3£erkbacle eeuwóe WAARHEID en EEIHEIU aövent Momenten uit de Kerkgeschiedenis Hoofd-Redacteur Dr. DONDORP, Gapinge, Telefoon (01189) 14 70 Jaam. In liet krachtenveld van de Bijbel 3 DECEMBER 1970 24e JAARGANG No. 22 „Ik worstel OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERD KERKEN IN ZEELAND en ontkomAdres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg Abonnementsprijs ƒ5.per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 25 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 25 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg Telefoon 01180-2438 Giro no. 4 22 80 Postbus 164. Geloofd zij zijn heerlijke naam Psalm 72 19 Hoe vaak gebruiken wij niet de uit- drukking Gods naam? In allerlei verband. We nemen deze zegswijze over uit de bijbel, vooral uit de psalmen. Maar weten we wel, wat we daarmee eigenlijk zeggen? Dat God een naam heeft is toch vreemdEr is maar één werkelijke God. De rest zijn afgoden niet-goden. En aangezien een naam dient ter onder scheiding heeft God geen naam nodig. In de klas is maar één onderwijzer. Dat is de meester. Of zoals de kinderen tegenwoordig zeggen: „meneer". Daar behoeft geen naam aan toegevoegd. Zo is het ook in het gezin met vader en moeder. Maar omgekeerd: wat moet je als je voor de klas staat, beginnen als de kinderen geen naam hadden? Je zou onwillekeurig beginnen met bijnamen: krullebol, zwarte, dikke. Het is duidelijk dat namen ontstaan uit de behoefte aan onderscheiding. En in dit opzicht heeft God geen naam. Hij is de Enige. Uit het bovenstaande wordt onder tussen ook duidelijk, dat een naam dient, om iemand te roepen; om zijn aandacht te trekken. Als ik mijn naam hoor noemen, kijk ik op. Wanneer U iemands naam niet weet, kunt U hem niet bereiken. Wanneer een kind niet zit te luisteren en u wilt dat het oplet, maar u weet niet hoe het heet, staat u machteloos en moet werken met: „jij daar achterin", of "jij met dle rode trui." Hoe eenvoudig wordt het, als u even zijn naam noemt: Jaap? Het joch kijkt u dan onmiddellijk aan. De naam is als een bel aan een huis. Als u aan de bel trekt wordt er open gedaan. U kunt de bewoner benaderen. De naam is als een handvat. Je kunt iemand bij zijn naam aanvatten. Welnu, daarom draagt ook God namen. D.w.z. u kunt Hem bereiken, roepen. En dan „doet God open". Dan kijkt Hij op en luistert. Hij luistert naar zijn naam. En zoals uw naam een deel van uw persoonlijkheid is geworden, zo vereen zelvigt ook God zich met zijn naam. IJdel gebruik maken van Gods naam is dus zo iets als „deurtje bel trekken aan de hemel". En zoals wij het kwetsend vinden als men grapjes maakt met onze naam, zo mogen wij alleen maar ernstig en eer biedig de naam van God noemen, als we tegen Hem spreken en als we over Hem spreken. Nooit mogen wij vergeten, dat God luistert naar zijn naam. Dat is een grote genade. Maar die gunst heeft God Zijn volk bewezen, opdat het altijd Hem zou vrezen. Dat God een naam heeft, of liever namen heeft, wil dus niet zeggen, dat Hij op de een of andere manier „heet", maar dat Hij toegankelijk is en dat Hij zich bekend gemaakt heeft. Hij is geen vreemde, geen N.N., maar Hij heeft in het Evangelie van de Here Jezus duidelijk gezegd, wie Hij is en wat voor een God Hij is. Wij gebruiken het woord „naam" ook in die zin. Als iemand bij mij informeert b.v. naar een sollicitant en vraagt: „Wat voor naam heeft die man", kan ik immers niet volstaan door te zeggen, hoe hij heet, maar dan moet ik vertellen, wat ik van hem weet en hoe hij bekend staat. Zo heeft God de naam, dat Hij barmhartig en genadig is. En zo staat eigenlijk heel de bijbel vol van zijn naam. Uit de geschiedenis van het volk Israël en vooral uit het leven en uit de daden van de Hete Jezus, blijkt duide lijk wat voor een God Hij is. Daarin heeft Hij zijn naam geopenbaard. En vooral hier wordt het duidelijk, dat God zich vereenzelvigt met zijn naam. Want Hij is, zoals Hij zich aan ons bekend heeft gemaakt. Hij houdt ons niet voor de gek; zijn naam is geen schuilnaam, maar we kunnen op Hem aan. Daarom komt het op het zelfde neer als wij zeggen: „ik vertrouw op de naam des Heren en tik vertrouw op God." De achtergrond hiervan is de eerlijk heid, de openheid en de trouw van God. Daarom is de naam HERE zo be langrijk en geliefd. Want Here betekent: de getrouwe. Hij is, zoals Hij is. Hij is niet zus, maar misschien ook zo, maar Hij is de waarachtige. Daarom staat niet ten onrechte op de kerk, waar ik nog al eens preken mocht, de tekst: „Uw Woord is de waarheid A.D. Toen in 1963 de Bond van Geref. Jongelingsverenigingen het 75-jarig be staan mocht vieren heeft de toenmalige voorzitter Ds. Lammens een preek uit gegeven, waarin hij de jongeren met kracht oproept om te blijven in het krachtenveld van de Bijbel, omdat ze buiten dit krachtenveld op de laatste oever terecht komen, waar geen signaal uit een andere wereld meer door dringt en waar alleen het grote sterven ons wacht. In die preek heeft hij het ook over kijkers en zieners, die langs elkaar heen praten. En dan zegt hij o.a.: Grote zieners zijn altijd mensen geweest, die bij de Bijbel leefden, die biddend en gehoorzaam de Bijbel gingen lezen. De hemel gaat pas open, als de Bijbel open gaat. We krijgen pas uitzicht als we eerst inzicht hebben. We zien pas pers pectieven, als we tevoren naar profeten, evangelisten en apostelen hebben ge luisterd. Waarom hebben in onze dagen zovelen ondanks techniek en weten schap, welvaart en amusement geen enkel uitzicht meer? Waarom schijnt de hemel zo vaag en de Here Jezus zo ver? Omdat de Bijbel zo ver buiten de belangstellingssfeer is geraakt en de herinnering aan Gods openbaring steeds meer vervaagt". Daar komt een schip geladen Daar komt een schip, geladen tot aan het hoogste boord draagt Gods Zoon vol genade des Vaders Eeuwig Woord. Hoe 't schip het water kliefde Het bergt een kostbare last; het zeil, dat is de liefde de Heil'ge Geest de mast. Het anker valt ter rede nu is het schip aan land het Woord is vlees geworden Gods Zoon reikt ons de hand. Te Bethlehem geboren als kindje in een stal geeft zich voor ons verloren de Heiland van 't heelal. En wie in groot verblijden dit kindje kussen wil, moet vooraf met Hem lijden Zijn kruis, om Zijnentwil. en daarna met Hem sterven, om met Hem op te staan en 't leven te verwerven, Gelijk Hij heeft gedaan. Naar Thomas Fauler (plm. 1300) (Lied no. 107 uit nieuw ontworpen Ge- zangenboek.) (toespraak gehouden voor een gecombineerde vergadering van de Hervormde en Geref. kerkeraden van het Zand te Middelburg) door T. E. N. Ozinga, lerares. Er is een kerkelijk blad dat tot titel heeft Waarheid en Eenheid". Een veelzeggende titel. Van de Protestantse kerken is wel eens gezegd dat ze zich hebben vastgebeten in de waarheidsvraag, en dat ze dat gedaan hebben ten koste van de eenheid. De R.K. kerk zou dit,andersom gedaan hebben en één zijn ten koste van de waarheid. Als dat zo is, dan valt er nog op die éénheid alles af tedingen. De R.K. kerk is nooit homogeen geweest. De R.K. kerk bestaat uit evenveel modaliteiten als er kloosterorden en landen zijn. Is het echter zo, dat als men opkomt voor de waarheid, dit gaat ten koste van de eenheid? Over de waarheid en de eenheid bidt onze Heiland in Zijn hogepriesterlijk gebed: „Bewaar hen in Uw Naam dat zij één zijn... Heilig hen in Uw waarheid". (Joh. 17). Bovenstaande vraag is belangrijk en actueel. Het is ook de vraag naar de waarheid welke ten grondslag ligt aan de samenwerking tussen Hervormde en Geref. Kerkeraden (b.v.). Momenten uit de kerkgeschiedenis: De Reformatie De waarheidsvraag (vgl ook Joh. 8 31, 40) heeft onmiskenbaar een beslissende rol gespeeld in de geschiedenis van de kerk. Een paar momenten slechts wil ik naar voren halen. Om te beginnen de tijd van de Reformatie, de tijd van Luther en Calvijn. De 16e eeuw is een periode geweest van omwentelingen op allerlei gebied ten gevolge van de ontdekking van nieuwe werelddelen en zee-routes, de uitvinding van de boekdrukkunst, het oprukken van de Turken in Oost-Europa, de herontdekking van oude culturen. Al deze dingen werkten samen tot een cultuur explosie een nieuwe wereld en mensbeschouwing waaraan men de namen Renaissance en humanisme heeft gegeven. Tegelijk schenen allerlei oude zekerheden te verdwijnen. De Renaissance en het humanisme brachten een zuiver heidense wereld- en levensbeschouwing weer tot het leven. Paus Leo X, de paus met wie Luther te maken had, gaf aan de verhalen uit de Griekse godenleer de voorkeur boven de „Joodse sagen" van de Bijbel. Deze paus was het hoofd van de toenmalige Christelijke kerk. Het leek er dan ook op dat de Christelijke kerk ten onder zou gaan aan een opkomend atheïsme en een steeds voortschrijdend proces van verwereldlijking. Door Gods gunst heeft de Reformatie Europa voor het Christendom be houden. Daarmee is niet teveel gezegd. Het is goed dat op een datum als 31 okt. te gedenken. Het is goed daar de HERE ook dank voor te brengen. De Reformatie had te strijden op twee fronten. Enerzijds tegen de van het evangelie vervreemde kerk van Rome; anderzijds tegen rcvolutionaire-radikale stromingen zoals b.v. belichaamd in een sekte die van de Wederdopers. Een nieuwe Reformatie in onze tijd? Onze eeuw heeft duidelijk punten van overeenkomst met de 16e. Ook nu oorlogsdreiging en een reeks van verbijsterende ontdekkingen en uitvindingen. Wetenschap en techniek ontwikkelen zich in een razend tempo. Nieuwe ontwikkelingen overspoelen in grote golven onze huiskamers en onze ge- dachtenwereld via de moderne communicatiemiddelen (vooral de TV en de radio). Da Costa heeft de boekdrukkunst eens getypeerd als „een reuze stap ten hemel en ter hel". Van radio en T.V. geldt zeer zeker hetzelfde. Is er in onze eeuw behalve van een geweldige cultuurstoot ook sprake ogenblik bezig het puin te ruimen van een beeldenstorm uitgevoerd door R.K. theologen. Heel wat typisch Roomse tierlantijnen zijn vergruizeld, maar kernwaarheden van het Christelijk geloof dreigen mee opgeruimd te worden. De eerstvolgende jaren zullen moeten uitwijzen in hoeverre de machtige organisatie die de R.K. kerk is, intact zal blijven, en wat er zowel van de waarheid als van de eenheid in stand zal blijven in deze kerk. Wat het protestantisme betreft wordt er ook gesproken van een nieuwe Reformatie die aan het doorwerken is. Een radikaal Christendom komt, zegt men, tevoorschijn dank zij een opnieuw ontdekken van Gods Woord, een beter verstaan van de bedoeling van de Heilige Schrift. Ik denk hier, wat de Geref. Kerken betreft, aan de „Cahiers voor de Gemeente", waar het merendeel van de theologen van de V.U. en Kampen achterstaat. We moeten allereerst oppassen met het woordje „nieuw". Voor de Geref. Kerken zijn de ideeën van de „Cahiers" inderdaad nieuw. In Hervormde kring zijn deze ideeën bepaald niet nieuw. Wat het buitenland betreft in Duitsland en de V.S wonen de leermeester van de Geref. theologen. Van Abraham Kuyper is gezegd dat indien hij Engelsman of Duitser was geweest en in een wereldtaal had geschreven, hij als de origineelste publicist van Europa de geschiedenis van zijn tijd zou zijn ingegaan behalve ook nog als de grootste. Van velen van de hedendaagse Geref. theologen valt het te betwijfelen of hun werk zelfs het licht zou zien in Duitsland of Engeland, want in deze talen is reeds genoeg te koop en ook onderscheidt hun werk zich niet van wat er gangbaar is in Herv. kring. Kenmerkend voor het „nieuwe" van de hedendaagse theologie (en in Geref. kring is dit inderdaad nieuw) is de synthese tussen het evolutionisme en de bijbelse openbaring. Deze synthese heeft zich een halve eeuw geleden reeds in Engeland voltrokken (per slot van rekening het land van de Deïsten en Darwin), en de kerken die deze synthese hebben aanvaard, zijn er door leeggelopen. Het is een synthese waarbij de wetenschap, ons inzicht, uitmaakt wat er in de Bijbel als geloofswaarheid nog geloofwaardig is. Om tot de vraagstelling terug te keren zijn wij in onze tijd getuige van een nieuwe Reformatie, een reformatie die doorwerkt op maatschappelijk en politiek terrein als revolutie? Maken wij dat mee een herontdekking van. de waarheid als nooit tevoren en daarop gebaseerd een eenheid als nooit tevoren? Opnieuw een blik terug in de geschiedenis. De verlichting De denkbeelden van de Renaissance en het humanisme herleven in de 18e eeuw opnieuw. Men spreekt dan van de Verlichting Aufklarung)De Verlichting stelde een onbeperkt vertrouwen in de menselijke rede (het inzicht, het verstand van de mens). Wel kan de mens in een toestand raken van onmacht en onmondigheid. Dat is dan niet omdat hij gebrek aan verstand en inzicht heeft, maar omdat de omstandigheden hem belemmeren die te gebruiken of omdat hem de moed ontbreekt zichzelf te bevrijden. Van nature vindt de mens ook vanzelf de juiste gedragsregels. Hij heeft een natuurlijk normbesef. Van nature ligt hem ook de verering van het Opperwezen. De Christelijke heilsverwachting van een nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont, is langs een natuurlijk historisch proces te verwezenlijken. Aangezien de mens zulk een natuurlijk normbesef heeft, is er met opvoeding veel te bereiken. Het beroep op de natuurlijke redelijkheid van de mens leidt tot een steeds hogere trap van beschaving en uiteindelijk tot de heilsstaat. Uit deze beginsel verklaring is wel duidelijk dat de Verlichting niet moest hebben van de Formulieren waarin de belijdenis van de kerk der Reformatie was samengevat. Dat b.v. een in zichzelf reddeloos verloren mens uitsluitend gered kon worden door de souvereine genade Gods was een totale onaan vaardbare zaak. Ook dat er een gezaghebbende Heilige Schrift zou zijn, openbaring van God, van buitenaf tot ons komend. De Drie Formulieren in de 19e eeuw Deze vijandschap jegens de belijdenis van de kerk die ontsprong aan de denkbeelden van de Verlichting, zette door tot in de eerste helft van de 19e eeuw. De afkeer richtte zich vooral op de Dordtse Leerregels (de Vijf Arikelen tegen de Remonstranten). Aan het begin van de vorige eeuw zag het er niet naar uit of de belijdenisgeschriften het eind van de eeuw nog zouden halen. Zoals bekend dateert de Ned. Geloofsbelijdenis uit 1561; de Heidelbergse Catechismus uit 1563; de Dordtse Leerregels uit 1618/19. Een formulier is een geschrift dat vorm geeft aan het kerkelijk leven. In de belijdenis geschriften legt de kerk publiek belijdenis af van haar geloof; de kerk stelt het getuigenis van de geopenbaarde waarheid midden in de wereld. Deze waar heid wordt gesteld als uitgangspunt voor het menselijk denken en als het fundament van de eenheid. Vandaar: Drie Formulieren van Enigheid. Behalve van wrevel jegens de belijdenis was er in de 19e eeuw ook sprake van grote onkunde. De bekende psalmboekjes zoals de ouderen onder ons die nog kennen met de Drie Formulieren er achterin, verschenen voor het eerst in 1880. De enige van wie bekend is dat hij het in het begin van de 19e eeuw waagde op te nemen voor de Drie Formulieren, was Nicolaas Schotsman. Hij publi ceerde in 1819 twee preken getiteld: „Eerezuil ter gedachtenis van de voor tweehonderd jaar te Dordrecht gehouden Nationale Synode", met als bijvoeging „opgericht door Nicolaas Schotsman". Hij was de enige die de Synode van Dordt in het gedenkjaar 1819 eerde. Het merendeel van zijn tijdgenoten verklaarden zijn erezuil voor een schandzuil. De Franse tijd Het begin van de 19e eeuw was de tijd van de patriotten, de Franse over heersing en de tijd van de doorwerking van de beginselen van de Franse revolutie. Veel Nederlandse predikanten heben op de preekstoel hun tijd besteed aan de verheerlijking van de gezagaantastende ongeloofsideeën van de Franse revolutie. Er werd in de Franse tijd actueel en eigentijds gepreekt, schijnt het. De kerkinrichting Uit allerlei oorzaak is er na de Synode van Dordt (1618/19) twee honderd jaar lang geen nationale synode in Nederland bijeengekomen. Er waren wel provinciale synodes die onderling enig contact hielden. Na de Franse tijd kwam er onder Koning Willem I een algemeen reglement voor de Hervormde Kerk. Dit reglement is vooral het werk geweest van Verlichte predikanten en een Haags ambtenaar, éne Janssen. Hierbij werd het hoogste kerkelijke gezag opgedragen aan een centrale synode, de vergaderingen waarvan bijgewoond werden door een minister of andere overheidspersonen. Onder de synode kwamen provinciale kerkbesturen waarvan de leden door de overheid werden benoemd. Daaronder classes, die de bestaande classes vervingen. Deze pro vinciale kerkbesturen en classes hadden een beperkte bevoegheid. Het resultaat van deze kerkinrichting, die diende om de eenheid te bevorderen, was dat de gemeente onmondig werd gemaakt. Wel had de Synode vastgesteld dat zij zich niet bezig zou houden met leergeschillen. Daarover moest ieder naar zijn geweten beslissen. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1970 | | pagina 1