Provinciaal Dolksblad.
Woensdag 12 Maart 1913.
19de Jaargang.
Van houfen's
Cacao
Thans do moest gelezen Courant van Zeeland
Brieven, Stukken, Advertentiën te zenden aan de Administratie van „De Zeeuwsche Koerier" te Sas van Gent.
Landweer en Landstorm.
Dienst bij den Landstorm.
mag fn geen huisgezin
ontbreken.
SCHEEPSRAMPEN.
I
Landbouw.
ZEEUWSCHE KOERIER
Deze courant verschijnt
Woensdag en Zaterdag.
Prijs per 3 maanden
franco per post 75 cent.
Voor België 1,50 frank,
per 3 maandenvoor alle
andere landen f 1,25,
bij vooruitbetaling.
Advertentiën van
1 tot 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent
Groote letters worden
naar plaatsruimte bere
kend. Bij abonnement
korting. Dienstaanbiedin
gen 3 cent per regel.
MAAN
E. K. 15 Maart.
V. M. 22 Maart.
ZON
Zon op 6 u. 40 m.
Zon onder 5 u. 38 m.
Zij, die zich vanaf heden op
dit blad abonneeren, ontvangen de
nummers tot 1 April kosteloos.
Politieke hartstocht.
J.l. Vrijdag is het wetsontwerp tot verzekering
van arbeiders tegen de geldelijke gevolgen van
invaliditeit en ouderdom met 54 tegen 35 stemmen
aangenomen.
Na wat door ons verleden week over de
belangrijkheid dezer zaak is medegedeeld, kan het
overbodig heeten nogmaals aan te toonen wat een
degelijk stuk wetgeving door de Tweede Kamer
met hare goedkeuring werd bezegeld.
Toch wilden we naar aanleiding der gehouden
stemming ééne opmerking maken.
De stemming was zuiver rechts tegen links.
Geen enkel man van links kon er toe besluiten
zijn stem aan dit werk eener rechtsche
regeering te geven. Sterkergeen enkel man van
de oppositie kon het, nadat de meerderheid zich
uitgesproken had, over zijn hart krijgen den
minister te feliciteeren. Hoe benepen toch, hoe
kleinzielig! Zelfs de gewone burgerlijke beleefd
heid moet aan den politieken hartstocht worden
opgeofferd
Behalve om het besluit inzake de invaliditeits-
en ouderdomsverzekering was de Kamerzitting
van Vrijdag ook hierom van groot belang dat een
belangrijke wijziging in de Landweerwet werd
gebracht en de Landstormwet, na het gesukkel
gedurende tientallen van jaren, eindelijk op pooten
is komen te staan.
Minister Golijn, van wien men gerust zeggen
kan dat hij om zijn kordaat beleid het geheele
leger achter zich heeft, toonde zich weer een
praktisch man.
Hij had voorgesteld den diensttijd bij de land
weer te brengen van 7 op 5 jaar, het aantal
6-daagsche herhalingsoefeningen van 2 op 1 twee
veranderingen dus, die bij de landweermannen in
goede aarde zullen vallen maar dé inspectie-
dagen elk jaar tevens tot oefeningsaagen te maken,
met dien verstande dat de tijd voor onderzoek en
oefening, met inbegrip van de heen- en terugreis,
niet langer dan 12 uur in beslag neme.
Dit werd door de Kamer goedgekeurd.
We krijgen dus voortaan: vijf landweerjaren,
één herhalingsoefening, maar de dagen van
inspectie worden tevens dagen van oefening.
Het voordeel voor de landweermannen springt
in het oog: twee jaar minder dienst en éénmaal
minder opkomen voor herhalingsoefening. Hiervoor
komt in de plaats dat men bij de inspectie ook
oefenen moet, wat echter weinig bezwaren oplevert,
daar de inspectiedag, vooral ten plattenlande, toch
een zoo goed als verloren dag is.
Minister Colijn is van oordeel dat deze jaar-
lijksche inspectie-oefeningen uit militair oogpunt
ruimschoots zullen opwegen tegen de vermin
dering van het aantal herhalingsoefeningen.
Ten slotte voltooide de minister zijn militair
gebouw door de landstormwet in veilige haven
te brengen.
Wat de landstorm is, kan men in het volgend
artikel lezen.
Wat de diensten en verplichtingen zijn bij het
Landstorminstituut, waarover de Tweede Kamer
thans beslist heeft, vertelt H. K. in de „Nieuwe
Veolosche Courant" als volgt:
„ln gewone tijden wordt van den landstorm
geen werkelijke dienst geëischt, alleen
in tijd van oorLg, oorlogsgevaar en andere bij
zondere omstandigheden en ook dan moet de
militie en landweer reeds in dienst zijn geroepen.
De landstorm zal bestaan uit gewapende en
ongewapende dienstplichtigen. Met enkele uit
zonderingen zullen alleen zij, die bij de militie of
landweer gediend hebben, tot den gewapenden
dienst behooren, terwijl degenen, die niet gediend
hebben, omdat ze buiten oproeping bleven,
broederdienst hadden of wegens kostwinnerschap
zijn vrijgesteld tot den o n gewapenden dienst
behooren.
De landstormplicht vangt aan met 1 December
van het jaar, waarin men uit den militie- of
landweerdienst is ontslagen, aan de loting heeft
deelgenomen of van den militie- of landweerdienst
is vrijgesteld.
Uitsluitend in werkelijken dienst zal de land
storm uniform-kleeding of een ander ken- of
onderscheidingsteeken dragen.
Worden de landstormplichtigen in werkelijken
dienst opgeroepen, hetgeen enkel in geval van
oorlog enz. en dus zeer zelden zal voorkomen, danf
kan aan het gezin van den landstormman, zoo dit
voldoende middelen tot levensonderhoud komt te
ontbreken, een geldelijke vergoeding worden toe
gekend uit 's Rijks kas. Bedienaren, studeerenden,
enz. van de verschillende kerkelijke gezindten
wordt op aanvrage ontslag uit den dienst bij den
landstorm verleend.
Evenals van de in 1907 vervallen schutterij
zullen ook van den landstorm in vredestijd geen
diensten gevergd worden. Mocht in den loop
der tijden de nood aan den man komen, dan moet
de landstorm bijspringen, maar dat moet ieder
Nederlander in zulke gevallen toch. Volgens de
grondwet is ieder Nederlander, daartoe in staat,
verplicht mede te werken tot de handhaving der
onafhankelijkheid van het rijk en tot verdediging
van zijn grondgebied. Door de landstormwet
verandert de toestand dus niet veel. Want, ook
zonder die wet kan de wetgever ingeval van
noodzakelijkheid den Nederlander tot hulp
requireeren.
De landstorm geeft 't voordeel, dat die hulp
reeds in vredestijd verzekerd is, doordat de land
stormplichtigen zijn georganiseerd tot bruikbare
RQNA
troepen om deels gewapend en deels ongewapend
tot de onafhankelijkheid van ons land mede te
werken.
Na de eerste inschrijving van landstormmannen
zal 't nog 19 jaar duren alvorens de landstorm
compleet is.
Eindelijk de benaming „landstorm" is voor ons
land geen nieuwe. Reeds bij de wet van 19
December 1830 S. 58 werden bepalingen nopens
den dienst bij den landstorm in't leven geroepen,
terwijl bij Kon. besluit van 23 November 1832
S 55 de landstorm werd opgeroepen. In het jaar
waarin het tractaat der afscheiding van Nederland
van België is geteekend, werd bij de wet van
19 December 1839- S. 34 de landstorm buiten
werking gesteld."
Uit KonstantinopeT wordt gemeld, dat het
thans vaststaat, dat bij een schipbreuk, tijdens
een sneeuwstorm in de Zee van Marmora, van
het kleine Engelsche stoomschip „Calvados"
varende tusschen Konstantinopel en Panderma,
de geheele bemanning en meerden 200 passagiers
om het leven zijn gekomen.
De geredde schipbeukelinsren van de „Calvados"
verklaren, dat het schip in den nacht van 2
Maart door den storm tegen een klip in de Golf
van Panderma werd geworpen. Men slaagde erin
het schip door middel van kabels vast te leggen
aan de rotsen en redde op deze wijze 150 van de
300 opvarenden. De geredden brachten twee dagen
in een allerellendigsten toestand door. In dien
tijd stierven er 7 van de koude.
Een telegram uit Baltimore meldt, dat er een
ontploffing heeft plaats gehad aan boord van een
bark, liggende langszij het Britsche stoomschip
„Alum Chine", dat in de benedenhaven dynamiet
innam. Beide schepen werden totaal vernield.
De bemanning van het stoomschip telde 25
koppen, terwijl er ook nog personen op de bark
werkten.
Men schat het aantal gedooden op 20, dat der
gekwetsten op 50, terwijl er ook 40 man vermist
worden.
Door de ontploffing werd het bovenste gedeelte
van het Amerikaansche kolenschip „Jason", dat
op 700 voet afstand lag, weggeslagen, waardoor
3 man gedood en 29 gewond werden.
Een kist met dynamiet viel neder op het dek
van de sleepboot „Atlantic ontplofte daar en
doodde 3 man. (Tijd).
Op de rijkshengstenkeuring gehouden te Zeven
bergen op 7 Maart bedroeg het aantal aangegeven
hengsten 28, afwezig zes, afgekeurd veertien.
Goedgekeurd werd o. a. „Edison", eigenaar F.
Dekker te Ter Neuzen.