4?ieeuwóe I"iCerkhode
It vaat li
De kosmos
is zijn
tempel
Het geloofsleven van de rechtvaardige
eet teckivaat
Hoofd-Redacteur Dr. DONDORP, Gapinge, Telefoon (01189) 14 70
Geknipt voor G
TWEE PROFETEN
400-
Psalm 150
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERD KERKEN IN ZEELAND
Adres voor opgave advertenties en predikbeurtenLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg
19 NOVEMBER 1970
24e JAARGANG No. 20
„Ik worstel
en ontkom"
Abonnementsprijs
5.per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
25 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 25 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg
Telefoon 01180-2438
Giro no. 4 22 80
Postbus 164.
Deze gedachte vinden wij door heel de bijbel heen. De rechtvaardigheid des
Heren is een van de meest op de voorgrond tredende begrippen van de
Heilige Schrift.
Daarom is het zo jammerdat er velen zijn, die dit kernbegrip verkeerd
ver staan.Men maakt dan een tegenstelling tussen Gods rechtvaardigheid en
Zijn goedheid. Tussen Zijn gerechtigheid en Zijn genade.
Onlangs was ik op ziekenbezoek bij een tamelijk ernstige patiënte. Zij zei
tegen me, dat we niet konden en ook niet mochten komen tot de regel: ,,Zijn
GOEDHEID kent in 't gans heelal geen perk"alvorens wij gebogen hadden
onder deze eerste regel: „De Heer is RECHT in al Zijn weg en werk"
(Ps. 145 berijmd).
Vaak haalt men ook het woord aan: „Sion zal door RECHT verlost worden
Men verstaat dan onder Gods gerechtigheid Zijn STRAFFENDE recht
vaardigheid. Of denkt aan Zijn strengheid en vrijmacht om te doen wat Hem
behaagt. Maar dat is onjuist!
Dat God rechtvaardig is, betekent dat Hij Zijn Woord houdt, dat op Zijn
beloften te rekenen valt, dat Hij getrouw is en dat Hij het verbond gedenkt
en nakomt.
Dat God rechtvaardig is houdt in, dat wie tot Hem de toevlucht neemt, niet
beschaamd zal worden. Want Hij MEENT het, als Hij nodigt: „Komt allen
tot Mij." Daarom mogen we ons op Gods RECHT beroepen, als wij smeken
om genade.
„Doe mij recht, o God"dat is de bede van een mens, die zich op Gods
eigen Woord beroept. Die twee regels van Psalm 145 vormen dan ook helemaal
geen tegenstelling: „De Here is rechtvaardig in al Zijn wegen en goedertieren
in al Zijn werken" (Ps. 145 vers 17).
U moet voortdurend weer, als u de uitdrukking Gods recht, of gerechtigheid
of rechtvaardigheid tegenkomt, denken aan TROUW. Dat is ook in over
eenstemming met de naam: HERE.
Hier is ook het verschil tussen het Christelijk geloof en alle heidense gods
diensten. Alleen de Here heeft GESPROKEN en in Zijn spreken ons iets
beloofd. Nu komt het er op aan, dat wij dit geloven! Maar dit geloven heeft
alléén zin, als de Here werkelijk doet wat Hij gezegd heeft, m.a.w. als Hij
betrouwbaar is.
Daarom valt er in de bijbel zo n sterke nadruk op Gods gerechtigheid en
waarheid waarachtigheid).
Toen Luther dit leerde verstaan, was hij voorgoed uit de knoop van het
roomse loon- en straf schema en was er de mogelijkheid voor een ZEKERHEID
des geloofs.
Die zekerheid rust op Gods rechtvaardigheid.
Ook Gods bedreigingen zijn geen loos alarm.
Ook DIE waarheid zal God nimmer krenken. Wij zullen er dus goed aan
doen nauwkeurig acht te geven op alles wat de Here met ons afgesproken heeft.
A.D.
De knecht van een profeet.
Elisa woonde in Samaria en goed
doende ging hij rond. Hij vertroostte
het overblijfsel van Gods volk en hielp
menigeen door een wonder uit de
nood.
In Samaria woonde ook koning Joram
en bij hem kwam Naaman, de melaatse
generaal uit Damascus, op een goede
dag aan.
Maar Joram wist er geen raad mee.
Hij wist van geen God, die wonderen
werkte en dacht niet aan Elisa de pro
feet des Heren.
Maar God, die zichzelf een Naam
wilde maken onder de heidenen, nam
alles zelf in handen en bracht Naaman
bij de profeet.
Ik let nu niet op Elisa's houding
en woorden en op Naamans verzet
tegen de eenvoudigheid van het ge
loof.
Ook niet op Naaman, die door zijn
knechten versmaad, er toe komt om het
te wagen met de vrije genade alleen,
zonder enige verdienst van onszelf.
Maar ik wijs even naar die knecht,
die de boodschap van Elisa aan Naaman
overbrengt.
De naam van de slavin in het heiden-
land kennen wij niet, maar de knecht
van de profeet is ons bij name bekend
Gehazi.
Wat steekt hij af bij dat meisje daar
ver in de vreemde.
Hij leefde in de onmiddelijke nabijheid
van Gods woorden en wonderen onder
de dagelijkse invloed van de heilige
profetie, maar toch, zo dichtbij, leefde
Gehazi ver van God.
Zoals Judas, die altijd bij de Heiland,
toch alleen maar de verborgen omgang
kende met het geld.
Gehasihoe droef eindigt het
hoofdstuk, dat zo mooi begon
Met de leugens van de profeten-
knecht.
Toen Naaman genezen weerkeerde
van de Jordaan, om Elisa te bedanken
en te belonen, glinsterden Gehasi's ogen
van begeerte bij het zien van zoveel
goud en geld en mooie gewaden, die
zijn meester niet wou aannemen.
„Dwaas", dacht ie bij zichzelf.
„Maar ik weet wel, wat ik doe"
En in stilte zadelde hij een ezel en reed
Naaman achterna.
Nog hijgend zei hij tegen de rijke
generaal: „Laat mijn meester nu juist
bezoek krijgen van twee even vrome als
arme lieden, en of U nu misschien voor
hen wat geschenken hebt.
Naaman gaf graag en dubbel.
En zo keerde Gehasi terug met zijn
buit. Zijn winst, dit hij aan het
Koningrijk van God verdiend had".
Maar Elisa doorziet hem en legt
heel de leugenklit bloot van die valse
dienaar des Woords".
„Om landen en akkers te kopen,
hè, en zelf te gaan boeren...
Verdwijn uit mijn ogen en de melaats
heid, waarvan Naaman is genezen, zal
jij krijgen".
Gehasi verbleekte.
Maar die bleekheid was niet die van
iemand, die schrikt, maar de vreselijke
witheid van de melaatse.
Hij ging weg, dodelijk ziek. Afzichte
lijk.
Toen in Damascus de populaire
Naaman de poort binnenreed, was er
blijdschap en gejuich.
En iedereen dacht vol eerbied aan de
Naam van Jehova, de God van Israël.
Maar het meest blij van alles was
dat meisje in Naamans huis.
Die boog haar knieën en haar kinder
ziel lachte: ,,'k wist het wel, 'k wist het
wel".
Ver van huis in het heidense land,
maar dicht bij God.
En die anders: onder één dak met
de profeet, maar ver van God.
De tegenstelling tussen het begin en
Wie is er rechtvaardig?
Die door het geloof leeft. Die door
Jezus Christus gelovig leeft. Die zal niet
verloren gaan, maar leven, behouden
worden. Hij heeft het eeuwige leven.
Dat geloofsleven is echter wel heel
wat anders dan het stil in een hoekje
zitten wachten op de hemel!
Maar dat leven van de rechtvaardige
ontplooit zich in het volle mensenleven
op aarde en van elke duimbreed van dat
leven zegt de rechtvaardige: „dat be
hoort aan Jezus Christus. Hij is de
Heer".
De rechtvaardige zal door het geloof
ook leven met zijn beide benen op de
aarde, omdat die aarde des Heren is.
En omdat zijn hemelse Vader de
Schepper is en de eigenaar van alle
dingen. De Herschepper van alle le
vensmogelijkheden en verhoudingen.
Zo komt er naast het „sola fide" van
Luther niet als tegenstelling, maar
wel als noodzakelijke consequentie
het Soli Deo Gloria van Calvijn.
De strijd des geloofs gaat niet alleen
om de zaligheid der ziel, maar om de
eer van God in het leven op aarde.
Het christelijke leven mag dan ook
niet besloten blijven binnen de geïso
leerde kring der stille vromen, maar
moet een zoutend zout zijn overal waar
Uit de Groninger Kerkbode
Verontrusting (in soorten)
Bepaalde kwalificaties spelen in onze
kerken van tijd tot tijd een grote rol.
Je hebt „de bezwaarden" gehad. Men
duidde er mee aan degenen, die het
maar moeilijk hadden met synodale
uitspraken en handelingen van kerke
lijke vergaderingen in verband met
Verbond en Doop.
Je krijgt dan al gauw dit effect dat
men het kerkvolk in twee groepen op
splitst: de bezwaarden en de niet-
bezwaarden.
Nu doet weer een andere kwalificatie
opgeld: verontrusten. Het is mij wel,
maar de narigheid is dat men deze
benaming gebruikt voor een bepaalde
groep verontrusten. Misschien wel om
dat deze het meeste van zich doet
spreken. Maar dat neemt niet weg, dat
hier toch iets fout loopt. Je hebt nl.
verschillende soorten verontrusten! Hier
het eind van 2 Kon. 5 is wel heel ont
dekkend van allen, die net als wij, dicht
bij de dienst van de Here leven.
Iedere week de kerk.
Iedere dag de bijbel.
Maar is uw hart er wel bij
Denkt er aan „de Here ziet het hart
de behoudende kracht van het Evan
gelie verloren dreigt te gaan. Er is voor
christenen niet alleen een roeping op
kerkelijk gebied, een taak tot reformatie
en voortgaande reformatie der kerk,
maar ook tot reformatie van heel het
leven, zoals God dat heeft geschapen.
Door het geloof zal de rechtvaardige
leven in de kerk en in zijn gezin en als
werker in de maatschappij en als burger
in de staat en als denker in de weten
schap en op wat voor terreinen daar
nog meer mogen zijn.
Heel het leven onderworpen zien aan
Jezus Christus de Heer, de Eersteling
der nieuwe schepping, dat is het geloof
van de rechtvaardige.
Het is vooral deze gedachte die Cal
vijn en de Calvinisten aan ons volk
hebben ingeprent. En daardoor is het
Calvinisme geworden tot een kracht
van nationale betekenis.
De rechtvaardige zal zijn gezinsleven
leven van uit Jezus Christus door het
geloof. Dat wil zeggen, naar Gods ge
boden en in de kracht van zijn Heer.
Dat wordt een geweldig rijk leven!
Dat is geen eigen gerechtigheid en
dat is geen nieuwe wet, als door het
geloof vruchten der dankbaarheid wor
den voortgebracht.
De goede werken, die zich richten op
de eer van God, zijn geen verdienste,
worde een poging gewaagd om ze in
een enkele schetslijn aan te duiden.
A. Zij die zonder meer willen vast
houden aan de theologische inzichten
van vorige generaties. Die zich afslui
ten voor alles wat van verschillende
wetenschappelijke zijde wordt aange
dragen. Alles wat zich als nieuw aan
dient wordt verworpen. Hiertoe zijn
in het algemeen te rekenen, degenen,
die niets liever zouden willen dan dat
onze kerken volledig terugdraaiden naar
de beslissingen van Assen-1926.
B. In de tweede plaats zou ik willen
onderscheiden hen, die dit bovenstaande
te ver gaat, die verschillende nieuwere
inzichten zelf ook wel dankbaar aan
vaarden, maar die daarnaast menen,
dat er toch dingen geleerd worden in
onze kerken, die echt met Gods Woord
in strijd zijn, die in ieder geval niet
kloppen met de belijdenis, die door
ambtsdragers ondertekend wordt, be
lovende niet daartegen te leren.
Denkt er aan „de Here ziet het
hart aan".
Dicht bij de waarheid is niet genoeg.
Dicht bij God dat is alles.
En dan zij we tot zegen, soms ook
voor een omgeving, die God niet kent.
Want licht moet schijnen. A.D.
maar zijn de vruchten, die de ranken
dragen, die in de wijnstok blijven.
De rechtvaardige zal ook in zijn kerk
leven van uit Christus en door het ge
loof. In de gehoorzaamheid aan Chris
tus' woord en naar Zijn bevelen. Hij
mag niet zeggen: het gaat toch maar
om de zaligheid en bij de hemelpoort
zal niet gevraagd worden... Maar hij
zal vragen: wat wil de Here in Zijn
kerk en door Zijn kerk hier op de
aarde?
En het antwoord op die vraag zal hij
zoeken in de bijbel.
Deze geloofsgehoorzaamheid heeft in
de vorige eeuw onze ouders en groot
ouders gedreven om het kerkelijk leven
te bevrijden van een organisatie, die
leertucht onmogelijk maakte. En nog is
die strijd niet volstreden. Maar bij dat
gezinsleven en dat kerkelijke leven zal
de rechtvaardige niet blijven staan.
Onze vaderen hebben van uit hun
geloof ook een christelijk onderwijs en
een uitgebreid verenigingsleven opge
bouwd.
Want de rechtvaardige zal ook uit
het geloof leven in zijn sociale ver
houdingen en daarin niet te rade gaan
bij de wijsheid der wereld, noch volgens
de methoden der wereld; hij zal ook
niet najagen de doeleinden der wereld,
maar hij zal zoeken het Koninkrijk Gods
en de gerechtigheid.
(slot volgt)
A.D.
C. Vervolgens een heel andere groep
verontrusten, die nl. bang zijn dat onze
kerken andermaal de bus zullen missen,
tot uitspraken zullen komen, die voor
het geweten van veel „wetenschappelijk
ontwikkelden" onverteerbaar zullen
zijn; en die de voortgaande theologische
bezinning zullen blokkeren; ja, waarde
volle leden onzer kerken zullen nopen
om heen te gaan.
D. Tenslotte is er een grote groep, die
van al die problemen niet zoveel af
weet, maar die over één ding zeer
verontrust is en dat is dat er opnieuw
vervreemding optreedt tussen leden
onzer kerken, die tegen elkaar komen
te staan, niet meer naar elkaar kun
nen luisteren en die zodoende elkaar
steeds meer misverstaan. Men heeft
een hap en een snap van een of andere
theoloog opgevangen uit de zoveelste
hand en nu weet men het wel. Er
wordt gepraat over professor die en
dominee zus... Och - deze verontrusten
denken met zorg terug aan de oorlogs
tijd, aan de kerkstrijd, die toen gevoerd
werd. Zij zien met zorg naar de jeugd,
die van dit alles niets begrijpt en die
zodoende van kerk en geloof dreigt
te vervreemden - Ze vrezen verkillen
van de liefde, het kenmerk van de kerk!
Misschien zijn er nog wel meer variaties,
maar ik dacht dat deze wel de hoofd
soorten waren.
Maar zullen wij dan niet ophouden
met het woord „verontrusten" alleen
te gebruiken voor de groepen A en B?
Die anderen zijn er even goed!
De beide eerstgenoemden hebben niet
het monopolie van verontrusting! Die
andere (zie C en D) is even legitiem, al
doen ze niet zo van zich spreken. Is u
verontrust? Pardon, waarover bedoelt
u! Men zegt: er moet met verontrusten
gerekend worden, wij moeten naar ze
luisteren etc. Inderdaad, maar weer: dat
geldt van A en B en C en D! Dat hoort
bij het kerk-zijn!
W. Reeskamp
Nu zoveel mensen in ons goede land
vierhonderd gulden in ontvangst hebben
genomen, vraag ik me af, wat men daar
mee gedaan heeft.
Sommigen zullen een deel van hun
achterstand op huur, belastingen of
afbetaling hebben ingehaald.
Anderen hebben er misschien iets
moois voorgekocht, waar ze al zo lang
Prijs de Heer in de kosmos
het is zijn tempel
100.000 lichtjaren groot
Prijst Hem om de sterren
en de interstellaire ruimten
Prijst Hem om de melkwegstelsels
en de ruimten daartussen
Prijst Hem om de atomen
en de ruimten tussen de atomen
Prijst Hem om de violen
met fluit en saxofoon
Prijst Hem met hoorns en cornetten
met waldhoorn en piston
met trombones en trompetten
Prijst Hem met bas en cello
met clavecimbel en piano
Prijst Hem met blues en jazz
met symfonieën
met negrospirituals
met de vijfde van Beethoven
met gitaar en drum
Prijs Hem met pick-up en bandrecorder
Alles wat adem heeft prijze de Heer
iedere levende cel
aleluja
Ernesto Cardenal