DE ZEEUWSCHE KOERIER
Provinciaal D o 1 k s b 1 a d.
Eerste Blad.
Zaterdag 22 Maart 1913.
I9Je Jaargang.
Koning George vermoord.
Van Houtens
Cacao
Buitenlandsch Overzicht.
Paschen.
Thans de meest geleien Courant van Zeeland-
Brieven, Stukken, Advertentiën te zenden nan de Administratie van „De Zeeuwsche Koerier" te Sas van Gent.
Dit nummer bestaat
uit DRIE BLADEN -
In het belang van de gezonde volksvoeding
kan men niet genoeg er op aandringen dat
meer en meer in de plaats treedt van u/elken
anderen drank ook. ledereen moest ze dage
lijks drinken. Op alle tijden van den dag is
ze welkom en verkwikkend.
Het Titanic-Fonds,
De toestand van den Pans.
Menschelijke wolven.
Rechtszake n.
Deze courant verschijnt
Woensdag en Zaterdag.
Prijs per 3 maanden
franco per post 75 cent.
Voor België 1,50 frank,
per 3 maandenvoor alle
andere landen f 1,25,
bij vooruitbetaling.
Advertentiën van
1 tot 5 regels 50 cent
Elke regel moer 10 cent
Groote letters worden
naar plaatsruimte bere
kend. Bij abonnement
korting. Dienstaanbiedin
gen 3 cent per regel.
MAAN
V. M. 22 Maart.
L. K. 29 Maart.
ZON
Zon op 6 u. 40 m.
Zon onder 5 u. 38 m.
Weer vieren wij het blij de Hoogfeest van Paschen.
Weer jubelen de Paaschklokken de heug'lijke
tijding, verkonden zij het vreugdevolle nieuws
dat Jesus Christus opgestaan uit het graf, en
verrezen is.
Verrezen 1
Nadat de geloovigen gedurende den Vastentijd
het Lijden van den Zaligmaker als op den voet
gevolgd hebben, nadat zij zijn getuigen geweest
van de bittere smarten, de vreeselijke beleedigingen,
den 8madelij ken dood aan het Kruishout, staan
zij thans aan het geopende graf, en vieren met
de Kerk het verrukkelijke feest der Verrijzenis,
het feest van Paschen.
Is het U allen niet, alsof op dezen grooten
feestdag het bloed vlugger uwe aderen doorstroomt,
verkeeren wij op dezen dag niet allen als in een
verfrischte, een veraangenaamde, een verjongde
stemming
Paschen is het feest der overwinning, is het
jaarlijksche triomffeest: en al wie met de H. Kerk
meeleeft, deelt in de intense vreugde, welke dezen
dag kenmerkt en eigen is.
Verrezen en als Overwinnaar naar voren ge
treden.
Het verwaande hoongelach Zijner vijanden is
verstomd de soldaten, door de Joden als wachters
aan het graf geplaatst, liggen verschrikt en ver
slagen ten grondeen Hij, Die voor weinige
dagen tot den dood toe boette voor des mensch-
doms zonden, Die als machteloos alle pijnen en
smarten verdroeg, rijst nu op in glans en luister
Laat het feest der Verrijzenis ons de onwankel
bare overtuiging schenken, dat elk menschelijk
werken vergeefs moet zijn, als we daarbij niet
rekening houden met de Leer van Hem, Die op
Paaschmorgen triumfeerde over al Zijne vijanden.
Zooals Hij overwon, zoo zal ook ons de over
winning zijn weggelegd, wanneer steeds en in
alles Zijne beginselen onze stuwkracht vormen.
Ziedaar het devies van onzen roemvol regee
renden Paus Pius X„Alles herstellen in
Christus".
Zonder dat herstel zal en moet de maatschappij
krank en zwak en vol gebreken blijvenmaar
door haar, de maatschappij, aan den Christus terug
te geven, zal ook zij deelen en ten volle deelen
in Zijne Verrijzenis.
Houden we dit altijd voor oogen alles, alles
weer te doen doordringen van den echten, geest
des Christendoms.
Als een donderslag uit helderen hemel komt
uit Saloniki, de door het Grieksche leger inge
nomen Turksche havenstad, het sensatiewekkende
bericht dat koning George I van Griekenland
Dinsdagmiddag vermoord is.
Zegevierend was het leger der Grieken opge
trokken tot Saloniki, had Janina ingenomen, en
oogstte op vele andere plaatsen lauweren. En
terwijl de koning hoogst tevreden en voldaan is
over den roemrijken tocht van zijn leger, terwijl
hij, die dit jaar zijn 50-jarig regeeringsjubileum
zou vieren, dit feest zou zien vergezeld gaan van
een groote uitbreiding van het rijk der oude
Grieken, wordt door schurkenhand plotseling een
einde gemaakt aan het leven van den bejaarden
monarch.
Omtrent het verloop dezer misdaad vinden we
in „De Maasbode" de volgende bijzonderheden
Bij den afschuwelijken moord op koning George
is het opgevallen, hoe zich deze monarch feitelijk
onbewaakt op straat bewoog. Het was zijn ge
woonte in Athene om alleen vergezeld van zijn
adjudant zijn dagelijksche wandeling te maken en
met die gewoonte wilde hij in Saloniki niet
breken. Daarover was men in zijn omgeving
zeer ongerust, vooral omdat men wist hoe vele
onbetrouwbare individuen in de vroegere Turksche
havenstad rondslopen. Men drong er bij den
monarch herhaaldelijk op aan, dat hij enkele
geheime politieagenten zou aanwijzen, die hem
op korten afstand zouden volgen. Na langdurig
aandringen stond de koning toe, dat 4 gendarmen
hem zouden volgen. Enkele dagen geleden werd
dit getal echter op twee teruggebracht, daar de
koning zoo'n groote bewaking te lastig vond.
Toen de koning Dinsdagnamiddag wandelen
ging was hij vergezeld van zijn adjudant Franguli,
terwijl op eenigen afstand de twee gendarmen
volgden. De monarch was zeer opgewekt, sprak
met geestdrift over het succes der Grieksche
troepen, de inneming van Saloniki en de capitu
latie van Janina en zeide„dat maakt te
zamen een groot feestgeschenk bij mijn 50-jarig
regeerings-jubilé. Morgen zal ik een officieel
bezoek aan den Duitschen kruiser „Goeben"
brengen". Dat waren de laatste woorden van
den koning. Terwijl de koning alzoo sprak, was
het den adjudant opgevallen, dat twee individuen
volgens andere lezingen was de moordenaar
alleen hen sinds eenigen tijd volgden, doch
hij vermoedde geen kwaad. Plotseling echter
haalde een hunner een revolver te voorschijn en
weerklonken enkele schoten, üp hetzelfde oogen-
blik hier loopen de lezingen van het ontzettend
drama zeer uiteen richtte de adjudant zich
tegen den aanvaller. Hij greep zijn hand en hield
hem vast tot de beide gendarmen kwamen toege
sneld. Het andere individu wist te ontkomen.
Ondertusschen was de koning gevallen. Hij
lag bewusteloos op den grond, terwijl uit de
linkerborstzijde bloed stroomde. Overste Franguli
droeg het lichaam van zijn meester naar een
rijtuig en gaf bevel zoo snel mogelijk naar een
ziekenhuis te rijden. 4 Edoch onderweg gaf de
koning reeds in de armen van zijn adjudant den
geest, zonder nog bij bewustzijn geweest te zijn.
In het ziekenhuis werd vastgesteld, dat de
koning door twee kogels volgens andere lezing
door één getroffen waséén tusschen de
schouderbladen en één in het hart.
Toen het doodsbericht in Saloniki bekend werd,
stond spoedig het geheele verkeer stil. De trams
en omnibussen staakten hunne diensten, en toen
de avond aanbrak, werden de gaslantaarns niet
aangestoken, zoodat de geheele stad in diepe
duisternis, als in dichten sluier van rouw gehuld
was. Een ongemeen droeven indruk maakte ook
het gelui der doodsklokken van alle torens en in
de duisternis van den avond zag men in de
straten soldaten, die te weenen stonden of luide
gebeden spraken voor hun .vermoorden koning.
De moordenaar Alepo Schina is een Griek uit
Volo, die nog slechts korten tijd geleden in
Saloniki was aangekomen. Over zijn persoon
loopen allerlei tegenstrijdige geruchten. Terwjjl
van den eenen kant gemeld wordt, dat de mis
dadiger een geestes zwak individu is, wordt van
andere zijden verzekerd, dat hij een f a n a ti e k
sociaal-democraat is en bij de politie welbekend.
Bij het eerste verhoor verklaarde hij dan ook op
de vraag of hij er niet aan gedacht had, in welk
een rouw hij het vaderland door zijn afschuwelijke
misdaad gestort had, „wat kan mij dat schelen
ik ben sociaal-democraat". Inderdaad blijkt Schina
lid te zijn van de sociaal-democratische organisatie
in Volo. Koning George is dus waarschijnlijk
het slachtoffer geworden van de ophitsende leerin
gen der sociaal-democraten. Over het motief van
zijn misdaad verklaarde de moordenaar, dat hij
de moord begaan had, omdat de koning hem niet
had willen helpen.
Het schijnt dat hij zich tot den koning om
geldelijken steun had gewend, maar dat deze
geweigerd had.
George I werd aldus „De Tijd" op 24
December 1845 geboren als de zoon van koning
Christiaan IX van Denemarken. Op 6 Juni 1863
nam hij de hem door de Nationale Vergadering
aangeboden kroon van Griekenland aan, terwijl
Frankrijk, Groot-Britannië en Rusland bij het
Londensche protocol van 5 Juni die verkiezing
hadden goedgekeurd. In 1897 brak de oorlog uit
met den Turkschen erfvijand, een oorlog die den
Grieken geen voordeel bracht. Na afloop van den
strijd stelde de koning alles in het werk om de
treurige gevolgen van den oorlog te doen ver
dwijnen. En zijn streven had succes, Griekenland
begon weder te bloeien en sterker te worden en
achtte zich ten slotte krachtig genoeg om met de
andere Balkanvolken den strijd tegen den Turk
aan te binden. Met welke resultaten, weet men
uit de geschiedenis van den jongsten tijd.
RONA
Hiervoren vindt men reeds uitvoerige gegevens
over de gebeurtenis dezer week, den aanslag op
den 68-jarigen koning George van Griekenland.
Maar toch moeten wij ook op deze plaats aan
deze laaghartige daad even onze aandacht schenken.
Niet alleen het Grieksche volk, maar ook de be
woners der andere Balkanstaten zijn door dezen
koningsmoord diep getroffen, 't Is dan ook wel
door en door tragisch een volk zijn hoofd te zien
ontrukken, op 't oogenblik dat het in een oorlog
gewikkeld is. Eenige ingriipende verandering
inzake de buitenlandsche politiek van Griekenland
zal de dood van den koning wel niet tengevolge
hebben. Reeds heeft 's konings zoon Konstantijn
den troon beklommen. Deze is gehuwd met een
zuster van den Duitschen keizer, uit welk huwelijk
vijf kinderen zijn geboren. De oudste zoon, prins
George, is 23 jaar oud. De nieuwe koning is
een bekwaam man en vurig patriot. Hoewel het
Grieksche volk hem en zijne geheele koninklijke
familie niet zelden afschuwelijk heeft beleedigd
in 1909 b.v. werden de zonen van den vermoorden
koning uit het leger gestooten bleef Konstantijn
volbloed Griek. Meermalen legde hij groote
krijgsmanskunst aan den dag en de voorspoedige
operaties van het Grieksche leger in dezen oorlog
tegen Turkije zijn voor het overgroote deel te
danken aan het wijze beleid van den nieuwen
koning Konstantijn. Hij trouwens is het geweest
die na den voor Griekenland zoo onfortuinlijken
oorlog van 1897, het geheele leger reorganiseerde.
Als wetenschappelijk onderlegd man hij
studeerde te Leipzig en als degelijk krijgs
kundige, bezit hij de noodige eigenschappen om
voor Griekenland een goed koning te zijn.
De Balkan-crisis is alweer een nieuw stadium
ingetreden. Nu heeft het kleine Montenegro het
landje dat het eerst aan Turkije den oorlog ver
klaarde roet in het eten geworpen. Men weet
dat de Montenegrijnen Skoetarie belegeren. En
men weet ook dat belegeraars hun geschut op
een belegerde vesting alleen mogen richten op
militaire verschansingen, stellingen, enz. De Mon
tenegrijnen hebben daar echter de jongste dagen
den brui aan gegeven en zoo verkeert in Skoetari
thans geheel de bevolking, dus ook de niet
vechtende in onmiddellijk levensgevaar. Men
schiet op kerken, kloosters, hospitalen enz. Niet
zoodra werd dit bekend of Oostenrijk er
wonen vele Oostenrijkers in Skoetari heeft
daartegen krachtig geprotesteerd. Ook Italië
heeft doortastende maatregelen genomen. De
Montenegrijnen schijnen in meerdere opzichten
hun boekje op bedenkelijke wijze te buiten te
gaan. O. a. wordt bericht dat 300 katholieke
Albaniërs onder doodsbedreigingen gedwongen
werden over te gaan tot de orthodoxe kerk.
Intusschen is een geheel Oostenrijksch eskader in
de richting van Montenegro opgestoomd. De
toestand wordt daér dus wel kritiek. Maar
't kan verkeeren, zei Breeroo.
Uit Constantinopel komen voor de zooveelste
maal andere geluiden. Men heeft van de Tscha-
daltscha-linie bericht ontvangen dat door het
zonnige weer der laatste dagen de wegen zijn
opgedroogd en dat de troepen ernstig verlangen
vooruit te mogen rukken. Natuurlijk zijn dergelijke
tijdingen zeer geschikt om bij de Turken de hoop
weer te doen herleven. Met een herleefde hoop
is echter de oorlog niet gewonnen. Het scheelt
er heel wat van. Turkije heeft behalve die hoop
een geoefend leger, geld en nogmaals geld noodig,
en dat alles heeft het niet. Men zal daarom
in Constantinopel goed doen zich alle onnoodige
illusies te besparen.
Frankrijk, dat zich verleden week zoo druk
maakte om Duitschland, en welker chauvinisten
in hun droomen reeds weer hoorden den kreet
van 1870 „k Berlin", dat land heeft voor 't
oogenblik al weer werk genoeg om z'n eigen
inwendige zaakjes op pooten te helpen. Het
ministerie is bezweken, nog slechts weinige weken
oud. Een kiesrechtkwestie vormt de oorzaak van
den val van het ministerie-Briand.
Tot slot een rectificatie. In ons vorig overzicht
lieten we president Fallières nog vredelievende
toespraken houden. Deze man rust reeds op zijne
lauweren. We bedoelden natuurlijk den nieuwen
president Poincaré.
Gelijk men zich herinneren zal, werd na het
vergaan der „Titanic", ook in Engeland een
comité opgericht, dat zich ten doel stélde, den
nood onder de nagelaten betrekkingen der be
manning en der passagiers zooveel mogelijk te
lenigen.
Woensdag is dit comité, dat het z.g. „Mansion
House Fund" bijeenbracht, voor het laatst bijeen
geweest.
Sir Thomas Crosby presideerde. In het geheel
werden 1182 gevallen behandeld, 654 betreffende
familieleden der bemanning en 528 van de
passagiers, die verdronken waren. Door een
betaling in eens waren de nagelaten betrekkingen
van 90 leden der bemanning en van 427 passa
giers ondersteund, tot een bedrag van 28,627
pond. Voor alle andere gevallen werd een jaar
lijksche toelage vastgesteld, bedragende in het
geheel 21,000 pond per jaar.
Het geheele kapitaal van het „Mansion House
Fund", met de renten, bedroeg 418,775 pond.
Het geld is belegd onder borgstelling van den
lord mayor en wordt beheerd door een soliede
maatschappij.
De correspondent van de „Croix" te Rome
seint do. 19 Maart nog het volgende
Kardinaal Merry del Val heeft hedenmorgen
als naar gewoonte de loopende zaken met den
Paus behandeld. De receptie ter gelegenheid van
het St. Josephfeest was uitgesteld wegens de
goede week. De kardinaal-staatssecretaris alleen
wenschte den H. Vader met zijn naamfeest geluk.
De gezondheidstoestand van den Paus blijft
aanleiding tot tevredenheid geven. De eerste dagen
na Paschen zullen niettemin geen audiënties
plaats hebben. De dokters wenschen, dat Z. H.
volstrekt rust zal houden om de vermoeiende
audiënties der pelgrimstochten te kunnen ver
dragen, die reeds in April zullen beginnen en 80
in getal tot October zullen duren.
De roovers in Rusland blijken even gevaarlijk
te zijn als de wolven. Maandag deed een bende
een inval in het kasteel van de weduwe van den
beroemden schilder Czachorsky te Bialowody in
het Russische gouvernement Chelm en stal daar
al wat zij vangen en grijpen kon.
De zwager der weduwe en de landeigenaar
Wenglenski, die met eenige grondbezitters uit de
buurt de roovers nazetten, moesten daarvoor den
volgenden dag boeten. W. zelf, benevens een
lakei en een paardenknecht werden doodgeschoten,
terwijl de dochter des huizes zwaar gewond werd.
De plaatselijke autoriteiten staan, naar uit
Warschau gemeld wordt, machteloos tegenover
deze rooverbenden, zoodat de grondbezitters in
de streek zich genoodzaakt hebben gezien een
deputatie naar Warschau te zenden om den
gouverneur-generaal te verzoeken maatregelen te
nemen tot hun bepcherming. (Tijd.)
In een zitting met gesloten deuren werd
Dinsdag voor de a'rrondissements-rechtbank te
Middelburg tegen E. van S., geb. L., 48 jaar te
Vlissingen, 9 maanden gevangenisstraf met
aftrek van het voor-arrest geëischt wegens vrucht
afdrijving, welke te Ter Neuzen zou ge
pleegd zijn.
Afpersing.
Voor de zesde Kamer van de rechtbank te
Amsterdam stonden terecht J. de W., oud 36
jaar, van beroep betonwerker, W. H. W., oud 21
jaar, los werkman en C. L., oud 37 jaar, beklaagd
van afpersing van den landbouwer K. de Vries,
een landbouwer in den IJpolder.
In den namiddag van 31 Januari werd de
Vries, de voornaamste getuige in deze zaa^, in
de waterplaats op het Singel bij het Sophiap ein,
aangesproken door W. H. M., maar hij liep weg
en verstond daardoor niet, wat tegen hem werd
gezegd.
Tot zijn verrassing werd hij bij zijn terugkomst
in Sloterdijk aangesproken door denzelfden man,
die hem om f50 vroeg, daar hij in geldverlegen
heid zat en naar Duitschland wilde.
Get. de Vries gaf hem een rijksdaalder en
eenig klein geld.
Bekl. was hier echter niet mee tevreden, hij
liep een heel eind met get. mee, uitte dreigementen,
zelfs meende get. een mes te hebben gezien.
Toen W. aandrong, dat de Vries zijn horloge
of ring voor een tientje in pand zou geven,
weigerde deze dit. Eindelijk liet bekl. hem gaan,
maar eenige dagen later kwam hij met twee