No. 3020 Dinsdag 2 Maart 1926 40ste Jaargang TTeiiilleton. Hoe liefde Verwon. POSTREKENING No. 52419. VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG- EN VRIJDAGAVOND De Geloofsafval in de steden en het organisatieleven ten plattelande. Ingezoodon Medeieeling (7) Voor Allen die Sukkelen Binnenland. Voornaamste nienws. De formatie-pogingen van Mr. Limburg mislukt. Ond-Minister Aalberse door zijn vroegere ambtenaren gehuldigd. DE ZEEUWSCHE KOERI ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING UITSTEKEND GESCHIKT VOOR PUBLICITEIT Een van de meeat treurige en onrustbarende feiten van onaen tjjd is wei de omvangrjjke geloofsafval in de steden. Een steeds toenemend aantal katholieken, niet bestand tegen de hen daar aan alle kanten omringende verleidingen en gods dienstige en zedelijke gevaren, verlaten de Moeder kerk. En meer in het bjjzonder diegenen van hen, die tot den arbeidersstand behooren, laten zich dan al heel spoedig drijven tot het socialisme en communisme, treden toe tot de roode politieke of economische vereenigingen en bonden en worden dan niet zelden onze meest verbitterde tegen standers. Het bestuur van den Algemeenen R-K. Landbonw-Bedrjjfsraad heeft zich in eeD van zjjn jongste maandeljjksche bijeenkomsten ook met deze hoogst belangrjjke aangelegenheid bezig ge houden en haar meer van uit het platteland bekeken. ^Immers het is bekend, dat een zeer aanzienlek gedeelte van de bevolkingen der grootere steden niet in die steden geboren maar van elders afkomstig is. Van deze elders geboren inwoners der sleden zijn ongetwijfeld de meesten gekomen van het platteland, dat slechts een klein gedeelte van zijn bevolkingsoverschot ban plaatsen in de land- en tuinbouwbedrijven en in neringen en ambachten in de dorpen. Bij het opsporen van de oorzaken van den vreeseljjken geloofsafval in de steden moet men dus niet slechts zoeken in de steden zelf, maar evenzeer op het platteland, dat immers jaarlijks een belangrijk aantal nieuwe burgers aan de steden levert. De oorzaken van den geloofsafval zijn natuurlijk vrij talrijk en zeer verscheiden van aard. O m behooren hiertoeonwetendheid en al dan niet daaruit voortkomende onverschilligheid in de zaken van den godsdienstde tallooze verleidingen in de steden, die de zedelijkheid der Dieuw-komers ondermijnen of ten slotte verwoesten gebrek aau de noodige voorzichtigheid bjj de vestiging in de stad ontevredenheid over de eigen maatschap pelijke positie en de economisohe toestanden in het algemeen het gebrek aan organisatie van ons, katholieken, zelf, die ons nog veel te weinig aantrekken van de nieuw-komers, verzuimen hen tgdig te waarschuwen en zooveel mogelijk te behoeden tegen de hen dreigende gevaren en hen den weg te wijzen naar kerk, katholieke school eu katholiek vereenigingsleven. Hoewel eenige van deze oorzaken ook reeds geheel of ten deele op het platteland liggen, zijn de meesten ervan toch te zoeken in de stad zelf. Er is echter nog een oorzaak, die uitsluitend op het platteland ligt en waarop o m Z D. H de Bisschop van Haarlem, Mgr. A. J. Gallier, met de behendigheid bg het zoeken der sporen, de 28) Toen Yanthe versoheen, als altjjd keurig en rgk uitgedosoht, steeg hij af en hielp haar zelf te paard. Zij had hem tamelijk koeltjes ontvangen en met verstrooid gelaat nauwelijks da hand toegereikt. Dat deed hem zeer. Yann, vroeg hij, waarom koestert u nog wrok tegen mg Ik heb nooit en niet in het miost de bedoeling gehad u te kwetsen. Laten we goede vrienden blijvenzeg, wilt u Uit zijn oogen sprak zooveel oprechtheid en goede tronw, dat Yanthe opeens al haar ont stemming voelde verdwgnen. Best, laten we goede vrienden big ven, dear herhaalde ze met een glimlach. Zij stnurde haar paard naar den kant, waar op dit oogenblik een ruiterstoet van dames en heeren versoheen, te midden waarvan de burg graaf praalde met juffrouw de Volpierre naast hem. Een break, h la Daumont bespannen, voerde de meer bejaarde dames, die het spel van verre wilden volgen, naar een open plaats, waar de eigenaar van het hotel een déjenner-ohampêTe had aangericht. De groepen vereenigden zich onder tal van groeten en de hoffelijkste beleefdheden. Vlindertje en de Bois-Reiny vermeden elkander opzettelijk. O, die heerlijke, dolle ritten, dat dwalen dwars door de bossohen, dat heen en weer dolen om sporen te volgen, aangewezen door verloren linten en bloemen, op het mos verspreid of aan de takken der eiken vastgehaakt. Soms sohalde in de verte de trompet. In het ravijn langs de bergreeks hoorde men stemmengeklater, gelach en paardengehinnik, terwijl de wind de hazelaars bewoog en de groene hulst, prijkend met haar roode kogeltjes, als zooveel bloedkoralen. Vlindertje vergat voor een wjjle den angst, die hem verteerde, en gaf zich geheel over aan grooten nadruk heeft gewezen, toen hg in zijn rede, gehouden bg gelegenheid vaa de jongste Nieuwjaarsreceptie op hat bissoboppeljjk paleis, o m. zetde „ioderdaad, de achteruitgang, die valt te constateren, moe* worieu toegeschreven aan gebrek aan Riomsohe organisatie. Laten wij dus deze organisatie vaa alle kaoteu steuQen, ook al zien wij zelf zoo direct het nut er niet van in. Wanneer eenmaal onze buitenmenschen zijn aan gesloten aan de Roomsche organisaties en deze Jcomen by den tegenwoordigen trek naar de groote stedendan blyven zij behouden en vooral, wan neer ODze Roomsohe propagandis en deze men- schen dan vinden, zjjn zjj zeker behouden". Hetgeen Mgr. Callier hier als zgn overtuiging weergeeft n.l. dat ongeorganiseerde buitenmenschen eerder verloren gaan in de steden dan georgani- seerden, wordt bevestigd door een onderzoek, dat het bestuur gemeend heeft te moeten instellen. Aan een aantal vooraanstaande priesters, werkzaam in de volkswijken vaa onze groote steden, is n.i. door het bestuur de vraag voorgelegd of inderdaad degenen, die op het platteland buiten de organi satie stonden, minder bestand zjjn tegen de gevaren der stad dan zg, die op het platteland reeds het katholieke verenigingsleven hebben meegeleefd. Hoewel er uiteraard geen statistieken zgn aan gelegd, die dit ook met cijfers zouden kunnen uitwijzen eu hoewel natuurlijk ook de persoonlijke eigenschappen en tal van andere mee- of tegen werkende omstandigheden van invloed zijn op afval of behoud der nieuw-komers, waren boven genoemde priesters toch vrijwel eenstemmig van meening, dat het weerstandsvermogen der katholiek georganiseerden in het algemeen veel grooter is dan dat der niet of niet-katholiek georganiseerden. Deze meening berust o. m. op de volgende ervaringen De naar de stad trekkende buitenman, die op het platteland het katholiek organisatieleven heeft meegemaikt, is over het algemeen beter onderlegd zoowel op godsdienstig als op sociaal en econo misch gebied. Door het deelnemen aan de vergaderingen der organisatie en vanwege de organisatie gehouden apologetisohe en/of sooiale cursussen, en het lezen van het katholieke bocdsblad is zijn godsdienstige kennis grooter geworden en heeft hg meer inziohfc gekregen in de werkelijke sooiale verhoudingen en economische mogelgkheden. Hg heeft dau ook leeren inzien, dat voor zoover hg ook op het platteland reeds arbeider was niet de werkgever zijn natuurlijke tegenstander is, maar dat bg zioh vooral wachten moet voor den sooialistischeu en oommuuistisohen propagandist, die traoht hem over te halen om lid te worden van diens organisatie, waardoor hij onvermjjdeljjk zgn heiligste goed: de godsdienst en zgn gelatenheid in Gods al wijze beschikkingen verliest en tevens de meest geëigende middelen, om betere toestanden te scheppen, dwaseljjk prijs geeft. De georganiseerde buitenman, die naar de stad trekt, zal in den regel ook meer strijdbaar zgn dan de ongeorganiseerde en dus ook beter bestand blijken tegen den hoon en den spot of om het populair te zeggen tegen „de groote bek" vaa de bedwelming, de frissche lucht, het genoegen van den strijd, moeilijkheid om een paard onder dit wild geboomte te leiden. Hij legde veel goeden wil aan den dag om Yanthe te volgen, haar aangenaam te zgn. Na eens toonde zij zioh allerliefst, dan weer scheen zg den jonkman spottend te willen tarten, door de dwaasheden van de Bois-Reiny aan te moedigen, die het er op zette haar bg elk kruispunt te ontmoeten. Dat verdroot Pierre Girand tooh ten laatste. Hg hield het niet laüger uit, gaf zgn rol van dienend ridder er aan en liet Yanthe elk spoor volgen, dat ze verkoos, om zelf weg te snellen langs een smal voetpad door het kreupelhout, een korteren weg naar de plaats, in welke riohting hij Blanche de Volpierre had zien verdwgnen. Ver ging het pad echter niet. Een blok lava, als een pnntige rots, versperde hem den weg. Onder breede varenschermen ontsprong een bron, die bevallig naar het ravijn neerkronkelde, zaoht murmelend in een bed van zand, door doode bladeren van den vorigen herfst en het groene mostapijt, omzoomd door een boordsel van vergeet- mg-nietjes en akeleien. Dit plekje bekoorde Vlindertje uitermate. Alvorens terug te keeren steeg hg af, bond zgn paard aan een boom, ging op een omgevallen stam zitten en stak een sigarette aan. De blauwe rookwolkjes vluchtten weg en namen de gedachten van den jonkman mee. Nu verscheen het beeld van Blanche weer voor zgn oogen, niet zooals hg haar dezen morgen gezien had, maar zooals zg was op den avond van het onweer op den weg, bevend tegen hem aanleunend, met kinderlijken schrik in de oogen, met de mooie haren, golvend over de schouders. Hij zag weer, hoe zg hem de hand reikte met de woorden Het zal altjjd die van een vriendin zgn Altjjd Zijn sigarette was uitgegaanhg wierp ze weg en sloot de oogen om beter te kunnen droomen. O gelukkig, eindeljjk I O, mijnheer Girand, wat ben ik bljj n te ontmoeten 1 den rooden propagandist, die hem dienstbaar poogt te maken aan socialisme of communisme. Daarenboven weet hjj uiteraard beter dan de ongeorganiseerde ook in de stad dsn weg naar de katholieke vakvereeniging, waarbij hjj allioht geneigd zal ziin zioh aan te slniten en stenn te zoeken, omdat hjj reeds voldoende heeft onder vonden, vau welke groote waarde deze vereenigin- geu voor hen zjjn. Het mag dus wel als vaststaand worden aan genomen, dat een krachtige bevordering van het katholieke vereenigingsleven op het platteland, zoowel van de boeren en tuinders als van de laud- eu tuinbouwarbeiders, mede ten zeerste dienstbaar kan worden gemaakt aan het gods dienstig en zedeljjk behoud van zoovelen, die jaarlijks van het land naar de stad trekken. Het is dus plicht èa van de werkgevers- èa vau de arbeidersorganisaties ten plattelande hiertoe naar beste kraohten mede te werken. Dit geldt zeer zeker voor beiderlei organisaties, maar tooh in het bijzonder voor die der werkgevers. Immers er zgn nog steeds streken, waar de boeren en/of tnindersorgauisatie het met leede oogen aanziet, dat er ter plaatse een land- en tninbonwarbeiders- organiaatie wordt opgericht En waar een dergelijke organisatie bestaat, ondervindt zjj nog maar al te dikwjjls in plaats van erkenning, aan moediging en steun van de zjjde der werkgevers organisatie wantrouwen en tegenwerking. Dat een dergeljjke mentaliteit in de hoogste mate te be- trenren is en onder katholieken niet moest voor komen, behoeft hier wel niet te worden gezegd. Zjj is herhaaldelijk oorzaak, dat er in streken, waar de verhouding tussohen werkgevers en arbeidersorganisatie zóó is, ófwel geen arbeiders organisatie tot stand komt ófwel deze organisatie een kwijnend en machteloos leven leidt. De gevolgen van een dergeljjken toestand zal men vroeg of laat bitter te betreuren hebben, omdat wjj dan onzen plicht bIs katholieken verzuimen en bovendien de oorzaak zjjn, dat vele arbeiders buiten huune organisatie bljjven en gemakkeljjk een prooi worden van sooialisme en oommnnisme. Het bestuur aoht zioh daarom verplicht er bjj de organisaties vau werkgevers en arbeiders op aan te dringen hunne onderlinge verhouding te regelen op de basis van vertrouwen en Christelijke liefde. Meer in het bijzonder vraagt het bestaar aan allen, die over eenigen invloed beschikken, om krachtig te willen medewerken aan de opriohting van eene katholieke arbeidersorganisatie op die plaatsen, waar er nog geen bestaat en om daar waar eeu dergelijke organisatie wel bestaat, deze daadwerkelijk te erkennen, geregeld met haar overleg te plegen en samen te werken, de toetreding van alle katholieke arbeiders aan te met Verstopping of mosiljjken en onregplmatigen Stoelgang zjjn .Hij n hardt'* Laxeer- tabletten onmisbaar. Zjj werken vlug en radicaal en veroorzaken niet de minste kramp. Doos 60 ot. Bjj Apoth. en Drogisten. moedigen en te bevorderen en de leden zooveel mogeljjk te doen deelen in de economisohe voor- deelen der boeren- en tuindersorganieatie. Voor zoover het de regeling der arbeidsvoorwaarden betreft zal het overleg het best tot uitdrukking komen in het afsluiten eener collectieve arbeids overeenkomst, noodig voor een matigen en ver zekerden gang van zaken in hot bedrjjf. Een beroep op onze ijverige geestelijkheid, die het nanwe verband tnsschen zielzorg en katholiek organisatiewezen duideljjker nog dan wjj kent, zal voorzeker niet noodig zgn. Hare medewerking tot het krachtig maken der werkgevers- èa arbeidersorganisaties, vooral in de kleistreken, is onmisbaar. Waar deze medewerking ontbreekt, zal in den regel het organisatiewezen moeiljjk tot bloei te brengen zijn. Waar de samenwerking overeenkomstig boven staande wenken tot stand komt, zal het katholieke vereenigingsleven tot steeds hooger bloei komen en zullen de gelukkige gevolgen hiervan zich steeds meer en steeds krachtiger doen gevoelen, ook in een versterking van het godsdienstig leven en de bevestiging van de maatschappelijke orde. Het Bestuur van den Algemeenen R-K. Landbouw Bedrjjferead Prof. L. VAN AKEN, Ord. Praem., Voorzitter. JAC GROEN AZN. G. W. J. VAN KOEVERDEN. A J. LOERAKKER. J SALMAN. Mr. H. VAN HAASTERT, adj. Secretaris. Mr. Limburg heeft Vrijdag ter kennis van H. M. de Koningin gebracht, dat hjj tot zgn leedwezen niet geslaagd is in de samenstelling van een extra-parlementair Kabinet en verzocht van de hem gegeven opdraoht te worden ontheven. De voorzitter der Tweede Kamer Jhr. mr. Ch. Rnys de Beerenbrouok is Vrijdagmiddag door H. M. de Koningin in audiëntie ontvaDger. Volgens de „Tel." bestaat bjj de Regeering het voornemen een commissie in het leven te roepen ter onderzoek van de toekomstmogelijkheden van het middenstandsoredietwezen. Een deputatie uit de hoofdambtenaren van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, bestaande uit den secretaris-generaal Mr. Schoitens, den directeur-generaal der Volksgezondheid Mr. Lietaart Peerbolte en den secretaris van den Hoogen Raad van Arbeid, Mr. Josephus Jitta, heeft den oud-Minister, mr. Aalberse, als blijvende herinnering aan den tjjd van zjjn Ministerschap, het boekwerk aangeboden: „Het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid onder Minister Aalberse", waarin de verschillende afdeelingsohefs Hjj sprong versohrikt op. Met de eene hand haar lange sleep ophoudend, met de anderen de takken der hazelaars opzjj duwend om zioh een doortoobt te banen, versoheen Blanche daar tnssohen het groen. Vlindertje haastte zioh haar tegemoet te gaan. Is nw een ongeval overkomen, mejuffronw Uw paard. Dat graast in een weide, daar ginds omlaag. Ik dank u, maar stel n gerust er is mjj niets overkomen, dan dat ik al een half nar in den zelfden cirkel ronddwaal, zonder te weten hoe er uit te kom8n. Om niet den hals te breken, want ik ben slechts een middelmatige rjjdster, heb ik ten laatste mijn paard in een weide achter gelaten en ben een pad gaan zoeken, dat mjj weer op den goeden weg zou breneen. Na lang rond dolen hoorde ik gernoht, snoof tabaksrook op, en hier ben ik 1 Pierre zag haar aan, veel dieper ontroerd, dan hg wel wilde laten bemerken. Ik beu big, mej off rouw, sprak hjj op onvasten toon, dat ik mjj hier bevind... dat ik n van dienst kan zgn. Het ljjkt wel, of u steeds te rechter tjjd op mjjn weg moet verschijnen, om mjj uit het een of ander gevaar te redden. Weet u nog van dien avond van het onweer Ik daoht er juist aan, toen ik u zag verschijnen, zei Vlindertje nelef. O Hjj beet zioh op de lippen, omdat hjj zjjn tong voorbjj gepraat had. Ernstig, met iets weemoedigs in zjjn blik, hernam hij Da Voorzienigheid sohikt soms ds omstandig heden zoo uitnemend. Ja, zg zgu dikwijls de boden Gods Dat is heden ongetwijfeld het geval. Want ver oorloof mij het n te zeggen, mejuffrouw, wan neer ik op deze bijeenkomst versohenen ben was het alleen in de stellige hoop n daarbjj te ontmoeten. Versohrikt week Blanohe aohternit; de glim- laoh van haar lippen verdween, haar gelaat werd kond en strak. Geheel opgaande in die ééae, enkele gedachte, had Pierre niet 't minste vermoeden hoe vreemd zgn woorden op deze plaats en op deze bijeenkomst moesten klinken. Hij vervolgde argeloos Ja, wat mjj naar deze partjj geleid heeft, was het voornemen n te zoeken, n te spreken, alleen en zonder getnigen, hetgeen mjj in het dorp moeiljjk, zoo niet onmogeljjk was, gezien de verhonding onzer beide families... Ik heb n zeer ernstige zaken toe te vertrouwen. Mjjnheer1 Haar wangen waren rooder dan de bloem, die zjj zennwaohtig in haar hand verfrommelde. Dat bracht Vlindertje weer tot zich zelf, en op zgn beurt blozend als een school jongen die op een font betrapt wordt, wilde hg zioh verontschuldigen en zei met een droeven glimlaoh O, ontstel n niet... Het zgn heel geen senti- menteele dingen, die ik n ga vertellen. Neen, het zjjn ernstige zaken, zaken van eer, die ik tegenover den Hemel, voor God, die ons ziet, met u te behandelen heb, met u, mejuffrouw de Volpierre. Spreek dan, zei Blanohe belangstellend. Zjj ging op een boomstam zitten en wisohte zioh het zweet van het gelaat. Hjj nam het vergeelde perkament uit zjjn portefeuille, ontvouwde het en reikte het haar over met dit éóne woord Lees Zjj las aandachtig en verbleekte, terwijl het oude papier in haar hand trilde. Vóór haar stond Pierre onbeweeglijk en bespiedde onrustig haar gelaat. Zgn hart klopte, de angst stond op zjjn voorhoofd te lezen, en tooh voelde hjj inwendig een fierheid, een voldoening, sterker dan de schaamte, die hem het bloed naar de wangen dreef. Toen Blanohe de lezing geëindigd had, vroeg ze Draagt uw grootvader kennis van dit geschrift Ontkennend schudde hjj het hoofd. O, zooveel te beter 1 Vlindertje beefde van vreugde. Gezegend moogt n worden voor dat goede woord, Blanohe... msjuffrouw... sprak hjj terwjjl een dankbare traan in zjjn oogen parelde. O, ik zie hat, n begrjjpt mjjn geheimen angst, u begrjjpt... (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1926 | | pagina 1