Provinciaal
0 a 1 k s b la d.
RONA Cacao
erste Blad
Zaterdag 15 Maart 1913.
19dc Jaargang
Van houtcn's
Thans de meest gelexen
Courant van Zeeland.
Brieven, Stukken, Advertentiën te zenden aan de Administratie van „De Zeeuwsche Koerier" te Sas van Eent.
Dit nummer bestaat
uit DRIE BLADEN.
Verslag
ik
Er zal wel geen geneeskundige gevonden
worden, die uit hygiënisch oogpunt aan goede
cacao de voorkeur ontzegt boven koffie, thee
of alcoholische dranken.
is een krachtig fabrikaat, afkomstig uit de
Koninklijke van Houten's Cacaofabriek. De
algemeene waardeering doet verwachten dat
RONA Cacao steeds meer zal worden de volks
drank bij uitnemendheid.
der Raadsvergadering van de
gemeente SAS VAN GENT,
DE
ZEEUWSCHE KOERIER?
Advertentiën vanjH
1 tot 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent
Groote letters worden
naar plaatsruimte bere»
kend. Bij abonnement
korting. Dienstaanbiedin
gen 3 cent per regel.
ZON
Zon op 6 u. 40 m.
Zon onder 5 u. 38 m.
Deze courant verschijnt
Woensdag en Zaterdag.
Prijs per 3 maanden
franco per post 75 cent.
Voor België 1,50 frank,
per 3 maandenvoor alle
andere landen f 1,25,
bij vooruitbetaling.
MAAN:
E. K. 15 Maart.
.__V._M._22 Maart.
gehouden op Donderdag den 13en Maart 1913,
des namiddags ten 3 uur.
Aanwezig de voorzitter, 5 leden en de secretaris.
Afwezig de heer Malotaux.
De notulen der vorige vergadering worden
voorgelezen en goedgekeurd.
Aan de orde
I. Mededeeling Ingekomen Stukken.
a. Schrijven van mej. M. S. de Koek, onder
wijzeres aan de R.-K. Bijzondere School te Axel,
benoemd tot onderwijzeres aan de openbare lagere
school B. in deze gemeente, waarin zij bericht
dat haar door het R.-K. Kerkbestuur te Axel
eervol ontslag is verleend met ingang van 1
April, zoodat het haar niet mogelijk is met ingang
van 1 Maart in functie te treden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Rekening der Gezondheidscommissie te Ter
Neuzen over 1912. Deze sluit met een goed slot
van f741,24.
Wordt eveneens voor kennisgeving aangenomen.
II. Voorstel omtrent verhuring post- en
telegraafgebouw.
De voorzitter deelt mede dat inzake den nieuwen
termijn voor verhuring aan het Rijk van het ge
bouw van het post- en telegraafkantoor de som
950 gulden per jaar was geboden. Burg. en
weth. stellen echter voor hiervan te maken de
som van duizend gulden en dan weer een huur
overeenkomst af te sluiten voor den tijd van 10
jaar.
De heer Gross verklaart zich met dit voorstel
goed te kunnen vereenigen.
De heer Buijsse vraagt of hieraan dan geen
bezwarende voorwaarden zijn verbonden voor wat
betreft de reparatie aan het gebouw.
De heer Gross zegt dat voor een dergelijken
huurprijs de reparatiën dan ook behoorlijk moeten
uitgevoerd worden.
De secretaris deelt mede dat de begrooting van
te verrichten reparatiën beloopt f473.
De heer Buijsse vraagt of het niet wenschelijk
ware voor de verdere jaren een maximum-bedrag
voor de uit te voeren reparatiën vast te stellen.
De secretaris licht toe dat volgens de voor
waarden de gemeente alle lasten heeft te dragen,
welke de wet op den verhuurder legt.
De voorzitter zegt dat de reparatiën toch voor
den verhuurder zijn.
De heer Pauwels is van oordeel dat zulks toch
nog al tot moeilijkheden aanleiding geeft, wat
indertijd nog gebleken is met het breken van
een glas.
De heer Buijsse acht het juist om dergelijke
redenen gewenscht een maximum vast te stellen.
De voorzitter meent dat met het oog daarop
nog f 50 gevoegd is bij de aanvankelijk bepaalde
huursom.
De heer Pauwels wijst er nog op dat do vorige
directeur b.v. een ventilateur wilde hebben,
waarvan de prijs circa f 160 zou bedragen hebben.
Deze is toen echter niet aangebracht.
De voorzitter vraagt wat nu het gevoelen van
den raad is.
De heer Buijsse zegt dat de huurprijs toch
6—7 pCt. oplevert.
De heer ïïamelijnck zou den prijs niet lager
dan f 1000 stellen.
Z. h. s. wordt besloten de huurprijs te bepalen
op f 1000 en de gewenschte reparatiën aan het
gebouw te doen uitvoeren.
III. Verslag van de commissie tot wering
van schoolverzuim over 1912.
Dit verslag luidt
„Vergeleken bij dat van vorige jaren bleef het
schoolverzuim in 1912 vrijwel stationair.
Het ongeregelde bezoeken der scholen is beperkt
tot eenige gezinnen, waarvan de hoofden weinig
Waarde aan het onderwijs hunner kinderen
schijnen te hechten. Geen betoog behoeft het
dat leerlingen uit dergelijke families het niet
verder brengen dan tot de lagere klassen en ook
daar in vele opzichten remmend.op het onderwijs
werken."
De heer Oole merkt op dat het kort en bondig is.
De heer Hamelijnck zegt dat over het algemeen
het schoolverzuim toch geen reden tot klagen
geeft.
IV. Verslag bedoeld bij art. 52 der woningwet
over 1912.
Dit verslag wordt voorgelezen.
Naar aanleiding van een der punten merkt de
heer Oole dat op een der perceelen op den weg
naar Westdorpe, waarvan de onbewoonbaar ver
klaring is ingetrokken, het bord „onbewoonbaar
verklaard" nog hangt.
De voorzitter gelooft dat dit wel niet zoo
sal zijn.
De heer Hamelijnck constateert dat van de
herstellingen aan die woningen toch iets is gekomen
en vraagt of de waterafvoer daar nu verbeterd is.
De heer Pauwels zegt dat de gemeente daarin
niet betrokken is. Overigens hebben de bemoeiingen
der Gezondheidscommissie ten aanzien daarvan
niet veel succes opgeleverd. Maar nu is het in
zooverre verholpen. Als er maar een beetje afvoer
is gaat het wel. Voor die geschiedenis is overal
aangeklopt, maar 't meest op de portemonnaie
van de betrokkenen.
Het verslag wordt hierna goedgekeurd.
V. Benoeming van een lid van het algemeen
armbestuur wegens periodieke aftreding van den j
heer P. Malotaux op 1 April a.s.
Door het armbestuur is eene aanbeveling
ingediend, waarop voorkomen de heeren P.
Malotaux en E. Geirnaerdt.
Met algemeene (6) stemmen wordt herbenoemd
de heer P. Malotaux.
VI. Uitloting aandeelen in de geldleeningen
der gemeente van 1893, 1894 en 1904.
Worden uitgeloot: 1893, no. 6; 1894 no. 19;
1904 no. 3.
VII. Missive van de voorloopige commissie
tot stichting van eene electrische centrale voor
Zeeuwsch-Vlaanderen om aanwijzing van een
vertegenwoordiger otn zitting te nemen in de
commissie.
Deze aan burg. en weth. gerichte missive luidt
als volgt
Ter Neuzen, 13 Februari 1913.
In de gehouden vergadering der voorloopige
commissie tot stichting van eene Electr. Centrale
voor Zeeuwsch-Vlaanderen werd besloten al
vorens tot een definitief besluit te komen zich
allereerst te wenden tot de colleges van burge
meester en wethouders der betrokken gemeenten,
teneinde deze uit te noodigen de zaak aanhangig
te maken bij den Raad.
Immers, zal er iets van een dergelijke stichting
komen, dan dient vooraf vast te staan op welke
gemeenten ongeveer kan worden gerekend, of zich
in elk geval te overtuigen van de gezindheid der
gemeentebesturen.
Het is daarom dat wij Uw college beleefd ver
zoeken, om Uwen raad uit te noodigen een ver
tegenwoordiger aan te wijzen hetzij de voor
zitter of een der leden om zitting te nemen
in eene commissie welke tot taak heeft een onder
zoek in te stellen naar de mogelijkheid van het
stichten eener Electr. Centrale voor Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Ook al heeft Uwe Gemeente eenige lichtvoor
ziening, dan nog zou het gewenscht zijn deel te
nemen aan de samenstelling eener commissie, wijl
eene algemeene medewerking niet anders dan zeer
bevorderlijk kan zijn voor het welslagen van dit
plan.
Hier is algemeene samenwerking noodig wijl
van Regeeringswege wordt gewacht op den uit
slag onzer bemoeiingen.
Wij wekken Uw college op den Raad uwer
Gemeente er op te w\jzen, welk belang hier aan
de orde is.
Mocht later uit de kostenberekening blijken
dat het plan niet voor uitvoering vatbaar is, en
dus op eene andere wijze moet voorziening ge
troffen worden, of wel dat het voor Uwe ge
meente te groote offers vraagt, welnu, dan is er
nog tijd genoeg om U aan de medewerking te
onttrekken.
Met het oog op een eventueele totstandkoming
van dit plan en de wetenschap dat enkele ge
meenten belang hebben bij eene spoedige beslissing,
dringt onze Commissie er bij Uw College op aan,
vóór of op 1 April a.s. eenig antwoord te zenden
aan het adres van den laatst ondergeteekende.
De voorloopige Commissie,
K. J. A. G. BARON COLLOT D'ESCÜRT.
P. W. Maarleveld.
J. A. Neeteson.
F. J. L. M. van Waesberghe.
J. Hüizinga.
De heer Buijsse vraagt waar het de bedoeling
is de standplaats dezer centrale te vestigen.
De voorzitter zegt dat daaromtrent nog niets is
uitgemaakt, maar kan, als zijnde tegenwoordig
geweest op eene reeds gehouden vergadering van
burgemeesters betreffende deze aangelegenheid,
wel een en ander ter toelichting mededeelen. Het
zou de bedoeling zijn dat de energie geleverd
werd door de cokes-ovens te Sluiskil. De ge
meentebesturen zouden dan onderling probeeren
in die richting werkzaam te zijn. Dit zou dus in
zekeren zin op coöperatieven grondslag geschieden.
Dat het gemakkelijk gaan zal, betwijfelt spreker.
Persoonlijk is door hem ter vergadering nog het
idee geopperd alles te doen uitgaan van een parti
culier, maar daarvan scheen geen kwestie te
kunnen zijn. Intusschen hebben reeds eenige
gemeentebesturen de zaak zelf aangepakt, b.v.
lJzendijke, terwijl b.v. Axel eene gasfabriek
bezit. Volgens genomen informaties ligt het hoofd
bezwaar in den aanleg der verbindingskabels.
De heer Pauwels zegt van deze zaak niet veel
heil te verwachten en oordeelt het beter te onder
handelen met de maatschappij te Langerbrugge,
waarmee de onderhandelingen nog gaande zijn!
De heer Gross acht dit geen bezwaar om op
deze zaak in te gaan en is van meening dat wij
hier, die op het gebied van verlichting veel tekort
komen, de plannen zoo hard mogelijk moeten
steunen. Men dient het te weten hoe de verliohting
in Sas van Gent gesteld is. Spr. is van oordeel
dat electriciteit voor ons de uitkomst is, daar
gas met grootere kosten gepaard gaat. Zijns inziens
mag dan ook niet nagelaten worden het plan alle
mogelijke medewerking te verleenen en adhaesie
te betuigen.
De heer Pauwels meent dat het voor Sas van
Gent ook een goedkoopere weg zal zjjn wanneer
aansluiting verkregen wordt met de centrale te
Langerbrugge.
De heer GrossMaar als het Rijk zulks niet
goedkeurt
De heer Pauwels antwoordt dat dit nog niet
is uitgemaakt.
De heer Gross zegt dat door het Rijk toch aan
den raad is te kennen gegeven, dat het eene
aansluiting met eene centrale op Nederlandsch
gebied meer gewenscht acht, terwijl in dat
schrijven de cokes-ovens te Sluiskil met name
werden genoemd.
De voorzitter zegt aan den heer Gross dat
deze wel zooveel van electriciteit weet, dat het
aanleggen der verbindingskabels de groote finan-
cieele moeilijkheid isdaar zit de knoop. Deze
kabels zijn geen telefoonpalen. De groote kwestie
is het vraagstuk van de geldelijke kosten. Maar die
bezwaren behoeven op 't oogenblik nog niet zoo
nauwkeurig onder de oogen genomen te worden.
Dat is voor later. Thans hebben we eigenlijk
alleen te besluiten of we op het verzoek der
voorloopige commissie zullen ingaan en een ver
tegenwoordiger uit ons midden zullen aanwijzen.
De heer Gross herhaalt dat onze gemeente bij
de kwestie eener deugdelijke verlichting het
allergrootste belang heeft en is er op grond
daarvan sterk voor een vertegenwoordiger te be
noemen.
De heer Pauwels zegt dat er van de verlichting
niets zal komen als wij niet doen wat elders
wordt gedaan, namelijk de zaak zelf ter hand
nemen.
De voorzitter meent dat ook de gemeente
Hontenisse voor eigen rekening in de behoefte
gaat voorzien en eene gasfabriek stichten. Heeft
iemand der leden ambitie als vertegenwoordiger
op te treden voor de vergadering der electriciteit
De heer Gross acht het 't best dat de burge
meester deze taak op zich neemt.
De heer Pauwels vraagt of geene som hiervoor
moet worden bepaald.
De heer Oole antwoordt dat in Axel f25 is
uitgetrokken.
De heer Buijsse denkt, behalve aan deze directe
kosten, aan latere kosten.
De voorzitter: Kosten van de commissie zelf?
De heer Gross zegt dat hier slechts sprake is
van reis- en verblijfkosten van den vertegen
woordiger.
De heer Hamelijnck meent dat deze niet hoog
zullen loopen.
Hierna wordt z. h. s. den heer burgemeester
aangewezen tot afgevaardigde.
VIII. Missive van Ged. Staten om verhooging
jaarwedde burgemeester in verband met de ver
hooging jaarwedde van den secretaris.
Deze missive luidt
Middelburg, 7 Februari 1913.
„Waar door ons als regel is aangenomen, dat
de jaarwedden van burgemeester en secretaris
van dezelfde gemeente gelijk moeten zijn, hebben
wij de eer U te verzoeken ons het gevoelen van
den Raad Uwer gemeente mede te deelen omtrent
eene verhooging der jaarwedde van den burge
meester tegelijk met die van den secretaris."
De voorzitter vraagt of de heeren buiten zijne
tegenwoordigheid over deze kwestie eens spreken
willen.
Verschillende leden achten zulks onnoodig lo.
omdat in de vorige zitting, bij de bespreking der
verhooging van de jaarwedde var den secretaris,
de kwestie al onder de oogen werd gezien en 2o.
omdat er toch geen ontkomen aan is.
De heer Oole meent dat over dit punt niet veel
te zeegen valt, daar er toch tot verhooging moet
worden overgegaan.
De voorzitter merkt op dat deze verhooging
niet aan hem gegeven wordt, maar aan den
burgemeester der gemeente Sas van Gent.
De heer Gross constateert dat de raad niet
anders besluiten kan, dan zooals Gedep. Staten
aangeven, maar meent dar de burgemeester de
verhooging aan het armbestuur zou kunnen
schenken.
Hierna wordt z. h. s. besloten de jaarwedde
van den burgemeester met f 100 te verhoogen.
IX. Missive van den inspecteur der directe
belastingen enz. te Ter Neuzen met voorstel aan
de gemeente om 6 ambtenaarswoningen te bouwen
en die te verhuren aan het rijk.
Deze missive luidt aldus
Ter Neuzen, den 25 Februari 1913.
Zooals U wellicht zal bekend zijn, is het ge
brek aan geschikte woningen te Sas van Gent
zoover gekomen, dat ik verplicht ben geweest
enkele gehuwde kommiezen der belastingen aan
Zijne Excellentie den Minister van Financiën ter
verplaatsing voor te dragen, omdat voor hen geen
voldoende woning meer beschikbaar was. Het
laat zich aanzien dat deze ongewenschte toestand
zich vooreerst niet verbeteren zal, zoodat het voor
de administratie bezwaarlijk zal worden gehuwde
ambtenaren naar Sas van Gent te verplaatsen.
Waar ik mij vlei, dat U met mij van oordeel
zult zijn, dat voorziening in dat woninggebrek
dringend noodzakelijk wordt, heb ik de eer Uw
college beleefd te verzoeken aan den Raad Uwer
gemeente de vraag voor te leggen of hij niet in
beginsel genegen zoude zijn, enkele woningen
(bijv. 6) van gemeentewege te bouwen en deze
aan de belasting-administratie te verhuren ter
bewoning door hare ambtenaren.
Mocht de gemeenteraad in beginsel niet onge
negen zijn enkele woningen van geschikt type
voor dat doel te doen bouwen, dan zou ik aan
Zijne Excellentie den Minister willen voorstellen,
die van Rijkswege op langen termijn (b.v. 10 of
20 jaar) te huren, zoodat de gemeente gedurende
dien tijd niet de minste risico liep, wat betreft
het eventueel onbewoond zijn van woningen.
Een zoo mogelijk eenigszins spoedig antwoord op
het bovenstaande zou door mij zeer op prijs
worden gesteld.
De Inspecteur,
(get.) MULDER.
De heer Gross meent dat de raad allereerst in
het algemeen zijn gevoelen over deze kwestie
moet doen kennen en een antwoord geven op de
vraag of de raad in principe genegen is over te
gaan tot den bouw van de bedoelde woningen, ja
dan neen. Dat is de allereerste vraag. Naar
mijne meening is er absoluut geen bezwaar aan
verbonden deze woningen te bouwen en aan de
regeering te verhuren. Voor bouwterrein zou
uitstekend geschikt zijn de gedeeltelijk nog on
bebouwde straat naar den heer Malotaux, de
Verlengde Schoolstraat. Die zou daarvoor zeer
geschikt zijn en die straat was dan ineens vol
gebouwd.
De heer Pauwels zegt dat het in die straat niet
gaan zou, daar de tram daar door komt.
De heer Gross antwoordt dat de tram slechts
eene breedte van 3 meter noodig heeft en dat
zulks dus geen bezwaar oplevert om daar te
bouwen.
De heer Hamelijnck is van oordeel dat het daar
toch moeilijk gaan zal, omdat er nog veel zand
van de wallen weg te voeren is.
De heer GrossDat wordt successievelijk
opgeruimd.
De heer Pauwels meent dat over de bouwplaats
niet moet gesproken wordenterrein is er wel
genoeg.
De heer Oole wijst ook op de Kerkhoflaan waar
kan gebouwd worden.
De heer Pauwels, terugkomende op het principe
om tot bouwen over te gaan, meent dat het he6l
wat lasten met zich zal brengen.
De voorzitter is het hiermede eens en oordeelt
dat het rijk de woningen evengoed zelf bouwen kan.
De heer Buijsse vraagt of de hooge cijnspacht
der gemeente daarvoor geen beletsel is.
De voorzitter antwoordt dat de cijnspacht niet
zoo hoog is. Laat men eens bij particulieren
probeeren of elders gaan zien. Dan hoort men
andere cijfers.
De heer Gross zegt dat er voor de gemeente,
bij 't bedingen van een goede huur, geen bezwaren
aan zijn verborden, maar dat alles hebben we op
't oogenblik niet verder te beschouwen. De vraag
is of we bouwen ja dar neen.
De heer Buijsse is het daarmede eens en zegt