^eeuuy^e 3£erkkode
LIEFDE
keak en perspectief
Hoofd-Redacteur Dr. DONDORP, Gapinge, Telefoon (01189) 14 70
Kort Verslag
^Dergi] vanuit de TkCerk
NIEUWE BOEKEN
22 OKTOBER 1970
24e JAARGANG No. 16
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERD KERKEN IN ZEELAND
„Ik worstel
en ontkom" Adres voor opgave advertenties en predikbeurten Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg
Abonnementsprijs
5.per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
25 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 25 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg
Telefoon 01180-2438
Giro no. 4 22 80
Postbus 164.
Met weinig woorden is zó geknoeid als met het woord liefde.
Wat zijn er niet een misverstanden rondom de menselijke liefde. En wat
een misverstanden zijn er, als het gaat om de liefde van God
Meestal ligt de idee liefde in de buurt van lievigheid, toegeven, alles goed
vinden.
Natuurlijk loopt men dan op tegen al de verschrikkelijke dingen, die er
in de wereld gebeuren en kan men dat niet rijmen met de liefde van God.
Men vergeet, dat het een wereld is, die de Here Jezus heeft gekruisigd en
die Gods geboden en beloften verwerpt. We trappen in de doornen en in
de distels en zeggen au. Maar we moeten ons er niet over verbazen. We
moeten ons veel meer verbazen over de bloemen, die het aardrijk voort
brengt.
Wonderbaarlijk, zoveel bloemen als er in een boze wereld bloeien!
Het is onmogelijk over de liefde van God een zinnig woord te zeggen af
gedacht van de Here Jezus.
Alleen door de Here Jezus weet ik van Gods liefde. Deze liefde: dat Hij
mij accepteert, hoewel ik helemaal niet acceptabel ben.
Buiten het Evangelie van de vergeving en van de vernieuwing, is God niet
te kennen.
Daarbuiten is God een griezelig mysterie.
Een oud catechisatieboekje (van Dr. Kohlbrugge) begint met de vraag:
„Waaruit kent gij God En het antwoord luidt: „Ik ken God uit de ver
geving van mijn zonden"
Zo moeten we ook op de vraag: „Waaruit weet u iets van Gods liefde
antwoorden: „Uit het Evangelie van de Here Jezus, die in de wereld gekomen
is om zondaren zalig te maken"
En wat de menselijke liefde betreft, de liefde van mens tot mens -, hier
is de verwarring gekomen door de romantiek.
Onder liefde werd verstaan, dat men elkaar aardig vond, dat men elkaar
sympathiek vond: de verliefdheid.
Hoe je dan je vijanden - dat zijn toch geen sympathieke lieden - moest
liefhebben, was een groot raadsel.
Wie zijn vijanden liefhad, was halfzacht.
En als men getrouwd was, maar de man of de vrouw was niet meer aardig,
en het werd onmogelijk om nog enige verliefdheid op te brengen, was dan
de liefde verdwenen en had dan het huwelijk zijn basis verloren
De bijbelse notie voor liefde is: helpen.
De Samaritaan vondMie half dood geslagen Jood aan de kant van de weg
niet 'aardig, maar hij hielp hem.
De bijbel vraagt niet, dat we zwart - wit noemen en dat we slechte mensen
lief vinden. Maar als iemand ons gemeen heeft behandeld, moeten we hem
goed behandelen. En als hij in nood zit moeten wij hem even zo vrolijk helpen.
Dat is liefhebben.
En de basis van het huwelijk is niet dat de gehuwden elkaar altijd even
lief en aardig vinden - want dat zijn we niet. Ook niet als gehuwden. Maar
we moeten onze naasten - en wie zijn er meer naasten dan gehuwden -
helpen. De liefde doet de naaste geen kwaad, maar goed.
Ten slotte de liefde tot God.
Dat is zeker heel iets anders dan „aardig vinden". Men trof Rousseau eens in
tranen aan. Hij zat hartgrondig te huilen. Toen men hem vroeg waarom, ver
klaarde hij, dat hij zo bewogen was door de gedachte aan zijn liefde voor
het opperwezen. Ik schrijf dit woord opperwezen met een kleine letter.
Want deze afgod heeft niets te maken met de Vader van onze Heer Jezus
Christus.
Men kan God alleen maar liefhebben, door Zijn beloften te geloven en dus
Zijn geboden te doen, door de gehoorzaamheid.
A.D.
(HET RODE BOEKJE)
V
Nieuwe overburen
Ouderling Jansma en zijn vrouw
steken de straat over. Wat is 't rustig,
er is bijna geen verkeer meer, merkt
mevrouw op. Het is zeker erg laat ge
worden. Maar het zijn ook erg gezellige
lui, vin-je niet? Haar echt-vriend knikt
hartelijk van ja, hij heeft het ook een
bijzonder genoeglijke avond gevonden
en dat verwacht je niet als je voor het
eerst bij iemand op bezoek komt.
Hoe was het gegaan? Ze kregen
nieuwe overburen, z'n vrouw had direkt
gezegd dat het haar leuke mensen leken,
maar om nou meteen op vreemden af te
vliegen, néé. Toen merkte je dat ze
ook gereformeerd waren, je groette
elkaar uit de kerk, je liep met elkaar
op, en zodoende nu deze visite. Zijn
vrouw had gelijk gehad, overwoog de
heer Jansma, het waren fijne overburen,
en hij zou op de kerkeraad eens op deze
mensen attenderen. De man zou vast
een geschikte ambtsbroeder zijn, nu ja,
daar was je vroeg of laat wel achter
gekomen, maar zij... wat kon zij koste
lijk dingetjes frutselen uit niks, en leuk
uitleggen hoe je dit of dat kon maken!
Wacht es, hadden ze voor de staf van
het bejaardencentrum eigenlijk nu net
niet zó iemand nodig...?
Ja, kan nu iemand dankbaar beamen,
gelukkig is er veel verscheidenheid van
gaven in de gemeente. Dat zal waar
wezen, maar ze moeten ergens op rijtje
staan. Aan verborgen gaven heeft geen
sterveling iets. En nu de kerkelijke
gemeente als geméénschap steeds meer
in de knoei raakt, kunnen we er veilig
van uitgaan dat er veel verborgen blijft:
gaven niet alleen, noden ook.
Om nu eerst naar die noden te kijken,
die zijn vandaag niet meer zo gemakke
lijk aanwijsbaar als vroeger. Destijds
kon je - om het een tikje overdreven
te zeggen - aan iemands inkomen af
meten of hij of zij al dan niet noden
kende, want noden waren vooral van
materieële aard. Met psychologie en zo
sprongen we zuinig om. Aan (bijvoor
beeld) de diepe eenzaamheid van een
ouder wordende ongehuwde liepen we
gemakkelijk voorbij, en we haalden de
schouder op: 't mens heeft te weinig
omhanden ,dan krijg je van die klaag
zangen. Zulke dingen zullen we van
daag niet meer zeggen, maar nu is het
weer moeilijk die eenzaamheid op te
speuren omdat onze maatscchappij zo
veel ontsnappingsmogelijkheden biedt
een autootje, een reisje... Wat wil je
nog meer? Voor ons, de anderen, vor
men die reis of die auto een rookgordijn
en de nood ontgaat ons.
Nog iets. Je staat tegenwoordig niet
een, twee, drie werkloos op straat,
althans niet zonder dat er behoorlijke
financiële regelingen getroffen zijn,
maar wie peilt de nood van mensen
die buiten spel gezet dreigen te worden,
omdat ze in de steeds ingewikkelder
wordende samenleving de weg niet meer
weten of omdat zij de veranderingen
niet meer kunnen bijhouden? Een dia
ken haal je niet zomaar in huis en als
de ouderling komt... Ach, wat kén je
zo iemand, die snapt dat toch niet.
Zo blijft veel nood verborgen. Nood,
die we niet kunnen lenigen met een
girocheque of een paar hartelijke ge
baren. Nu komen we bij de gaven
terecht. Waarom worden eigenlijk
vroegere en tegenwoordige deskundig
heden van gemeenteleden niet geregi
streerd? Meneer Jansma uit het begin
van dit verhaal kwam achter een speciale
bekwaamheid van zijn overbuurvrouw,
maar als dat bezoek nu eens niet was
doorgegaan? We kijken bij nieuwinge-
komenen gauw, of ze .meelevend" zijn
(nietwaar?, een paar goede kernen in
Rien de Boer e.a.,
TUSSEN ANARCHIE EN
ESTABLISHMENT, op zoek
naar het naar het goede spoor.
Uitg. Ten Have, prijs 10,90
De schrijvers presenteren het boek
als een poging om vandaag het goede
spoor te vinden temidden van allerlei
leuzen, die de zestiger jaren naar hun
mening in zo ruime mate hebben opge-
een nieuwbouwwijk is alles, weten de
ouderlingen), maar wat de nieuwelingen
verder (kunnen) betekenen, wachten
we maar af, in plaats van dat we een
apparaat opbouwen dat noden en gaven
respektievelijk opmerkt en registreert.
Waarbij het dan wel eens zo zou
kunnen zijn dat iemands nood opge
vangen wordt doordat nu haar of zijn
eigen gave tot z'n recht komt.
leverd. Waarheen zijn de „progres
sieven" eigenlijk onderweg? Waarom is
„conservatief" zoveel als een scheld
woord geworden? Hadden vorige ge
slachten het nu werkelijk zo bij het
verkeerde eind? Waarover zijn „ver
ontrusten" verontrust: over het ver
dwijnen van oude vormen óf over een
stille uittocht van het evangelie uit
ons volk? „Autoritair" is verwerpelijk,
maar kunnen we zonder gezag leven?
Alles is in beweging en aktie-groepen
zijn er genoeg, maar het is de vraag
of er echte beslissingen worden ge
nomen en of er werkelijk iets verandert.
Aldus de twaalf schrijvers - voor hét
merendeel predikanten - van de bundel
opstellen.
„Op zoek naar het goede spoor,"
betekent voor de schrijvers - daarin
komen ze allen overeen - op zoek naar
een evangelisch spoor. Zo nemen ze
ieder een onderwerp voor hun rekening,
dat vandaag in het middelpunt van de
diskussie staat. Op deze manier is een
„moedig boek" (Dr. Bruins Slot in
Trouw) ontstaan, vooral omdat de
schrijvers het spoor gezocht hebben,
wars van alle kreterigheid, zowel van
links als van rechts. Wie vandaag
schrijft over onderwerpen als zondag
morgendienst, Evangelie en politiek,
sexualiteit, de belijdenis, kan weten dat
er geen gebaande wegen klaar liggen.
Juist dat de schrijvers alle vragen be
wust willen benaderen vanuit evange
lisch perspektief maakt het boek tot
een belangrijke gesprekspartner in de
diskussie.
Dat hier en daar knopen doorgehakt
worden, die m.i. zó niet doorgehakt
hadden mogen worden, kan wellicht de
diskussie extra stimuleren. Daar is het
spoorzoeken voor. Maar - om een
voorbeeld te noemen - het komt mij voor
dat het spoor in de vragen rondom de
sexualiteit ergens anders gezocht moet
worden, dan de schrijver van het opstel
onder die titel het doet. De wijze waarop
hij sexualiteit en huwelijk aan elkaar
verbindt, lijkt mij te weinig recht- doen
aan de werkelijkheid van vandaag én
aan het wezen van de sexualiteit. In de
luchtige wijze, waarop hij de visie van
de kerk in het verleden op de sexualiteit
„afdoet" geeft hij m.i. te weinig aan
dacht _aan alle onzekerheid en schuld
gevoelens, die er het gevolg van waren.
En tenslotte, het is mij niet duidelijk
wat de schrijver bedoelt met de „zelf
werkzame werkelijkheid van het huwe
lijk". Ik dacht juist dat het huwelijk
daarom vandaag voor velen problema
tisch is geworden, omdat het in de
meeste gevallen de „zelf werkzame
werkelijkheid" van de ekonomische en
sociale ruggesteun verloren heeft. En
dat daarom vandaag meer dan ooit de
kwetsbare liefde het huwelijk „maakt"
en dat het omgekeerde minder dan ooit
het geval is.
Sterk geïnspireerd door de strijd en
de daaruit voortkomende belijdenis van
de Belijdende Kerk in Duitsland regi
streren verschillende schrijvers in de
bundel tendenzen in onze maatschappij,
waartegen in de strijd tegen het Nazi
dom zo hartstochtelijk geworsteld is.
De boeiende opstellen over de Barmer
Thesen en over het fascisme lijken mij
dan ook de achtergrond aan te geven
van alle schrijvers en daarin een. aan
beveling te vormen voor het hele boek,
tot en met het - voor Zeeland zeker -
interessante opstel over Industrialisatie.
Heinkenszand D. Tieleman
van de vergadering van de Particuliere
Synode van Zeeland, gehouden te Goes
ZITTING 26 AUGUSTUS 1970
Na opening en appèl nominaal worden
allereerst de acta van de zittingen van 19
maart en 20 april vastgesteld.
Nu komt de zaak van het Geref. Sociaal
Centrum aan de orde. Dr. Boom, voorzitter
van het Centrum, geeft een schets van de
ontwikkeling van dit werk. Het Centrum
is een samenwerkingsorgaan, bedoeld om
de plaatselijke arbeid te begeleiden. Naast
het algemeen maatschappelijk werk heeft
men een taak op meer terreinen; vandaar
dat de Stichting voor Maatschappelijk
Werk werd omgezet in een Geref. Sociaal
Centrum. De sector voor algemeen maat
schappelijk werk wordt nu afgesplitst; dit
wordt nu de taak van de Federatie, waarin
wij één van de vier stemmen hebben. Toch
houdt de kerk haar invloed: de maatschap
pelijk werker (ster) staat nog altijd in dienst
van een bestuur, dat eigen kleur behoudt.
Voor het Sociaal Centrum is er - naast
controle op de Federatie - de taak van
het opbouwwerk: de mensen inpassen in
de veranderende structuren van de samen
leving. Dit heeft voor Zeeland grote be
tekenis.
Ook voor de bouw van bejaardenhuizen
wordt het nodige gedaan. Het accent ligt
op: het tijdig voorzien van veranderingen.
Wie zou niet alles willen doen om de vrede in de wereld te bevorderen
Zeker de ouderen, die de oorlog van 1940-1945, dikwijls letterlijk, aan den
lijve hebben meegemaakt. De vele oorlogsgraven in ons land (b.v. in Kapelle)
zeggen ons nog steeds hoe veel militairen hun veelal nog zo jonge leven ge
geven hebben voor de bevrijding van ons land. Wie zou niet alles willen
doen om een herhaling van dit vreselijk gebeuren te voorkomen Het is
prachtig, dat zo vele jongeren zich actief willen inzetten om dit doel te
bereiken.
Ook in de pas gehouden vredesweek zijn ze zeer actief geweest. Het begon
al met de vraag op catechisatie: dominee, komt u ook bij ons in Middelburg
kijken En natuurlijk heob ik dat gedaan.
Eerst Donderdags op de marktdag. En ook de daarop volgende zaterdag,
toen in de Koorkerk (een deel van de Nieuwe Kerk) een vredestentoonstelling
werd gehouden. „Tentoonstelling" is niet geheel het juiste woord, want men
probeerde de bezoekers zoveel mogelijk in een discussie te betrekken over de
hier aan de orde zijnde vragen. Er waren stands met lectuur over oorlog en
vrede, de ontwikkelingssamenwerking, de NOVIB, de luchtvervuiling enz.
'k Heb een stapeltje lectuur gekocht. Er waren heel goede dingen bij, waar
over niets dan lof.
Maar er was ook kwaad bij, en wel zo erg dat ik het mijn plicht acht hier
publiek en ernstig te waarschuwen.
Er werden in de kerk n.l. ook publicaties aangeboden van de Bond voor
Dienstplichtigen (de z.g. „witte B.V.D.", die zich vroeger „Bond voor dienst
weigeraars" noemde). De doelstellingen van deze organisatie zijn uit de pers
publicaties van de laatste tijd genoegzaam bekend.
Zo werd in de Nieuwe Kerk o.a. verkocht:
de „SOLDATENKRANT, spreekbuis van het verzet in het leger", waarin
gesproken wordt over „het kader (tuig)" en "...nu weet iedere soldaat
wie er in service-dress en een platte pet loopt. Dat zijn klootzakken die
hij niet wenst te groeten of te kennen" (pag. 2).
het B.V.D.-bulletin No. 2, waarin opgenomen een lijst van bij de Bond
voor Dienstplichtigen verkrijgbare publicaties, o.a. de SABOTAGENOTA
van Roel van Duijn en het boekje „Variaties, interessante tekeningen op
het teema v/h doden v/d medemens".
Zij die telkens spreken over „discriminatie" zijn hier toch wel bezig een
bepaalde volksgroep (onze militairen, kader of niet) zwaar te beledigen.
Al deze dingen klemmen temeer in verband met wat wij in deze dagen
lezen over de sabotage in het leger, als het losdraaien van wielmoeren van
militaire voertuigen, het strooien van zand en suiker in tanks, enz. Dit be
tekent niets minder dan het in ernstig gevaar brengen van het leven van
militairen en andere weggebruikers. En als er dan slachtoffers vallen, dan
ligt de dader natuurlijk „op het kerkhof", men heeft immers alleen maar „in
formatie" over sabotage willen geven. En zo blijven de moreel schuldigen
voor de mensen buiten schot, maar niet in GODS OOG
Degenen die indirect tot deze daden aanzetten en die zo graag anoniem
blijven (zoals bij de beruchte uitzending van de V.P.R.O.) overzien hun
daden evenmin als de mensen die jongeren rechtstreeks aanzetten tot daden,
waarvan ze de consequentie zelf niet willen dragen. Dit is uit de bekentenis
van de twee in Assen gearresteerde jonge mensen duidelijk gebleken.
Deze sabotage is op geen enkele wijze goed te praten.
We menen, dat elk weldenkend mens het hiermee eens zal zijn. Maar
daarom te meer verbaast het ons, dat dit soort lectuur, dat de weg wijst naar
sabotage-materiaal, in de kerk werd aangeboden en we schromen niet dit
te noemen „VERGIF VANUIT DE KERK".
Natuurlijk heeft de Kerkvoogdij van de Ned. Herv. Gemeente te Middelburg
dit niet kunnen overzien bij het afstaan van het kerkgebouw. Ik wil deze
kerkvoogden dus generlei verwijt maken.
Maar nu dit eenmaal is geschied rijst wel de vraag, of het niet goed zou
zijn, dat Kerkeraden en Kerkvoogdijen (event. Commissies van Beheer), al
vorens bij een kerkgebouw voor dit doel afstaan, zich terdege overtuigen,
dat geen onchristelijke en levensgevaarlijke lectuur vanuit de kerk wordt vér-
spreid.
En wat de organisatoren betreft: denkt men nu werkelijk op deze wijze de
vrede te dienen
Laten onze jongemensen vooral goed opletten, dat zij. wanneer hun ge
vraagd wordt aan bepaalde „vredesbewegingen" mee te doen, niet komen te
zitten in een schuitje, dat door een onzichtbare wind wordt voortbewogen,
en waarin ze nooit zouden hebben plaatsgenomen als ze van tevoren geweten
hadden uit welke hoek de wind woeiHier wordt de echte vredesbeweging
ernstig geschaad.
Zou het niet goed zijn, wanneer ook de legerpredikanten eens meer op dit
aspect van de zaak zouden willen wijzen Zij dragen een grote verantwoor
delijkheid
Lange Jan, let op uw zaak A.E.