1739. Woensdag 30 April 1913. 19de Jaargang. Thans de meest gelezen Courant van Zooiand- Brieven, Stukken, Advertentiën te zenden aan de Administratie van „De Zeeuwsciie Koerier" te Sas van Gent. MEI- Moord te 's-Gravenhage. Pensionneering van gemeente-ambtenaren. DE ZEEUWS KOERI Deze courant verschijnt Woensdag en Zaterdag. Prijs per 3 maanden franco per post 75 cent. Voor België 1,50 frank, per 3 maandenvoor alle andere landen f 1,25, bij vooruitbetaling. rtotncuo o 1 k s b l a d. Advertentiën van 1 tot 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent Groote letters worden naar plaatsruimte bere kend. Bij abonnement korting. Dienstaanbiedin gen 3 cent per regel. MAAN L. K. 28 April. N. M. 6 Mei. ZON Zon op 7 u. 04 m. Zon onder 6 u. 30 m. Mei is de vrouwmaand wordt veelal gezegd Want menige band wordt voor 't leven gelegd. In de Meimaand, de maand van de bloemen, Wie zou dus de Meimaand niet roemen. Mei is de meisjesmaand wordt vaak ook gezeid Want dan gaat verhuizen zoo menige meid. Naar 'n „post" waar ze krijgt hooger loon Ook zij roemt de Meimaand als schoon. Mei, Lieve Vrouwemaand die naam is vermaard Bij Roomsch-Katholieken tot 't einde der aard. Bij blanken en zwarten, Chinees, Indiaan Roept men in de Meimaand Maria steeds aan. Mei de verhuismaand wie drukte bemint, Pakt in nu zijn boeltje en verhuist dan gezwind. Zoo'n karweitje dat doet hem niet schrikken Met Mei kan hij zich daarin schikken. Mei is de bloeimaand dat zegt men alom En bloemen verspreiden hun geuren rondom. Wie zou dus de Meimaand niet roemen Die heerlijke tijd van de bloemen. B. Men meldt uit 's-Gravenhage aan „De Tijd" Vrijdagavond omstreeks 81/2 uur, werd aan de woning Van Merlenstraat 37, bewoond door mevr. de wed. HausWerner, aangescheld door een jongen man, als heer gekleed, van wiens signalement overigens niets verder bekend is, dan dat hij een pet droeg en eenigszins trok met het rechterbeen. Hem werd opengedaan door de jongste dochter, oud 19 jaar, terwijl mevrouw fiaus met de oudere dochter boven was. Na een heel kort gesprek, waaruit men niet kan afleiden, dat eenige twist is voorafgegaan, heeft de jonge man met een revolver 4 bout portant op het meisje een schot gelost. Hij trof haar in het achterhoofd bij den hals. Zij werd naar boven gebracht en heeft nog eenige oogenblikken ge leefd, doch is niet meer tot bewustzijn gekomen. Toen de gemeentelijke hulpdienst kwam, was zij reeds gestorven. De politie werd onmiddellijk gewaarschuwd en de commissaris van politie, Wulffers en de chef der recherche, de heer Aaltsz, verschenen dadelijk ter plaatse tot het instellen van een onderzoek. Later verscheen ook de officier van justitie, mr. Carsten, de substituut-officier van justitie, mr. Del Campo, en de rechter-commissaris, mr. Van Rhede van der Kloot. Deze heeren hebben tot laat in den avond een onderzoek ingesteld. Van den dader, die zich onmiddellijk na het plegen van den moord had verwijderd, was intusschen geen spoor te ontdekken. Ook het onderzoek met de politiehonden-brigade had te middernacht nog niet tot de ontdekking van den dader geleid. Omtrent de misdaad, Vrijdagavond halfnegen in de Van Meelenstraat te 's-Gravenhage ge pleegd, vernemen wij nader het volgende De verslagene, de 19-jarige Willy Haus, was te halfacht een boodschap gaan doen in den banketbakkerswinkel van den heer Lempers op den hoek van de Waldeck-Pymmontkade en Weimarstraat. Na een half uurtje is zij welge moed thuis teruggekeerd. Aangezien haar moeder eenigszins ziekelijk is, huisde de familie op de tweede verdieping. Toen te kwartier over achten gebeld werd, heeft het meisje eerst uit het raam van het kabinet gekeken, wie voor de deur stond. Zonder iets te zeggen, is zij toen naar de straatdeur ge gaan, om deze te openen. Hoogstens drie a vier minuten later hoorde de oudere zuster een knal, onmiddellijk gevolgd door het dichtvallen van de straatdeur. Zij snelde naar beneden en vond daar haar zuster liggende op den grond. Terstond waarschuwde zij den beneden buurman, den heer Teppemd, meenende dat haar zuster een ongeluk was overkomen. De heer T., beproevende het meisje op te tillen, zag bloed uit het hoofd vloeien. Dadelijk daarna zijn toen geneesheeren door de familie gewaar schuwd. Toen de dokteren Terlaag en Rombouts verschenen, bleek het reeds te zijn overleden ten gevolge van een schotwond in het achterhoofd. Politie en justitie werden gewaarschuwd en stonden bij het aanvankelijk onderzoek voor een onoplosbaar raadsel. Immers, geen der naaste buren kon eenige aanwijzing doen omtrent den vermoedelijken dader. Alleen een meisje, wonende in de van Merlen straat, had tegen ongeveer kwart over achten een jongeman, gekleed met regenulster en sportpet) door het raampje van de voordeur van de woning van de verslagene zien kijken en onmiddellijk daarop den jongeman zien binnengaan. Verder had zij op de zaak geen acht geslagen en was doorgeloopen. Inmiddels had mevrouw Haus een telegram gezonden naar Leiden, waar de verloofde van het meisje, de student van Leeuwen, zoon van den Leidschen professor van Leeuwen, woont. Tegen twaalf uur verscheen de jongeman met zijn vader aan de woning in de van Merlenstraat. De justitie heeft aanleiding gevonden den student van Leeuwen in den afgeloopen nacht te 2 uur onder voorloopige bewaking te stellen aan het politiecommisariaat aan de Archimedenstraat, waar hij tot op dit oogenblik nog vertoeft in af wachting van het resultaat van de sectie, die Zaterdagochtend in het gemeente-ziekenhuis op het lijk van de verslagene is verricht. Immers, er wordt veel waarde aan gehecht, of de kogel, die uit het hoofd van het meisje te voorschijn zal worden gebracht, overeenkomt met de grootte van de kogels, die gevonden zijn in het bezit van den student, die mede de eigenaar was na een op hem bevonden revolver. De jongeman beweert aan het feit volslagen onschuldig te zijn en Vrijdagavond te Leiden te hebben gewandeld. Gebleken is, dat hij Donderdagmiddag met het meisje een fietstocht heeft ondernomen naar den Deyl en dat zij elkander aldaar hebben verlaten, hij gaande naar Leiden, zij naar huis, waar zij te ongeveer vijf uur is aangekomen. Aan de familie is niets geblekeu van onaangenaamheden tusschen de verloofden, nóch op dien dag nóch vroeger. De verloving duurde reeds enkele jaren en de jongeman kwam zijn meisje op geregelde tijden bezoeken. Bij zijn aankomst Vrijdagavond in de Van Merlenstraat deed hij eenigszins vreemd, maar toonde zich niet ernstig ontroerd. Hij verklaarde te veel van het meisje te hebben gehouden dan dat hij haar van het leven zou hebben kunnen berooven. Het onderzoek bij justitie en politie duurt in afwachting van het resultaat der sectie in zooverre voort, dat nadere inlichtingen worden ingewonnen omtrent de opgaven van den student over zijn verblijf Vrijdagavond te Leiden. Trouwens de hoofdinspecteur der recherche de heer Aaltesz met den inspecteur van politie den heer Corporaal, begaven zich reeds denzelfden nacht per auto tot het instellen van een onderzoek naar Leiden. De student van Leeuwen, die gekleed was in regenjas en pet, blijft aan het commissariaat, in afwachting van de nadere beschikkingen der autoriteiten. Omtrent de misdaad wordt door de „Maasbode" nog het volgende vernomen Bij den dader van Leeuwen, moet reeds in de laatste dagen het voornemen hebben bestaan, zijn verloofde van het leven te berooven. Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij zijn plan reeds Donder dagmiddag, toen hij met het meisje een fiets tochtje naar den Deyl ondernam, heeft willen volvoeren, maar er toen, met het oog op het drukke verkeer, op den Leidschen weg, heeft van afgezien. Vast staat, dat hij voor eenigen tijd een revolver heeft gekocht in het Warenhuis in de Spuistraat alhier dat hij. die revolver bij zich heeft gestoken met het voornemen om het meisje te dooden, wanneer de gelegenheid zich voor hem voordeed. Van Leeuwen is Vrijdagavond om 7 uur uit zijn woning te Leiden gegaan en per Hollandsche spoor naar Den Haag vertrokken. Op het Stationsplein nam hij lijn 12, stapte op het Regentesseplein uit en is toen regelrecht naar de woning zijner verloofde gegaan. Gelijk bekend, is hij ddar door zijn meisje opengedaan, nadat zij aan haar huisgenooten zich verrast had getoond over de komst van van Leeuwen, dien zij Vrijdagavond niet verwachtte. Het meisje moet in het portaal van Leeuwen zeggende „Geb (verkorting voor Gerhardus) kom je boven" hebben uitgenoodigd haar te volgen. Van Leeuwen heeft dit toen kortaf geweigerd en moet op hetzelfde oogenblik zijner weigering het revolverschot hebben gelost, waardoor zijn slachtoffer doodelijk werd getroffen. De dader is na het plegen van zijn misdaad per spoor naar Leiden teruggekeerd, waar hij te half tien zijn vader in de ouderlijke woning aantrof. Eerst na een uur kwam een telegram uit Den Haag, waarin „een ernstige ziekte" van het meisje werd gemeld met verzoek om onmiddellijke overkomst. Vader en zoon hebben toen aanstonds aan dit verzoek voldaan en zich per trein her waarts begeven. De jongeman heeft tijdens de reis blijkbaar tegenover zijn vader over zijn daad het stilzwijgen bewaard. Bij zijn thuiskomst heeft hij zich verkleed. Althans, toen hij tegen mid dernacht in de Van Merlenstraat kwam, droeg hij een winterjas en fantasie-hoedniet de regenjas en pet, - die hij aan had, toen hij het misdrijf pleegde. Van Leeuwen deed bij zijn komst zeer zonder ling en staarde voortdurend voor zich uit. Het bleek, dat hij een revolver in den achterzak van zijn pantalon droeg; welke revolver hij op verzoek afgaf. De revolver was nog van alle patronen' voorzien, zoodat van Leeuwen, na op straat de lege huls te hebben weggeworpen, in Leiden thuiskomende, vermoedelijk een nieuwen kogel in het wapen heeft gedaan. De dader was ld/a jaar niet het meisje verloofd en dit is zeer duidelijk gebleken nooit is er tusschen beiden iets onaangenaams voorge vallen, zeer waarschijnlijk ook niet in de laatste dagen. Van Leeuwen heeft met groote beslistheid geweigerd vooralsnog het motief voor zijn darfd op te geven. Binnen eenige dagen zal bij de Tweede Kamer inkomen het gewijzigd ontwerp in zake de pen sioenen der gemeente-ambtenaren. De wijziging strekt om de ambtenaren van die gemeenten, welke reeds een eigen pensioenregeling bezitten, van de toepassing der wet uit te zonderen, doch de wet wèl te doen gelden voor de ambtenaren dier gemeente aangesteld na de invoering der wet, op welkör afdoening de regeering blijft prijs stelle v óór het a.s. reces der Kamer.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1913 | | pagina 1