5^eeuu*ae
3£erlzbode
Jozef in öothan
CYlieuwó uit jepu lava
Vit het horen
Overwinning
TWEEDE BLAD
3 SEPTEMBER 1970
Ds. Reinders vertelt over
1. Gezinsplanning.
In Djokja is kortgeleden een congres
gehouden over gezinsplanning. De re
gering besteedt veel aandacht aan dit
probleem. Java vooral is zo overbevolkt,
dat de mensen bij wijze van spreken
van het eiland af dreigen te rollen in
de Indische Oceaan. En wie, pas uit
Europa, hier gaat autorijden, wordt het
meest moe van de compacte mensen
zee op alle wegen, waar je al toeterend
doorheen laveert. Dit congres besteed
de vooral aandacht aan de vrouw op
het platteland (en 80 van de vrou
wen in Indonesië woont daar!). Zij
moet hard werken, in huis en op de
sawah, en het meest op de rubberonder
nemingen, waar ze soms hoogzwanger
zware lasten latex op haar schouders
draagt, heuvel op, heuvel af. (Denk
eens aan haar, als het rubber van uw
autobanden over het beton zoeft.) Niet
zelden brengen ze haar baby in de
rubbertuin ter wereld, de tiende bij
voorbeeld. We moeten op kleine ge
zinnen aansturen, zei mevrouw Rusia.
presidente van de nationale stichting
voor gezinsplanning. Te weinig aan
dacht voor de jeugd in het gezin door
overbelasting van de ouders leidt tot
frustraties en jeugdcriminaliteit. Ook
de profeet Mohammed zag liever dat
de Moslims sterk waren dan zwak, al
dus mevrouw Rusia. Het congres vond
dat gezinsplanning wel op basis van
vrijwilligheid moet geschieden en niet
mag strijden met de moraal van de
Pant ja Sila (5 grondzuilen van de
Indonesische samenleving) en met de
godsdienstige ethiek. De kerken be
wegen zich nog voorzichtig op dit ter
rein, maar er zijn al een paar voortref
felijke brochures verschenen, o.m. van
Dr. Kruyt uit Surabaya.
2. Over het diakonaat.
Het diakonaat is in Nederland een
veelzijdige zaak geworden. Wie van
overzee hier eens poolshoogte komt
nemen, krijgt dan ook gemakkelijk de
indruk, dat het diakonaat in de Javaanse
kerken nodig een uplift" moet hebben,
nodig moet opgevijzeld worden tot Am
sterdams peil. Er moet zelfs kortgeleden
iemand na thuiskomst verteld hebben:
,,In Indonesië kennen de kerken nog
geen diakonaat". Wie zijn oor te luis
teren legt, ontdekt dat hier niet in een
handomdraai een diakonaal apparaat
opgebouwd kan worden als in Neder
land, en het is de vraag of dat wel zo
beslist moet. Er gebeurt hier veel meer
in spontane barmhartigheid en hulp dan
in officiële rapporten wordt vastgelegd.
Pas vroeg ik iemand uit een middel
grote gemeente: Collecteren jullie zon
dags ook voor de diakonie en wat ge
beurt er met dat geld Natuurlijk had
den ze een apart collectezakje voor de
diakonie, een zwart zakje met een door-
geefstokje evenals wij. Maar de kerk
kan onmogelijk het salaris van de pre
dikant betalen. Dus gebeurt het maar
al te vaak uit nood, dat alle geld ten
slotte toch in de kas van de kerk ver
zeild raakt. „Maar als er dan armen
zijn „In feite zijn we allemaal arm.
Maar in werkelijke noodgevallen houden
we een aparte inzameling. En vanzelf
sprekend helpen straat- en buurtgenoten
elkaar altijd". Men leeft hier nog in een
sfeer die lijkt op die van het Saksische
platteland van Nederland een halve
eeuw geleden. En met opdringen van
een diakonaat a l'Europe zou men be
paald niet gebaat zijn.
3. Over een huwelijksbevestiging.
Vijf minuten na aankomst zat ik on
verwachts en nog verfrommeld van de
hobbelweg bij een plechtige huwelijks
sluiting op het kerkelijk bureau bij de
plaatselijke dominee. Geen kerkelijke
huwelijkssluiting, er was iets in de war
geraakt met de volgorde verliefd-ver-
loofd-getrouwd-een baby, en daar laat
de kerk hier niet de hand mee lichten,
maar geen nood: veel predikanten zijn
tevens ambtenaar van de burgerlijke
stand, speciaal om huwelijken te sluiten
en zo gebeurde het hier. Vanzelfspre
kend houdt de ambtenaar een toespraak
en hij is vrij om dat naar aanleiding van
een bijbelgedeelte te doen. Ditmaal
koos de ambtenaar/dominee de storm
op zee: Jezus vaart mee in het huwelijks
bootje, reken maar dat het soms kan
stormen. Blijf eerlijk en open voor el
kaar, ook in de kleine dingen; als je
vrouw vraagt waar je geweest bent, zeg
dan niet: „Naar de pasar, als je bij een
vriend hebt zitten praten. De toespraak
was voorzien van een paar recht-toe
recht-aan vragen aan het bruidspaar:
Jezus stilt de storm, wie blijkt hij dus
te zijn „De Ratu Adil", zegt de brui
degom, dat is de rechtvaardige koning
(een titel uit de oude Javaanse volks
verhalen), „De Verlosser", zegt de
bruid. Maar het gaat kennelijk om iets
anders, de dominee kent zijn pappen
heimers: ze zijn pas kort Christen en
wonen in een echt Islamitische omge
ving, waar je alles mag zeggen, maar
nooit dat Jezus Gods zoon is. Daar
gaat het nu juist om, zegt hij, in jullie
huwelijk: Hij vaart mee en Hij is niet
zo maar een groot profeet maar heeft
evenveel macht als God Zelf. Met deze
geloofsbelijdenis werd het bootje af
geduwd, het wijde water op.
Wij hebben geen crucifixen. Geen
kruisbeelden waaraan de rode vlekken
der wonden ieder jaar weer met verf
moeten worden bijgeschilderd. Maar
we hebben wèl kruisen, kruistekenen.
Lege kruisen. En die zijn ons ten teken
dat de overwinning behaald is, dat de
Gekruisigde leeft en regeert. Het is
Pasen geweest. Toen bleek het Lam de
Leeuw te zijn.
Toen bleek de Here Jezus sterker
dan alle machten der wereld. En nu is
Hij gezeten als Heer aan de rechter
hand van God en zond reeds Zijn
Heilige Geest uit op alle vlees.
Dit te weten geeft ons in alle om
standigheden rust en doet ons niet al
leen moed grijpen, maar ook moed
houden.
Christus heeft de wereld overwonnen.
Daarom komt de kerk er altijd door
heen. En daarom komt de gelovige er
altijd dóór. Ook door de dood heen.
Ook die dood is overwonnen. Door
de verzoening van de zonde is de boze
al zijn macht kwijt; want daardoor
raakte hij zijn rechten kwijt.
Alles wat er in de wereld ons zou
kunnen overkomen, dat komt niet in
mindering op Gods liefde. Want op
de een of andere manier komt het alles
ons toe uit Gods vaderhand en moet het
dienen ten beste.
De weg der kerk door de wereld was
voorwaar geen gemakkelijke, maar on
danks alles heeft ze haar boodschap
gebracht. Rustig en verzekerd en on
verflauwd.
Haar slechtste tijden waren de tijden
van uitwendige voorspoed en welvaart.
Wanneer we dus naar de toekomst
zien en naar de wereld, waarin onze
kinderen en kleinkinderen zullen leven,
zijn we allerminst bezorgd. Want de
Here Jezus blijft Dezelfde. Hij is de
Heer. Hij heeft de wereld overwonnen
en heeft deze dubbele macht: dat Hij
ons kan helpen uit de ellende èn dat
Hij ons kan helpen in de ellende.
U moet eens aandachtig Paulus' brief
aan de Filippenzen lezen. Maar dan
de vier hoofdstukken van deze brief
eens achter elkaar, aan één stuk door
Paulus zit in de gevangenis.
Vijanden sloten hem op en zetten
hem vast.
Vrienden gaan met hun werk tegen
zijn lijn in. Maar wat een vrede en
blijdschap ademt niettemin heel deze
brief.
Paulus weet: mijn banden bevorderen
het Evangelie. En het Woord van God
is en blijft ongebonden. Ze houden de
prediking van het Evangelie nooit tegen.
Zeer velen hebben dit duidelijk on
dervonden in de moeilijke jaren van de
Duitse bezetting en in de Jappenkam
pen van Indonesië.
Geen druk houdt de werking van
Gods Geest tegen. Het gaat juist an
dersom.
Wat zou ook een overwonnen wereld
tegen de zegevierende vrede van Chris
tus
Men heeft al zo dikwijls de kerk van
Christus dood verklaard en de rijks
bedoelingen van onze Heer willen ver
ijdelen. Maar de aangevochten gemeen
te wordt de eeuwen door gedragen
door de wetenschap, dat de wereld
overwonnen is.
Deze wetenschap hebben we echter
uitsluitend uit de woorden, die de Here
Jezus zelf ons gezegd heeft.
Die wetenschap hebben we alleen
door ons geloof in Hem.
Maar wat nu nog geloofd wordt, zal
eenmaal worden gezien.
Wij wachten daarom op de Heer en
houden moed.
En in afwachting... is er de vrede.
Een vrede, die wel alle verstand te
boven gaat, maar daarom niet minder
werkelijk is.
Want de woorden van Christus zijn
levend en krachtig, zó, dat hij die deze
woorden bewaart en doet daardoor „in
Christus" is.
En in Christus vrede heeft.
A.D.
Door de hoofdredacteur werd in janu
ari het bijbels treurspel - Jozef in
Dothan - aangekondigd.
Gaarne wil ik in 't kort enkele mede
delingen doen omtrent het verloop en
het opvoeren van dit bijbels gebeuren,
door Vondel in dichtstijl geplaatst en
door o.g.t. eenvoudiger - begrijpelijker -
gesteld.
De vier deeltjes werden omlijst door
orgel, solozang, viool en samenzang.
In februari had de première plaats
in de Ned. Herv. Kerk te Schoondijke.
In maart in de R.K. Kerk te Groede
(oecum. dienst).
In april in de Gereformeerde Ont-
moetingskerk te Aardenburg.
In mei in de Ned. Herv. Kerk te
Zuidzande en in deze zelfde maand in
de St. Jacobskerk te Vlissingen.
Voor de zesde maal 9 augustus in de
Ned. Herv. Kerk te Cadzand (inter
kerkelijke recreatie).
Verschillende medewerkers van deze
interkerkelijke groep hadden zelf va
kantie, anders hadden we aan de kust
nog meerdere malen voor het voetlicht
gekomen.
Het heeft geld gekost, doch het is
door ons met graagte en liefde gedaan.
We zijn vol lof over de ontvangst en
bij vertrek beluisterden we meermalen
de opmerking van predikanten en ker-
keraadsleden: „Kom terug met zoiets".
Eén ding moet ik zeggen: de Jacobs
kerk in Vlissingen, hoewel uitnemend
voor muziek en zang, is zeer moeilijk
voor het gesproken woord.
Het uitleggen en de speltrant was
goed doch de verstaanbaarheid liet te
wensen over. Kwam niet goed over.
Hoewel er met enkele kerken nog
contacten liggen voor opvoering of
medewerking aan diensten, moeten we
helaas hier van afstappen. We zullen
hopen van tijdelijk.
De studie aan het groot toneelwerk -
de MOORDKAMP - (streekstuk Al-
blasserwaard) vergt onze tijd.
De opvoering hiervan is gesteld op
13 november in het Ledeltheater te
Oostburg.
Mogelijk kunnen wij het bijbels spel
na 1 januari weer in enkele kerken
brengen.
O. N.d.A.
Wanneer een mensenkind gelovig
wordt, is dat geloof een gave van God
en een werk van de Heilige Geest.
Over het „hoe" van dit wonder is
weinig te zeggen, we kunnen het niet
nagaan. Het voltrekt zich in de diepste
lagen van het menselijk hart. Dat ge
lovig worden heeft wel met de psycho
logie te maken, heel veel zelfs, maar
het is geen psychisch verschijnsel. Het
is een wonder. Het is een werk van de
Heilige Geest.
Maar nu schrijft Paulus aan de Ro
meinen ook over dit gelovig worden.
Hij stelt een reeks vragen: „hoe zal
men de Naam des Heren aanroepen,
als men niet gelooft En hoe zal men
in Hem geloven, als men, nooit van Hem
gehoord heeft En hoe zal men van
Hem horen, als er geen predikers zijn
En hoe zullen er predikers zijn, als die
niet uitgezonden worden
Paulus haalt dan een woord van
Jesaja aan: „Hoe liefelijk zijn de voeten
van hen, die een goede boodschap
brengen", en hij concludeert: „Zo is
dan het geloof uit het horen".
Er is dus een genaderazc/de/.
Terecht zei Ds. Sikkel: „Er is "geen
genade, maar er is wel een genadige
God".
Hij bedoelde: we mogen ons de ge
nade nooit onpersoonlijk indenken, niet
losmaken van de levende God zelf, als
of het een grootheid, een soort sub
stantie naast God en los van God zou
zijn.
Maar er zijn wel genademiddelen.
En het allereerste is de prediking van
het Evangelie.
Dat betekent, dat als er gepreekt
wordt, dat dan de Heilige Geest bezig
is, dat God aan het Woord is, en de
Here Jezus aanwezig.
Door het samengaan van Woord en
Geest in de prediking overbrugt de Here
Jezus alle afstanden van plaats en van
tijd en komt Hij tot de mensen. Het
is daarbij ook helemaal niet vreemd, dat
de Heilige Geest zich daarbij bedient
van de heilige schriften.
Niet voor niets heeft de Here God
aan de bijbel zo'n bijzondere zorg be
steed.
Wij belijden dat de bijbel Gods
Woord is.
Daar bedoelen we niet alleen mee
dat die bijbel geïnspireerd werd en on
feilbaar is, enz. - maar veel meer, dat
God ons daarin aanspreekt, de Waar
achtige, Wiens beloften nimmer falen.
Wanneer God spreekt, gaat dat tot
het hart en gebeurt er wat in dat hart,
ten leven of ten dode. Is het ten léven,
dan gebeuren er gróte wonderen in dat
verborgen centrum van ons bestaan.
Dan wordt onze existentie door dat
Woord in beslag genomen en zó er
door beheerst, dat er gebed en belijdenis
op de lippen komen. En bekering en
heiligmaking in ons leven.
Het is alsof er in het duister van
onze natuur een licht ontstoken wordt.
Dat licht neemt toe en gaat hoe langer
hoe verder schijnen.
En we gaan allerlei dingen zien. We
zien de werkelijkheid van God en van
onszelf en van Jezus Christus. Dat zien
is een kennen en dat kennen is een
nieuw leven.
Zo ontstaat het geloof uit het horen.
Hierbij gaat het niet om een woord,
maar om hèt Woord. Het Woord van
God is zo rijk en zo ruim, dat niemand
precies kan zeggen: Kijk, dit is nu het
zaadje, waaruit mijn geloof ontsproot.
De Goddelijke Landman zaait wijd uit.
Overal valt er wat van Zijn zaad.
Hoe kwistig werd en wordt er niet
op de akker van ons leven gezaaid
Het is maar niet uit het horen van
een woord, een „woordje", dat het
geloof ontstaat, maar uit het Woord.
Dat was ons van klein kind af aan
al nabij. Wie zal zeggen wat het eerste
was, dat werkelijk doordrong: moeders
vertelling of vaders gebed, of later het
woord van de onderwijzer
Want op duizenden manieren sprak
de Here tot ons. Zijn Woord is rond
om ons heen; op school, op de ver
enigingen, in lectuur, in gesprekken.
En door al die middelen spreekt God
en werkt de Heilige Geest.