rotHiiciaftl Dolksblad,
1722, Eerste Blad.
Zaterdag 1 Maart 1913.
19de Jaargang.
Van Houfen's
Cacao
Buitenlandsch Overzicht.
Thans de meest gelexen Courant van Zeeland.
Brieven, Stukken, Advertentiën te zenden aan de Administratie van „De Zeeuwsche Koerier" te Sas van Bent.
Dit nummer bestaat
uit DRIE BLADEN.
Het einde.
Veroordeeling der Auto-bandieten.
DB LOGE IN DEN CONGO.
Man van de daad.
De auteurswet eu de muziek
36 millioen voor advertenties.
Rechtszaken.
Landbouw.
Mond- en Klauwzeer.
DE ZEEUWSCHE KOERIER
Deze courant verschijnt
Woensdag en Zaterdag.
Prijs per 3 maanden
franco per post 75 cent.
Voor België 1,50 frank,
per 3 maandenvoor alle
andere landen f 1,25,
bij vooruitbetaling.
Advertentiën van
1 tot 5 regels 50 cent
Elke regel meer 10 cent
G-roote letters worden
naar plaatsruimte bere
kend. Bij abonnement
korting. Dienstaanbiedin
gen 3 cent per regel.
L.
N.
MAAN:
K. 27 Febr.
M. 8 Maart.
ZON
Zon op 6 u. 40 m.
Zon onder 5 u. 38 m.
Na een openbare behandeling in 23 langdurige
zittingen is gisteren eindelijk vonnis geveld over
het wereldberuchte gezelschap der Fransche
auto-bandieten.
't Heeft iets van een opluchting. Wekenlang
werden de talrijke beklaagden verhoord, ver
dedigd en beschuldigd. Wekenlang luisterdeniet
alleen het Fransche volk, maar geheel Europa
naar de aanklachten der getuigen, naar de heele
of halve ontkenningen der beklaagden.
Er zijn ongetwijfeld kardinale levenswaarheden
te voorschijn gekomen uit het lugubere misdrijven
complex dezer schurkenbende. Wat zich met en
nk den sensatie-wekkenden aanslag te Chantilly
heeft afgespeeld, wat aan het licht is gekomen
door de niets en niemand ontziende dieverij, door
de elke hulp aanvaardende pogingen om aan de
justitie te ontsnappen, door de moorden en zelf
moorden, en ten slotte, door de behandeling voor
de rechters, heeft zóóveel stof tot denken ge
geven, heeft zóó luide aanklachten ingediend
tegen zekere „hoog verheven" stelsels en be
grippen, dat het alleszins nuttig is, eens met
klem den nadruk daarop te leggen.
Want dit is wel de diepe oorzaak van al wat
de autobandieten deed spreken van hun „recht"
om zus en zoo te handelen, dit heeft hun wel
den vry brief gegeven tot al de gepleegde mis
daden, dat ze meenden vrij te zijn, vrij, onaf
hankelijk in denken, doen en laten, aan niets of
niemand, ook aan een Hooger Wezen niet, éénige
verantwoording verschuldigd.
Ze waren zichzelf Heer en Meester en hun
hoogste recht, waarvan zij steeds opgaven en
waarvoor alles, alles wijken moest, was dat om
zélf te leven.
Ziehier waartoe het in het rijk der Rede
komen moet.
Niet zoodra heeft men den mensch onafhankelijk
uitgeroepen van zijnen Schepper, niet zoodra heeft
men de Steenen Tafelen, waarin met onuit-
wisch'bre letteren gegrift staan de Tien Geboden
Gods, aan stukken geworpen, niet zoodra heeft
men den kleinen, on volmaakten, en goed over
wogen, zoo nietigen mensch geproclameerd tot
Koning en absoluut Regeerder over al wat om
en rond hem is, niet zoodra heeft men het gezag
losgescheurd van Hem, uit Wien alle gezag
voortkomt, of waar is het wetboek, dat den mensch
straffen kan voor wat zijn Rede hem als straffeloos
voorstelt.
De Grondstellingen van 1789, zegevierend in
de Fransche Revolutie, mogen dan ook trachten
te decreteeren, dat „de vrijheid bestaat in alles
te mogen doen, wat een ander niet schaadt",
welk man der Rede, der Vrijheid, der Gelijkheid,
zal in zijn logischen gedachtengang staan blijven
voor dit product van menschen verstand
Neen, wanneer men den mensch wijs maakt
dat hij los is van eiken band aan zijnen Schepper,
dat hij niets te maken heeft met de verordeningen
van zijnen Grooten Wetgever, dat de maatschappij
voortvloeit uit een vrije overeenkomst van
menschen en geene door God -gewilde orde is,
dat alle gezag berust bij de natie, dat over wat
bestaat de Rede regeert, dan heeft men ook alle
verdere consequenties te aanvaarden, en moet
men het goedkeuren dat de eene mensch weigert
zich neer te leggen bij wat een ander mensch,
of een vereeniging van menschen belieft vast te
■tellen.
Dat is logisch en deze logica vindt men dan
ook in het geheele verloop der bandietenhistorie
terug.
Hun eerbied voor een bestaand gezag, voor een
regelmatige orde, hun respect voor het leven van
den evenmensch, voor zijn bezit, is nihil. Wetten
van God kennen zij niet. Men heeft hun geleerd,
men leert hun voortdurend dat zij voor zich zelf,
voor hun Rede uit te maken hebben of stelen,
of doodslaan geoorloofd is, ja dan neen. Het
Öii inlfc niot fl/wulala.il" aii Kakkan o*
nooit van gehoord, en als zij er van hoorden, is
de Almachtige Staat, is het Gezag in handen der
natie, er steeds bij geweest om hen door daad en
voorbeeld aan te toonen dat ze de Geboden Gods,
dus ook dit gebod, vertrappen kunnen zoo ze
zulks believen.
De bandieten hebben deels zware, deels lichte
straffen gekregen eenigen werden vrijgesproken,
terwijl enkelen, Bonnot en Garnier, vóór hun
arrestatie den dood vonden en nu één de hand
aan zich zelf sloeg.
Ziedaar dus het droevig einde van zoovele
jonge levens.
Toen Voltaire de beruchte goddelooze schrijver,
een der geestelijke grondleggers der Fransche
Revolutie, eens bezocht werd door een zijner
vereerders, zeide deze tot Voltaire, terwijl hij hem
zijn zoon voorstelde: „Veroorloof mij, mijnheer,
u hier mijn zoon voor te stellen, dien ik al uwe
werken heb laten lezen." Voltaire antwoordde:
„Het was voor u en voor hem beter geweest,
zoo hij zijn catechismus geleerd had."
Inderdaad, hadden de ongelukkigen van het
auto-proces in plaats van de door de Fransche
Regeering aanbevolen Voltairiaansche beginselen,
de leerstellingen van den catechismus tot richt
snoer van hun leven genomen, ze zouden dit niet
eindigen op het schavot, op de galeien of in den
kerker
Wat een diepe, wijze les dus ligt er in het
wereldschokkende drama der bende Bonnot, e s.
Gisteren had de veroordeeling plaats der bende
Bonnot.
Volgens het verdict der jury bestaan verzach
tende omstandigheden voor Dettweiler, Belonie,
Kibaltchiche, Benard, Poyer, Carrouy, Medge,
Crozat de Fleury en Reinert.
Het Hof trok zich, na een geheele nachtver
gadering, om 7 uur 15 min. Donderdagmorgen
terug en kwam om 8 uur weer bijeen, waarna de
volgende veroordeelingen werden uitgesproken
Dieudonné, Callemin, Monier en Soudy werden
ter dood veroordeeld. Carrouy en Medge tot
levenslangen dwangarbeid. De Boe tot 10 jaar
opsluiting, Benard eveneens tot 10 jaar, Poyer
tot 5 jaar, evenals Kibaltchiche, Crozat de Fleury
eveneens tot 5 jaar, Dettweiler tot 4 jaar, evenals
Belonie, Gauzy tot 18 maanden, Jourdan eveneens
18 maanden en Reinert tot 1 jaar.
Madame Maitrejean, Maria Schoofs, Barbe
Leclerck en Rodriguez werden vrijgesproken.
Callemin heeft verklaard dat Dieudonné
onschuldig is en dat hij niet in de rue Ordener
was. Garnier en ik hebben den kassier aange
vallen, voegde hij er aan toe. Ik heb aan den
procureur der republiek geschreven.
Zelfmoord van Carrouy.
Carrouy, die tot levenslangen dwangarbeid werd
veroordeeld, heeft zich Donderdagmorgen om
kwart over negen in het concierge-gebouw te
Parijs vergeven.
Men denkt dat het vergif hem tydens de
behandeling verstrekt werd.
Het is algemeen bekend dat de loge schier
onbeperkt heer en meester in den Congo is.
Eenigen tijd geleden werden een pater Redemp
torist en een Jezuït pater de Meulemeester door
een hooggeplaatst ambtenaar gelasterd. Een klacht
werd door de beide missionarissen ingediend,
maar zij verkregen geen eerherstel. Een onder
geschikt ambtenaar die geen valsche getuigenis
wilde afleggen en voor de paters sprak, werd
later gestraft, en ten slotte afgezet... omdat hij
zich schuldig gemaakt had aan „laster en ver
klikking ten opzichte van zijn onmiddellijken
overste".
Minister Renkin moest in de Kamer toegeven
dat de toedracht der zaak ^.inderdaad was zooals
boven aangegeven.
De „Gazet van Antw." dringt er naar aan
leiding van dit schandaal op aan, dat nu einde
lijk eens doortastende maatregelen tegen de vrij-
metselaarskliek die een schrikbewind in den
Congo voert, zullen worden genomen. Het blad
schrijft: „Zeker, minister Renkin is niet verant
woordelijk voor den toestand. Hij toch, heeft
hem niet geschapen. Reeds lang voordat hij aan
het bewind kwam, was de kolonie van vrijmet
selaars vergeven.
Maar hjj moet reeds ondervonden hebben, dat
met zachtheid, met geduld oefenen, met diplo
matie niets te winnen is. Hij staat tegenover
een bende die voor niets achteruitgaat, en iedere
concessie van hoogerhand, als ware ze slechts
schijnbaar, beschouwt als een overwinning, als
een aanmoediging.
Den ruwen borstel moet ge ter hand nemen,
heer ministervoorbeelden moet ge stellen
breken hen die niet buigen willen voor de wet
«Ailkf ill
Op alle tijden van den dag kan men
gebruiken, 's Morgens bij het ontbijt, 's middags
of wel 's avonds, altijd is RONA Cacao een aan
gename drank. De smaak er van is verrukkelijk;
ze is voedend en toch lichtverteerbaar, ze is
opwekkend en toch goed voor de zenuwen. Het
is te wenschen, dat Van Houten's RONA Cacao
steeds meer de algemeene volksdrank zal worden.
Niets is meer wisselvallig dan de groote politiek.
De eene week zou men zeggen dat de zoolang
gevreesde bloedige botsing tusschen de Europeesche
wereldmachten nog slechts een kwestie van enkele
dagen is, en de daaropvolgende week zijn de be
richten alle rozengeur en maneschijn. Nu eens
domineert het zwartste pessimisme en een oogen-
blik later heerscht een hoopvolle stemming alom.
De laatste dagen is 't alles optimisme wat de
molen maalt. Op de Balkanstaten zelf, bij de
oorlogvoerende partijen, omtrent wier acties zoo
goed als geen berichten inkomen en waar dus,
om welke redenen dan ook, niets bijzonders
voorvalt, bij deze partijen zelf moet het verlangen
naar den vrede met den dag stijgen. Onwaar
schijnlijk klinkt dit niet, want dit toch mag zeker
wel uit het niet opschieten der oorlogsbedrijven
geconcludeerd worden, dat aan beide zijden de
krachten, laten we het gerust zeggen, zijn uitgeput.
Men schijnt nóch aan de eene, nóch aan de
andere zijde met succes den oorlog te kunnen voort
zetten. Bij zoo'n stand van zaken behoeft het
geen verwondering te baren, dat spoedig op een
vasten en serieuzen bodem de vredesonderhande
lingen zullen herbegonnen worden. Reuter seint
dat van de zijde van Turkije weldra voorstellen
dienaangaande te wachten zijn.
Niet enkel uit het Balkan-schiereiland komen
gunstige berichten. Men weet dat sinds eenige
maanden tusschen Rusland en Oostenrijk, als
gevolg van den oorlog, een toestand bestond, die,
op z'n zachtst genomen, uiterst gevaarlijk viel te
noemen. Beide mogendheden hadden aandegrenzen,
waar deze landen elkander raken, uitgebreide
voorzorgsmaatregelen genomen. Aan de Russisch-
Oostenrijksche, als aan de Oostenrijksch-Russische
grens waren talrijke troepen op voet van oorlog
gelegerd, 't Spreekt van zelf dat deze toestand
tot een zenuwachtige spanning aanleiding gaf en
dat ook op industrieël- en handelsgebied de ge
volgen zich lieten gevoelen. Om een einde hieraan
te maken zond Keizer Frans Jozef in den Vorst
van Hohenlohe een afgezant naar den Russischen
Czaar, met een particulier en persoonlijk schrijven.
Deze stap is van den beginne af als een gelukkige
bestempeld, en deze meening bleek een goede te
zijn. Althans zoowel Rusland als Oostenrijk
hebben besloten den mobilisatietoestand te doen
beëindigen.
Ook Duitschland zal wel z'n beste beentje
voorzetten om den toestand in Europa tot ge
rustheid terug te brengen. Het is voor Zijne
Majesteit dit jaar een jaar van groote beteeken is
en daarom zal hoe bezadigd en weldoordacht
Duitschland overigens altijd naar het behoud van
den vrede streeft van die zijde wel geen enkel
middel onbeproefd worden gelaten om den vrede
weer te brengen. Op de eerste plaats, de
huwelijks-voltrekking van 's Keizers eenige dochter
Louise, die onlangs verloofd is, daarna de zilveren
bruiloft van den broeder van den Keizer, en ten
derde het zilveren regeeringsjubileum van den
Keizer zelf. 1913 is 'door planeetlezeressen en
dergelijke altijd als het „bloedjaar" voorspeld.
Hoewel het gevaar daarvoor ongetwijfeld zeer
nabij is geweest en nog verre van geheel
geweken is, zijn de jongste berichten uit den
Balkan, uit Oostenrijk en uit Rusland, ook de
elkander opvolgende nationale feesten in het rijk
van Willem II wel in staat eenige gerustheid te
brengen.
Ter gelegenheid van de aanvaarding van het
Presidentschap der Fransche Republiek heeft
Poincaré o. a. van den Czaar van Rusland een
onderscheiding en een uiterst vleiend schrijven
over de verhouding tusschen Rusland en Frankrijk
I thilia frfttrarron Pin tmnfl hliipon rlilrlza
Door kolonel Weber, adjudant in buitenge
wonen dienst van H. M. de Koningin en
commandant van het regiment grenadiers en jagers,
is in verband met het j.l. Maandag met levens
gevaar tot staan brengen van twee hollende
paarden door den sergeant van dat corps Berlott,
een Regimentsorder uitgegeven, waarbij wordt
medegedeeld, dat te rekenen op 25 dezer aange
steld wordt tot sergeant-majoor-instructeur de
sergeant le klasse J. G. L. Berlott.
Deze aanstelling geschiedt tevens om een bewijs
van waardeering te geven voor zijn hernieuwd
bewijs van durf, vastberadenheid en moed, be
toond bij het tot staan brengen van twee
schichtig geworden paarden, waardoor eigen
schappen aan den dag getreden zijn, die zeer
z^ker bij de aanvoering van den troep groote
waarde hebben.
De kolonel stelt in dezen aan onder-officieren
en minderen het gedrag van den sergeant-majoor
instructeur Berlott ten voorbeeld om zich in
moeilijke omstandigheden te toonen „man van de
daad" te zijn.
Het bestuur van het Genootschap van Neder-
landsche Componisten waarschuwt de besturen
van Muziek vereen igingen in Nederland en andere
belanghebbenden naar aanleiding van het optreden
door vertegenwoordigers der „Société des auteurs,
compositeurs et éditeurs de musique," dat er op
het oogenblik in Nederland geen internationaal
bureau voor muzikaal auteursrecht bestaat. De
agenten vertegenwoordigen alleen de Fransche
vereeniging hebben dus geen beschikking over
het Nederlandsche, Duitsche enz. repertoire.
Aangeraden wordt daarom voorloopig geen con
tracten te sluiten met buitenlandsche vertegen
woordigers. Het Genootschap heeft de taak op
zich genomen het internationale vraagstuk op te
lossen en wil zorgen dat het verleenen van het
uitvoeringsrecht in handen komt van één centrale
vereeniging. (Msbd.)
Op een vergadering van handelslui, in het
Cecil-Hotel te Londen gehouden, waar over het
belang van adverteeren gesproken werd, deed de
bekende „chairman" van de Pearszeep onderne
ming mr. Barrait enkele interessante mededeelin-
gen over het succes, dat het goede en vele ad
verteeren en reclame-maken medebrengt.
Mr. Barrait verklaarde, dat hij in de 23 jaren,
dat hij aan het hoofd der onderneming stond,
voor 36 millioen gulden „veradverteerd" of voor
reclame uitgegeven had. Daaraan alleen schreef
hij het succes van de Pear's-zeep toe.
Hij kwam ook op tegen de bewering, dat
advertentiekosten noodzakelijk den prijs van de
aanbevolen artikelen moesten doen stygen. Het
tegendeel was waar. De groote omzet door de
advertenties veroorzaakt, had hem in staat gesteld
zijn zeep tegen 30 perc. lager prijzen te ver-
koopen dan wanneer hij niet geadverteerd had.
Mr. Barrait kan het weten (Msbd.)
Het gerechtshof te 's-Gravenhage deed uitspraak
in de zaak van den 21-jarigen varensgezel J. C.
Blijlevens te Rotterdam door de rechtbank aldaar
tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld wegens
doodslag, gepleegd op de weduwe van zijn
vroegeren patroon Termeulen en wegens berooving.
Het hof bevestigde het vonnis, uitgenomen met
betrekking der straf en veroordeelde hem tot
20 jaar.
Te Leiderdorp is onder het vee van den
landbouwer R. mond- en klauwzeer geconstateerd.
30 koeien en 3 kalveren zyn onteigend en