r Zaterdag 29 Maart 1913. v a Het Argentijnsch vleesch. De socialisten en de stembus. Een nieuwe vulkaan. Haarlem Kleverpark 67- Belangrijke datums. Wetsontwerp electriciteits- voorziening. Van een Eeuw geleden. Telefoon Interc. 1784. Telegram-adres ERE. Rechtszaken. Een kind door zijn vader doodgeslagen. Nieuwst ij dingen. Zeeuwsche Hoewel hier te lande de verkoop van Argen tijnsch vleesch nog slechts korten tijd duurt, schijnt men in sommige streken reeds de nadeelige gevolgen ervan te ondervinden. Althans uit de Betuwe een veeteeltstreek bij uitnemendheid komen klachten over mindere vraag naar slachtvee. Mochten deze klachten gegrond blijken, dan is het zeer zeker te wenschen dat van regeerings- wege de belangen der veehouders worden beschermd tegen dezen invoer. Tijdens de Paaschdagen hebben evenals hun Belgische en Fransche partijgenooten ook de Nederlandsche sociaal-democraten hun congres gehouden. Nu de algemeene verkiezingen in zicht zijn trok dit congres buitengewone aandacht. Immers, men zou de gedragslijn vaststellen, welke in Juni a.s. zou gevolgd worden. Blijkens de woorden van den voorzitter moet er naar gestreefd worden dat de S. D. A. P. na de verkiezingen minstens verdubbeld in de Kamer terugkomt. Troelstra zeide dat de S. D. A. P. bij de herstemmingen de vrijzinnige concentratie zal kiezen. „Liever links, dan het clericalisme," was het parool van den rooden leider. En wij, sociaal democraten, zoo galmde Troelstra, zullen aan den linkerkant de leiding nemen Een der sprekers verklaarde onder daverend applaus, dat de socialisten, „desnoods den duivel moeten kiezen, als ze er voordeel van kunnen hebben Men ziet dus, de heeren zijn niet minnetjes Maar duidelijk is gebleken niet alleen dat in Juni al wat socialist en liberaal is, zal samen spannen, maar ook dat de socialisten zich bij een linksche overwinning de baas weten. Staan al de onzen daarom voor onze Christelijke regeering eensgezind, schouder aan schouder In het groote Afrikaansche Vulkaangebied, ten Noorden van het Kivoemeer, heeft zich, ten Noord-Westen van het Duitsche plaatsje Kissenji, op Belgisch gebied, een nieuwe vulkaan gevormd. De eerste uitbarsting had den 6den December 1912 plaats, de vuurzuil, die uit den krater opsteeg, had een hoogte van 3 honderd tot 4 honderd meter. Na drie weken was de kraterrand ongeveer honderd meter hoog, met een doorsnede van zestig tot zeventig meter. De lava viel in hei Kivoemeer, welks temperatuur aanmerkelijk steeg, zoodat vele visschen stierven. In hoe verre de inboorlingen door de uitbarsting zijn getroffen, is nog niet bekend. De vulkaan werkt nog voortdurend. Vanaf 23 Maart, ter visieligging en verkrijg baarstelling der voorloopige kiezerslijst en bijbe- hoorende lijsten. 23 Maart tot en met 15 April gelegenheid tot reclame. Tot 21 Aprilter visieligging en verkrijgbaar stelling der reclames. Vóór 15 Meidefinitieve vaststelling der kiezerslijst. We zullen dit lijstje nu en dan afdrukken. Aanzien doet gedenken. Bij de Tweede Kamer is ingekomen eon wets ontwerp, houdende regeling in zake de electrici- teitsvoorziening, waarbij bepaald wordt, dat voor den aanleg of exploitatie door anderen dan door het rijk van een inrichting en van werken tot het voortbrengen, geleiden, tiansformeeren, verdeelen of leveren van electriciteit een door de Kroon verleende concessie vereischt wordt, indien die electriciteit voor derden verkrijgbaar zal worden gesteld. Een serie artikelen over 1813 besluit V. in de „Nederlander" aldus: De gebeurtenissen van 1813 maakten een einde aan den zoogenaamden Franschen tijd, maar de rechtvaardigheid eischt de erkenning, dat die tijd ons niet alleen leed, maar ook voordeel heeft gebracht. Hij is noodig en nuttig voor ons ge weest als tijd van overgang. De Fransche overheersching heeft ons gelouterd, zooals zij ook, na Jena, de Pruisen gelouterd heeft en ons, evenals hen, voorbereid, om, met betere kansen dan vroeger, onze plaats in de rij der vrije volken van Europa te hernemen. De Franschen bracht ons de conscriptie, de tierceering, het verlies van vrijheid en onaf hankelijkheid, de ondergang van eigen taal en eigen recht, het verlies der koloniën, de bijna geheele vernietiging van onzen overzeeschen handel van scheepvaart, vischvangst en industrie, de censuur, de geheime politie, assignaten en het tabaksmonopolie en de ellende van dat alles kon moeilijk hoog genoeg worden aangeslagen, maar zij verlosten ons ook van de Republiek en van de inwendige verdeeldheid, die deze altijd ge bracht had. Zij doodden voorgoed het provin cialisme en maakten ons tot een homogeen volk. Zij verlosten ons van onze bevlieging, voor al wat vreemd en voor al wat Fransch was en leerde ons, eigen nationaliteit meer dan ooit waar- deoren. Zij bevrijdden ons van de overtollige weelde die ons verbasterd had en gematerialiseerd en bereidden de wedergeboorte voor van het idealisme dat zich na den val van Napoleon overal zoo krachtig heeft doen gelden. De Franschen hebben ons leeren vechten en persoon lijk dienen, betalen en gehoorzamen. Zij leerden I Met Kerkelijke goedkeuring van doel en Koninkl. goedkeuring der Statuten. Het feit, dat de grootste R.-K. Arbeiders-Organisaties uit het buitenland zich met deze instelling in verbinding stellen, bewijst wel, dat haar doel be grepen en geapprecieerd wordt ook over de grenzen. Zij is toch eenige bestaande R.-K. Maatschappij, die omdat zij nimmer andersdenkenden kan verzekeren, de Katholieke zaak moreel en financieel kan steunen en blijven steunen. Wanneer toch eene andere Maatschappij, welke ook, de zaak van verzekerden van eene bepaalde kleur financieel steunt, dan zal een protest van de andersdenkende verzekerden ZEER TERECHT hiervan het logisch gevolg zijn. ons, wat gezag was en wat orde beteekende in de administratie. Zij verlosten ons van veel omslag in onze wijze van werken, verbeterden onze wetgeving en vooral ook onze rechtspraak en ons belasting-stelsel. Zij hebben hier de op komst voorbereid van het constitutioneel koning schap en deden in de dagen der verdrukking het volk weer terug verlangen naar het oude ge liefde vorstenhuis, dat ons altijd de vrijheid had gebracht. Veel Nederlanders waren dan ook aan het Fransche bewind gehecht. Veel Nederlanders hebben den opstand in 1813 betreurd en nog bij Waterloo in de gelederen der Franschen tegen hun eigen landgenooten gestreden. Dat alles mag niet vergeten worden, als wij den Franschen tijd herdenken, maar de nadeelen zijn grooter geweest dan de voordeelen en daarom mogen wij nu nog met groote dankbaarheid terug zien op de mannen, die ons verlosten van het Fransche juk, dat wel tijdelijk heilzaam was ge weest, maar reeds lang voordat het verbroken werd, voor ons niet meer noodig was. Dinsdag stond voor de Bossche rechtbank terecht Johannes de Groot, oud 47 jaar, geboren te Nistelrode, wonende te Gennep, beklaagd ter zake, dat hij den 20 Januari 1913 te Gennep opzettelijk zijn kind Hendrikus de Groot van het leven heeft beroofd, althans zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door hem met een bijl, althans een zwaar, scherp en hard voorwerp op en tegen het hoofd te slaan, te stooten, te hakken en te kappen, tengevolge waarvan deze eenigen tijd daarna is overleden, althans zwaar lichamelijk letsel uitmakende en levensgevaarlijke hoofd wonden heeft bekomen. Als getuigen waren gedagvaard M. Th. Schel, chauffeur; N. J. Vermeulen, schoenmakerD. H. Goossens, herbergier Konings, gemeente-veldwachterdr. Stiemens, artsdr. Hermans, artsallen te Gennep en dr. Casparic, arts te Bosch, de drie laatste als deskundigen. De getuigen verklaarden, dat de verslagene een gevaarlijk mensch was en een ontaarde zoon, terwijl beklaagde een goed vader voor hem was. De verslagene was de schrik van het gezin. Op den avond van 20 Januari dreigde hij alles stuk te zullen slaan en sloeg hij tegen de ruiten en de buitendeur. Het dochtertje riep om hulp en de moeder riep beangst„maak er maar een eind aan". De vader liep toen met de bijl naar buiten en bracht den jongen daarmee de ernstige hoofd wonde toe. Beklaagde bekende schreiend, te hebben gehan deld uit zelfverdediging, daar zijn zoon hem dreigde met een mes. Meermalen heeft hij gezegd het huis in brand te zullen steken en zijn vader te vermoorden. Dit getuigt veldwachter Konings. De menschen in Gennep zijn blij van den ver slagene verlost te zijn. Het O. M. nam zeer verzachtende omstandig heden aan en vroeg een gevangenisstraf van twee en half jaar met aftrek van voor-arrest. De verdediger mr. E. van Zinnicq Bergmann vroeg ontslag van rechtsvervolging en de onmid dellijke invrijheidstelling van beklaagde, subsidiair een minimum straf. De rechtbank, na in raadkamer te zijn geweest, gelastte de onmiddellijke invrijheidstelling van beklaagde, alsmede een onderzoek naar het mes, waarmee de verslagene zou hebben gedreigd. NEDERLAND. Een Christusbeeld gestolen. In de kerk te Gemert is dezer dagen een Christusbeeld gestolen. Den juisten datum van den diefstal weet men niet. Eerst Zondagmorgen was de diefstal bekend. Het betreft een antiek en zeer fijn af gewerkt kruisbeeld van circa 2 decimeter lengte. ('s-H. Crt Een nieuw „K u n s t"-s a 1 o n. Men schrijft uit 's-Hertogenbosch aan de „N. Ct. Herman Moerkerk is, zooals bekend is, een talentvol teekenaar. Van mindere bekendheid is echter, dat hij een tamelijk harden en weelde- rigen baard heeft, die bijna dagelijks onderhanden genomen moet worden. Er zijn meer zware baar den in den Bosch en zoo komt het, dat Moerkerk, wanneer hij zich wil laten scheren het salon vol klanten vindt en wel eens een poosje moet wachten, 't Trof me, dat hij op een goeden dag zijn schetsboek bij zich had en het wachten ver kortte door een luk-rake en in een paar strepen neergezette schets uit het salon. Het grapje be viel hem, hij liet het schetsboek achter en krab belde bij elk bezoek een aardig schetsje, een type van de straat of uit het salon op papier, waarna hij in een joviale bui het boekje met de schetsen aan zijn barbier ten geschenke gaf. Deze nu liet de verschillende schetsen Detjes uitnemen en plaatste ze, bij wijze van wand versiering boven de lambrizeering in het salon, achter glas. Herman Moerkerk sputtert nu als een oude motor, dat hij zoo is beetgenomen, en bescheiden als deze goedlachsche Brabander is, heeft hij ge weldig het land over deze ongewilde reclame, die niettemin schitterend getuigt van zijn kunnen. Heel Den Bosch laat zich in het nieuwe „kunst"- salon" scheren en amuseert zich over zooals een der schetsen heet „den oolijken barbier".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1913 | | pagina 9