De Zeeuwsche Koerier
Vrijdag 25 Juni 1926,
VERSLAG
Tweede Blad.
van
40e öaargang. No. 3053
der openbare vergadering van de Commissi'e,
bedoeld in artikel 131 der Gemeentewet
gehouden op Dinsdag, 22 Juni 1926, des
namiddags 7 uur ten gemeentehuize te
SAS-VAN GEKT.
VoorzitterBurgemeester L. W. G. Hoef
nagels.
Tegenwoordig de heerenCh. L. Acda,
G. A. Bakker, E. C. van Goethem, Th. A.
Lammens, J. J. de Leux, A. Stouthamer, en
J. A. Wehrens, alsmede de gemeentesecretaris,
de heer F. P. J. Stubbé.
De voorzitter opent de vergadering en heet
de leden der Commissie, bedoeld in artikel
131 der Gemeentewet, hartelijk welkom. Waar
de wet, aldus spreker, niet voorziet in de
benoeming van een secretaris voor deze
vergadering, zou ik gaarne vernemen of de
vergadering toestemming zou kunnen ver-
leenen, dat de gemeentesecretaris, de heer
Stubbé, als secretaris optreedt.
Geen der leden oppert hiertegen bezwaar.
De voorzitter zegt dan, dat, alvorens met
de werkzaamheden een aanvang wordt ge
maakt, het goed zal zijn, dat de secretaris
artikel 3 van de Grondwet voorleest.
De secretaris leest het bewuste artikel, dat
luidt als volgt
(3) [2'] De wet kan provinciën en gemeenten
vereenigen en splitsen en nieuwe vormen.
De grenzen van het Rijk, van de provinciën
en van de gemeenten kunnen door de wet
worden veranderd.
Op verzoek van den voorzitter leest de
secretaris vervolgens ook de artikelen 128 tot
en met 133 der Gemeentewet voor, luidend
als volgt:
Art. 128. Tot vereeniging of splitsing van
gemeenten wordt niet overgegaan dan nadat
de bepalingen der artt. 129132 zijn in acht
genomen.
Bij missive van den Minister van Binnen-
landsche Zaken van 11 December 1919,6. 365,
is aan Gedeputeerde Staten verzocht om zoodra
de voorbereiding van een plan tot belangrijke
wijziging van de grenzen van gemeenten vol
doende gevorderd is, ten aanzien van de
omschrijving van de grensverandering overleg
te plegen met de betrokken landmeters van
het kadaster, die dan een onderzoek zullen
instellen, dat om doeltreffend te zijn, ter
plaatse zal moeten geschieden. Opdat voor
gemeld doel tijdig door tusschenkomst van
den Minister van Financiën de noodige
opdracht aan de landmeters kunne worden
gegeven, worden Gedeputeerde Staten uit-
genoodigd c. q. eene daartoe strekkende aan
vrage zoodra doenlijk tot den Minister van
Binnenlandsche Zaken te richten, waarna
deze het verzoek ter kennis van zijn ambt
genoot van Financiën zal brengen.
Art. 129. De wijze en voorwaarden der
vereeniging of splitsing worden, nadat Bur
gemeester en Wethouders der betrokkene
gemeenten zijn gehoord, ontworpen door
Gedeputeerde Staten, of, zoo de gemeenten
in meer dan ééne provincie liggen, door eene
commissie uit de Gedeputeerde Staten dier
provinciën.
Art. 130. Hierbij wordt in het oog ge
houden
dat, in geval van vereeniging eener ge
meente of van een deel daarvan met eene of
meer andere gemeenten de bezittingen en
lasten van die gemeente of van dat deel
komen ten voor- en nadeele der vereeniging,
tenzij bijzondere omstandigheden eene andere
schikking eischen
dat, in geval van splitsing eener gemeente,
de openbare gebouwen en werken zooveel
mogelijk het deel, waarin zij gelegen zijn,
volgen
dat de vruchten, welke de ingezetenen in
natura uit een gemeente-eigendom trekken,
aan hen, die ze trokken, verblijven.
alinea 3. Wanneer het niet geldt gemeente
eigendom waaruit de inwoners van eene voor
malige afzonderlijke gemeente, in den zin
dezer alinea, vruchten in natura trokken, of
dat genot niet uitdrukkelijk bij de wet tot
vereeniging der gemeenten is gehandhaafd,
hebben de inwoners zelve geen recht op
dien eigendom. (Besluit van 31 October i860,
s. 65).
Art. 131. Het ontwerp wordt in elk der
betrokkene gemeenten voorgelegd aan het
oordeel van den raad en van eene door de
kiezers voor den raad te kiezen commissie
uit de ingezetenen, waarin de burgemeester
voorzit.
De leden dier commissie worden op de bij
de Kieswet bepaalde wijze buiten de leden
van den raad gekozen in de kiesdistricten
voor de verkiezing van leden van den raad
en ten getale van 7 leden in gemeenten
beneden 6001 zielen, 13 leden in gemeenten
van 600120,000 zielen, 19 leden in ge
meenten van 20,00135,000 zielen, en 25
leden in gemeenten boven de 35,000 zielen.
Gedeputeerde Staten bepalen, den raad ge
hoord, het getal der in elk district te kiezen
leden.
Daarbij gelden de artikelen 5, vijfde lid,
laatste zinsnede en zesde lid, 6, 10, iobis,
eerste lid, 11 bis, liter, 12, eerste lid, 13,
I3bis en 15.
Burgemeester en Wethouders bepalen den
dag der verkiezing en den dag waarop zoo
noodig, de stemming zal geschieden.
De stemming geschiedt in alle stemdistricten
van het kiesdistrict op denzelfden dag.
De leden der commissie worden benoemd
met de meeste stemmen.
Bij gelijk getal stemmen zijn de oudsten in
jaren benoemd. In geval van gelijken ouderdom
beslist het lot.
De betrekkelijke meerderheid wordt vast
gesteld naar het aantal van waarde zijnde in
de stembussen gevonden stembiljetten.
Wanneer een candidaat vóór de stemming
komt te overlijden of wanneer een benoemde
zijne benoeming niet aanneemt of de bij art.
13 bepaalde tijd verstreken is, geschiedt
binnen veertien dagen eene nieuwe verkiezing.
Hetzelfde vindt plaats, zoo iemand de be
noeming in één district heeft aangenomen
en in een ander voorkomt op de lijst der
candidaten over wie eene stemming moet
geschieden, in het laatstgenoemd district.
Dit artikel is aldus nader vastgesteld bij de
wet van 14 Juli 1898, S. 178.
Bij art. X van de Additionnele Artikelen
der Grondwet [1922] is bepaald, dat de in
dit artikel bedoelde verkiezing, totdat de wet
daaromtrent nader zal hebben beschikt, blijft
geschieden volgens de bepalingen welke golden
op den dag van afkondiging van de wetten,
^houdende verandering in de Grondwet, maar
volgens de kiezerslijsten, zooals deze nieuw
worden vastgesteld. De dag van afkondiging
van de wetten van 30 November 1922,
houdende veranderingen in de Grondwet, was
29 December 1922. Aangezien echter art. X
onder de Add. Artikelen is opgenomen bij
de grondwetsherziening van 1917 [afgekondigd
12 December 1917] en bij de grondwetsher
ziening van 1922 slechts eenige aanvulling en
wijziging heeft ondergaan, zal wel moeten
worden aangenomen, dat met den dag van
afkondiging is bedoeld den I2den December
1917, zoodat van toepassing blijft de Kieswet,
zooals deze vóór de wijzigingen van 1917 luidde.
Art. 132. Het gevoelen van den Raad en
dat van de commissie worden schriftelijk aan
Gedeputeerde staten uitgebracht en door hen
vervolgens met hun advies aan het Departement
van Binnenlandsche Zaken ingezonden.
Art. 133. Wanneer de wet eene vereeniging
of splitsing van gemeenten heeft bevolen,
blijven de bestaande plaatselijke verordeningen,
ambtenaren en machten in de vereenigde of
gesplitste gemeenten voortduren, tot dat zij
door andere volgens de wet zijn vervangen.
De wet, die de vereeniging of splitsing
beveelt, verordent de noodige maatregelen
ter verkiezing van den nieuwen Raad.
Zie voor de bekoming of bevestiging van
een wapen voor de nieuwe gemeente na
vereeniging het besluit van 23 April 1919,
S. 181, onder de bijlagen opgenomen.
Ten slotte worden op verzoek van den
voorzitter door den secretaris ook het wets
ontwerp inzake de wijziging der grenzen
tusschen de gemeenten Sas-van-Gent en
Westdorpe alsmede de daarbij behoorende
toelichting gelezen, welke hier volgen
ONTWERP VAN WET.
Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje
Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen,
salut,
doen te weten
Alzoo wij in overweging genomen hebben,
dat het wenschelijk is de grens tusschen de
gemeenten Sas-van-Gent en Westdorpe te
wijzigen
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State
gehoord, met gemeen overleg der Staten-
Generaal, hebben goedgevonden en verstaan,
gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze.
Artikel 1.
Aan de gemeente Sas-van-Gent wordt een
gedeelte van de gemeente Westdorpe toege
voegd en aan de gemeente Westdorpe een
gedeelte van de gemeente Sas-van-Gent in
dier voege, dat de grens tusschen beide ge
meenten zal loopen als volgt
Vanaf het punt, waar de Rijksgrens het
verlengde-midden der Oostelijke bermsloot van
de Visschersverkorting, No. 19 van den ligger
der wegen en voetpaden in de gemeente
Sas-van-Gent snijdt, loopt de grens in
Noordelijke richting langs voornoemd ver
lengde-midden, kruist den Oudeweg, No. 18
van den ligger der wegen en voetpaden in de
gemeente Sas-van-Gent, volgt het midden van
de genoemde bermsloot tot het Noordwestelijke
punt van het perceel, nu bekend als No. 326
van sectie D der gemeente Sas-van-Gent,
alwaar de grens weder de tegenwoordige
grenslijn volgt tot het punt, waar die grenslijn
de as van den Oostelijken of nieuwen kanaal-
arm bereikt, volgt vervolgens een lijn op drie
en dertig en een halven meter afstand van en
evenwijdig aan de Oostelijke waterlijn van het
kanaal GentNeuzen tot waar de Westelijke
kanaaloever terugwijkt, zijnde ongeveer 130
M. ten Zuiden van het verlengde van de
grenslijn tusschen de perceelen der gemeente
Westdorpe sectie B Nos. 527 en 334. Aldaar
gaat de grenslijn over in de lijn op drie en
dertig en een halven M. afstand van en
evenwijdig aan de Westelijke waterlijn van
genoemd kanaal tot het punt tegenover het
midden van den op den Westelijken kanaaldijk
uitkomenden Stationsweg, No. 6aa van den
ligger der wegen en voetpaden in de gemeente
Westdorpevan dat punt gaat de lijn recht
hoekig Westwaarts door den Westelijken
kanaaldijk en het midden van den genoemden
Stationsweg en de daarop aansluitende brug
van de West-waterleiding tot aan de overzijde
van die brug, waar de lijn rechthoekig Zuid
waarts gaat naar de Zuidelijke grens van den
Stationsweg en die grens verder Westwaarts
volgt tot waar de tegenwoordige grenslijn
tusschen de gemeenten Sas-van-Gent en
Westdorpe weder wordt bereikt.
Artikel 2.
Het grondgebied dat aan de gemeente
Sas-van-Gent wordt toegevoegd gaat op 1
Januari 1927 tot die gemeente over en het
grondgebied dat aan de gemeente Westdorpe
wordt toegevoegd gaat op 1 Januari 1927
tot die gemeente over.
Artikel 3.
De bezittingen der gemeente Westdorpe,
gelegen in het aan de gemeente Sas-van-Gent
toe te voegen gebied, en de bezittingen der
gemeente Sas-van-Gent, gelegen in het aan
de gemeente Westdorpe toe te voegen gebied,
gaan onderscheidenlijk op de gemeente Sas-
van-Gent en de gemeente Westdorpe over,
zonder dat daarvoor eene nadere akte wordt
gevorderd.
Zulks geschiedt eveneens ten aanzien van
uit de wet of uit overeenkomst voortspruitende
lasten, rechten en verplichtingen der gemeente
Westdorpe en der gemeente Sas-van-Gent,
betrekking hebbende op het onderscheidenlijk
naar de gemeente Sas-van-Gent en de ge
meente Westdorpe overgaande gebied en de
daarin gelegen gemeente-eigendommen.
Voor zooveel overschrijving op de open
bare registers noodig mocht zijn, zal die ge
schieden krachtens deze wet.
Artikel 4.
De kosten van verpleging van behoeftige
krankzinnigen in gestichten of woningen,
bedoeld in artikel 35a, der wet van 27 April
1884 (Staatsblad No. 96), voor zoover zij
tijdens de opneming woonplaats hadden op
het grondgebied dat ingevolge deze wet naar
eene andere gemeente overgaat, komen van
1 Januari 1927 af voor rekening van de
nieuwe gemeente.
Artikel 5.
Alle kadastrale en andere stukken, uit
sluitend betrekking hebbend op hetgeen
volgens artikel 1 naar eene andere gemeente
overgaat, worden aan de nieuwe gemeente
voor zooveel ieder betreft uitgekeerd.
Het bestuur der gemeente Sas-van-Gent en
het bestuur der gemeente Westdorpe hebben
het recht te allen tijde kosteloos inzage te
nemen van de archieven onderscheidenlijk
der gemeente Westdorpe en der gemeente
Sas-van-Gent en van de zich in die archieven
bevindende stukken, afschriften of uittreksels
op kosten hunner gemeente te vorderen,
eveneens zoover deze onderscheidenlijk be
trekking hebben op de toegevoegde gebieden.
Artikel 6.
Het gemeentebestuur van Sas-van-Gent en
het gemeentebestuur van Westdorpe zenden
op 15 Januari 1927 onderscheidenlijk aan dat
van Westdorpe en aan dat van Sas-van-Gent
een uittreksel uit het bevolkingsregister ten
aanzien van de in dat register ingeschreven
personen, gevestigd op het grondgebied, dat
ingevolge artikel 1 onderscheidenlijk naar
Westdorpe en naar Sas-van-Gent overgaat.
Dit uittreksel vermeldt de voor de inschrij
ving van het bevolkingsregister van onder
scheidenlijk de gemeente Westdorpe en de
gemeente Sas-van-Gent benoodigde gegevens.
De ingezetenen van Sas-van-Gent en van
Westdorpe, gevestigd op de gebieden, die
ingevolge artikel 1 onderscheidenlijk naar
Westdorpe en naar Sas-van-Gent overgaan,
worden voor het opmaken der kiezerslijsten
en voor de verkiesbaarheid tot leden van den
gemeenteraad reeds met ingang van 1 Januari
1927 beschouwd als ingezetene van onder
scheidenlijk de gemeente Westdorpe en de
gemeente Sas-van-Gent.
Voor zoover de personen, gevestigd op de
overgaande gebieden, geplaatst zijn op de
voor het loopende jaar vastgestelde kiezerslijst,
zenden het bestuur der gemeente Sas-van-Gent
en het bestuur der gemeente Westdorpe vóór
8 Januari 1927 een uittreksel uit die kiezerslijst
onderscheidenlijk aan het bestuur der gemeente
Westdorpe en aan het bestuur der gemeente
Sas-van-Gent.
Artikel 7.
De gemeente Sas-van-Gent doet aan de
gemeente Westdorpe eene uitkeering van
f 4024.071|a, loopende over 10 jaren in dier
voege, dat vóór 1 Januari 1928 f 731.65 wordt
uitgekeerd, vóór 1 Januari 1929 f
vóór 1 Januari 1930 f 585.32 en zoo ver
volgens telken jare f 7316119 minder, totdat
hét laatst vóór 1 Januari 1937 wordt uit
gekeerd f 73.16'
Bovendien keert de gemeente Sas-vanGent
aan de gemeente Westdorpe, uitsluitend als
gevolg van deze grensverbetering, als zoodanig
uit eene som van f 50.000 vóór 1 Januari 1928.
Artikel 8.
De gemeente Westdorpe vergoedt aan de
gemeente Sas-van-Gent het gedeelte der ten
laste der gemeente Sas-van-Gent nog loopende
schulden, wegens de kosten van aanleg van
het electrisch net in het aan de gemeente
Westdorpe overgaande gebied.
Artikel 9.
1. De burgemeester, de secretaris, de
ontvanger, de ambtenaren van den burgerlijken
stand en de veldwachter der gemeente
Westdorpe, die op 1 Januari 1927 in dienst
zijn, ontvangen, zoolang zij die betrekking
bekleeden, telken jare, eene vergoeding ten
bedrage van hetgeen hunne jaarwedde minder
beloopt dan zij krachtens de op gemeld
tijdstip geldende of later gewijzigde regeling
bij ongewijzigd voortbestaan van hunne
gemeente zouden hebben gekregen.
2. Die vergoedingen komen ten laste van
de gemeente Westdorpe, doch worden aan
deze door de gemeente Sas-van-Gent terug
gegeven.
3. Voor de toepassing van de Pensioenwet
1922 worden deze vergoedingen als deel der
jaarwedden beschouwd.
Artikel 10.
Waar in wetten of wettelijke voorschriften
de benaming Sas-van-Gent of Westdorpe
voorkomt, zullen met ingang van 1 Januari
1927 onder verstaan worden de gemeenten,
zooals zij bij deze wet zijn gewijzigd.
Artikel 11.
Zij, die 1 Januari 1927 voorkomen op de
lijst, bedoeld in artikel 13 der Drankwet en
op dien datum gevestigd zijn op een overgaand
gebied, worden overgeschreven op de lijst
der nieuwe gemeente. Bij overschrijving
volgens het eerste lid geschiedt de inschrijving
in volgorde van de dagen, waarop de verzoeken
om vergunning van de reeds ingeschreven
en van de over te schrijven personen bij de
betrokken gemeentebesturen inkwamen voor
zoover verzoeken op denzelfden dag inkwamen,
gaat de in leeftijd oudere voorbij gelijken
ouderdom beslist het lot.
Artikel 12.
Overeenkomstig het bepaalde bij artikel 4
der gemeentewet en met afwijking van
artikel 3 laatste lid dier wet, wordt met den
eersten Dinsdag van September 1927, het
aantal raadsleden der gemeente Sas-van-Gent
gebracht op 11, wanneer de alsdan vergrootte
gemeente volgens de zoo nauwkeurig mogelijk
vastgestelde bevolkingscijfers meer dan 3000
zielen telt.
Artikel 13.
De gemeente Sas-van-Gent vergoedt aan
de gemeente Westdorpe de kosten, vallende
ten laste dezer gemeente, uitsluitend en alleen
als gevolg van den overgang van het in
artikel 1 dezer wet bedoelde grondgebieden
deze kosten worden vastgesteld op of zoo
spoedig mogelijk na 1 Januari 1927, doch in
elk geval vóór 1 Mei 1927.
Artikel 14.
Geschillen, welke omtrent de toepassing
van de bepalingen dezer wet tusschen de
twee gemeenten mochten ontstaan, worden
behoudens nadere voorziening door de
Koningin, beslecht door Gedeputeerde Staten
van Zeeland.
Artikel 15.
Deze wet treedt in werking met ingang van
den dag na dien harer afkondiging.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Door het kanaal van NeuzenGent
worden zoowel de gemeente Sas-van-Gent
als de gemeente Westdorpe in twee stukken
gesneden. Nu de industrie der gemeente
Sas-van-Gent zich uitbreidt en wegens gebrek
aan ruimte in die gemeente behoefte zal
krijgen aan nieuwe terreinen langs het kanaal,
wordt de noodzakelijkheid gevoeld, om de
gemeente voor die uitbreiding in het bezit
te stellen van een strook grond der gemeente
Westdorpe ten Westen van het kanaal, welke
in verband met zijne ligging door die ge
meente niet voldoende als industriegebied
kan worden geexploiteerd- Daartegenover is
het billijk dat door de gemeente Sas-van-
Gent wordt afgestaan een deel van hare
gronden ten Oosten van het kanaal, 't welk
zich bij het landbouwgebied van Westdorpe
aanpast en bovendien eene som van f 50,000,
uitsluitend als gevolg van deze grensver
betering als zoodanig, om Westdorpe schade
loos te stellen voor eventueele baten uit uit
breiding in de toekomst.
Het ontwerp bevat de gebruikelijke bepa
lingen, welke in wetsontwerpen tot wijziging
der gemeentegrenzen voorkomen. Voor het
overige mogen de volgende toelichtingen
dienstig zijn*
Artikel 7.
De gemeente Westdorpe zal door de voor
gedragen wijziging in aantal inwoners a<
uitgaan zij zal haar huishouding gele
op kleineren voet moeten inrichten; d»t
kunnen geschieden in een overgangstijdperk
dat op 10 jaar is te stellen in het eerste
jaar na de grenswijziging zal het volle bedrag
der inkomstenvermindering aan Westdorpe
door Sas-van-Gent moeten worden betaald,
in het tweede jaar 9J,0 van dit bedrag en
zoo voort telken jare '|1# deel minder, totdat
ten slotte in het tiende jaar nog slechts 'fo
dier vermindering wordt betaald; in het lie
jaar niets meer.
Artikel 9.
De Dedoelde achteruitgang van het aantal
inwoners der gemeente Westdorpe en die van