals het is opgemaakt.
Wijzigingen mogen er niet in worden aan
gebracht. Spr. zal zich vóór het ontwerp
verklaren, doch moet zijn spijt en verwondering
betuigen over het feit dat Sas verplicht
wordt aan Westdorpe zulk een belangrijke
vergoeding te geven omdat Ged. Staten
dat blijkt uit dit wetsontwerp meenen,
dat deze grenswijziging noodig is. Het ligt
overigens voor de hand, dat de Westzijde
van het kanaal bij Sas behoort, alleen al om
de ligging van dit gebied. Iedere vreemdeling
verwondert zich erover, als hij hoort, dat dit
gebied niet aan Sas toebehoort. Spr. eindigt
met te verklaren, dat hij voor aanneming
van het wetsontwerp zal stemmen.
De heer van Hecke zegt, dat de financieele
zijde van het vraagstuk voor den Raad steeds
een moeilijke kwestie is geweest. Hij is echter
ook overtuigd, dat stemmen tegen dit wets
ontwerp, een benadeeling van Sas zou
beteekenen. Daartoe zal spr. nooit mede
werken. Als dit gebied aan Westdorpe blijft,
beteekent dit een schade voor Sas. Spr. zal
dan ook vóór het ontwerp stemmen.
De heer Verschaffel erkent, dat Ged. Staten
door dit ontwerp samen te stellen, de bal
aan het rollen hebben gebracht. Onjuist vindt
spr. het echter van dit college, dat het de
zaak op deze wijze aanhangig heeft gemaakt.
In de eerste plaats laat men Sas op het
laatste oogenblik in den steek, door een ver
goeding te eischen, iets wat nog nooit bij
een gemeentegrenswijziging geschied is, en
vervolgens schept men door de zaak aldus
aan te vatten een minder goede verstand
houding tusschen twee gemeenten. Spr. zegt
een en ander ten zeerste te betreuren.
De heer Marquinie merkt op, dat in Sas
bij deze kwestie de financiën steeds een punt
van bespreking hebben uitgemaakt. In deze
gemeente is per saldo ieder vóór het wets
ontwerp. Het is echter den Westdorpenaren
niet kwalijk te nemen, dat zij ertegen zijn,
Het gaat thans juist als toen van samenvoeging
der gemeenten sprake was. Spr. is van meening,
dat Ged. Staten hier zelf hadden moeten
ingrijpen. In ons land bestaan tal van kleine
gemeenten, welke beter bijeen gevoegd zouden
kunnen worden.
Voor de belastingbetalers zou dat een voor
deel beteekenen. Het gaat er niet om, welken
naam de gemeente draagt, doch wel is het
van belang, dat de belasting vermindert.
Spr. wijst er voorts op, dat, als het gebied
in kwestie aan Sas komt, de mogelijkheid
bestaat, dat de voordeelen daarvan voor Sas
nog jaren zullen uitblijven. Men weet niet,
hoelang het nog duren kan voor er zich
industrieën zullen vestigen. Dat echter de
betaling der vergoeding over zooveel jaren is
verdeeld, acht 'spr. een gunstigen factor. In
dien tusschentijd heeft men althans de kans,
dat er industrieën verrijzen, die de lasten
zullen dragen of in elk geval veel verminderen.
Daarom kan spr. zich met het wetsontwerp
vereenigen. Het is een onmogelijke toestand,
zegt spr., dat het in het wetsontwerp om
schreven gedeelte van den Canisvlietpolder
(vanaf de Visschersverkorting tot aan de
Oudburgsche Sluis) tot Sas behoort. Dat
terrein is aangewezen gebied van Westdorpe.
Doch evenzeer behoort de Westzijde van
het kanaal ten Noorden van Sas-van-Gent
logisch tot Sas.
De heer Dierick meent te mogen con-
stateeren, dat de door Sas te betalen f 50000
bij alle raadsleden nog al bezwaar ontmoeten.
Ook hij heeft in dezen geïnformeerd en
vernam, dat een dergelijke vergoeding tot
dusverre nergens werd opgelegd. Alle raads
leden voelen, dat de kans bestaat, dat hieruit
eerlang voor Sas een belastingverhooging zal
voortvloeien. Spr. zegt, dat zijn partijgenoot
er in de vergadering der Commissie als
bedoeld in art. 131 der Gemeentewet reeds
op gewezen heeft, dat in dit geval getracht
dient te worden, deze belastingverhooging
niet op de schouders van den arbeider te
leggen. De arbeiders moeten, zooals de heer
de Leux betoogd heeft, zoo weinig mogelijk
worden getroffen. Spr. zal om moeilijkheden
te voorkomen voor het wetsontwerp stemmen,
doch verlangt, dat met de gemaakte op
merkingen rekening zal worden gehouden.
De heer Warrens zegt, niet de eenige te
willen zijn, die over deze kwestie niets in het
midden brengt. Het heeft hem groot genoegen
gedaan, dat de Commissie eenparig vóór het