r o t> t c i a 1 Polksblad. VERBAZEND RONA Cacao Zaterdag 18 Januari 1913. 19de Jaargang. Van Houtens Gemeentepolitiek. Thans do meest gelezen Courant van Zeeland. Brieven, Stukken, Advertentiën te zenden aan de Administratie van „De Zeeuwsche Koerier" te Sas van Gent. zoo voordeelig Dit nummer bestaat uit DRIE BLADEN. Rechteloosheid gemeente-ambtenaren. in het gebruik is. Ge maakt er meer koppen cacao van dan van dezelfde hoeveelheid van welke andere soort ook. Daarbij is de smaak zoo heerlijk. mm Zeer belangrijke zaken Per Telegraaf. Deze courant verschijnt Woensdag en Zaterdag. Prijs per 3 maanden franco per post 75 cent. Voor België 1,50 frank, per 3 maandenvoor alle andere landen f 1,25, bij vooruitbetaling. MAAN: V. M. 22 Jan. L. K. 29 Jan. ZEEUWSCHE KOERIER Advertentiën van 1 tot 5 regels 50 cent Elke regel meer 10 cent Groote letters worden naar plaatsruimte bere kend. Bij abonnement korting. Dienstaanbiedin gen 3 cent per regel. ZON Zon op 7 u. 50 m. Zon onder 4 u. 02 m. Het jaar 1912 was voor Sas van Gent een jaar van buitengewone beteekenis. Belangrijke indus- triëele werken werden uitgevoerd, aan andere werd begonnen, voor andere de grondslag gelegd. De bestaande industriëen gaven aan hare in richtingen kostbare uitbreidingen, ontzagen zich moeiten noch kosten om te profiteeren van de nieuwste uitvindingen der werktuigkundige weten schap. Er heerschte, in één woord, een opgewekt industriëel leven, wat niet behoeft te verwonderen omdat, blijkens het officiëele en ook door ons gepubliceerde jaarverslag der gemeente over 1911, de nijverheid hier ter stede zich in bijzonderen voorspoed mocht verheugen. Het behoeft geen betoog dat elk rechtgeaard en weldenkend mensch in den bloei der bestaande plaatselijke industrie en de vestiging van steeds nieuwe waaronder zeer krachtige welvaarts bronnen, heugelijke teekenen ziet. De aanwas van de industrie wordt in elke gemeente met genoegen gadegeslagen om de voor de hand liggende reden, dat met dezen vooruitgang het algemeen belang in den regel gelijken tred houdt. Vraagt men ons of voor Sas van Gent de uit breiding der nijverheid parallel loopt met de toename der algemeene welvaart in de gemeente, dan antwoorden wij vlakafNeen. Men versta ons goedwe beweren niet dat het met de volks welvaart hier treurig gesteld is, maar we herhalen, wat we reeds bij vroegere gelegenheden in het midden gebracht hebben, dat Sas van Gent niet de vruchten van zijne industrie plukt, welke het ervan plukken kon. Onze gemeente staat op een keerpunt in hare geschiedeniswe hebben fabrieken in werking en in aanbouw als geen enkele andere plaats in Zeelandin kanaal, spoor en straks tram, de drie hoofdmiddelen van verkeereen toekomst ligt voor Sas van Gent open. Mits men van de gelegenheid gebruik make, mits het ijzer gesmeed wordt terwijl het beet is: een gezondedemocratische gemeentepolitiek kan Sas van Gent zyn toekomst waarborgen. Maar al te zeer heerscht het verkeerde begrip omtrent het wezen der gemeente. Men beschouwt de gemeente in hoofdzaak als de uitvoerster van de wetten van Vader Staatdht is hare hoofd bezigheid. Dat deze opvatting door en door ver keerd is, begrijpt ieder, di« het uitgebreide vraagstuk der sociale gemeente-politiek eenigszins onder de knie heeft. Neen, meer dan als een onderdeel der groote staatsmachine te fungeeren, heeft de gemeente binnen haar kring een veelom vattende actie te ontwikkelen. Wel is waar staat ze ook in de regeling harer eigen huishouding als „onder curateele" het beeld is van Mr. P. J. M. Aalberse in zijn inleiding tot de „Sociale Gemeente-politiek" van Fr. Invrea en moet haast elk besluit van hoogerhand bekrachtigd en goedgekeurd worden. Maar dat is alleen te be schouwen als een bewijs dat de zelfstandigheid der gemeente nog allesbehalve volmaakt iseen hinderpaal of een beletsel tot eigen initiatief vormt dit echter geenszins. Een flinke gemeente-politiek dus zouden we in de stad onzer inwoning wenschen. Heusch, willen wij vragen, waarom verdient voor Sas van Gent geen aanbeveling wat in Duitschland door steden als Essen, Kassei, Ulm en zoovele andere in toepassing is gebracht, in Engeland door Glasgow, Dublin, Edinburg, enz Waarom voorziet hier de gemeente niet in den dringenden woningnood We moeten niet als de genoemde buitenlandsche steden kapitalen aan den woningbouw besteden (Dusseldorf b.v. voor meer dan millioen mark), maar 't is toch noodig dat de hand aan den ploeg geslagen wordt. Het raadslidmaatschap van Sas van Gent is geen sinecure meer, behoort zulks tenminste niet te zijn noblesse oblige. Onze gemeente is een industrieel centrum, en daarom geldt voor de menschen, die aan 't hoofd onzer plaats staan, die de leidsels van 't bestuur in handen hebben, die zooveel vermogen in 't belang der toekomst, dat ze volmaakt op de hoogte zijn met de eischen der moderne sociale gemeente-politiek. En ook bij de overige ingezetenen dient dit bewustzijn levendig te zijn. Niet het minst de middenstand, voor welken de toekomst van Sas van Gent eigenlijk een levensvraag is, besefte ten volle dat de zaak aller aandacht eischt. Het wil ons voorkomen dat de klasse der neringdoenden zich in deze wel eens mag doen hooren. We gaan op een en ander thans niet nader in. Voor wie de kwestie wil bestudeeren raden we aan de volgende werken „Sociale Gemeente politiek" door Fr. Invrea, „De Gemeente- en het Woningvraagstuk" door J. M. A. Zoetmulder, „De Gemeente en het Bouwterrein" door J. A. Zoetmulder. Deze werken kosten niet veel en behooren feitelijk in 't bezit te zijn van ieder, die aan gemeente-politiek doet of daarin belang stelt. werden besproken en behandeld op de jongste, te Nijmegen gehouden, vergadering van den Neder- landschen Boerenbond. We vinden van deze vergadering een uitvoerig verslag in „Onze Boerenstand", het officieel orgaan der Zeeuwsche Boerenbonden. Daar ook velen onzer lezers in het behandelde zullen belang stellen, ontleenen we aan het verslag het volgende „De vraag werd gesteld of de tijd niet gekomen is om zich af te scheiden van het Landbouw- Comite. Na bespreking werd besloten de bonden in deze vrij te laten en niet tot afscheiding te adviseeren. In de tweede zitting werd de reorganisatie van den Ned. Boerenbond besproken en ingeleid door den secretaris. Er werd gevraagd of het niet gewenscht ware den Ned. Boerenbond te plaatsen op zuiver katholiek standpunt. Daar echter werd aangetoond dat deze bond volgens zijne statuten een federatieve vereeniging is, meende men daaraan niets te moeten veranderen en zoowel protestantsche als katholieke bonden te moeten toelaten. Iets anders is het of de provinciale of plaatselijke boerenbonden zich op katholieken grondslag moeten vestigen. De ver gadering achtte zich onbevoegd daarin in te grijpen, doch algemeen was men van oordeel, dat eene scheiding gewenscht is, maar dat deze in der minne moet geschieden met wederzijdsch goedvinden. Met het Christelijk beginsel toch is het moeilijk overeen te brengen, leden die eenmaal toegetreden zijn, die getrouw hebben medegewerkt en recht hebben verkregen op verschillende fondsen, met geweld te verwijderen. De kwestie over de afschaffing van strijk- en hooggelden, alsmede van den wijnkoop werd ingeleid door den heer Dekker, voorzitter van den Noord-Holl. Boerenbond. Uitvoerig werd daarover gedebatteerd. De geheele vergadering was het erover eens, dat hooggelden, met alle recht s t r ij k- of p 1 u k- gelden genoemd, onzedelijk zijn, omdat een premie wordt uitgeloofd voor een immoreele daad, het opjagen der koop- of pachtsom. Waarbij nog komt, dat zij moeten betaald worden door den kooper, den persoon, die het slachtoffer ervan is. Voor de biergelden kan men er nog bijvoegen, dat zij de dronkenschap met al hare gevolgen in de hand werken. Daar bijna zeker deze mis bruiken niet geheel zonder wettelijke bepalingen zijn uit te roeien, werd besloten dat iedere pro vinciale bond over de misstanden op zijn gebied een rapport zal inzenden, waarna de Ned. Boeren bond zich met een rekwest zal kunnen wenden tot de Regeering. Tegelijk werd er op aange drongen dat in de vakbladen en in vergaderingen met kracht en klem daartegen zal worden opge komen, dewijl het particulier initiatief, de samen werking der boeren in deze veel kan doen. De derde zitting was gewijd aan de sociale en politieke ontwikkeling en tevens aan landbouw onderwijs. Het eerste punt werd behandeld door den secretaris, die o. a. uit de Handelingen van de Tweede Kamer en de woorden van Minister Talma aantoonde, dat de positie van den boeren stand niet afdoende zal verbeterd worden door de techniek van den landbouw noch door land bouwonderwijs, hoezeer daardoor de productie wordt vergroot, maar door de behartiging der agrarische kwestie, door vermeerdering van sociale ontwikkeling en door een krachtige christelijke organisatie, die erop uit is om de wetgeving in overeenstemming te brengen met hetgeen de christelijke beginselen in de agrarische kwestie eischen. Door verschillende afgevaardigden werd hierna medegedeeld wat in iedere provincie voor de sociale en politieke ontwikkeling wordt gedaan, o. a. voor patronaten en sociale cursussen. Men was het erover eens dat in deze nog veel kan en moet gedaan worden. Het punt Landbouwonderwijs werd ingeleid door den heer van Benthem. De vergadering was van oordeel dat het niet aanging de ver plichte vakken voor het lager onderwijs nog te vermeerderen met land- en tuinbouwonderwijs, dat het echter gewenscht is te bevorderen het verkrijgen van landbouwakte en daarvoor finan- cieele vergoeding toe te kennen. Weshalve de provinciale bonden zich zouden aansluiten bij het rekwest, dat in dien geest door den Noord-Holl. Boerenbond aan de Regeering verzonden is. Belangrijke mededeelingen en wenken werden gegeven over de huishoudscholen voor boeren dochters, waarvoor in Noord-Brabant, Limburg en Gelderland commissies werkzaam zijn. De kwestie over de Vee-arbritage werd inge leid door den heer Dekker. Het reglement voor arbritage-voorschriften, samengesteld door het Ned. Landbouwcomité, werd tevens besproken. De vergadering oordeelde dat er meer aandacht moest zijn geschonken aan het vaststellen van handelsvoorwaarden voor den veehandel, omdat onze bestaande wetgeving in deze geheel onvol doende is en aanleiding geeft tot groote en vele geschillen. Besloten werd dat de Ned. Boerenbond voor dat doel een commissie zal samenstellen. Nog werd gesproken over de Tariefwet en de wensch werd uitgesproken dat elke provin ciale bond die wet zal steunen, omdat het nationaal belang ze vordert en zij alzoo indirect ook den boerenstand ten goede komt." „De Staatscourant" vermeldt de schorsing van een besluit van burgemeester en wethouders van Oost- en West-Souburg, tot ontslag van den ambtenaar ter secretarie dier gemeente. Dit geval doet weer eens in schrille kleuren uitkomen, hoe treurig het is gesteld met de rechtspositie van de ambtenaren ter gemeente-secretarie. Wij geven eenvoudig de feiten. Commentaar is overbodig. „In Augustus 1909 nam de raad het besluit om een ambtenaar ter secretarie aan te stellen. De gemeente telde toen ruim 2800 zielen. Nu hebben de wethouders beproefd de jaar wedde van den ambtenaar ter secretarie niet te brengen in de begrooting voor 1913. De raad be sloot met 8 tegen 3 stemmen die jaarwedde wel te begrooten en gaf ondubbelzinnig te kennen, dat hij een ambtenaar wensch te. De toeleg der wethouders mislukte dus. Thans hebben ze in de vergadering van burgemeester en wethouders van 4 Dec. j.l. besloten den ambtenaar met 1 Januari 1913 ontslag te verleenen, omdat hij over bodig is. De gemeente heeft nu een bevolking van ruim 3400 zielen en breidt zich nog voort durend uit. De burgemeester heeft geweigerd dit besluit uit te voeren, als zijnde naar zijn meening in strijd met het algemeen belang. Gedeputeerde Staten zouden hun medewerking verleenen om het besluit vernietigd te krijgen. De wethouders hebben advies ingewonnen en volgens dit advies zou het besluit in strijd met de wet zijn. Wat moest nu gebeuren om hun wil door te drijven Ze hebben nu hun besluit tot ontslag ingetrokken en opnieuw een besluit genomen den ambtenaar ter secretarie te ontslaan op grond van pichtsverzuim en een oproeping te doen van een nieuwen ambtenaar. Dit plichtsverzuim bestaat hierin, dat de ambtenaar op een morgen in de maand Maart met verlof van den burgemeester naar Middelburg is geweest om een dokter te raadplegen. Voorts is hij nog een paar dagen afwezig geweest wegens ziekte, waarvan hij den secretaris behoorlijk heeft kennis gegeven. De burgemeester heeft geweigerd ook dit be sluit uit te voeren wegens strijd met het algemeen belang". Met spanning wordt in de kringen der gemeente ambtenaren afgewacht of de regeeriDg termen zal vinden het ontslagbesluit aan H. M. de Koningin ter vernietiging voor te dragen. MIDDELBURG, 17 Jan. 1913. Heden werden door de arrondissements-rechtbank de volgende vonnissen uitgesproken L. K., 33 jaar, grondwerker te Waarde, wegens bedreiging met misdrijf tegen het leven, tot 7 dagen gevangenisstraf, eisch was 14 d. A. B., 24 jaar, werkman te Middelburg, wegens poging tot verkrachting, conform de eisch, tot 3 maanden gevangenisstraf. C. S., 25 jaar, varensgezel, zonder vaste woon plaats, wegens verduistering, conform de eisch tot 2 maanden gevangenisstraf. G. v. d. W., 27 jaar, koopman te Middelburg, wegens oplichting, tot 6 maanden gevangenisstraf, de eisch was 3 m. J. B. L. S. d. R., 22 jaar, schoenmaker te Lierre (België), B. B., 17 jaar, zonder beroep te Cruijbeke (België) en F. S., 20 jaar, werkman te Niel (België), allen te Middelburg gedetineerd, wegens diefstal met geweld, de le tot 8 jaren, de 2e tot 5 jaren en de 3e tot 4 jaren gev. straf, allen met aftrek van het voor-arrest, de eisch was voor ieder 5 jaren met mindering. H. A. M. L., 21 jaar, kok te Vlissingen, ge detineerd te Middelburg, wegens diefstal, tot 9 maanden gev. straf, met aftrek van het voor-arrest, de eisch was 6 m. met aftrek. L. K., 20 jaar, dienstbode te Souburg, wegens diefstal, tot 7 dagen gev. straf, de eisch was f 18 b. s. 12 d. h. P. J. B., 22 jaar, landbouwersknecht te Wissen kerke, wegens feitelijke aanranding der eerbaarheid, tot 2 maanden gevangenisstraf, de eisch was 4 m. J. V., 17 jaar, dienstbode te Goes, wegens diefstal, conform de eisch tot f14 boete subs. 4 weken tuchtschool. E. J. M. C., 25 jaar, arbeider te Oostburg, wegens mishandeling, tot 14 dagen gevangenisstraf, de eisch was 1 m.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1913 | | pagina 1