No. 1718. DERDE BLAD w a Eerste fRoomsch katholieke Zaterdag 15 Februari 1913. Eene statistiek. Haarlem Kleverpark 67. wan GEBOORTE- EN STERFTECIJFERS OVER HET JAAR 1912 DER GEMEENTEN IN OOSTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Het Ministerie-Heemskerk. DE RECHTSCHE PARTIJEN. Telefoon Interc. 1784. Telegram-adres ERE. Politieke hartstocht. Nieuwst ij dingen. De Zeeuwsche Koerier Levend geborenen. Sterfgevallen. Gemeente. Bevolking op 31 Dec. 1912. Aantal inwoners Aantal. Aantal inwoners Aantal. j per geboorte. per sterfgeval Axel 4956 140 35,40 56 88,50 Boschkapelle Clinge 1186 3627 32 123 37,06 29,48 13 62 91,23 58,50 Graauw 2146 61 35,18 30 71,53 Hengstdijk 667 23 29,00 11 60,63 Hoek 2632 78 33,74 30 87,73 Hontenisse 35,80 79 43,05 Hulst 3401 95 St. Jansteen 3181 117 27,18 35 90,88 Koewacht 2699 84 30,94 32 81,21 Ter Neuzen 9239 213 43,37 118 78,29 Ossenisse 902 26 34,69 16 56,37 Overslag 416 11 3~,81 6 69,33 Philippine 1172 22 53,27 16 73,25 Sas van Gent 2175 48 45,31 25 87,00 Stoppeldijk 1665 48 34,68 14 118,92 Westdorpe 1780 33 53,93 27 65,92 Zaamslag 3423 106 32,29 42 81,50 Zuiddorpe 1065 26 40,96 17 62,64 Van deze gemeente missen wij de cijters. Cijfers zijn dor, maar kannen nochtans boek doelen spreken. Zij kunnen lof toezwaaien, maar ook bittere aanklachten bevatten. We hebben ons de moeite getroost de bevol kingscijfers der gemeenten in Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen over 1912 tot een kleine statistiek te vereenigen, voorzoover aangaat de geboorten en overlijdens. Deze statistiek bieden wij onzen lezers ter aan dachtige bestudeering aan. Van commentaar zullen we ons onthouden. Woensdag was het vijf jaren geleden, dat het kabinet-Heemskerk optradhet eerste lustrum dus. De terugblik op die 5 jaren, aldus „De Nederlander", waaraan wij dit ontleenen, biedt velerlei herinnering, maar allermeest wel die aan de vele persoonswisselingen, welke ons Ministerie door allerlei oorzaak, had door te maken. Om te beginnen bij het Departement, dat nog zoo pas zijn Chef door den dood verloor: aan Justitie maakte de heer Nelissen plaats voor den heer Regout, en deze stierf den 17en Januari f.1. aan het hoofd van het departement van Marine stond de heer Wentholt, tot 7 Mei j.l. toen hij ontslag nam; sindsdien is het Departement zonder vasten chef, en wacht het de samensmelting met Oorlog. De portefeuille van Oorlog was achter eenvolgens in handen van drie ministers, generaal Sabron, generaal Cool en majoor Colijn. Water staat kwam vacant door het overlijden van Mr. Bevers, die werd opgevolgd door mr. L. H. W. Regout. En aan Koloniën ging aan den tegen- woordigen minister De Waal Malefijt de heer Idenburg vooraf, die sedert benoemd werd tot Gouv.-Generaal van Nederl. Oost-Indië. Met twee ministers-ad-interim gedenkt het Kabinet z'n 5-jarig bestaanMin. Heemskerk, die Justitie, en Min. Colijn, die Marine onder zijn hoede nam. Alleen de Ministers Heemskerk, Kolkman, de Marees van Swinderen en Talma hebben de 5 jaren volgemaakt. „De Nederlander" spreekt aan 't slot van dezen korten terugblik den wensch uit, dat ook het tweede lustrum moge bereikt worden. Een wensch, waarbij ook wy ons gaarne aansluiten. Het „Handelsblad" meende te weten, dat er tusschen de hoofdbesturen van de drie rechtsche partijen nog steeds geen accoord voor de Kamer verkiezingen is getroffen. „Wel moet tusschen Christelijk-Historische Unie en de R.-K. Staats partij het accoord gereed zijn, maar de Christelijk- Historische Unie en de anti-revolutionaire partij Met Kerkelijke goedkeuring van doel en Koninkl. goedkeuring der Statuten. Het feit, dat de grootste R.-K. Arbeiders-Organisaties uit het buitenland zich met deze instelling in verbinding stellen, bewijst wel, dat haar doel be grepen en geapprecieerd wordt ook over de grenzen. Zij is toch de eenige bestaande R.-K. Maatschappij, die omdat zij nimmer andersdenkenden kan verzekeren, de Katholieke zaak moreel en financieel kan steunen en blijven steunen. Wanneer toch eene andere Maatschappij, welke ook, de zaak van verzekerden van eene bepaalde kleur financieel steunt, dan zal een protest van de andersdenkende verzekerden ZEER TERECHT hiervan het logisch gevolg zijn. la zijn nog niet tot overeenstemming gekomen." De Christelijk-Historische „Nederlander" schrijft naar aanleiding van dit Handelsblad-nieuwtje „De onjuistheid van dit bericht blijkt over duidelijk als men weet, dat geen afzonderlijke onderhandelingen tusschen twee partijen van rechts hebben plaats gehad. Indien het „Handelsblad" zich eenigermate mocht verheugen over den inhoud zijner mede- deeling, dan kunnen wij wel, zonder geheimen te verklappen, zeggen, dat het zich verblijdt met een doode musch." De Haagsche redacteur van „De Maasbode" bericht Dinsdagmiddag moet, naar ons ter oore kwam, de heer Patijn, unie-liberaal afgevaardigde van Zierikzee, blijk hebben gegeven, hoe sterk nu reeds op hem de demoraliseerende invloed der komende stembus werkt. De pauze was begonnen, toen de heer Patijn, nog in de Kamer, den heer Talma toevoegde, dat hij veel Ministers had gekend, maar geen voor wien hij zoo een totaal gebrek aan achting had. Van deze woorden, die aan ongebreidelde politieke hartstochtelijkheid alles overtreffen, wat we tot nog toe vernamen, waren meerdere ledeD der Kamer getuigen. Zoowel links als rechts vindt, naar we verder vernamen, deze beleediging de ernstigste afkeuring. Onnoodig ook te zeggen, dat heel het land met die afkeuring zich vereenigt. In de Kamer zagen we Dinsdagmiddag den heer Patijn in langdurig gesprek met den heer Lohman, zeer waarschijnlijk over dit onderwerp, dat niet weinig emotie heeft veroorzaakt. NEDERLAND. Gratie. Volgens de „N. R. Ct." heeft H. M. de Koningin gratie verleend aan den schaap herder R. S., te Orvelte (Dr.), van de straf, hem opgelegd wegens het in 1911 verzuimen van het doen van aangifte van het heerschen van mond en klauwzeer onder zijn kudde schapen. De landbouwers, wier schapen het waren, krijgen de gestorte f 3003 terug, behalve de kosten, die f 275 bedroegen. DeEerste Kamer ter audiëntie b ij H. M. de Koningin. H. M. de Koningin ontving Woensdagnamiddag 4 uur de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en corps in audiëntie. Dienstweigeren. De dienstweigeraar Kaaij is door den krijgsraad te Haarlem veroor deeld tot 1 jaar gevangenisstraf. Geldzending per post. „De Tijd" ontving een uitvoerig schrijven, waaraan wij het volgende ontleenen Bij velen heerscht de meening, dat de post als expediteur van aangegeven geldswaarde absoluut betrouwbaar zou zijn. Dat dit een dwaling is, kan uit onderstaand geval worden afgeleid. Zaterdag 1 Februari j.l. verzond iemand van het hoofdpostkantoor te Amsterdam een expresse postwissel naar Haarlem. Door de extra-betaling van 15 cents meende hij verzekerd te kunnen zijn, dat binnen eenige uren, doch in elk geval den zelfden dag, geadresseerde in het bezit van het gestorte geld zou worden gesteld. Die verplichting had de post op zich genomen, zoo meende hij. „Errare humanum est." (Vergissen is menschelijk). 's Zondags ontving hij bericht van geadres seerde, dat het geld niet ontvangen was. Maandagsmorgens vroeg was hij op 't post kantoor te Haarlem, aldaar werd een onderzoek ingesteld en hem verklaard, dat bedoelde expresse postwissel, waarvan hij het re$u bij zich had, nimmer aldaar was gearriveerd. „Telefoneert u dan naar Amsterdam of bedoelde postwissel daar behoorlijk is ingeboekt en verzonden," verzocht hij den waarnemenden directeur. Maar tot zijn groote verbazing moest hij ervaren, dat het hulp middel waarover politie, ja, ieder in belangrijke zaken mag beschikkende rijbstelefoon, niet ter beschikking staat van de Rijksposterijen. Boven dien de waarnemende chef van het Haarlemsche postkantoor kon zich bijna niet voorstellen, dat de afzender geen abuis gemaakt had. Misschien had hij wel vergeten een plaats van bestemming op te geven. Dus terug naar het Amsterdamsche hoofdkan toor waar hij twee dagen te voren zoo vol vertrouwen zijn geld ter bezorging had afgegeven. Ook hier keek men vreemd op de wissel was behoorlijk ingeboekt, had het kantoor Amsterdam verlaten en de postconducteur had voor de ontvangst geteekend. Misschien was de wissel nu wel in Haarlem bezorgd, meende een der Amsterdamsche hoofd ambtenaren. Onze afzender liet zich echter niet met een kluitje in het riet sturen en toen ten tweede male bleek, dat intercommunaal telefoneeren tusschen twee postkantoren niet geoorloofd was, werd op zijn aandringen een diensttelegram naar Haarlem verzonden. Na een paar uur kwam telegrafisch antwoord, dat de postwissel niet was aangekomen. De afzender der postwissel meende, dat nu aan de zaak een eind moest komen, dat de post nu onmiddellijk haar verplichting moest nakomen, en maatregelen moest nemen dat geadresseerde het bedrag werd uitbetaald, of zoo dit niet gebeuren '-1-J.-JSrSr

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1913 | | pagina 9