De Generale Synode van Sneek
IK Pi LiJM
der geslachten
Rivieren
Drie Ton
VRouwen -
zenöinq -
thuisfRont
Zoals gebruikelijk in de maand nov.
werd in de Oosterkerk de Provinciale
dag van het V.Z.T. gehouden. Er
waren een 60-tal dames aanwezig, uit
onze gemeente 5. De vergadering stond
onder leiding van de Presidente van het
Prov. Bestuur: Mevr. Kingmans.
De landelijke secretaresse Mej. King
mans sprak over de herstructuering
van de verschillende Zendingsorganen,
waaronder ook het V.Z.T. behoort. Het
samen denken en doen kan tot beter
resultaat leiden. Maar aan de andere
kant is het ook zo: het werk dat Juffr.
van de Marei in Ruanda doet, wordt
door onze afdeling gedragen.
Het zich inspannen voor een con
creet doel. spreekt altijd beter aan.
Na de middagpauze kwamen eerst
de huishoudelijke zaken aan de orde.
De penningmeesteresse was erg voor de
ontvangen bedragen. De 1000,—
van de afdeling Wemeldinge en de
1200,— van Yerseke zijn wel spre
kende voorbeelden van de liefde voor
dit werk dat bedoelt de uitbreiding van
het Koninkrijk Gods en het welzijn van
onze brs. en zrs. in Afrika.
Tussen haakjes wij hopen deze winter
een tafelkleed te borduren en dit ter-
zijnertijd weer te verloten.
Mej. C. M. Baronesse van Heemstra
Wat zijn er toch 'n massa mensen
ontevreden! Ontevreden, omdat ze zich
niet gelukkig weten. Er is allerlei narig
heid. Niet alleen in de wereld, maar
ook in hun eigen leven. De dingen gaan
zo heel anders dan zij hoopten en
telkens zijn er die grotere of kleinere
teleurstellingen.
Het leven bracht hun niet, wat ze er
van hadden verwacht en nu is er een
zeurige bezeerdheid of een doffe berus
ting, soms ineens oplaaiend tot felle
opstandigheid. Het kan ook Verzuren
tot een chronisch cynisme. Maar in
ieder geval: het ontbreekt hun aan
blijdschap.
Dat gebrek aan blijdschap vind je
niet alleen bij zieken, maar net zo goed
en soms nog meer bij gezonden.
En juist die blijdschap is het, die wij
geen van allen missen kunnen. Wan
neer de lamp van de blijdschap dooft in
ons leven, wordt het helemaal donker.
En dat niet alleen, maar we ver
spreiden dan ook donkerheid om ons
heen.
Er gaat altijd iets van ons uit.
Als het geen licht is, dan is het
duisternis.
Maar hoe komen we aan die blijd
schap? En hoe bewaren we die blijd
schap? Hoe houden we die vlam bran
dende?
Herinnert u zich niet op de atlas wel
eens gezien te hebben een stippellijn ter
aanduiding van de loop van een rivier?
Waarom een stippellijn?
Omdat die rivier er alleen maar zo
nu en dan is. Als het geregend heeft.
Maar als het niet of te weinig heeft
geregend, zoekt men tevergeefs naar die
rivier.
Zo'n rivier begint in de regentijd
ergens zijn loop en eindigt ook zo maar
ergens. Loopt nergens op uit. v
verbonden aan het Alg. Diak. Bu
reau sprak daarna over: Vrouwen
in ontwikkelingslanden". Zij heeft van
1959-1963 en van 1965-1968 in Afrika
gewerkt, speciaal belast met gezins en
vrouwenwerk. Zij heeft de bewustwor
ding van Afrika van dichtbij meege
maakt. Toen zij er kwam, waren 7
landen zelfstandig. 10 jaar later waren
dit er 40. Dit alles gaat gepaard met
vallen en opstaan: de problemen schij
nen soms onoverkomelijk. Vooral door
de vrouw te helpen zich te ontwikkelen
(80% kan nog niet lezen of schrijven)
kan de Zending hier veel doen. Ook
door het verbeteren van de maatschap
pelijke omstandigheden.
Het was een boeiende causerie van
Baronesse van Heemstra.
Hopelijk komen wij nog eens in de
gelegenheid b.v. op een Zendings
zondag haar als spreekster in onze
kerk te hebben.
Wij hopen dat U trouw „Contact"
leest en bent U nog geen abonnee
een telefoontje naar nr. 1808 wordt
zeer op prijs gesteld.
V.Z.T. correspondente,
Mevr. M. S. Sturm-Broerse,
Biezelinge.
Er zijn ook andere rivieren.
Die ontspringen aan de gletschers en
dalen van het hooggebergte naar de
vlakte. Zulke rivieren staan waarlijk
met geen stippellijn aangeduid op de
kaart. Zij hebben altijd water. Ook in
de meest droge tijd van het jaar.
Zeker, het peil staat niet altijd even
hoog. Maar zonder water zijn ze nooit.
Deze rivieren worden gevoed, niet
door een tijdelijke regenbui, maar door
de eeuwige sneeuw.
Wanneer wij onze blijdschap putten
uit de prettige omstandigheden in
ons leven, uit voorspoed en voordeel,
zijn we net als die rivieren, die met een
stippellijn staan aangeduid. Soms is er
water, maar soms is er niets.
Als de dingen niet zo leuk meer zijn,
en als het leven haast niet meer te
dragen is, omdat alles even zwaar is,
dan droogt de rivier uit en is er geen
blijdschap meer.
En zonder blijdschap gaan we geeste
lijk dood. Wat zijn er veel van die
regen-rivieren. Gaat alles goed, dan zijn
ze in de zevende hemel. Gaat het niet
goed, dan is het een hel op aarde.
Ze zijn volkomen afhankelijk van de
omstandigheden.
Maar er is ook nog een andere moge
lijkheid.
Er is een bron, die niet opdroogt. En
waardoor onze blijdschap niet behoeft
op te drogen.
Er is iets fijns dat ons altijd weer
gelukkig kan maken en dat nergens van
afhankelijk is. Dat is er voor iedereen
en dat is er altijd. Dat is de Here Jezus
Christus, Die ons tot kinderen van God
wil maken. Jezus Christus, Die aan het
kruis de zonde verzoende en door Zijn
opstanding de dood overwon.
Alle ellende hangt op de een of
andere manier samen óf met de zonde
óf met de dood.
Daarom kan alleen de Here Jezus
tegen u zeggen: niemand zal uw blijd
schap van u nemen. En kon Hij dat
zeggen zelfs tot Zijn discipelen, die Hij
als martelaren de wereld in zond.
Wanneer we onze blijdschap putten
uit de overwinning van Jezus Christus,
zijn we als rivieren, die op het hoog
gebergte ontspringen, op de toppen van
de eeuwige sneeuw.
En dan zal onder welke omstan
digheden ook die blijdschap nooit
helemaal opdrogen.
A.D.
Het is soms erg moeilijk uit de in
advertenties (en niet alleen daar) ge
bezigde afkortingen wijs te worden.
Zo las ik een advertentie van een
heer, fabrikant, die kennismaking zocht
met een degelijke, gezonde en opge
wekte dame van pl.m. 50 jaar. Ze moest
Gereformeerd of Orth. Hervormd zijn
en ook vermogend. Als nadere omschrij
ving van eigen voortreffelijkheid had
deze heer, fabrikant, nog toegevoegd de
aanduiding: 3 ton.
Eerst dacht ik, dat de man zo zwaar
woog.
Fabrikanten van middelbare leeftijd
zijn meestal corpulent. Doch nadere be
rekening deed mij deze gedachte ver
werpen.
Toen herinnerde ik mij, dat ook op
kerkelijk gebied in sommige kringen
wel gewerkt wordt met aanduidingen
van gewicht. Er zijn immers zwaren en
lichten. Wie weet, hoe zwaar deze
broeder wel was, 3 ton!
Wij gereformeerden, meest neo-cal-
vinisten gescholden, zijn licht, verge
leken bij sommigen van orthodox-her-
vormde huize.
Doch dit zoeken naar een rijke bruid,
doet mij tenslotte vermoeden, dat de
man een vermogen van 3 ton bezit,
zegge: 300.000.
Niet onwaarschijnlijk is het, dat we
de bovenstaande drie moelijkheden moe
ten samenvoegen, en dat we in deze
combinatie een volledig portret voor ons
hebben: proportioneel, principieel en
financieel, 3 ton zwaar.
Daar hoort een dame naast, degelijk,
gezond en opgewekt. Doch het lijkt mij
niet absoluut noodzakelijk, dat de bruid
nog geld meebrengt ook. Zouden ze het
met die 3 ton niet samen eens proberen
kunnen?
Het leven is wel duur tegenwoordig,
doch in alle degelijkheid en zonder hoge
doktersrekeningen, zou het misschien
wel gaan.
Tegen de ongerechtigheden van dit
kapitalisme heeft Kuyper gefulmineerd
op het eerste christelijk-sociale congres.
Maar dat is het nog niet alleen.
Dat rijke kereltje is nog Gereformeerd
ook! In ieder geval orthodox. En dat
zet zijn huwelijks-advertentie tussen
honderden andere in een liberaal week
blad. Daarmede zegt deze zware vrome
tot de wereld: „Wij heten we christen,
maar wij zijn net eender als jullie!"
Zo wordt het Christendom een aan
fluiting. Wat moeten die mensen met
3 ton? Laten ze er twee aan de kerk
geven.
Natuurlijk is deze man erg tegen het
communisme en bang voor Rusland. Ik
ook.
Maar, dit zoeken van geld bij geld
en daar samen op gaan zitten, degelijk,
gezond en opgewekt, is net zo werelds
als het communisme. Eer nog erger.
Want dit kapitalisme heeft zich vro
melijk omhangen met de attributen van
Gereformeerd of Orthodox-Hervormd.
A.D.
heeft op 4 november 1970 het
volgende uitgesproken en be
sloten:
Inzake de bij haar ingebrachte bezwaren
ten aanzien van de eerbiediging van het
gezag der Heilige Schrift, de interpre
tatie van de eerste hoofdstukken van
het boek Genesis, het zgn. horizon
talisme en de christelijke toekomstver
wachting, de binding aan de belijdenis
geschriften, de aard van de prediking
e.a.,
1. aangezien in de verzoeken tot in
trekking van het besluit der Synode
van Amsterdam 1967/68 (acta art.
209), waarbij aan de uitspraak der
synode van Assen 1926 inzake het
paradijsverhaal het bindend karak
ter werd ontnomen, geen argumen
ten zijn aangevoerd die destijds on
bekend waren dan wel onvoldoende
overwogen werden, aan deze ver
zoeken niet te voldoen;
2. in overeenstemming met de inhoud
van het door de commissie inge
diende rapport een herderlijk schrij
ven aan alle kerken te doen uitgaan,
waarin
a. de strekking van de besluiten der
synode van Amsterdam 1967/68 in
zake de terzijdestelling van de leer-
uitspraken van Assen 1926 nader
uiteengezet wordt;
b. de aard van het gezag der Heilige
kORt VeRSlAQ
van de vergadering van de Classis Goes,
gehouden op 12 en 18 november 1970.
1. De vergadering werd geopend door Ds.
Terlaak namens de roepende kerk van
Yerseke.
2. Door de kerk van Baarland werden de
credentiebrieven nagezien en in orde
bevonden.
3. In het moderamen namen zitting Ds. de
Bruyne als praeses, Ds. v. d. Berg als
le scriba, Ds. v. d. Molen als assessor
en ondergetekende als 2e scriba.
4. De notulen van de vorige vergadering
werden goedgekeurd en vastgesteld.
5. Als afgevaardigden naar de Partikuliere
Synode 1971 werden gekozen:
als primi pred. Ds. Seegers en Ds.
Kramer; als sec. pred. Ds. v. d. Molen
en Ds. de Bruyne; als primi oudl. D.
Moelker van Nieuwdorp en D. Rouw
Goes; als sec. oudl. F. Bakker van
Yerseke en C. Balkenende van Kapelle;
als primi diak. P. v. d. Guchte van
Heikenszand en D. Sandee van Colijns-
plaat.
6. Ingekomen stukken:
a. Een oproep voor de verg. v. d. Part.
Synode op woensdag 17 maart 1971.
b. Een uitnodiging voor bijwoning van de
discussiefilm „In de ban van het ge
beuren", te Zierikzee op 5 okt. j.l.
c. Een verzoek om inlichtingen betr. inter
kerkelijke samenwerking van de Gen.
Dep. voor advies in deze zaken.
d. Van de Gen. Synode een collectenlijst
1971.
e. Van Gen. Dep. Kerk en Recreatie betr.
Werkgroep Recreatie-pastoraat.
f. Van de kerk van Yerseke een voor
dracht voor de benoeming van een
deputaat voor de controle der collecten.
g. Van de kerk van Yerseke een mede
deling betr. bijdragen A.K.A. voor
Oecumenische aangelegenheden.
Schrift als maatstaf voor leer en
leven nader wordt toegelicht in ver
band met hetgeen in onze dagen in
de kerken aan de orde is en onrust
verwekt, in deze zin, dat enerzijds
ten volle wordt gehonoreerd de taak
van de kerk om het Evangelie ver
staanbaar te maken voor de huidige
mens, en anderzijds gewaakt wordt
tegen het gevaar, dat deze verstaan
baarheid als maatstaf gaat functio
neren voor wat al dan niet als open
baring geloofd kan worden en onze
gehoorzaamheid vraagt;
c. ten aanzien van het zgn. horizon
talisme de inhoud van de christelijke
toekomstverwachting zowel voor dit
leven als voor het toekomstige tegen
over eenzijdige opvattingen wordt
gehandhaafd, in deze zin, dat ener
zijds de volle nadruk wordt gelegd
op onze roeping om vanuit de be
lofte dat Jezus Christus alle dingen
nieuw maakt gelovig in deze wereld
te jagen naar levens- en wereld
vernieuwing, en anderzijds wordt
afgewezen de gedachte als zou het
Koninkrijk Gods enkel te verwachten
zijn als resultaat van menselijke acti
viteiten binnen onze tijdsbedeling;
d. duidelijk positie wordt gekozen zo
wel tegen een formalistische hante
ring van de belijdenis, als ook tegen
tendenzen, die de belijdenis zodanig
relativeren, dat de deur wordt ge
opend voor leervrijheid.
h. Van de kerk van Goes betr. een ouder
lingen cursusserie.
i. Van de kerk van Goes een afschrift
van de brief aan de Herv. Kerkeraad.
j. Van 2 brs. uit Goes een bezwaarschrift
tegen de samenwerking met de Herv.
Kerk.
k. Van „Bergzicht" de Jaarrekeningen.
1. Een adresverandering van de scriba van
de kerk van Geersdijk.
7. Bespreking van het Rapport „Kerk in
Perspectief", ingeleid door Ds. de
Bruyne. Een interressante discussie
volgde' hierop. Vooral de kleinere ker
ken hadden moeite met enkele pro
blemen in het rapport aan de orde
gesteld. Een samenvatting van de be
spreking zal door Ds. de Bruyne aan
alle kerken worden toegezonden.
8. Voordracht voor de benoeming van
dep. art. 53. k.o. Gekozen werden Ds.
Seegers als primus en Ds. Kramer als
secundus.
9. Benoemingen:
a. tot classicale dep. diaconale arbeid: H.
Dekker van Nieuwdorp, br. de Korte
uit Goes en P. v. d. Guchte van 's Heer-
Arendskerke, met br. Sandee van Co-
lijnsplaat als secundus.
b. herbenoeming van alle dep. Evange
lisatie in de Classis.
c. herbenoeming van alle dep. herstruc
turering classis.
10. Rapporten:
a. De cl. Comm. inzake de moeilijkheden
in de kerk van Kamperland brengt ver
slag uit van haar werkzaamheden. De
cl. gaat accoord met de voorstellen van
de commissie.
b. De comm. voor oecumenische aange
legenheden rapporteert over 2 bezwaar
schriften door 2 ouderlingen van de
kerk van Goes bij haar ingediend, tegen
het voornemen van de kerkeraad om in
1971 vier gemeenschappelijke diensten
met de Herv. kerk te houden; ook
vervolg op pag. 3
68
Het is zó gekomen. Hij zag, voor de eerste
maal, dat Leo en ik, ook anderen natuur
lijk, vóór het eten baden en zei: „Ach,
mein liebe, zijn jullie zó? Waarom bidden
jullie eigenlijk? Jullie hebben het brood
toch in de hand?" Toen zei Leo onmiddel
lijk: „Je kunt er ook voor danken, dat je
het in de hand hebt." Nou, hij heeft nog
wel wat gespot, vooral toen hij ons 's
avond in ons bijbeltje zag lezen, maar we
stoorden ons er niet aanook niet aan
opmerkingen van anderen. Dat moet je
ook niet doen. Rustig doorgaan. Dan krij
gen ze respect voor je. 't Is nu helemaal
afgelopen. Ze laten ons onze gang gaan.
Freek Huizinga komt zelfs geregeld in
„Het Tehuis", 'k Heb verschillende malen
met hem zitten dammen. Slechts één keer
gewonnen. Want hij is een reuzenspeler.
Hij blijft zelfs bij de dagsluiting.
Hier en in de omgeving zijn duizenden
soldaten. Het is, of er mieren krioelen,
als ze aan de linie aan het werk zijn. De
bunkers van beton zijn al klaar, maar we
moeten loopgraven maken en onderaardse
gangen. Het schijnt hier een belangrijk
punt te zijn. 'k Heb gister in Rhenen een
bakker gesproken, die verteldei als er hier
door Jan Lourense
wat aan de knikker komt, moet de hele
bevolking worden geëvacueerd. Aan deze
kant van de IJssel zijn ook bunkers en
wordt ook gegraven.
We hebben hier twee legerpredikanten
veldpredikers moet ik nu zeggen), allebei
majoor. Er is ook een aalmoezenier, maar
met hem hebben we niet te maken, als
we niet willen. Dominee Veterman is
Gereformeerd en dominee Jagersma Her
vormd. Leo en ik spreken die beiden nog
al eens. Zij hadden al direct een gelegen
heid gevonden, waarin een Militair Tehuis
kon worden gevestigd. Ze vroegen ons en
anderen om te helpen. We hadden het,
met elkaar, al heel gauw in orde. Het
leek niet veel, maar nu we het opgeknapt
hebben, is het een gezellige gelegenheid
geworden.
„En nu wachten we rustig af", zei domi
néé Jagersma gisteravond bij de dag
sluiting. „De toekomst is in Gods Hand."
Beste oom en tante, ik weet nog wel veel
meer te schrijven, maar dat hoop ik een
volgende maal te doen. O, ja, nog dit:
één van onze luitenants zegt: er komen
nog wel verloven, want er is niets aan de
hand. De man weet het natuurlijk ook
niet, maar 't is wel een vreemde oorlog.
In het westen gebeurt niets.
De hartelijke groeten van uw liefh.
Johan."
Ja, 't is zeker een vreemde oorlog, althans in het
westen. Er gebeurt niets. De Fransen liggen in de
Maginolinie; de Duitsers in hun Siegfriedlinie. Zo
gezegd kunnen ze er geen van beiden doorheen.
Wat voeren de Duitsers toch in hun schild?
In het oosten gaat het er anders toe. In enkele
dagen is Polen onder de voet gelopen. Snorkend
zijn de Duitse oorlogscommuniqué's. Over de
hoofdstad Warschau is langer gevochten. Het moet
daar een verschrikkelijke strijd geweest zijn. Vol
gens berichten, niet in de Duitse pers, maar in de
buitenlandse, zou de hele stad radicaal vernield
zijn. En dan weet je nog geen bizonderheden.
Reken maar, dat daar geleden is!
Er is nog iets merkwaardigs, dat niemand be
grijpt. Hitier en de zijnen schelden dag aan dag
op de Communisten en... in enen komt het bericht,
dat Duitsland en Rusland een non-agressieverdrag
hebben gesloten: beide landen zullen elkaar niet
aanvallen.
Overigens is er stilte. Een onheilspellende? Blijk
baar niet. Want inderdaad mogen de gemobili-
seerden om de beurten met enkele dagen verlof.
Er komt half december een briefje van Johan:
„Als het blijft, zoals het nu is, hoop ik met de
Kerstdagen met verlof te komen. Dat zou fijn zijn.
Maar ja, er kan van alles gebeuren."
Er gebeurt niets. Hij is met kerstmis in Middel
burg. En dan heeft hij heel wat te vertellen. Niet
bepaald van de dienst. Daarvan is niet zoveel te
zeggen, 't Is een vrij eentonig leven. Dag in, dag
uit, graven,graven, graven. Er is nu een vrij sterke,
behoorlijke linie.
Van de vrije tijd, speciaal des avonds, weet hij
wel te vertellen. Ze hebben een fijn Militair Tehuis,
dat elke avond vol is. Met enkele andere jongens
is hij medewerker van de veldpredikers. Die zijn
daarmee in hun schik, vooral toen het Nederlands
Bijbelgenootschap bijbels of gedeelten van bijbels
beschikbaar stelde, die in het Tehuis voor een
prikje worden verkocht. Natuurlijk kunnen die wel
gratis worden verstrekt (het is wel eens voorge
komen) maar de veldpredikers gaan er van uit,
gelet op ervaringen, dat ze meer gewaardeerd
worden, als er iets voor betaald wordt.
Éénmaal per week is er een praatavond. Wat
er dan geboomd wordt! Om de beurt is er een
veldprediker bij. En die luistert maar, want beiden
staan op het standpunt: niet zelf een onderwerp
aansnijden; laat ze maar praten; wij komen vanzelf
wel aan de beurt.
Johan vertelt, dat er heel veel onkunde en mis
verstand is. De overgrote meerderheid bezit geen
bijbeltje; een minderheid wel, maar zeer vele van
die minderheid lezen er niet in. En welke vragen
er gesteld worden en welke meningen geuit, je
staat er voor.
Met dominee Veterman zijn Johan en Leo het
meest bevriend. Zij hadden, vertelt Johan, een lang
gesprek met hem oner zes ogen. Hoe moest nu
gedacht worden over het optreden van Duitsland?
Wat is nu eigenlijk de theorie van ras, bloed en
bodem? En wat zal het einde zijn? Waarom moet
dit nu alles?
(wordt vervolgd)